DOOD I politie schiet 13 burgers burger schiet 1 politieman Na de operatie een fragment van Johannes Passion HET MOET OOK KUNNEN ZONDER VUURWAPENS „Het is heel goed mogelijk dat de situatie bij de Nederlandse politie in de toekomst zo zal worden dat ze zelf de harde bijstand niet meer hoeft uit te voe ren, maar dat we een oproerpolitie krijgen, gevormd door leden van de Koninklijke Marechaussee. Die oproerpolitie zal een verlengstuk van de politie moeten zijn, die het „mrile" werk opknapt. zijn de woorden van de heer D. van jen (39), commissaris van gemeente - litie in Middelburg. H(j is van de on- honderdvtyftig politiechefs die derland telt, de enige die naar een litiemacht wil, die zonder vuur- ipens is uitgerust. Hij wil een en der wel langs de weg van de gelei- Ifjkheid bereiken. De vorming van oproerpolitie ziet hij als een onder van de totale ontwikkeling tot een ourwapenloze" politie. „In de taakopvatting van de politie is momenteel een te grote tegenstrijdigheid. Ze dient enerzijds daadwerkelijk de rechtsorde te handhaven, maar moet ook dienstverleenster van het publiek te zijn. Wanneer het ergens werkelijk uitloopt op grote onregelmatigheden en de politie moet gaan slaan, knuppelt ze op haar eigen image in. Soms zullen er jaren no dig zijn om dat weer goed te maken". Van Ooijen tot >ng heeft nling gemaakt, ben wat aan de jonge kant. Ik ben mijn 31ste begonnen ais korpschef; eest-al word je dat pas na je vijftigste, begrijpt dus dat er een generatiever - ïil is. De oudere collega's zijn zuiver tótóeel-politieel gevormd; niet maat- nappelijk. Ik heb al een ruimere op- Iding gehad. Ik heb geleerd het ge- vuurwapens niet alleen van politiële kant te bezien", ic heb me daarbij afgevraagd: als de litie zoveel gebruik maakt van vuur- ipens, wordt er dan ook zoveel gescho- n op de politie? In een democratie oet een evenwicht zijn", a de afgelopen 14 jaar zijn door poli- «choten 13 burgers gedood, tegenover doox* een burger gedode politieman, moet de politiemensen tot naden- stemmen. In de V.S. mogen partócu- ;n wapens bezatten, in zoverre is een (rgelijking met Nederland niet moge- jk. Maar wat wèl te denken geeft is §t feit, dat de politie in Amerika lanks de grotere gevaren die ze blijkt lopen kennelijk minder gauw ahtoffere maakt dab de politie in ons af", omgerekend te de verhouding in vs één politieman tegen 4.9 burger- «htoffere". ons moet dus iets veranderen. In land waar de doodstraf ls afge- baft moet het zéér. zéér zelden voor dat de politie Iemand doodschiet" dus de heer Van Ooijen. id? verandering brengen in de huidige Mtand bij de politie; w dat in over- mtemming met haar taak; namelijk handhaven van de bestaande rechts- ■4e? ie minister heeft gezegd dat de taak de politie dynamisch moet zijn. We loeten meegroeien in de veranderingen de maatschappij. Geavanceerd wer- is in strijd met haar taak. maar het funest als de politie achterblijft bij ontwikkeling. Het is in een democra- onmogelijk politiemannen te hebben de domme uitvoerders zijn. Dat is g gevaarlijk". Vroeger had een politiekorps geen staf planning en research. Daar is ver- ndering in gekomen. Logisch, als in het edrijfsleven een directeur geen mee- enkers heeft gaat zijn bedrijf failliet. moeilijkheid is dat de politie niet lilliet kèn gaan", aldus de heer Van loljen. 'assief 'aardoor zijn de Nederlandse politie- hefs passief gebleven t.a.v. de „ont- apening in elke situatie, waarin men iets wil eranderen ondervindt 'men weerstan- i. Hier en daar is al een zekere ont- rapening. Maar het streven ernaar moet ri bij de bevolking en bij alle politóe- het merendeel van de bevolking een tgewapende politie willen? Commissaris Van Ooijen: ..Dat hangt er die vraag telt. Iedereen zal een dag na een dode- ijk politieschot ..ja" zeggen en met 'enveel vuur „neen" als er Juist een gewapende overval is geweest", is een zeer emotionele zaak. die je met 'n opiniepeilinkje kunt afdoen, laar is een diepgaand sociologisch-psy chologisch onderzoek voor nodig Ik wil lan ook pleiten voor een dergelijk on derzoek. Men kan er mee nagaan hoe de bevolking en anderzijds hoe de poli- nr.en er over denken eg niet dat we nu al zo ver zijn. •e kunnen gaan ontwapenen Maar mijn idee zijn we wel zo ver. da: •n experiment kunnen wagen Lukt dat experiment niet dan heeft de politie ieder geval haar goede wil getoond Hoe i „Ik zie veel in een instituut als dc Rijkswacht in België, die bij relletjes en oproeren als een verlengstuk van de po litie fungeert. Zij trekt zich terug, zodra de toestand weer zodanig is, dat de eigenlijke politiekorpsen weer zonder gezichtsverlies hun werk kunnen doen. De openbare mening in Nederland is wel zo kritisch dat de overheid zich er voor zal hoeden de oproerpolitie als ondemocratisch dwang middel te gebrgiken". D. VAN OOYEN, Nederlands jongste politiechef: i dat experiment er uit moeten De heer Van Ooijen; „Het onderzoek zal ten eerste al enkele jaren vergen. Het experiment dat daarop kan volgen zou nog twee jaar in beslag moeten nemen Dc politiemensen zouden overdag niet 1 nachts zonder vuurwapens dienst moeten doen. Het ex-periment zou bij de politiemensen zelf met veel nadruk moe ten worden geïntroduceerd. Ik heb daar bij vooral veel vertrouwen in de jongere garde". Ha de oorlog heeft de politie bij optre den in groter verband (bij rellen e.d.1 teen dodelijke slachtoffers, gemaakt Een duidelijk pluspunt. Waar is dat aan te danken? uouimissaris Van Ooijen; „Dat kan een psychologische kwestie zijn. Een eenling zal eerder steun zoeken by zyn wapen. Bij massaal optreden hebben de politie mannen steun aan elkaar. Er is ook een duidelijk verschil tussen vroeger en nu. Een poli tóeman kreeg vroeger een uit brander als hij bij het arresteren van een vluchteling niet op die man had geschoten. Nu is alles veel humaner ge worden Een ander voorbeeld daarvan is de afschaffing van de sabel". Commissaris Van Ooijen: „Het is twee jaar goed gegaan, maar het geval-Laren heeft, voor wat de instructie-1966 be treft. een streep door de rekening ge haald. Ik vind dat we het niet-schieten meer moesten stimuleren. Er worden zc'den tevredenheidsbetuigingen uitge reikt. Maar als men er nu een6 een ging geven voor het krachtdadig optreden van een politieman zonder dat deze zijn vuurwapen gebruikte?" Het dodelijk politieschot in Laren heeft tot demónstraties tegen de politie ge- Commlssaris Van Ooijeni: „Het publiek wordt steeds kritischer. Dat een dodelijk politieschot steeds sterker zijn weerslag zal hebben, ls terecht: we hebben geen Volgens u werkt het dragen van vuur wapens niet preventief? Commissaris Van Ooijen: „Inderdaad U kimt dit vergelijken met. de preventieve werking van zware straffen. In de prak tijk is geenszins bewezen dat het drei gen met of het opleggen van zware straffen tot een vermindering van de misdaad leidt De preventieve werking van een wapen vind ik hoogst twijfel achtig. maar daarom zeg ik ook: laten we experimenteren." Tijdens dat experiment zou de politie 's nachts wel gewapend moeten zijn, maar als het donker is worden de mees te slachtoffers gemaakt en is het inci denteel gebruik t an vuurwapenen door politiemannen heit grootst? Commissaris Van Ooijen: ..Inderdaad Aan dat aspect zou men bij de opleidin; meer aandacht moeten schenken. We hebben pas weer een brief van de mi nister gehad waarin staat dat iedereen zoveel mogelijk moet oefenen. Meer en meer korpsen krijgen de beschikkinr over een schietbioscoop Een paar jaa geleden werd over zoiets niet eens ge dacht. U weet natuurlijk dat er altijr meer wensen zijn dan dat er geld is". Doodstraf Moet de doodstraf worden ingevoerd voor het doden ran een ongewapende politieman? Commissaris Van Ooijen: „Nee geer doodstraf. Men zou moeten proberei het illegaal vuurwapenbezit zoveel mo gelijk tegen te gaan. Vuurwapens zijn st&tu^ymbolen geworden. De zwarte handed tiert welig, dat is niet te tolere ren. Internationaal zou er meer con trole moeten komen en nationaal zou liet ongeoorloofd beait van vuurwapens als een misdrijf moeten worden be schouwd. Nu ls het slechts een wetsover- De heer D. van Ooijen, com missaris van gemeentepolitie te Middelburg, komt in neven staand interview aan het woord over een onderwerp dat hem na aan het hart ligt. In mei is hij aan de universiteit te Gent gepromoveerd op het proef schrift „verkeer en alcohol" tot doctor in de criminologie. Op 31-jarige leeftijd werd de heer Van Ooijen in 1961 inspecteur korpschef van de gemeente politie van Terneuzen. Daar mee is hij Nederlands jongste politiechef. Tijdens zijn militaire diensttijd in de periode 19501954 was hij reserve-officier bij de Koninklijke Marechaussee. Later volgde hij een opleiding aan de Nederlandse Politie Academie in Hilversum. In 1956 is hij als toegevoegd officier bij het district Middelburg van de rijkspolitie gaan werken. Ondertussen studeerde hij in Gent, waar hij in 1961 zijn licentiaat in de criminologie (doctoraalexamen) behaalde. Hij beëindigde zijn bliksemcarrière (voorlopig?) in Middelburg, waar hij op 1 juni 1967 commissaris van politie is geworden. treding. Daarnaast zou het mogelijk moeten worden handelaren in voorlo pige hechtenis te houden, zodat er een beter onderzoek naar de herkomst van wapens kan worden ingesteld. Dc zie niet zo zeer het repressieve, als wel het pre ventieve nut hiervan. We moeten voor komen dat er wapens in omloop worden gebracht." „In het wetboek van strafrecht zou het gebruik van een wapen voorts als een verzwarende omstandigheid moeten worden aangemerkt, dat 16 nu niet het getal." In Geleen loopt de politie overdag al enige jaren ongewapend, waarom de Middelburgse politie niet? Commissaris Van Ooijen: „Daar heb ik over nagedacht: een moeilijke zaak. Je moet de toevalsfactor zo veel mogelijk uitsluiten. Als alleen Middelburg zonder wapens zou lopen en het zou een keer misgaan dan wordt er natuurlijk geroe- pen: zie je wel het kan helemaal niet. Het experiment zou gelijk verkocht zijn. Die toevalsfactor sluit je uit als de proef landelijk wordt uitgevoerd. U hebt een voorkeur voor het Engelse systeem. Maar men kan steeds vaker horen dat de Londenaar niet zo dol op zijn bobbies zou zijn als wel wordt ge zegd? Commissaris Van Ooijen: „Over de voorkeur bestaan misverstanden. Velen zeggen: Van Ooijen geeft niet om de schietvaardigheid van zijn mensen. Dat ls niet zo. Ik sitel me op het standpunt dat mijn mensen die wapens hebben en dat ze dus een goede schietvaardigheid moeten bezitten. Dat men in Engeland van het systeem van een ongewapende politie af zou willen, betwijfel ik. Men Is daar trots op. dat het nog zo kan'. Laconiek De Engelse politie fs vrij laconiek in haar optreden. Moet de Nederlandse dat ook worden? ..Laconieker zou ik niet wllien zeggen. Maar wat genuanceerder zou toch wel nuttig zijn. De wet kan naar de letter en naar de geest worden opgevat. In een democratie moet men haai- zoveel mo gelijk naar de geest interpreteren, al is dat iets gevaarlijker", aldus commissaris Van Ooijen. Hy zegt tot slot „Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat er een ongewapende politóe zal komen. De vraag is alleen, wanneer. Ondertussen is het nuttig dat er bij de politie nu al over nagedacht gaat worden. Over enkele tientallen ja ren zie ik de politie in heel West-Europa zonder wapens lopen. Eén land moet het goede voorbeeld geven en dat zou Ne derland kunnen doen". Wat vindt u van de talrijke gewapende bank tovervallen in het laatste jaar? „Ik weet het, ik heb de schijn tegen", PIM GAANDERSE Gewapende politie. Hoe lang nog Rita van Harmeien zingende chirurg e Vanaf acht uur 's morgens heeft ze geopereerd. Mevrouw M. M. Plomp-van Harmeien is chirurg in het Utrechtse Diakonessenhuis. In haar witte jasschort heeft ze tus senbeide even tijd om te vertellen over Rita van Harmelen. Onder deze naam trad ze onlangs op als soliste in de Nelson Messc van Haydn en fragmenten uit Bachs Johannes Passion. Ze lacht en begrijpt het: „Ik weet wat u vra gen wilt: hoe kan ik beide functies van arts en concertzangeres met elkaar verenigen?". Er ontstaat een gesprek, waaruit weer naar voren komt, dat on danks alle mooie verhalen de de huidige maat- oor de vrouw prak tisch onmogelijk maakt gelijk waardig met de man mee te draaien in het maatschappelijk gebeuren. „Je kunt het alleen-voor een stuk waar maken", zegt Rita van Harmelen, „met goede plan ning en een stuk zelfdiscipline". Ze zegt gunstige werktijden te hebben, 's Morgens van 7.45 uui tot 12.30 uur opereren. Van 13.00 tot 15.30 uur ben ik thuis te Zeist, waar ook het nodige werk te wachten ligt van een huishou ding; al heb ik geen kinderen. En van 16.00 tot 18.00 uur weer zie kenhuis: polikliniek en bespreking van operaties voor de volgende dag. Zo zitten er 's middags en 's avonds wat gaten om te stude ren (mijn medische vakliteratuur bijhouden), minstens een half uur zingen; zanglessen bij Jaap de Lange en af en toe concerten schappij het (hirurge treedt op als zangeres in school koren en later studenten- koren in Leiden en Utrecht, waar ik medicijnen studeerde. Maar ik zag het nooit als een „beroep Op mijn vijfde jaar kwam ik zo onder de indruk van een arts. dat het idee zich bij me vastzette om dokter te worden. Dat is nooit veranderd. Tijdens mijn laatste studiejaar zei de dirigent van het Utrechts Studentenkoor (USKO) Jaap Hillen tegen mee je moet zangles nemen. Dat was nóg nooit bij me opgekomen. Maar sinds acht jaar is Jaap de Lange nu mijn zangleraar. Een uitstekend pedagoog. Tegelijkertijd heb ik me aan dit. ziekenhuis gespecialiseerd in de chirurgie. Ik vind het heer lijk om met mijn handen te wer ken. Sinds 3 jaar ben ik volledig als chirurg in het Diakonessenhuis werkzaam. In 1963 maakte ik mijn debuut te Zeist als soliste in De Messias van Handel. Toen volgden een aantal liederenprogramma's voor de NCRV, kerkconcerten, oratoria, liederenavonden. Het is iets vol slagen anders dan opereren; daar om ook zo fijn. Als ik opereer denk ik: dit is het fijnste. En als ik zing denk ik:' dit is het fijnste. Ergens is het natuurlijk een on mogelijke opgave, want je bent nooit helemaal tevreden". Maar „het lied" gaat verder. De stem ontwikkelde zich van een lichte lyrische sopraan tot een voller geluid met een mezzo- timbre in de lagere ligging. Ze heeft bijvoorbeeld het Requiem van Verdi ingestudeerd. „Prachtig. Hoop daarin eens te zingen". De oratoria uit het bekende reper toire genieten haar voorkeur; lie deren uit de romantische litera tuur. Ze noemt namen als Schu mann, Schubert, Wolff, maar ook Duparc. En Bach, Schütz en Han del voor kerkconcerten. Na die ervaringen en jaren van studie wil ze ook als volwaardig beoordeeld worden. Niet meer in de geest van: „Gut, wat zingt die goed voor een amateur". Toch zegt ze dan weer bescheiden: „Ik reken me pas tot de beginnelin gen". Van de collega's in het zie kenhuis heeft ze alleen maar pret tige reacties en kan ze af en toe diensten ruilen om een concert te kunnen geven. Patiënten en personeel zijn bovendien dankbare toehoorders bij de liederenavon den, die ze in het ziekenhuis g -ft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 17