i FLORES EN SOEMBA WEREN ZICH GEDUCHT SUMATRA MAAKT LAATSTE REIS J\ r<> h)\}) Triest slot „Goede morgen, houd je sokken droog..." ZATERDAG 31 MEI 1969 gaat; planten: gevonJi c e. Tegelj West: uit, die Roberts la Jacks: 'ens, Me: irpen in van we gehoc staat ïlling. m preci waarrri vergelt Barcla Grigm „d'n Fe de (A oor) moorden, verhaal gering hekel gewoon t en wie loor-zce i vrien Wens h' zijn er werket Fm AN hei plan voor de invasie op de kust van Normandië is door duizenden jarenlang gewerkt. Tot in de kleinste bijzonderheden was het uitgewerkt. De aan te vallen kust werd in honderdduizenden foto's vastgelegd. Moeilijke punten werden „ergens" in Groot- Brittanmë nagebouwd. De mannen die de aanval op die punten zouden doen, oefenden zich op die maquettes, onder vuur. De kust werd onderzocht. Grondmonsters kregen in de laboratoria speciale aandacht. Talloze nieuwe uitvindingen werden voor de invasie ge daan. Gehele kunstmatige havens, de „muiberries", werden over- gesleept en voor de kust aan het strand tot zinken gebracht. Het grote plan voorzag in vijf aanvalsspitsen, twee onder Amerikaanse leiding: het meest westelijk. Die landingsstranden kregen de code namen Utah en Omaha. Direct eraan grenzend, naar het oosten toe, lagen de Britse stranden. Die hadden de codenamen Gold, Juno en Sword. Elk strand werd bestreken door een marine-aanvalsmacht. De Amerikaanse westelijke Task Force had twee van die aanvals- vloten. De Britse oostelijke had er drie. De oorlogsschepen waren voor de invasie samengetrokken in de Clyde en bij Belfast. Hr. Ms. Flores en Hr. Ms. Soemba waren daarbij. De doelen van die machtige oorlogsvloot waren, in eerste instantie, de 23 Duitse batterijen. Er waren erbij die van zeer zwaar kaliber waren. Ze konden alleen zeewaarts vuren. Ze werden veelal beschermd door zware betonnen kazematten en dichte mijnenvelden. Voor de dag van die historische zesde juni aanbrak, lag die vloot op de aangewezen plaats. De in vasie vloot kwam erachter aan varen. Elk schip had zijn eigen nauw keurig aangewezen doel. Er waren uitgebreide voorzorgen getroffen om de doelmatigheid van het scheepsbombardement te observeren. Ieder schip had een aantal geoefende inslagwaarnemers aan boord. Bovendien opereerden boven het doelgebied 104 tot het uiterste getrainde Mustang- en Spitfirebemanningen. Negenendertig voor uitgeschoven bombardementwaarnemers gingen met de eerste aan- valstroepen aan land. Dat gold dan alleen de Britse stranden. De Amerikanen hadden voor hun twee stranden soortgelijke regelingen getroffen. DEN HAAG Vrijdag 9 juni 1944.15.00 uur licht de Nederlandse lichte kruiser Hr. Ms. Sumatra 6795 ton, ruim 155 meter lang en 16 meter breed voor de laatste maal zijn anker. Zijn acht tienjarige bewogende geschiedenis loopt ten einde. Aan de ra van de voormast bakboordzijde wordt de Nederlandse driekleur gehesen. De Britse oorlogs wimpel gaat aan stuurboordzijde om hoog. Captain G. E. Sutcliffe voert het bevel. Hy nam het 29 april over. De Nederlandse regering had daarvoor het besluit genomen dat de „Sumatra" zou deelnemen aan de operatie „Con- cob". Zestig schepen zouden voor de invasiekust tot zinken worden gebracht, in vijf groepen van twaalf. Er zouden op die manier „Gooseberryhavens" worden gevormd, enige kilometers uit de kust, schuilplaatsen tegen het weer. De zinkschepen zouden in water van 2% vadem of minder tot zinken wor den gebracht. De Sumatra was voorbe stemd om doel te worden van zo'n rede haven, een kilometer of acht uit de kust bij Quinstreham, ten westen van de monding van het kanaal van Caen „Gooseberry V", de Sumatra en een aantal koopvaardijschepen. „Een oud schip", zo had admiraal Fürstner de koningin meegedeeld. Een brief waarin hij terecht vooronder stelt dat de vorstin de beslissing van de admiraliteit zal billijken. Herinnering Ongetwijfeld heeft die mededeling de energieke Wilhelmina in gedachten te ruggevoerd naar die sombere dagen van de Duitse overval op haar land. Op die tiende mei 1940 lag het schip in Vlis- singen. Het werd naar Engeland gediri geerd. Zondag 8 juni 1940 lag het ln Milford- haven aan het kanaal van Bristol. Daar Hr. Ms. Soemba opereerde als onderdeel van een machtige Amerikaanse vloot voor de kust van Cotentin. Commandant luitenant ter zee der 1ste klasse H. H. L. Pröpper had opdracht Duitse versterkingen voor St.-Martin de Varreville tot zwijgen te brengen. De actie is net begonnen. Redder van prinsessen, schuilplaats voor schepen scheepte prinses Juliana zich ln, samen met haar dochtertjes Beatrix en Irene. Een klein gevolg en drie detectives volg den op de voet. De opdracht luidde het gezelschap naar de Canadese haven Halifax te brengen. 11 juni arriveerde de kruiser er. 12 juni ging het gezel schap van boord. De bemanning juichte de prinsessen toe en schaarde zich langs de spoorlijn bij het station om afscheid te nemen. Een herinnering, veelzeggend en vol weemoed. Dat harde en van elke sen timentaliteit gespeende oorlogsbedrijf hield er geen rekening mee. Ook niet met dat jaren varen en vechten op de oceanen. De tijd van Hr. Ms. Sumatra was gekomen. Om drie uur 's middags, terwijl zwermen vliegtuigen overvlogen naar Frankrijk, stoomde de Britse ge zagvoerder op aanwijzing van de „plan ter" de officier belast met het te juister plaatse leggen van het zinksehip naar de vastgestelde plaats, in het konvooi dat „Gooseberry V" zou gaan vormen, samen met schepen als de „Em pire Tana", „Empire Tamas", Beeche- ville", „Dover Hill", „Forbin", „Empire Dofiance", de Franse „Courbet". Een konvooi van terdoodveroordeelden.^ Verwarring 16hl5 wordt voor de laatste maal het anker uitgeworpen. Sleepboten trekken de Sumatra precies op de vastgestelde plaats. Ze is op een na het laatste schip van de redehaven dat tot zinken zal worden gebracht. Plotseling wordt het sein „schip verla ten" gegeven. Een fout. Het Britse ma- chinekamerpersoneel stroomt naar de dekken. Grote verwarring. Snel grijpen de ooficieren in, via omroepinstallatie en alarmschel. Alle9 gaat terug naar de posten. Alles wordt gereed gemaakt voor de laatste operatie, het tot explosie brengen van do springladingen. 17h21. Een trilling vaart door de krui ser. Rommelende ontploffingen. Het ge vaarte wordt ongeveer tien centimeter uit het water getild, zinkt vervolgens zeer rustig, gelijkmatig en zonder dwarsscheepse helling in ongeveer V/i meter diep water. „In peiling hoge licht Quistreham 14.70 r.w, afstand onge veer 4500 meter", aldn het Journaal. Enkele jaren na de oorlog bracht het wrak van de Su matra Nederland nog het lieve sommetje van 6.840.000 franc op. Het werd toen gekocht voor de sloop door de Pers M. Aghayan uit Teheran. Het journaal van de oorlogs bodem besluit met de wat trieste aantekening: „Op ver zoek van het ministerie van Marine werd vóór de verkoop door de inspectie der domeinen een aandenken (stuurrad of scheepsbel) gereserveerd. Om niet na te speuren redenen werd later van deze reserve ring door het ministerie van Marine afgezien". Vrijwel op hetzelfde moment vallen Duitse vliegtuigen aan. Men hoort af- weervuur en bominslagen. Men ziet niets door de rook. Na 5 minuten is de rook verdwenen, evenals de Duitse vliegtuigen, en ligt de Sumatra muur vast, op de juiste plaats. „Er hebben geen ongevallen plaats gehad, slechts zijn enkele hoofddeksels buiten boord gewaaid". Om 17h45 wordt de bemanning met landingsvaartuigen van boord gehaald. Die brengen haar naar de South Parade pier in Portsmouth. Ze krijgt vier dagen Zware storm Maandag 23 juni teistert een zware noordwester storm de geallieerde inva sieschepen. Vele zijn daartegen niet be stand. Ze zijn provisorisch gebouwd. Bijna vijfhonderd schepen zoeken dek king achter de Gooseberrygolfbrckers en rijden daar de storm af. „Ze zouden die storm niet hebben overleefd zonder die havens", meldt later de Britse ad miraliteit. Zelfs lamgeslagen draagt de Sumatra nog bij aan de geallieerde overwinning. /ACQUES LBV» LONDEN De Nederlandse kanon neerboten Soemba en Flores zus terschepen die in 1926 gereed kwamen, 1676 ton, 75,6 meter lang, 11 Vz meter breed hebben zich bij de invasie van Normandië geducht geweerd. De Soemba was ingedeeld bij de mach tige Amerikaanse vloot die de wes telijke kust van Normandië bombar deerde tijdens en voor de invasie. Die stranden hadden de codenamen Utah en Omaha. De Flores maakte deel uit van de Eastern Task Force, groep E, samen met de Britse schepen H.M.S. Belfast en H.M.S. Diadem. Die vloot- macht, beschermd door dertien tor- pedobootjagers, stond onder bevel van schoutby nacht F. H. G. Dal- rymple-Hamilton. Drie grote lan dingsgebieden lagen in dat Britse ge bied. Direct aan het Omahastrand grensde Gold Beach, dan volgde naar het oosten toe het Junostrand en ten slotte was er het Swordstrand. Dat hele reusachtige bombardement en de daaropvolgende landingen wa ren tot in de kleinste details gere geld. Er waren vaargeulen uitgezet om het de landingsschepen mogelijk te maken de hun opgegeven stranden te bereiken. Over de hoofden van de tienduizenden soldaten scheerden de luchtvloten en slingerden de honder den oorlogsschepen hun dodelijke la dingen op de Duitse kustversterkingen en op de 23 grote Duitse batterijen. Duizenden schepen van de meest uit eenlopende typen verdrongen zich die ochtend van de zesde juni 1944 voor de kust van Normandië. Onkundig Hr. Ms. Soemba had tot taak aan het Utahstrand te opereren, als eenheid van de Amerikaanse Task Force onder schout bij nacht D. P. Moon U.S.N. Het was door de strategen uitgemaakt dat op dat Omaha- en Utahstrand van ongeveer 32 kilometer, dus on middellijk ten westen van de Britten, het Amerikaanse eerste leger zou landen. Soemba commandant, luitenant ter zee der 1ste klasse H. H. L. Pröpper, moest kustversterkingen bij St. Martin-de-Varre-Ville, ten noord westen van het kanaal van CarenTan, tot zwijgen brengen. De Nederlandse eenheid lag enige mijlen oostelijk van de lichte kruiser „Enterprise" vrijwel aan het eind van een transportgeul voor landingsschepen. Om ongeveer 6.10 uur op 6 juni had de Soemba haar positie ingenomen en begon het bombardement. De afstand tot het doel varieerde van 6 tot 9 kilo meter. Inmiddels waren tegen 6.30 uur de Rangers geland bij Pointë-de- Houe. De grote batterij van de Duit sers, vijftien centimeter kanonnen, werd veroverd. Uit alles bleek echter dat de staf van de Amerikaanse admiraal weinig of geen belangstelling had voor het werk, dat de Soemba met haar getrainde be manning van ongeveer 150 koppen verder zou kunnen doen. De Ameri- Een echte Amerikaanse show... kanen werkten rad iotelefonischdie uitrusting miste de Soemba. Boven dien wilden de Amerikanen er dui delijk voor die twee stranden Omaha en Utah een echt Ameri kaanse show van maken. Voor dat nietige Nederlandse schip hadden ze geen belangstelling. „Niet zo verwon derlijk, gezien de enorme macht waar mee ze zelf opereerden". Ze hadden zelfs niet de moeite ge nomen de Nederlandse commandant in te lichten over hun plannen. Uit de rapporten van commandant Pröp per leest men nog de machteloze ver ontwaardiging en gefrustreerdheid. „Het schip Is de gehele dag drijvende gehouden op zjjn bombardementspo sitie. Er is nimmer meer om artillerie- steun gevraagd. Andere schepen wa ren nagenoeg de gehele dag bezig". En verder: „Zeker is dat de Soemba had kunnen helpen, indien men de hulp niet zo botweg, bjj de bespre king, had afgewezen". Uit die rapporten blijkt ook dat de organisatie van de Amerikanen slor dig was. Hun radiotelefonische be richten werden zonder code doorge geven, zodat de vijand op de kust kon meeluisteren. Geen wonder dat dinsdag 27 juni door de gehele bemanning van de Soemba opgelucht werd adem gehaald, toen het bevel kwam zich onder Brits be vel te stellen. „De Britten beschouw den de Soemba niet als een soort buitenstaander. Ook de sfeer bij hun marine was ons veel bekender". Veel beter Veel beter verging het de comman dant van de Flores, luitenant ter zee der 1ste klasse G. Koudijs nu lid van de Tweede Kamer die ochtend van de zesde juni. Hij kon het best vinden met zijn Britse makkers die in de buurt lagen. Het uur H kwam voor zijn schip en de 160 opvarenden om 5.15 uur. Toen zette hij met zijn kanons het bombar dement in op de Duitse 75 mm bat terij Arromanches 111 voor Bayeux. Driftig en met grote snelheid patrouil leerde het scherm van dertien torpe- dobootjagers tussen de bombarde mentsschepen voor de kust. Ook een Pool weerde zich uitstekend. De vijand beantwoordde het vuur nau welijks. De marinemacht zette de kust in vuur en vlam. Rook en stof teken den zich aan de horizon af. Het eerst gingen de mannen van de vijftigste (Northumbrian) divisie aan land, gedekt door de vurende oorlogs bodems. Hun vaartuigen hadden zwaar te lijden van het vuur van de vijand die zich in de dorpen Mont Fleury, Asnelles, Lonques en Port-en- Bessin vlak bij de zeereep had ver sterkt. Op dat stuk kust 5 kilo meter moesten niet minder dan 2500 versperringen 900 ton staal en beton worden opgeruimd. Port-en-Bessin, grenzend aan de goldkust in het westen, moest volgens de plannen snel worden veroverd. Het lukte pas na 48 uur en na veel tegen slag. Het 47ste Royal Marine Com mando opende de haven van het plaatsje, doch liet niet minder dan ruim tweehonderd doden achter op het strand. Dc Flores opereerde tijdens de inva- siedagen steeds onder vijandelijk vuur. Duitse batterijen namen de kleine beweeglijke Nederlandse ka nonneerboot herhaaldelijk onder schot. Zelf weerde de bodem zich geducht, onder andere by Houlgate, bombar deerde mobiele batterijen en verster kingen en troepenconcentraties. Hr. Ms. Flores is vorig Jaar naar het buitenland verkocht. Hr. Ms. Soemba doet op het ogenblik in Den Oever dienst als opleidingsschip voor dui- JACQUES LEVIJ Honderden schepen naderden, geheel volgens plan, op die ochtend van 6 juni 1944 de kust van'Normandië. De invasie was begonnen. Onder de bescherming van duizenden kanonnen, vliegtuigen en zware mitrailleurs proberen de koopvaar ders, waaronder heel wat Nederlandse, landingstroepen en miljoenen tonnen materiaal op de kust te zetten. In slagorde stomen ze op. De landingsschepen, DUCS, stomen over gemarkeerde „paden" tussen de grote schepen door naar de kust. Zy moeten de stoottroepen en specialisten op de aangewezen plaatsen brengen. Vantevoren hebben genietroepen de enorme kustversperringen in de branding zo veel mogelijk opgeruimd. De grootste landingsoperatic uit de geschiedenis is begonnen. DEN HAAG Een uitvoerige en gedetailleerde geschiedenis van het wel en wee van de grote Nederlandse koopvaardijvloot in de oorlogsjaren moet nog steeds geschreven worden. Alle gegevens zUn aanwezig. Maar een opdracht voor die historie, die is gemaakt door honderden schepen en tien duizenden mannen, die bleven varen en van wie er duizenden varend en vechtend ten onder gingen, moet nog gegeven worden. We weten dat heal wart; van die Nederlandse koop vaarders aan de invasie hebben meegedaan. We hebben het verhaal van de 33 jaar oude „Parklaan" 3800 b.r.t. die 8 juni als blockship in de Seine- baai tot zinken werd gebracht. Nog dagenlang wapperde de Nederiandse driekleur van haar mast. Toen de Parklaan op de voor baar bestemde plaats aankwam, voer Ets. Ms. Flores voortdj en VAREND EN VECHTEND TEN ONDER seinde, met zeemanshumor„Goede morgen, houd je sokken droog". Eind juli werd de „Parkhaven" bij Arromanches door do geallieerden als blookship aan de grond De „Koningin Emma" en de „Mecklenburg" ver voerden troepen naar Normandië tijdens de invasie. De „Vliestroom" 650 b.r.t. voer 18 maal van Engeland naar de invasiekust en zette enorme hoe veelheden pan tans, duaks amfibievoertuigen en baileybruggen aan het strand. De „Vulcanus" van de KNSM 1800 b.r.t. zette in de Ameri kaanse invasiesector troepen aan land en los .te te vens stalen strips voor provisorische vliegvelden, materiaal voor de veldtelefoons en nog veel meer. Ook de „Theseus" en de „Euterpe" van de KNSM waren „erbij" in die junidagen. De „Actinia" ver voerde oorlogsmateriaal en soldaten. Haar kapitein, J. de Vries, werd door bomscherven vrij ernstig gewond. Temidden van die machtige invasie-vloot was de coaster „Sambre" 350 b.r.t. onder gezagvoerder N. Kulzlnga. Het scheepje' overleefde met ere een gevecht met Duitse snelboten. Het maakte vele reizen naar de invasiekust. Ongetwijfeld zijn er heel wat meer „varende Ne derlanders" bij dit grote gebeuren in de geschiede nis van de amfibische oorlogvoering betrokken ge weest. Met de enkele bekende gevallen willen wij, een kwarteeuw na 6 juni 1944, allen eren die toen hebben geholpen aan de inleiding van de krij©». verrichtingen die tot het einde van Htttex* derde rijk hebben geleid. A v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11