LEVEN BUITEN DE AARDE ONAFHANKELIJKHEID WEST-IRIAN ONHAALBAAR Na een lichtvaardig gedane belofte Democratie ook elders in Indonesië onbekend Op zoek naar In de wetenschap zijn nog vele mysteries op te lossen. Een daarvan is de vraag: hoe heeft zich leven buiten de aarde ontwikkeld. We noemen die wetenschap exobiologie. Een van de grote taken van het Amerikaanse nationale ruimtevaartcentrum NASA is op die vraag een antwoord te geven Dr E. Reynolds, directeur van het biologisch instituut van de NASA. heeft onlangs het exobiologisch program van de NASA uiteengezet aan een subcomité van het Amerikaanse Huis van Afgevaardig den. Wij *ijn erin geslaagd belangrijke passages uit die rede van Reynolds exclusief voor onze laeers te bemachtigen. Ontstaan en groei van micro-organismen WASHINGTON Met ingang van dit jaar begint het onderzoek naar mogelijk leven buiten de aarde langzamerhand werkelijkheid te worden. Binnenkort wordt door de Apollo-11 materiaal van het maan oppervlak naar de aarde teruggebracht om daar ge analyseerd te worden. En in 1973 kan verwacht worden, dat in het kader van het Vikingproject het eerste materiaal van het oppervlak van Mars aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen kan worden. Deze ruimtevluchtprogramma's maken het noodzakelijk de technologie van het onderzoek naar leven, naar overblijfse len van vroeger leven en naar voorwaardei perfectioneren, de Verenigde Staten, het Lunar Laboratorium, staan al zorgvuldig geselecteerde specialisten klaar om het maanmateriaal biologisch te onder zoeken. Bij dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van technieken die in de afglopen jaren met succes gebruikt zijn in de archeologie en bij de bestudering van de samen stelling van meteoorsteen. Bij de voorbereiding van het planetaire onderzoek is in vele gevallen gebruik gemaakt van de basiskennis van de biologie. De eerste stap in het exobiologische programma is het onderzoek geweest naar de chemische evolutie, of anders gezegd, de prebiologische evolutie. De belangstelling van dr. Reynolds gaat voornamelijk uit naar de ontwikkeling die geleid heeft tot het ontstaan van leven. Het doel is te trachten de oorspronkelijke bronnen te vinden van de gecompliceerde moleculen die de modu laire bestanddelen zijn van het levend organisme. Een tweede stap in het onderzoek naar het ontstaan van ieven betreft de analyse van oude rotsformaties en fossielen, de versteende overblijfselen van (uit)gestorven planten of dieren. Rotsen die meer dan 3.400 miljoen jaar oud zijn, worden onderzocht om te trachten daarin biologische acti viteiten te vinden. Dat is enkele malen gelukt, maar men is er nog lang niet zeker van welke van de in de rotsen organische materialen van biologische oorsprong zijn. De derde stap in het onderzoek betreft de bestudering van \reemde, microscopisch-kleine celachtige structuren die een zekere verwantschap hebben met de levende cellen. Biolo gen noemen het microsferen. Zij zijn in eerste instantie op kunstmatige wijze in laboratoria tot stand gekomen Vrijwel gelijke structuren zijn onlangs gevonden in water druppels die geheel omgeven waren door kwartssteen, date- auwkeurig chemisch geanalyseerd, maar voorberei- analyses hebben uitgewezen dat zü samengesteld zijn emisch materiaal. Microsferen hebben in elk geval overeenkomstige trekken met leven, dat ze gemakke- i eenvoudige tps- den op een onbekende planeet. Dit het onderzoek van kunstmatige mlcrosf echter dat het organisme van microsferen wisselwerking is van fysieke en chemische de zoveel ingewikkelder „kracht of macht" die het organi satiesysteem van levende dingen in stand houdt, bestaa echter nog in hel geheel geen duidelijkheid. Wi mensen zijn nu bij wijze van een pragmatische test van de biologische theorie bezig te trachten levende cellen uit celbestanddelen bij elkaar te brengen of uit elkaar te halen, en er is al succes geboekt en een algeheel bij elkaar bren gen van cellen lijkt in de toekomst wel mogelijk. Nog een ander gebied in de bestudering van de exobiologie betreft de mogelijkheid van organisme op aarde om zich aan te passen aan de hem omgevende uitersten. Het fundamentele nu van het informatie- en controlesys teem dat verbonden is met het leven, ligt hierin dat het levende dingen leert zich aan te passen. Zo zelfs, dat zij in staat zijn zich zelf te blijven, zelfs wanneer de omstandig heden veranderen. Misschien ligt de meest betekenisvolle werkelijkheid van het leven in het feit, dat het organisme zich beter laat aanpassen met een meer ingewikkeld infor matiesysteem. Op het ogenblik wordt het voortbestaan en de groei van rnicro-organiamen bestudeerd in een ruimte waarin de om standigheden op Mars volledig zijn nagebootst. Dit onder zoek wordt verricht, omdat volgens de huidige wetenschap verondersteld mag worden dat het leven op Mars binnen de mogelijkheden ligt. Exedities naar droge valleien van de Zuidpool hebben bij- iel informatie verschaft over de levensmogelijk heden in een klima; alleen zijn de temperaturen zelfde gebrek aan water dat nodig is plooiing. karakteristieke het oppervlak van Mars. Niet ook bestaat er een or biologische ont- grondmonsters uit de valleien van Antartica werden bacteriën en algen gevonden. Er werden echter ook belang rijke koolstofconcentraties gevonden. Hieruit kon echter geen levend organisme worden gecultiveerd. Deze paradox heeft c-en nieuwe impuls gegeven aan dc meest moderne tech nieken van de organische^geochemie. Gebleken was name lijk, dat in de koolstof niettemin levende organismen werk zaam moeten zijn geweest. De koolstof is het fossiele over blijfsel van organismen die miljoenen jaren geleden in leven waren, in een tijd waarin de streek waar zij gevon den zijn, een geheel ander klimaat had Wanneer we een gelijkwaardig analystische proces willen uitvoeren op Mars in 1973. dan staat men voor de noodzaak om ontwikkeling van automatische apparatuur in de ruimte schepen die op Mars moeten landen, te vervolmaken. Deze lutomatische instrumenten zullen in staat zijn om bio-orga- nische stoffen, eventuele stofwisseling en de groei van nganismen 1 ;econfronteerd wor- ecn andere pjaneei :ienbarendst« ogen- DJAKARTA West-Iri D and Cervi; selijke op: augustus op vliegti eeuw. He Frankrijk. Rott by c ■cldpers gehaald, anden tegen het centrale erandert van: „vrjjblijve Het strijdtoneel: „verplicht". Starl- .kt, schoten gelost igelqke strijd tussen pijl en boog t stenen tijdperk en de twintigste ndanks alle koloi i de „neokolonialis -Irian zit opgezadeld met vele, de hoofden van de Papoea's heen Tien besluiten en afspraken, die zijn ntgemond in de tekst van 't New Yorks erdrag van 1962. De Papoea's zijn van Üt alles het kind van de rekening, die 'en over nog geen twee maanden in al ijn onherroepelijkheid gepresenteerd vordt. Ondanks de tegenstribbelingen. •ndanks het graven van kuilen in bartbanen, ondanks schoten uit 'erouderde geweren. Ondanks alle lefitage gemoederen, nu in beweging Iet wordt nu allengs duidelijk, dat ille verzetsdaden ^an wanhopige Papoea's, die geen hedl zien in een 'oorbzetting van 't Indonesisch bewind het New Yorkse Gezicht gered Men kan welk Indonesisch bestuur ook niet kwalijk nemen, dat het deze „daad van vrije keuze" zo wil organiseren, dat de uitslag neerkomt op een voortzetting van 't Indonesisch bewind over West-Irian. De clausule, indertijd de Jong was vari ot januari 1967 cor ;nt van het ANP en het :rsbureau AFP in Djakart binnen de landsgrenzen Nog vorige zomer antwoordde hij op mijn vraag, dat naar zijn ooi-deel „West-Irian een onafscheidelijk deel van de Indonesische republiek vormt". De president. die als generaal Soeharto in 1962 de leiding had over het realist invasieplannen. zich '63 c r de Nedcrlandei ledaan. In ook dat Indonesië destijds, bij de nderhandelingen in Gettysburgh, de [rote tactische fout heeft begaan om en overigens tot niets verplichtende - Nederlandse belofte aan het volk an West-Irian over te nemen met de schriftelijke verplichting die belofte iterlijk in 1969 na te komen. Hel is Nederlandse onderhandelaars, heeft in feite slechts een enkel doel gediend- En wel het redden van het gezicht van een opeenvolging van Nederlandse kabinetten, die tegen beter weten in vanaf de soevereiniteitsoverdracht eind 1949 West-Irian binnen het koninkrijk zijn blijven rekenen. De Nederlandse regering en het Nederlandse parlement en daarnaast een deel van de Nederlandse bevolking mogen zich zorgen maken over de manier waarop in augustus de „volksraadpleging" tol stand komt: in de praktijk hebben zij hun kansen, en hun rechten verspeeld om ook maar enige invloed uit te oefenen op de uiteindelijke realisering van een destijds wel wat lichtvaardig gedane belofte aan een lichtgelovig volk. Indonesië heeft jarenlang op mogelijk terrein geijverd voor inlijving binnen de republiek van hel door Nederland bezet gehouden gebied. De strijd .Onafscheidelijk" Na grote aandrang door andere landen heeft Nederland in 1962 met 9200 duidelijk in januari over dezelfde kwestie i uitgelaten. „Elke inwoner van West-Irian. die zich legen voortgezel bestuur door Indonesië keert, is een landverrader", waren toen zijn woorden. De ontwikkelingen na mei 1963, toen het Indonesisch gouvernement het interimbestuur van de Verenigde Naties in West-Irian overnam, vallen uiteen in twee perioden. Die tot maart 1966 en die van maart 1966 tot heden. De eerste periode werd niet alleen gekenmerkt door een politiek, waarbij het New Yorks verdrag als papier beschouwde, omdat Indonesië het lidmaatschap van de Verenigde Naties had opgezegd. Deze periode kenmerkte tevens een schandelijke behandeling van de provincie- het eiland in de zomer 966 gaf mij de bevestiging van /eelvoud van klachten van de Het gehele eiland bleek afgevoerd naar Java), raakte verpauperd en West-Irian dan 20.000 militairen en verscheidene duizenden alleen alom gehaat maakten. Na de mislukte communistische staatsgreep van oktober 1965 werd het eiland een vergaarbak van pro-Soekarno-elementen, die om voor de hand liggende reden hun toevlucht zochten lot de verste uithoek van de republiek. Dr. Soebandrio's opvolger, Adam Malik, trof bij zijn eerste bezoek aan West-Irian in augustus 1966 een wanhopig Papoeavolk aan. dat zijn beloften indachtig de slechte ervaringen opgedaan met de vroegere minister van Buitenlandse Zaken met een flinke korrel zout nam. Maar de laatste drie jaar heeft Malik veel van deze beloften gestand gedaan Ook de eerlijke, energieke Malik roeit legen de stroom in. Velen i grondige indoctrinatie door Djakarta - De Ihdonesische minister van Buiten landse Zaken vertolkte onlangs in Sin gapore de onmacht van de regering om ook elders in Indonesië het begrip i hoofdelijke algef*™" ging in West-Irian. dienen wel te be- Minister Malik, bij zijn bezoek aan West-Irian in 1966 waarbij hij beloofde de corruptie tegen te gaan. Hij had er een onderhoud met Frans Kaisiepo, toenmalig gouverneur van het eiland. hebben geschott werd beweerd- I waren nog gee suggereerde een dertigduizend Papoea. van het Centrale Bergland de opstandelingen zoals in Australië en rondom Enarolali vijftig rebellen. drie alijk, r geleden beloofd ri de verdragsbepaling omt-re ilksraadpleging na te lei en. Aanfluiting Adam Malik kon toen slecht hoe deze belofte hem in opbreken. De manier, w raadpleging op 5 augustus in Djajapoera, het vroegere Hollandia, gestalte krijgl republiek te lood de praktische uitvoerder var regeringspolitiek. die geen ruimh een onafhankelijk West-Irian to. een gegeven waarbij ie< irop de buitenland of Indonesische ambassades in het wie ettelijke tienduizenden politiek bewusten) c i stem uit te brengen dus. Wel (bijeenkomst) MM en afes- de regentschappen. dat tegenstelling tot een beschieting va Manokwari in januari 1967 gee Indonesische gevechtsvliegtuigen m< Paniekvoetbal Ook op Biak. het kleine eiland voor de noordkust van West-Irian, en in de omgeving van Djajapoera blijven de rebellen sporadische activiteiten ont wikkelen Maar hun acties veraden weinig leiding van bovenaf en zijn beslist niet afgestemd op die in Enarotali. Onbevooroordeelde buiten landse diplomatieke Djakarta betwijfelen de j de bewering van het hoofd W< zaken van het minister Buitenlandse Zaken, Soedjan Haag), dat de O.P.M., de Merdeka". Sinds de zomer van 1968 heeft het overgrote deel van de leden van deze organisatie, vooral actief in de 'ogelkop tussen Manokwari en i teenkool. gebruik gemaakt van de eboden amnestie. Lodewijk Mandatjan, [oor glunderende generaals in een iomf tocht naar Djakarta correcte behandeling gehaald, bedongen en verkregen voor zijn volgelingen. De opstandelingen, die kortgeleden bij Enarotali een paar gaten hebben geschoten in een laag overvliegend vliegtuig, waarin zich de militaire commandant van West-Irian, brigadegeneraal Sarwo Edhie bevond, kunnen geen aanspraak maken op een zelfde behandeling. .De centrale regering in Djakarta blijft paniekvoetbal bedrijven. Officiële bevestiging van rebeüenactiviteiten komt pas los als er geen speld meer tussen het bewijs valt le wrikken. De grote aandacht, die de buitenlandse pers aan deze activiteiten blijft wijden, werkt op Djakarta als de spreek woordelijke rode lap over praktisch geheel West-Irian mogen dan handelen uit huns inziens edele motieven. Het blijft'een feit dat hun streven, onafhankelijkheid voor het volk van West-Irian, alleen al uit zijn uitingen keling op het eiland. loze voormalige militaire van Djakarta, generaal-majoor Amir Maohmoed. Want met alle goede bedoelingen kan ook Malik geen ijzer met handen breken- FRANK DE JONG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9