OP WEG NAAR DE MAAN e toekomst mag ons niet overvallen V v Fred Polak: urenlang ivoegen IEI II v\." Tegenslag en succes wisselden elkaar af r)i E MENS WORDT EN ANDER Zijn wij uniek? :tebol. erslagen oten aan !l staat P I op ZATERDAG 12 JULI ster weel het langj t uitgetr ttebol rlijden tot t Vuur it l uit 't er Witt< 't Moet uters rol alles kli ïerauto De Amerikaanse gebroeders Orville en Wilbur Wright slaagden er als eerste men sen ter wereld in op gecon troleerde wijze een vliegtuig in de lucht te brengen. Dat is nu al weer 66 jaar geleden. In 1927 vloog Lindbergh voor de eerste maal non stop New YorkParijs. Thans wordt dat iedere dag gedaan door vele duizenden en op een heel wat meer comfortabele manier dan toen. En de vliegtuigen waarin men dit doet zijn zo groot, dat de romp alleen al langer is dan de afstand die de gebroeders Wright op hun eerste vlucht aflegden. b heeft bet lang geduurd alvorens i luchtvaart tot volle ontwikkeling komen. Zelfs kunnen we niet ont- ■en, dat het de tweede wereldoor- f Is geweest, waarin door het mili- B belang van het vliegtuig die sti- de fabrikanten werd ge- l welke uiteindelijk de meest re- uitvindingen tot gevolg dergelijks nu kan ook gezegd de hedendaagse ruimte- 't. Niemand hoeft hem er dankbaar te zijn, integendeel zelfs, maar er een Hitier voor nodig om uit de tebberij van een paar studenten rakettenindustrie op te bou- jurlijk is het waar dat het menselijk angen de aarde te verlaten en ar de sterren te reizen" zo oud is le mens zelf. Door de eeuwen heen daar de meest fantastische en al i onbruikbare methoden voor uit lacht. Maar de eerste praktische Spen werden pas gezet in de twinta- ;n dertiger jaren van deze eeuw een aantal altijd wel door iemand luisde enthousiasten, zoals de bril- Amerikaan Robert Goddard of rele Duitsers, waaronder ook Wer- von Braun, die op een proefterrein- >ij Berlijn de eerste stappen op weg schip gebruikt, waarmee de beman ning in staat was binnen zekere gren zen te manoeuvreren tijdens vluchten in banen om de aarde- Zo kon men de astronauten die voor een maanvlucht zo belangrijke rendez-vous-procedu- res laten beoefenen en tevens bezat men met de Gemini-capsule de capaciteit vluchten te laten uitvoeren die langer zouden duren dan een retourtje aarde- Van maart 1965 tot en met november 1966 werd tienmaal een tweekoppige bemanning in een Gemini gelanceerd en de resultaten waren grandioos. Eén vlucht duurde maar liefst 14 dagen, één aoht dagen en twee namen er vier etmalen in beslag. Negen maal kwam een rendez-vous met een ander, afzon derlijk gelanceerd ruimteschip tot stand en zes maal kon aan zo'n toestel worden vastgekoppeld. En pas toen, eind 1966, kon gesteld worden dat de astronauten qua erva ring een maanvlucht zouden aankun nen, zodra het te gebruiken materiaal gereed zou komen. Opbouw Onmiddellijk na Kennedy's aankondi ging in 1961, was men aan de ontwik keling van dit materiaal begonnen. En men had haast want de president wilde de doelstellingen van het Apollo-pro ject voor 1 januari 1970 verwezenlijkt zien. Over heel Amerika begonnen de grote vliegtuigfabrieken hun complexen drastisch uit te breiden om de pro- duktieverhoging de baas te kunnen. Het ruimtevaartbureau zelf, de NASA, stampte het ene centrum na het andere uit de grond en het toen nog Cape Ca naveral hetende Cape Kennedy onder ging een metamorfose, waarvan zelfs de grootste fantasten een paar jaar eerder niet hadden durven durven dro- ions op doorgai leden, di Deze opname werd gemaakt door astronaut William Anders tijdens de kerstvlucht van de Apollo-8 in 1968. Het was voor de eerste maal, dat mensen om de maan vlogen. Nu staan ze op het punt op het ruige oppervlak te landen. naar de hedendaagse ruimtevaart zet- Toen brak de tweede wereldoorlog uit. Ineens promoveerden de Duitse raket geleerden van „half gek" tot „zeer be langrijke medewerkers". Op het Oost- zee-eiland Peenenmtinde werd een groot proefteirein aangelegd waar de beruchte V-l en V-2 raketten werden ontwikkeld. De resultaten waren ver schrikkelijk. Toen Kwam het einde van de oorlog in zicht en daarmee werd de grote jacht geopend, de jaahit van de overwinnaars op de raketgeleerden van de overwon nenen- Zo kon het voorkomen, dat in het begin der vijftiger jaren voormali ge Duitse raketspecialisten de kern - dc maair'^; \bemand v vormden van de teams van geleerden in Amerika en Rusland, die het meest af schrikwekkende wapen aller tijden, de intercontinentale raket, bouwden met het oogmerk van de „eeuwigdurende vrede". En uit dit militaire materiaal werd tenslotte in 1957 de ruimtevaart geboren. Sindsdien heeft deze eigenlijk nog gloednieuwe tak der techniek een stormachtige ontwikkeling gekend. In de achter ons liggende twaalf jaar zijn meer dingen verwezenlijkt dan in de daaraan voorafgaande twaalf eeuwen konden worden bedacht. En thans is het zelfs zover gekomen dat de mens zich opmaakt om voor het eerst in de geschiedenis voet te zetten op een ander hemellichaam: de maan. 80 miljard Helemaal vanzelfsprekend is het niet gegaan, want als Armstrong en Aldrin straks hun dikbezoolde laarzen op het maangruis zullen plaatsen, is dat slechts mogelijk dank zij de jarenlange in spanning van honderdduizenden spe cialisten in de Amerikaanse lucht- en ruimtevaartindustrie en de bereidwil ligheid van het Amerikaanse volk een bedrag van meer dan 80 miljard gulden neer te tellen voor het Apollo-project. Het was wijlen president John. F- Kennedy die op 25 mei 1961 het Ame rikaanse volk inspireerde tot het be stormen van de maan. Overigens was 1961 voor de ruimtevaart een historisch jaar. Het was het jaar waarin voor de eerste maal in de geschiedenis de mens persoonlijk een kijkje ging nemen in de ruimte. De eerste die dat deed was Yuri Gagarin op 12 april. Daarna volg den Alan Shepard en Virgil Grissom en tenslotte was het Gherman Titov die niet minder dan een etmaal om de Voor Amerika was 1961 trouwens een beetje teleurstellend, want met de vluchten van Sheppard en Grissom kon het niet tippen aan de voor die tijd geweldige prestaties van de Rus sen. Het pleit slechts voor de Ameri kanen, dat ze op de smalle basis die door de eerste bemande vluchten ge legd was, durfden voortgaan met de ontwikkeling van een maanlandings programma. Met Mercury-project, in welks kader de eerste Amerikanen de ruimte in gingen, stelde, gemeten naar de huidige verhoudingen, slechts weinig voor. Zes maal ging een ruimtevaar der in eep veel te nauwe capsule om hoog voor vluchten variërend van een kwartier tot 34 uur en het enige, hoe wel het op ziah belangrijke resultaat dat men ermee bereikte was, dat kon worden aangetoond dat de mens in de ruimte van groot nut kan zijn bij het uitvoeren van allerlei werkzaamheden, mits hij daartoe de nodige hulpmidde len meekrijgt. Tussenfaze Maar de stap Mercury Apollo bleek veel te groot te zijn. Ook Lindlbergh zou na zijn trans-atlantisohe vlucht in de „Spirit of St. Louis" niet direct in staat zijn geweest een supersone straal jager te besturen, als die al beschik baar was geweest. Tussen Mercury en Apollo werd dan ook een nieuwe fase ingelast, het Gemini- of tweelingen project. Hierbij werd een twee-persoonsruimte- van het schiereiland Florida niet min der dan 36.000 ha land ontgonnen. Om de reusachtige lanceerraketten, die on derdeel voor onderdeel per schip van de respectievelijke fabrieken naar de „Cape" vervoerd worden, te kunnen assembleren, werd een hangar gebouwd die 163 meter hoog en respectievelijk 160 en 220 meter breed en lang is. Raketten Te Hunts vólle, in de staat Alabama, verrees een gebouwencomplex waar onder leiding van dr. Werner von Braun de supervisie wordt uitgeoefend over de bouw van de diverse raketon derdelen in de over de hele Verenigde Staten verspreid liggende bedrijven. Het is gewoon ongelooflijk wat doar door de ex-Duitse raketgeleerde en zijn medewerkers is en nog wordt gepres teerd. Ze stonden in 1961 voor de taak raiketten te gaan bouwen die hoger zou den worden dan flatgebouwen en kerk torens. Een extra moeilijkheid daarbij was nog dat het de eerste raketten zouden worden voor uitsluitend civiel gebruik, zodat ze dus gespeend zouden blijven van de vaak ongelimiteerd lij kende militaire fondsen. Von Braun en zijn staf maakten echter, zoals zovele anderen, van de fantasie harde reali teit. Via de kleine Saturnus 1 en de iets grotere Saturnus lb kwamen ze ten slotte bij de Saturnus 5, waarvan de eerste op 9 november 1967 een ge slaagde proefvlucht maakte. Het is de Saturnus 5 die nu de mens naar de maan gaat brengen zoals hij ook reeds gedaan heeft met de bemanningen van de Apollo-8 ep de Apollo-10. Het is een arietraps raket met een lengte van 110 meter, en dus net zo hoog als de Dom van Utrecht. Volge- tankt weegt het gevaarte bij de start 2800 ton. waarvan 2500 ton brandstof, die in ruim een kwartier helemaal op gebruikt wordt. Tegenslagen Wie overigens denkt dat alles in het maanprogramma van een leien dakje is gelopen, komt bedrogen uit. Er zijn vele tegenslagen geweest op de lange weg die werd afgelegd, maar alle, op een na, werden opzij geschoven door de wals van de vastberadenheid die typerend is voor de Amerikanen, zo dra ze zich in iets groots hebben vast gebeten. Slechts die ene tegenslag heeft even alle plannen in gevaar ge bracht. Dat was toen op 27 januari 1967 op Cape Kennedy plotseling brand uitbrak in een Apollocapsule en drie astronauten, Virgil Grissom, Edward White en Roger Chaffee, jammerlijk om het leven kwamen. Bij het daaruit voortvloeiende onderzoek kwamen en kele vreselijke menselijke fouten en technische gebreken aan het licht die alle hoop vóór 1970 op de maan te zullen landen, volledig deed vervagen. Maar uiteindelijk kwam men ten koste van een vertraging van een jaar weer over de klap heen. Na 16 onbemande proefvluchten volgde eindelijk in oktober 1968 de eerste be mande Apollomissie, die van de Apol- lo-7, met de astronauten Schirra, Else- le en Cunningham. Twee maanden la ter vloog de Apolilo-8 twintig uur lang in banen om de maan. In maart 1969 werd voor het eerst een maanlandings vaartuig door twee astronauten be proefd, tijdens de voorlopig laatste aardbaanmissie van de Amerikanen, en op 22 mei van dit jaar naderden de as tronauten Stafford en Cernan tot twee maal toe het maanoppervlak tot op 15 kilometer. Armstrong en Aldrin zullen nu voor de eerste maal voet gaan zet ten op de nog zovele geheimen ken nende metgezel van de aarde. Verkenners Overigens zullen ze dat aan nog iets anders te danken hebben. Terwijl nl. aan de ene kant de bemande program ma's voor de hoogtepunten in de ruim tevaart zorgden, werd in de jaren 1964 tot en met 1969 de maan uitge breid verkend door middel van onbe mande satellieten. Driemaal stortte een Ranger neer op de maanbodem, en driemaal ook maak te zo'n toestel in de laatste faze van de vluchit duizenden foto's van het steeds sneller naderbij komende ruwe opper vlak van de aardse hem el wachter. Tot vijf maal toe voerde een Surveyor een zachte landing uit in gebieden die te zijnertijd ook door Apollo-astronauten zullen worden bezocht. Met gevoelige televisieogen werd de omgeving van de landingsplaats afgetast en andere apparaten maakten de eerste ruwe bo demanalyses of testten de sterkte van de bodem onder het gelande ruimte schip. Vijf satellieten van het type Lu- nar Orbiter tenslotte werden in een lage maanbaan gebracht en zorgden voor het fotografisch materiaal, aan de hand waarvan praktisch de gehele maan gedetailleerd in kaart kon wor den gebracht. De maanvaarders zijn dus volkomen op Nu vertrekken er raketten zoals de Saturnus-5 maanraket vanuit dit gebied. Acht jaar geleden groeide er nog hetzelfde riet als hier op de voorgrond juist zichtbaar is. de hoogte met hun bestemming. Iedere handeling die ze moeten verrichten om op de maan te komen, hebben ze vele malen gerepeteerd en de landingsplaats waar ze op de 21ste juli zullen rond lopen, kennen ze bü wüze van spreken nu al als hun eigen achtertuin. In dat licht moeten we de reis van Armstrong. Collins en Aldrin bezien. Zo ook zullen we begrijpen dat eigenlijk op alles ge rekend is en dat de reis die tien jaar geleden nog een fantastische hersen schim leek. thans keiharde realiteit gaat worden. GERARD J. PLUKKEL lemaal belangr jrk swil i zijn eri dit ji en langt platen „Electric SSENAAR Als ondertitel van zijn ognostiek" koos prof. dr. Fred Polak: ordende wetenschap schouwt en schept toekomst". Hij zegt: „We moeten de toe- nst wel degelijk leren beheersen". En: ijn vaste stelregel is: de utopie van giste- is de werkelijkheid van morgen." „futuroloog" (toekomstschouwer", weten- ippelijke verkenner van de toekomst) Polak nt in Wassenaar, in een stil huis in stille boslaan. Alleen de boeken en tijdsctarif- in zijn werkkamer herinneren er aan (maar loen het dan ook heel nadrukkelijk) dat de oner voorzitter is van „Mankind 2000 inter- onal". Voor hem is de toekomst verleden tijd. rom zegt hij ook, dat hij zich er niet over vondert, dat de mens dit jaar, deze maand, landen op de maan. „Ik geloof dat dit nog ir een begin is", zegt hij. En: „Veel interes- er is de vraag: „Wat zal het effect zijn op nensheid, niet van wat er die 20ste en 21ste gebeurt, maar van dat hele proces, dat zich ds duidelijker begint af te tekenen?" t effect kun je vergelijken met de wending r het Copernicaanse wereldbeeld. Hoe lang ft het niet geduurd voor wij aan het idee end waren dat de aarde met de mens niet middelpunt van het heelal is. In het tijdperk jk de ruimtevaart zal bovendien de hypothese. In auguj rRO een i"-sho»' gesteld er nergens anders dan op onze aarde leven zijn, hoe langer hoe onaannemelijker gaan iken «veel miljoen of miljard sterren en planeten ons eigen melkwegstelsel? En hoeveel melk- istelsels zijn er nog meer? Zelfs die afstand aarde naar maan is toch eigenlijk maar mi- ltvangen icuul. We praten nu al over tochten naar Mars Venus, maar wat dan nog? Hoe ver zijn we De onoverbrugbare afstanden van het heel de onmetelijkheid van de kosmos het be- allemaal nu pas tot ons door te dringen, andere woorden: door* de ruimtevaart wordt aarde kleiner en wij mensen, tegelijkertijd chtiger ennietiger." ijn macht en zijn nietigheid ervaart de mens be» elijkertijd en hij gaat nadenken: als ^eel melkwegstelsels zijn, wie zegt mij dan dat wij de enige intelligente wezens zijn in het heelal? Wie zijn wij en wat is er allemaal nog meer? Na de Copernicaanse wending, de om wenteling van de zestiende eeuw, komt de kos mische wending en we zitten er al midden in, al zullen de historici van de 21site eeuw dat allemaal beter zien dan wij". Domein van God „Het zal hoe langer hoe ongeloofwaardiger klin ken, te beweren dat alleen op deze aarde intel ligente wezens leven. Misschien zijn die wezens elders in het heelal wel heel wat intelligenter dan wij. Misschien hebben zij wel een veel lan gere evolutie achter de rug. En als je eenmaal zo begint te denken, dan is er geen stoppen meer De mens verliest zijn oude, vertrouwde zeker heid. HU verliest zijn uitzonderlijkheid en daar komt nog een heel gevoelig stuk achter aan: het nadenken van de mens op religieus gebied. We hebben altUd „onze" godsdienst gezien als uni verseel en uniek. Maar als het waar is, dat er ook elders „mensen" leven, staat Onze Lieve Heer daar dan net zo tegenover als tegenover ons? Zou Jezus ook bij hen geweest zijn of er nog komen? Of leven zjj nog in „het paradijs"? Maar natuurlijk gaan de vragen verder, want het oude mysterie wordt door de ruimtevaart doorbroken. De astronauten dringen binnen in wat de eeuwen door het domein van God is geweest." „Op den duur zal dit alles wellicht een grote schok betekenen en nu al is het verband met dg vernieuwinsgbeweging in de kerken aan te wij zen. Ik zie twee mogelijkheden. De ene zie je op het ogenblik heel duidelijk in Amerika. De jon gere generatie, vooral de studenten, keren zich af van de godsdienstige en kerkelijke structuren van hun vaders en moeders. De andere mogelijk heid is. dat juist dit nieuwe kosmische besef aanleiding is voor nieuwe, religieuze gevoelens, anders dan de bestaande." „Er gebeurt zoiets overweldigends. Het is alle maal haast niet meer te vatten. Ons oude, vaste wereldbeeld kantelt. Ergens leidt dit tot een doorbraak naar een nieuw religieus gevoel. De anti-kerkelijke stroming van vandaag gaat trou- v/ens duidelijk gepaard met een nieuw religieus besef, met een nieuw normbesef ook, waarnaar de jongeren op zoek zijn. Zelfs het gebruik van LSD en de studentenrevolte hangen samen met de kosmische doorbraak, ook al zijn de betrokke nen zich daarvan niet duidelijk bewust." „Dat twee mensen de eerste stappen op de maan zetten is uitermate interessant, maar de indirecte gevolgen zijn dat veel meer en die zijn onafzien- baar, want dit is nog maar een begin. Techniek, automatisering, ruimtevaart, dit alles transfor meert ons leven. De diepere oorzaken van het huidige generatieconflict zul je hier moeten zoe ken. De jonge mensen van vandaag zijn wanho pig op zoek naar een nieuw normbesef, naar een nieuwe moraal, ja zelfs een nieuw gezag." „Ook de vraag naar de zin van het leven krijgt een nieuwe inhoud. Zolang je die vraag nog bin nen aardse verhoudingen kon stellen, luidde hij anders dan nu, nu biologie en biotechniek de dood het schuiven zijn en zelfs een gooi doen naar de onsterfelijkheid. Daar heb je dan (maar ik denk verder dan het jaar 2000) weer een stuk techniek, weer een stuk macht, die we zelf in handen hebben en die de mens tegelijk in een heel ander kader zet. Een filosofie die nog rekening houdt met al deze nieuwe technische ontwikkelingen, begint oud te worden. Stellen we nog wel de goede vragen? Want de mens is een ander aan het worden. Hij krijgt (weer) een nieuwe plaats, zowel in de kosmos als in het biologische evolutieproces. En bedenk wel: dit doet de mens zelf, hij breekt zelf door en daar mee is de breuk in de tijd een gegeven. Het generatieconflict, de godsdienstige crisis, hel nieuwe normbesef." Willen we dat „De toekomstige ontwikkelingen zijn dermate in grijpend, dat we ons daar heel tijdig op moeten instellen. We moeten ons in de eerste plaats be wust worden van de betekenis van aQ die ver anderingen en ons ook afvragen of we dit alle maal wel willen. Willen wij dat inderdaad wel, die kunstmensen bijvoorbeeld? Straks zullen we reëel in staat zijn ze te maken, zullen we in staat zijn, in de reageerbuis het geslacht, het innerlijk en het uiterlijk van de toekomstige mens te be ïnvloeden. En wie neemt die beslissingen? Gaan de biologen dat maar zelf uitproberen? Of gaat de staat dit bepalen? Dat zijn toekomstige le vensvragen. Je kunt dingen evenmin op hun beloop laten als stedebouw en vervuiling van water, lucht en bodem." JAN HüSKEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11