Zestig| van h Dat de barmhartige God heel speciale bedoelingen heeft met Kockengen blijkt tijdens de eerste vluchtige verken ning van het dorp uit niets. Goed, het is één van de weinige gemeenten in Neder land, die gezwijnd heeft en niet onder de voorgespannen betonnen noemer van de gelijkvormigheid is gebracht. Het ligt vakkundig gecamou fleerd in het vooroorlogs groen van het Utrechts rivierengebied en de huizen zweten niet alleen op een warme zomerdag een eigen gereidheid uit, die ei* zijn mag. Zelfs de krotten in de dorpskom doen eraan mee: ze hebben de grimmige fier heid van een kleine kruide nier, die liever sterft dan wijkt voor de supermarkt. Uiteraard is er ook een doorgroefd Godshuis, dat fotogeniek genoeg is voor de beduimelde prentbrief kaarten, die op de tapkast van het café bij de vaart voor eeuwig liggen opgebaard. De kastelein heeft er een standaard met rollen drop en kauwgum voorgezet, nadat de gemeente 25 vierkante meter van zijn grond had onteigend ten behoeve van een parkeerplaats voor de kerkgangers. Hij wijst op de toren en roept: ,,Niet op zondag Veehouder C. de Hoop: „Regeren is vooruitzien". Het hoge woord is eruit: de 2380 inwoners van Kookengen hebben sinds enkele maanden hun eigen zwembad, dat voor 210.000 gulden op een weiland buiten het dorp is de katholieke lagere school voor een bliksemenquête onder de be volking. Hij wilde daarmee een oud raadsbesluit torpederen, tóaarm het zwemmen op zondag taboe was verklaard. Het privé-referendum wees uit, dat 734 volwassenen met hun 667 kinderen van mening waren, dat het gemeentebad zondagsmiddags tussen de kerkdiensten geopend moest zijn; dat was bijna 60 pro cent van de inwoners van Kocken gen. „Als je daarbij bedenkt", zegt Vermeulen, „dat een hoop mensen niet durfden te tekenen, omdat ze repercussies van de kant van dominee en kerkeraad vreesden, dan kunnen we rustig spreken van een -verpletterende meerderheid". Steile gelijk Met groot vertrouwen zag zijn comité dan ook de raadsvergade ring tegemoet, waarin het verzoek om openstelling van het zwembad op zondag behandeld zou worden. Tooh wist Vermeulen als geboren Kookenger, dat hij moest opboksen tegen het steile gelijk van vier chx-istenen, die als hoofdvertegen woordigers van de Heer zijn erfe nis op aarde beheren- In de zeven- seert men ondertussen verder aan het beeld van Gods pappenheimers in Kockengen. „Het ztfn stuk voor stuk onnozele halzen", zegt een grijze bezoeker, die zojuist al stoom heeft afgeblazen op het herentoilet, „hier vragen ze met een zuinig mondje om een fris drank, maar in Utrecht drinken ze zich lam. Dat zijn dan de zoge naamde fijne hervormden. Ze zijn hier allemaal twee keer gemalen". De kastelein wil ook nog wel be kennen, dat de alcoholische nering voor zijn gezin nauwelijks brood op de plank betekent. Hij heeft daarom zijn vrouw achter de tap gemetseld en schnabbelt overdag als loodgieter-mètselaar het beleg bij elkaar. „Dit is een ongelooflijk dorp", zegt hij hoofdschuddend, „hier kan alles, hier mag alles, maar de dominee moet het wel goed vinden. De vroomheid straalt van de gezichten, maar vergeet het, ze hebben het achter hun ellebogen". Ook in het café weet men bij voorbaat de uitslag van de stem ming. „Die boeren krijgen keurig op een papiertje wat ze moeten zeggen en dat dreunen ze dan ingegraven. Daarnaast staat de sporthal, die continu gevuld is met bloeiend verenigingsleven-De drumband heeft zijn hielen nog niet gelicht of de gymnastiekclub vouwt zich alweer- dubbel voor het zwaantje. Neen, laat Kockengen maar schuiven. Zwembad en sporthal zijn er ge komen dank zij het vakkundig wroeten van de plaatselijke vee arts en de doprsonderwijzer Jan Vermeulen. „Als het aan de raad had gelegen", zegt Vermeulen, „dan zaten we nu nog steeds in moeders tobbe. Als je nou weet, dat de gemeente jaren lang dik geld over heeft gehouden, dan begrijp je meteen, wat voor zootje het was. Een beetje dorp heeft toch al gauw een schuld van een paar miljoen, maar hier werd alleen gepot. We hebben zelfs nog een open riool, dat dwars door de tuinen loopt". Vermeulen is ook de man geweest, die de ijzersterke rust van Kockengen enkele wéken wreed aan flarden scheurde met zijn kruistocht voor het zwemmen op zondag. Hij timmerde in zijn vrije tijd het actiecomité „Het zwembad zondagsmiddags open" in elkaar, en mobiliseerde i vr'inönr can Dorpsonderwijzer Jan Ver meulen was de initiatiefnemer van het referendum. „Dat zwembad gaat op zondag open", zegt hij grimmig, „volgend jaar moet het gebeuren". mansraad hebben ze bij voorbaat het democratisch gelijk aan hun kant en daarom is Kockengen al eeuwen een dorp, waar Gods wegen nimmer onnaspeurlijk zijn. „Ze roepen om het hardst, dat ze democraten zijn", roept Vermeu len, „maar het zijn je reinste theo craten. Je kunt bij deze mensen met al je argumenten op de pot gaan zitten. Beweer maar, dat het zwembad uit sociale, recreatieve en financiële overwegingen open moet op zondag. Zeg, dat het gezin alleen op die dag samen kan gaan zwemmen, dan komen ze tooh weer aandragen met hun prin cipiële argumenten. Dat zit erin gebakken en daar komen ze nooit Jn het café achter de kerk boet- zijn, r geloof heelt, twijfelt niet. Ook de Heer weet, dat je v. d. Zwaag om een boodschap kunt sturen. „Van vele zijden", schrijft hij, „wordt luide de uitroep Vox Populi Vox Dei gehoord, de Stem van het Volk is de Stem van God. Vandaar allerlei acties, hearings en mee tings. Bovengenoemde uitspraak staat echter met de uitspraken van de bijbel op gespannen voet. Onder geen beding mag de souve- reiniteit Gods wijken voor die van de volkswil, alle democratische leuzen ten spijt". Zondags baantje boek Deuteropomium en zijn buit bestond uit een handvol vuur vaste bijbelcitaten, die alle wezen in de richting van Gods lankmoe digheid op het punt van zwemmen op zondag. Het woord is nu aan veehouder Versloot, die het onderwerp met onverdachte steun van de Heer tot de laatste droppel heeft uitge molken. Allereerst wil hij opmer ken, dat het referendum van hul en gener waarde is. „Op die lijst staan kinderen en mensen van negentig. Men behoort degenen te vragen, die geen herrie op zondag wensen. En niet andersom. Het zwembad is wel degelijk een open bare vermakelijkheid, die de rust zal verstoren". Versloot heeft zijn beste argument met bijbelse slim heid voor het laatst bewaard. Hij overziet de zaal, glimlacht en zegt dan: „Ik heb nooit gemerkt, ik heb nog nooil iemand braaf op. Zelf zouden ze nooit op die ideeën zijn gekomen", Gods raadsbesluit Vrijdag 25 juli is het zover. In de snikhete vergaderzaal van het witte gemeentehuis (afmetingen zeven bij vijf meter) dromt het publiek vochtig samen rondom de tafel, waaraan de gezworenen Gods raadrixesluit zullen venti leren. Naast het verzoekschrift van het comité „Het zwembad open op zondag", is er ook nog een brief binnengekomen van de kerkeraad der Hervormde Kerk van Kocken gen. Daarin worden de raadsleden krachtig gewaarschuwd. „Open stelling is niet in overeenstemming met Gods woord, dat richtsnoer is in ons dagelijks leven". De brief eindigt met de smeekbede„Geve God, de Heere, u allen in deze ogenschijnlijk eenvoudige zaak het licht van Zijne Heilige Geest, opdat uw raad een standpunt zal innemen waardoor de Naam des Heeren met name op de zondag geheiligd zal worden en de zon dagsrust bevorderd zal worden. Was getekend met broederlijke groet, dominee Zethof". Op de vergadertafel is ook een schrijven aangewaaid uit Ede, waar de heer W. v- d. Zwaag zich zorgen maakt over Kockengen. Daarom heeft hij er namens de Nederlandse vereniging tot bevor dering van de zondagsrust en de zondagsheiliging nog haastig enige volzinnen tegenaan geworpen om de bedoelingen van de Heer dui delijk te maken. Het is natuurlijk spijtig, dat de hemelse directieven het te water gaan op zondag gezien, die uitgerust uit het water kwam, ze vermageren er alleen maar van. De zondag betekent heiliging, geen ontspanning". Hij veegt het zweet van zijn voorhoofd en gaat weer zitten onder de wandspreuk „Overlegt voor ge Alle hoop van de plaatselijke borst- crawlers en schoolslagexperts is nu gevestigd op wethouder Nieuwen- dtjk, die als vertegenwoordiger van de KVP een ander assortiment van de heer in consignatie heeJt ge kregen. Hij is inmiddels liturgisch purper aangelopen en werpt zijn banvloeken naar de vierschaar van CRU en AR. „Ik kan mij niet voor- stellen. dat die christelijken de hele zondag doorbrengen met geestelijke recreatie. Wat een herrie is er niet, wanneer die christelijken zondag morgen met de auto naar de kerk gaan. Wat willen die lieren dan met de jeugd op zondag?". De vier heren knikken. Het is Nieuwendijk ken nelijk nog niet duidelijk, dat ze niks met de jeugd willen. Spandoeken De stemming volgt enkele minuten later: vier tegen, drie vóór. Het vertrouwde democratische beeid in Kockengen. Buiten heft de jeugd spontaan spreekkoren aan en worden spandoeken gehesen met leuzen als „Laat de raad maar stemmen, wij gaan zondag zwemmen!'. Later op de avond worden plannen beraamd om zon dag in zwembroek en bikini plaats te nemen in de tuin van de kerk. De durf ontbreekt echter en men beperkt de wraak nu tot het afsluiten van de auto van het AR- raadslid De Bruin. Hij heeft de wagen met het contactsleuteltje voor de kerk achtergelaten en komt na gedane godszaken tot de ontdekking, dat de portieren dicht zijn en de sleutel op de voorbank ligt. Als hij stampvoetend om op heldering vraagt, roept iemand „Een sigaretje roken op zondag, mag dat wel van God?". Veehouder C. de Hoop vindt deze gang van zaken betreurenswaar dig. Hij heeft vrijdagavond ook van harte tegengestemd en blaast nu uit op het bankje voor zijn huis. Hij heeft zijn colbertje uit getrokken en zijn duimen ontspan nen achter de grijze bretellen ge plaatst. In de tuin zoemen bijen boven het bloembed. „Het was een moeilijke beslis sing", geeft De Hoop toe, „maar Het natte hangijzer van Kockengen: 't zwembad buiten het dorp, dat dank zij het streven van veearts en dorps onderwijzer een feit is ge worden. Zijn lippen krullen omhoog, hij wil maar zeggen. „Wat heeft dat roken te maken met het zwemmen op zondag, meneer De Hoop?". „Ik wil er maar mee zeggen, dat iemand, die in God geworteld ia, daar ook voor zijn leven blijft. Het algemeen belang, daar gaat het om- Ik ga zondags naar de kerk en daarna drink ik op mijn gemak een kop koffie. Ik zit in de kamer of bij goed weer buiten en ik wacht, totdat, het eten klaar is- En als ik gegeten heb dan rust ik wat, zodat ik niet omval van de slaap, als ik 's middags voor de tweede keer naar de kerk ga. Ik heb nog drie kinderen thuis en die hebben daar ook vrede mee. Zij weten, dat het zo goed is. Als u vraagt: willen zij op zondag naar het zwembad?, dan kan ik u zeggen: zij talen er niet naar". (De Hoop weet op dat moment nog niet, dat zijn twee zonen, die in het dorp wonen, positief gerea geerd heb'oen op het referendum van de dorpsonderwijzer). Ondankbaar De Hoop is nu 63, hij heeft dertig jaar de melkbussen op zondag bij de boeren opgehaald, hij zit sinds 1960 in de gemeenteraad, hij vindt het een uiterst moeilijke en vaak ondankbare taak. „Ze wisten, dat het zwembad alleen gebouwd moöht worden, als het op zondag dicht bleef", zegt hij verbitterd- „Ze kunnen zes dagen per week zwemmen, maar ze zijn ondank baar. Ik vond het vrijdag een moeilijke beslissing". In de deuropening verschijnt een muisgrijze vrouw, die in haar handen klapt en roept: „Kom je binnen, het eten staat op tafel" De Hoop staat op en veegt met de binnenkant van zijn mouw zijn mond af. „U maakt er maar een mooi verhaal van", zegt hij. Verderop langs de vaart fietst op dat moment de huisschilder Ver meulen beheerst in de richting van het dorp. Als we hem in het voorbijgaan vragen, of hij ook tegen zwemmen op zondag is, laat hij zich zijdelings van het zadel Huisschilder Vermeulen: „Berijmde psalmen op de dijk." Kockengen houden, zoals het altijd is geweest! Daar is éen woord voor- Het begint met een o". „Kan het oase zijn, meneer De Hoop?". „Dat kan niet alleen, dat is het. Kockengen moet een oase blijven. Van jaar tot jaar gaan we verder achteruit. Meer sportiviteit en de kerken blijven leeg. Dat betreur ik. Soms vraag ik mij af, waar loopt dit op uit? Zelf rook ik niet"- enteraad weet dus nu, aan toe is. De twee KVP'ers en de eenzame fakkel drager van de lijst Gemeente belangen staan al klaar om de zwembroek aan te trekken en ook burgemeester Van der Wijk is bereid zijn zondags baantje te trekken. Hij heeft uit voorzorg vast een duik genomen in het Kockengen ligt vakkundig gecamoufleerd in het vooroorlogse groi onder de noemer van gelijkvormigheid is gebracht. i het Utrechtse rivierengebied, gen dorp, dat nog niet glijden en loopt hij bedachtzaam terug: „Ik hoor aan uw vraag stelling, dat u ervóór bent", zegt hij, „er klonk ironie doorheen. Dan zal het u ongetwijfeld tegen vallen om te vernemen, dat ik het raadsbesluit toejuich- Ik vind het jammer dat mijn broer hier niet staat, want die kan het veel mooier vertellen. Mijn broer hoeft nooit naar zijn woorden te zoeken- Ik begrijp niet, wat de mensen willen. Ze weten, dat wij de rust in ons mooie dorp willen hand haven, ze moeten gewoon meer op God vertrouwen". Hij staart een wijle naar de einder en vervolgt: „Deze beslissing is volkomen democratisch genomen, de meerderheid van het dorp is er tegen en daar heb je je maar aan te houden. In Vinkeveen zijn ze katholiek en daar wordt elk jaar een kermis gehouden. Dat vinden de gereformeerden ook niet leuk, maar ze protesteren niet. Ze vox- men een minderheid. Hier zijn wij de baas, en ook al gelooft u niet in God, u zult tooh moeten mee spelen. Heus, ik haat niemand, want haat is geen godsdienst, maar ik kan u wel vertellen, dat een goed christen altijd een goed burger is en niet omgekeerd. Dat luistert heel nauw". Ruime hemelrond Hij verplaatst nu snel zijn linker been, omdat hij met zijn fiets dreigt te dompen. Daarna zegt hij: llc zal u iets vertellen. Dat kunt u opschrijven. Het ruime hemel rond, vertelt met, blijde mond, Gods eer en heerlijkheid, maar 'sHei*en wet nochtans verspreidt volmaakte glans, terwijl ze het hart bekeert". Hij geeft me een knipoog en zegt: ,,'s Heren schrijf je met zo'n kom- inaatje voor de s- U weet nu pre cies, hoe ik erover denk". Hij controleert, of de gele doos op zijn bagagedrager nog stevig zit, stapt op zijn fiets en rijdt zonder groet weg- In zijn ééngezinswoning bij het /..icht geurende open idool haalt dorpsonderwijzer Vermeulen de schouders op en roept: „Als grote kerels onder mekaar zou je zeg gen: „Het is een lachertje", maar de pest is, dat ze het zo serieus menen. Ik heb nu even de strijd gestaakt om ze niet verder tegen de haren in te strijken, maar dat zwembad gaat hoe dan ook op zondag open. Dit jaar zie ik het niet meer gebeuren, maar in 1970 zijn er gemeenteraadeverkiezingen en dan moeten die jonge christp- nen todh eens even duidelijk laten blijken, hoe ze erover denken. Zeg nou zelf. Is het geen heerlijk dorp?".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9