OVER DE WIPNEUS
VAN OMA
EN HAAR BLONDE
KLEINKINDEREN
CHAOS IN HET CHIPSBOS
Wetten
van
Mendel
basis
van de
erfelijkheidsleer
ZATERDAG 19 JULI 1969
Wat de moderne erfelijkheidsleer zo'n bijzonder exacte
basis heeft verschaft is het feit, dat er vanuit twee ver
schillende wetenschappelijke disciplines aan gewerkt is
en dat de respectievelijke resultaten elkaar zo prachtig
bevestigden, aanvulden en verklaarden. Onsterfelijke
roem heeft de Oostenrijkse augustijner monnik Gregor
Mendel ,18221844) verworven. Deze zag, voorzover we
weten, als eerste in, dat we pas een beter inzicht in de
problemen van de erfelijkheid zouden kunnen krijgen,
wanneer we onze aandacht eens zouden bepalen tot aan
vankelijk één, later enkele eigenschappen. En als we
daarmee dan doelbewust zouden gaan experimenteren
door het uitvoeren van kruisingen van ouders, die voor
die betreffende eigenschappen raszuiver waren.
Wat dat raszuiver in de genetica precies
inhoudt zullen we later nog moeten
bespreken. In elk geval had de monnik
zowel het geniale inzicht als het ver
eiste geduld en doorzettingsvermogen.
Helaas ook het ongeluk om in een tijd
te leven, die voor zijn werk nog in het
geheel niet rijp was. Mendel was al 16
jaar dood toen hij van niet minder
dan drie botanici, die onafhankelijk
van elkaar dezelfde ontdekkingen deden
als hij had gedaan, n.l. De Vries,
Tschermak en Correns, de eer kreeg
die hem toekwam.
Kruising van erwten
Mendels resultaten kunnen worden sa
mengevat in een drietal wetten, die nog
steeds de ruggegraat uitmaken van de
erfelijkheidsleer, zij het dan, dat de der
de wet later 'n beperking behoefde, die
Mendel niet kon bevroeden, omdat zij
toevalligerwijze in zijn expérimenten
/een rol had gespeeld. Mendel werkte
met kruisingen tussen erwtenrassen.
'Zijn experimenten zijn later door ver
schillende onderzoekers herhaald, met
dezelfde erwtenrassen alsook met ras
van andere plant- en diersoorten.
De uitkomsten waren telkens als bij
Mendel. Weliswaar kregen de genetici
eens onverwachts afwijkende resul
taten. maar dan bleek ook telkens
een tot op dat moment niet bekende
oorzaak of oorzakencomplex een rol te
spelen; was deze oorzaak door nade
re analyse wat betreft zijn effect op
het geheel bekend, dan werd daarmee
tevens de geldigheid van de Mendelwet-
ten weer opnieuw bevestigd.
Mens A met donker haar
We kunnen niet ingaan op de experi
menten zelf, maar het is belangrijk om
hier even in te gaan op de wetten. Dat
de formulering ervan niet precies .die
van Mendel zelf is, maakt hier geen
verschil. Dat we verder altijd spreken
van grootouders, ouders en kinderen,
ook als het gaat om planten of dieren,
vergemakkelijkt het praten erover.
Dan is er telkens spraké van raszui
ver. Daaronder verstaat men in het ge
wone leven iets wat bijzonder vaag
blijft en niet zelden fout is. In de erfe
lijkheidsleer bedoelt men daarmee een
exact omschreven begrip. We zagen
hiervoor reeds dat genen, die in twee
homologe chromosomen op dezelfde
plaats liggen en derhalve betrekking
hebben op eenzelfde kenmerk, geheel
gelijk kunnen zijn of ongelijk. Zijn ze
beiden gelijk laten we de betref
fende genen aanduiden met letters
dan is dat organisme voor dat kenmerk
AA en daarmee ook raszuiver voor dat
kenmerk.
Stel dat het gaat om een mens en dat
A staat op het verkrijgen van donker
haar, dan is die mens voor donker
haar raszuiver en bovendien geeft hij
of zij aan alle geslachtscellen een en
kele A mee. Anders gezegd, hij of zij
vormt m.b.t. dat kenmerk maar één
soort geslachtscellen. Dat is de beste
definitie van raszuiver.
Maar de beide genen op de homologe
chromosomen kunnen ook ongelijk
zijn; dan geven we ze aan met A en a.
Voor dat kenmerk is dat organisme, die
mens dan niét raszuiver, maar een
bastaard of hybride. Vanwege de regel
der dominantie, die hierboven al be
sproken is, kan die mens (en zal hij
in geval van de haarkleur toevallig ook)
toch donker haar hebben, maar hij of
zij vormt m.b.t. de haarkleuraanleg
twee soorten geslachtscellen, n.l. 50 pro
cent met de aanleg A voor donker
haar en 50 procent met de aanleg a voor
licht haar. Wanneer dus de geneticus
de begrippen raszuiver of bastaard han
teert (hij spreekt dan liever van homo
en heterozygoot), denkt hij altijd aan
één of meer zeer bepaalde kenmerken
en nooit aan het organisme als geheel.
Het blijft trouwens zeer de vraag of
er organismen bestaan die voor al hun
kenmerken raszuiver zijn en onder de
mensen bestaan ze wel zeker niet.
Paard en ezel, muilezel
Even exact dus is voor de wetenschap
het begrip bastaard! Wat de literatuur
daaronder meestal verstaat: een bui
tenechtelijk kind en vaak wordt het
dan nog in ongunstige zin gebruikt als
of dat kind wat het allereerst zelf niet
helpen kan, bovendien nog „slecht"
zou moeten zijn, heeft wetenschappe
lijk geen enkele waarde.
Tenslotte moeten we ons realiseren,
dat kruisingen meestal alleen mogelijk
zijn tussen dieren of planten, die beho
ren tot dezelfde soort. Een enkele maal
wil een kruising tussen verschillende,
maar dan toch altijd nog zeer verwan
te soorten wel gelukken, bijvoorbeeld
die tussen paard en ezel, die dan muil
ezels of muildieren oplevert, maar dan
zijn de nakomelingen van zo'n soort-
vreemd huwelijk onvruchtbaar en voor
verdere genetische experimenten on
bruikbaar.
De eerste wetmatigheid door Mendel
gevonden kan dan als volgt omschre-
4821 -188H
ven worden: gegeven twee ouders, die
onderling verschillen in één of meer
kenmerken, waarvoor ze beiden ech
ter raszuiver zijn; hun kinderen zijn
dan voor die eigenschap(pen) onder
ling volkomen gelijk.
Toelichting: kruisen we een raszuivere
rode tulp met een raszuivere witte
dan worden alle kinderen rood, of alle
maal wit, of allemaal roze. Dat roze
kan dan nog van allerlei betekenen:
effen, roodwit gevlamd, en andere tus
sen rood l.. wit gelegen schakeringen,
afhankelijk van de variëteit.
En dat wordt weer bepaald door het
wel of niet dominant zijn van één van
de ouderlijke kenmerken. De kinderen
zijn dan met betrekking tot de kleur
natuurlijk bastaarden.
Het bewijs is betrekkelijk gemakkelijk
te leveren en de algemene geldigheid
van deze wet zo groot, dat niet-gelij-
ke kinderen juist als bewijs geldt voor
het niet raszuiver zijn van minstens
een van de beide ouders.
Rode, witte, rose tulpen
Vervolgens stelde Mendel vast: On
derling vermenigvuldiging van zulke
bastaarden le _rt een generatie door
inteelt verkregen kleinkinderen, die nu
voor 50 procent de grootouderlij ke ken
merken weer raszuiver bezitten en
voor 50 procent weer bastaarden zijn
als de ouders.
Toelichting: in het geval van boven
genoemde tulpen zou dat betekenen dat
25 procent van de kleinkinderen weer
raszuiver rood, 25 procent weer raszui
ver wit en 50 procent weer bastaarden
(rood, wit of roze) zouden zijn. Ook de
ze nauwkeurige percentages gaan
theoretisch volmaakt op en het
bewijs is ook weer door Mendel gele-
Hij nam daarbij aan, dat de eigen
schappen van een individu worden ver
oorzaakt door factoren in de cellen, dat
deze in de gewone lichaamscellen altijd
in tweevoud, maar in de geslachtscel
len in enkelvoud aanwezig waren. Dit
is wel zijn meest geniale zet geweest
en juist die werd in zijn tijd voor niet
mogelijk gehouden. Men wist nog niets
van chromosomen en nog minder van
op chromosomen gelegen deeltjes!
Mendel zelf evenmin, maar zijn hypo
these verklaarde uitstekend de uitkom
sten van zijn experimenten, en is bo
vendien vanuit de cytologie de an
dere wetenschappelijke discipline
waarop bij het begin van dit artikel
werd gedoeld bevestigd. De cytolo
gie is de wetenschap van de cel, de
celkunde dus; zij bestudeert de micro
scopische en submicroscopische bouw
van de cel, zijn onderdelen en hun
functies.
Kleurenblinde zonen
Wat wij in ons eerste artikel daarover
konden vertellen en dan meer speciaal
de ontdekking van de homologe chro
mosomen met hun „gelijke en „onge
lijke genen, alsmede het feit dat in
de geslachtscellen nooit meer dan het
halve aantal chromosomen aanwezig
is, stelt Mendel op een schitterende
wijze in het gelijk.
Wel moet even worden opgemerkt,
dat de theoretische uitkomsten in de
praktijk slechts worden benaderd en
wel volgens de wetmatigheden van de
kansrekening; hoe meer nakomelingen
men in zijn berekeningen kan betrek
ken, hoe beter de uitkomsten. Zo is
het theoretisch te bewijzen dat uit het
huwelijk van een dochter van een
kleurenblinde vader met een niet-kleu-
renblinde man de helft van de zonen
weer kleurenblind wordt. Maar als dit
ene echtpaar al zonen krijgt is de kans
niet groot, dat er een fifty-fiftyverde-
ling optreedt! Nemen we echter de uit
komsten van vele van dergelijke huwe
lijken samen dan komen we wel in de
buurt van deze verhouding.
Het is nu een kwestie van wiskunde
om uit te maken hoe groot de afwijkin
gen van de theorie mogen zijn bij ver
schillende aantallen nakomelingen, zon
der dat de theorie zelf daardoor wordt
ondermijnd. Dit onderdeel van de bio
logie heeft dan ook een gelukkig be-
langenhuwelijk gesloten met de waar
schijnlijkheidsberekening in de wis
kunde.
Tenslotte dan de derde wet van Men
del: wanneer de ouders in meer een
één eigenschap verschillen, dan blijken
die eigenschappen onafhankelijk van
elkaar op de nakomelingen over te
Toelichting: wanneer moeder een wip
neus paart aan donker haar, terwijl
Kk.
&V-
dilKk
Schematische voorstelling van de 16 theoretisch mogelijke nakomelingen (m.b.t. tot haarkleur en haar-
vorm) van twee ouders die beide niet-raszuiver zijn voor donker haar (Dd) noch voor krulhaar (Kk). De
betreffende genen liggen op verschillende chromosomen, dus de derde wet van Mendel gaat zonder beperking
op. De beide kenmerkenparen zijn willekeurig over de geslachten verdeeld, want het geslacht heeft er niets
mee te maken. Wie het schema goed bekijkt, ziet dat er feitelijk maar vier uitwendig te onderscheiden typen
zijn: donker-gekruld, licht-gekruld, donker-sluik en licht-sluik. Vanwege de dominantie is de kans op gekruld
groter dan op sluik, en op donker groter dan op licht. Er is 9 x meer kans op donker-gekruld dan op licht-siuik!
Daar de haarkleur door meer dan één gen wordt veroorzaakt, is de variatie in werkelijkheid nog groter.
vader blond is en een haviksneus heeft
dan mogen bij de kleinkinderen ook de
combinaties donker haar-haviksneus en
blond haar-wipneus verwacht worden.
Uit Mendels erwtenproeven was deze
conclusie legaal te trekken. Maar late
re onderzoekers konden dit niet altijd
bevestigen en vonden daarvan ook de
aan Mendel no° onbekende oorzaak.
Dewipneusaanleg
Wat doet een geneticus namelijk wan
neer hij een kruising tot stand gaat
brengen om te zien wat er met be
paalde kenmerken gebeurt? Hij kiest
om te beginnen de kenmerken die hij
wil bestuderen.
Daarbij zijn er twee kansen. De door
hem uitgekozen kenmerken hebben
hun genen op verschillende chromoso
men liggen of zij liggen op hetzelfde
chromosoom. Als we denken aan de
betrekkelijk kleine aantallen chromo
somen (met enkele extreme uitzonde
ringen meestal niet meer dan enkele
tientallen) en de duizenden eigen
schappen die een organisme beeft, dan
volgt daaruit zonder meer, dat hon
derden eigenschappen hun genen op
hetzelfde chromosoom moeten hebben
Nemen we nu eens aan, dat de straks
genoemde combinatie donker haar
wipneus inderdaad haar genen op het
zelfde chromosoom had liggen, dan
kreeg een kind mét de aanleg voor
donker haar ook onoverkomelijk de
wipneusaanleg mee!
Als dit niet het geval is en derhalve
de andere combinatie ook optreedt,
concludeert de geneticus daaruit te
recht, dat de betreffende genen op ver
schillende chromosomen liggen. Ook
hier hebben de uitkomsten van geneti
ci en cytologen elkaar weer zeer fraai
bevestigd, want de geneticus vindt
evenveel groepen van gekoppelde (dus
niet onafhankelijk van elkaar over-
erevende) genen als de cytoloog verschil
lende chromosomen ziet!
Guppen plus plaatjes
Wel behoeft nu de derde wet van
Mendel dus een beperking; zij gaat al
leen op als de genen voor de bestu
deerde kenmerken liggen op verschil
lende chromosomen. Dit nu was toe
vallig het geval met de zeven paren
kenmerken, die Mendel bij zijn
erwten bestudeerde!
Sindsdien hebben vele onderzoekers
zich met dit doel van de erfelijkheid
bezig gehouden en ook de liefhebberij-
biologen profiteren bij hun kwekerijen
van aquariumvisjes (kruisingen van
guppies, van plaatjes en zwaarddra
gers) en kleurparkieten, zang- en
kleurkanaries van de uitkomsten van
deze wetenschap, om maar te zwijgen
over de betekenis voor veeteelt en
land- en tuinbouw.
Wat de mens betreft vervalt om
ethische redenen de mogelijkheid tot
gerichte kruisingsexperimenten, maar
gelukkig neemt het leven deze proeven
zelf en hebben de geleerden ook wat
de menselijke erfelijkheid aangaat al
heel wat ontdekt en kunnen verklaren,
gewapend als ze waren met hun ken
nis van de erfelijkheid bij dieren en
planten. Daarop willen we in een af
zonderlijk artikel graag nog eens wat
uitgebreider terugkomen.
Een hongerige greep in een zakje chips betekent
voor u deelname in een verwoede niets ont
ziende strijd. U wordt meegesleurd naar het
front van een knapperige chipsoorlog met een
markt van 50 miljoen gulden als inzet. Verwoed
wordt het front uit elkaar gerukt; het is duidelijk,
de zwakste vallen in de slijtageslag af. De
fabrikanten van de chips in Nederland voeren
reeds geruime tijd een prijzenoorlog.
De Nederlander eet ge
middeld per jaar 600
gram chips en iedere
prijsdaling betekent een
stukje gunst van het pu
bliek. Niet iedereen is
daarvan overtuigd. Men
kan het spel om de 50
miljoen knikkers ook an
ders spelen dan met een
prijsdaling. Met nieuwe
machines probeert men
de kwaliteit van 't goud
geel gebakken produkt op
te vijzelen. Of het lukt is
een tweede.
De concurrentiestrijd van de
chips producerende fabri
kanten moet tenslotte wel
eens leiden tot slachtoffers.
Of zoals de heer W. Stro
bosch, directeur van Smits
Potato Crisp Holland N.V. in
Broek op Langendijk het.
zegt: „De prijs van dè
patato crisps is te laag. Eens
zullen de fabrikanten die de
concurrentiestrijd aanwak
keren moeten inzien dat het
niet langer gaat. Ze moeten
verstandig worden en op
houden de strijd zover door
te voeren dat er fabrikanten
naar de knoppen gaan".
De heer E. F. Dam, direc
teur van DAM uit Hoofddorp
drukte zich zo uit: ,,Het is
nog niet zeker wie hel zal
winnen, maar dat er in deze
doodsstrijd slachtoffers zul
len vallen staat voor mij
Oppassen
Onlangs verschafte het Con
sumenten Contact Orgaan
enig inzicht in de ver uit
elkaar liggende prijzen van
chips (paprika en naturel).
Het CCO wees erop dat meer
dan ooit er alle reden is bij
aankoop van chips terdege
op de prijzen en gewichten
te letten. Uit het overzicht
bleek:
„Dat door enkele bedrijven
prijsversluiering is toegepast
door verlaging van het
meestal niet op de verpak
king vermelde gewicht. De
huidige prijzen van resp.
naturel- en paprikachips
blijken te variëren van 0.45
tot 0.90 en van 0.48 tot
1.17 per 100 gram. In ok
tober 1968 liepen de prijzen
uiteen van 0.48 tol f 0.83
(naturel) en van 0.49 tot
1.17 (paprika, per 100 gram
Ér blijken prijsmutaties voor
te komen van -6.3 pet. lot
24.4 pet. (naturel) en van
-16.7 pet. tot +10 pet.
(paprika)".
U ziet het. Het overzicht
toont een prijzenchaos: de
fabrikanten, grootwinkel- en
filiaalbedrijven rekenden en
rekenden. Resultaat: ver
hogingen en verlagingen.
De directie van Smith's liet
een communiqué uitgaan
waarin werd gesteld, dat de
berichtgeving van het CCO
aan objectiviteit en duide
lijkheid te wensen ovei
liet. Smith's deelde mede dat
de consumentenprijzen van
chips mogen stijgen met
7.125 procent. Uit een onder
zoek is gebleken dat Smith's
alleen voor haar kleinver-
pakkingen (30 gram) de volle
belastingverhoging heeft
doorberekend. Voor alle
grotere verpakkingen hield
Smith's de prijs onder de
wettelijke toegestane.
Dat Smith's zich aan de juis
te kant van de concurrentie
strijd bevond was voor
Golden Wonder geen reden
deze lijn los te laten en de
prijs flink te laten dalen.
De chips van Golden Won
der, een dochterbedrijf van
Koninkl. Zout Organon en
van het Britse concern Im
perial Tobacco slingerde
zakjes op de markt tegen
afbraakprijzen. De kwanti
teit was het belangrijkste,
zegt men. Het resultaat loog
er niet om. Na korte tijd
behoorde men tot Neder
lands tweede chipsfabrikant
25 procent van de markt.
Smith's uit Broek op
Langendijk, waarvan hel
Amerikaanse bedrijf General
Mills 75 procent van de aan
delen in handen heeft, ging
in zoverre met Golden Won
der mee, dat de prijzen iets
werden verlaagd. Maar, zegt
de heer Strobosch, wij wer
ken op kwaliteit. Wij krijgen
een tweede vacuum-oven,
een unieke machine waar
mee de chips zonder kans
op het bruin bakken aan
kwaliteit wint. Wij waren
de eerste die een dergelijke
Experts uit de gehele wereld
kwamen kijken".
De heer Strobosch noemt de
concurrentiestrijd gezond.
„Daar word je wakker van.
Maar omdat wij wat betreft
de kwaliteit een straatleng
te voorliggen op de concur
renten, verdacht ik geen
gekke dingen. Smith's bezit
45 procent van de markt.
Golden Wonder ongeveer 25
en DAM 20 procent. Wij ver
wachten dat de ontwikkeling
van de nieuwe snackproduk-
ten stevig doorzet. Onlangs
introduceerden we een nieuw
artikel Trigita's. Het loopt
Aardappelen, grondstof voor de berei ding van chips, mogen wel duurder
worden, de ehipsprijzen zijn gebonden aan de prijsstop.
als een trein".
De prijzen van de chips zijn
laag. Vaak komen ze nauwe
lijks boven de fabricage-
kosten uit, terwijl daarnaast
de prijzen van de aardappe
len en de stijging van de
olieprijzen een duit in het
knapperige zakje doen. „De
chipsoorlog is wel wat over
dreven in het nieuws ge
komen. Maar liet is toch wei
zo, dat binnenkort alle
fabrikanten met verlies moe
ten gaan draaien. De prijzen
zijn echter laag, aldus de
heer Strobosch.
De fabrikanten van de
chips zitten aan alle kanten
moeilijk. De prijsstop geldt
niet voor de landbouw, het
geen betekent dat de aard
appelprijzen niet aan wette
lijke regels zijn gebonden. De
verwerkende industrieën
daarentegen behoren zich
wel aan de prijsstop te hou
den. Een toestand waarin de
fabrikanten zich lang niet
lekker voelen en dan ook
contact hebben opgenomen
met het ministerie van Eco
nomische Zaken.
Men verwacht dat het ver
bruik van chips en aanver
wante artikelen jaarlijks
met 10 15 procent zal gaan
stijgen. Reden temeer om
zich op de toekomst te gaan
bezinnen. Smith's heeft een
gezamenlijke opslagcapaci
teit van ruim 8000 ton. Mo
menteel is men bezig een
loods uit te breiden tot vier
maal de oude opslagcapaci
teit, „want er is heden nog
weinig aandacht geschonken
aan het aardappelproduktie-
proces. Hiermee bedoel ik de
opslag en behandeling van
aardappelen".
Het is duidelijk. Smith's
Prijzenoorlog
inzet
van strijd
om
macht
gooit het op de kwaliteit, die
enige duidelijkheid moet
verschaffen in het chipsbos,
waar momenteel een chaos
heerst. In Broek op Lange-
dijk vertrouwt men op de
huisvrouw.
JAN PIET