Groot deel van priesters wijst de huidige celibaatsverplichting af Onderwijzer staat alleen voor honderd kinderen Bezwaren A.R. tegen vrije handel voorbehoedmiddelen Uitslag enquête in opdracht episcopaat Encycliek blijkt slecht te zijn aangekomen 'laatselijke Cerk moet igen beleid unnen voeren DAMES! Benzine-oorlog in België Meer klaarheid nodig in politiek van KYP De veilige manier van sparen Rijkspostspaarbank altijd safe! MEI VOENSDAG 21 MEI 1969 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 r redacteuren) JMEGEN Een groot gedeelte van de dcrlandse priesters, diakens en subdiakens jst de celibaatsverplichting in haar huidige u af. Slechts een klein gedeelte gaat zon- meer met de bestaande regeling akkoord, resterende minderheid (ongeveer cen- fde) houdt momenteel nog aan de bestaan- regeling vast, zonder die echter als 011- randerlük te beschouwen. Aldus de uitslag de enquête die door het Instituut voor (gepaste Sociologie te Nijmegen in op- an het episcopaat is gehouden. Deze slag ligt vervat in een rapport dat zojuist het episcopaat is uitgebracht. reacties op de eelibaatswlet vallen in drie «pen uiteen. Een meer behoudende groep wenst de celibaatswet te handhaven, het op grond van verschillende motieven tkoppeling nog niet realiseerbaar, ontkop- ling alleen gewenst voor uitzonderingsge- llen). Van deze groep is slechts 5voor nder van een handhaving der celibaats- voor iedereen en voor altijd, sterk veranderingsgezinde groep (46 st de celibaatswet in beginsel op te hef- Een gedeelte (21 wenst dit onmiddel- en voor iedereen, de rest neemt een min- radicaal standpunt in. r middengroep (27%) wenst zich niet uit te eken; zij pleit uitdrukkelijk voor plurifor- teit op het punt van het priestercelibaat, alles blijkt, dat de pauselijke encycliek het celibaat bij de Nederlandse clergé cht is aangekomen. Tegenover 20% die h geheel of althans in grote lijnen met de inhoud van het pauselijk schrijven kan ver enigen, staat maar liefst 45% die het er ab soluut niet mee eens is, terwijl 36% zich van een oordeel onthoudt. De meerderheid van de clergé kan zich niet voorstellen, dal. de pauselijke encycliek het laatste woord va nRome in deze zaak zou zijn. Zij meent dat er aan wijzigingen in de celibaatswet eenvoudig niet is te ontkomen. De helft van de Nederlandse priesters vindt een eigen nationaal beleid van de bisschoppen in deze zaak gerechtvaardigd. Zij vraagt daar zelfs uitdrukkelijk om. Rond 70% is van mening dat men priesters die gaan huwen zoveel mogelijk in het ambt moet laten, rond 80% vindt dat er voor ge huwden vee meer mogelijkheden geschapen moeten worden om priester te worden. Op grond van welke gezichtspunten wensen velen de afschaffing van de huidige celibaats verplichting en wijzen anderen die af? Om deze vraag te beantwoorden moet men oog hebben voor vier waardencomplexen die richtinggevend zijn. De grote meerderheid van de Nederlandse priesters (80%) is van mening, dat het afzien van het huwelijk omwille van het behoren tot een religieuze gemeenschap een zinvolle zaak is. Een iets kleinere meerderheid (72%) onderschrijft dat de ongehuwde priester een groter physieke en psychische beschikbaar heid voor zijn werk krijgt. Ongeveer de helft (47%) ziet het celibaat als een mogelijkheid om Christus van meer nabij te volgen. Ten slotte meent de helft van de priesters (49%) dat het celibaat afbreuk doet of dreigt te doen aan het persoonlijk levensgeluk van de priesters. Uit een en ander blijkt dat het massale ver zet van de Nederlandse clergé tegen de celi baatswet niet mag worden opgevat als een massale tegenstand tegen de ongehuwde staat als zodanig. Integendeel: de grote meerdèrheid weet; het celibaat in het alge meen wel te waarderen, zij het op andere gronden dan in de officiële kerkelijke docu menten worden aangegeven. Ook is het dui delijk, dat de Nederlandse priesters het leven volgens de drie geloften steeds meer als een eigen werkelijkheid gaan zien, die los van het ambtscelibaat op de eigen merites moet worden beoordeeld. Van doorslaggevende betekenis voor het „ja" of „neen" tegen de celibaatswet zijn vooral twee waardencomplexen. Zij die het celibaat zien als Christusnavolging en minder zwaar tillen aan de eventuele bedreiging van het persoonlijk levensgeluk der betrokkenen, plei ten voor handhaving van de wet. Zij die door het motief van de Christusnavolging weinig worden aangesproken en zich veel zorgen maken over het levensgeluk der betrokke nen, pleiten voor opheffing van de wet. Persoonlijke beleving Los van de vraag, hoe men de celibaatswet in het algemeen beoordeelt, staat de vraag, hoe iedere priester persoonlijk zyn celibaat beleeft. De enquête wjjst uit, dat 67% het waardeert als een vorm van beschikbaar heid, 64% als een aspect van het eigen leven als religieus, 62% als een persoonlijke na- volgin gvan Christus. Vervolgens is 20% lot de bevinding gekomen dat het celibaat af breuk doet aan het persoonlijk levensgeluk en meent 13% dat hel celibaat een ernstige belemmering is voor het leggen van contac ten met de mensen. Hoewel hot maar om een minderheid gaat dient te worden onderstreept dat minstens eenvijfde deel van de Nederlandse priesters lijdt aan het celibaat; ook heeft eenvijfde deel wel eens serieus overwogen het priesterschap vanwege het celibaat op te geven. Het aantal priesters dat de celibataire staat „wel eens" als een grote last ervaren heeft, is dubbel zo groot, n.l. 42%. Opvallend is dat de eigen ervaringen met het celibaat niet identiek zijn aan de mening, die men zich vormt over de celibaatswet als zo danig. Hoewel er uiteraard een zekere samen hang tussen beide is dragen de eigen erva ringen niet veel bij om de positieve of nega tieve houding ten aanzien van de wet te ver klaren. De publieke opinie, die het element van Christusnavolging minder hoog aanslaat en het persoonlijk levensgeluk hoger waar deert, heeft een groter invloed op het uitein delijk „ja" of „neen" dan de individuele er varingen. In tegenstelling tot wat verwacht mocht wor den hebben de werk- en wooncondities weinig invloed op het standpunt dat de priesters tegenover de celibaatswet innemen. De werktevredenheid blijkt zeer groot te zijn en ook over de woonsituatie zijn er maar weinig klachten. Schakelt men alle andere factoren uit dan blijkt het verband tussen ontevre denheid en verzet tegen de celibaatswet praktisch nul te zijn. Wel is er een duidelijke samenhang tussen het priesterbeeld dat men heeft en de hou ding tegenover de celibaatswet. Degenen, die een cultische ambtsopvatting hebben (en dal zijn er 38%) pleitten voor meer dan de helft voor handhaving van de wet, terwijl slechts een minderheid deze wel wil afschaffen. De genen daarentegen, die een priesterlijke func tie allereerst als een getuigende en zorgende functie zien (en dat zijn er 46%), willen voor het grootste deel de wet afgeschaft zien, ter wijl slechts een kleine minderheid haar wil behouden. Iets dergelijks kan men zeggen van de sa- menheng tussen kerkbeeld en celibaatsop- vatting. Van hen die sterk geporteerd zijn voor een krachtig leergezag is 71% voor de handhaving van de celibaatswet; van hen die het minst voelen voor een krachtig leergezag in de Kerk is maar 1% voor het behoud van de wet (terwijl 86% deze wet opgeheven wil Moeilijkheden De moeilijkheden, die de priesters in hun persoonlijke geloofsbelevenis hebben vormen geen zelfstandige factor, die de celibaatsop- vattingen en de houdingen tot de wet be paalt. Die moeilijkheden zijn er overigens wel: 35% heeft geen moeilijkheden. 18% heeft ze nauwelijks, 7% heeft ze weinig, 11% tamelijk veel, 9% veel en 22% zeer veel. Wie zijn het meest voor afschaffing en wie het meest voor handhaving van de celibaats wet? De seculieren zijn over het algemeen meer voor afschaffing dan de regulieren. De intelligentsia onder de Nederlandse priesters ligt ergens in het midden; zij mag zeker niet als „de grote gangmaakster van de anti- celibaatscampagne" worden beschouwd. De kerkelijke overheid staat even rechts van het midden, kan zeker niet als de meest behou dende groep worden aangeduid. De factor leeftijd als zodani gbLijkt nauwelijks van in vloed te zijn op het „ja' 'of „neen" tegen de celibaatswet. Bij de jongste generatie (35 jaar en jonger) staat het celibaat vrij laag genoteerd. Drie kwart van die groep is van mening dat de celibataire levensstaat een ernstige bedreiging is van het levensgeluk; 80% is dan ook tegen de celibaatswet. Rond 40% lijdt persoonlijk aan het celibaat, ongeveer een zelfde percen tage heeft er serieus over gedacht het pries terschap vanwege het celibaat op te geven en ongeveer de helft zal in het huwelijk treden, zodra de wet gewijzigd is; dat dit op korte termijn zal gebeuren, daarvan is tweederde overtuigd. Hieruit kan men concluderen, wat er gebeuren zal, wanneer in de nabije toe komst de verwachte wetswijziging zal uit blijven. De kerkelijke gezagsdragers zijn weinig min der tegen de huidige celibaatswetgeving (41%) dan de Nederlandse priesters in het algemeen (46%). Maar liefst 71% van de ge zagsdragers vindt, dat een priester die huwt in het ambt moet kunnen blijven. En 80% is van mening, dat er ruimere mogelijkheden voor gehuwden moeten worden geschapen om priester te worden. Interessant is te verne men, dat 40% op korte termijn een wijziging van de huidige celibaatswet verwacht. Nabeschouwing theologen (IJMEGEN/AMSTERDAM „Het on- huwd blijven terwille van het rijk zal slechts dan als authentiek in de Kerk van morgen kunnen jvcn gelden, als de vrijheid van keuze vaarborgd wordt, doordat deze levens- at niet ianger als onvoorwaardelijke iditie gebonden wordt aan de keuze het priesterambt. Dit impliceert een ■effing van de celibaatswet en tevens hernieuwde verkondiging van dc arde van het celibaat als vrij arisma". Aldus een van de beleids- I, die prof. dr. J. de Groot, prof. Schillebeeckx en dr. J. Stieger in een e nabeschouwing op de enquête uitgestippeld. „Daarbij moet er rekening mee worden gehouden Itoeverre de locale gemeente het feit de gehuwde priester accepteert". :n van de priesters uit de lande kerkorde geven zij de volgen beleidslijnen Er moet zekerheid kunnen worden omtrent de mogelijkheid tot een lijke, volwassen integratie, zonder te het celibaat eerder schadelijk dan moet worden genoemd. Voor priesters, die van hun gelofte dispenseerd wensen te worden, moge wereldkerk het eigen beleid accep- en van het episcopaat in de eigen rkprovincie; dit zal een ruimhartig leid moeten zijn. Pastoraal gezien moet hel mogelijk orden, dat een ambtsdrager die huwt iandhaafd blijft in het an.bt en daarin lieuw wordt bevestigd; de financiële msequenties zullen onder ogen moeten orden gezien. Het lijkt niet wenselijk om bij de lag naar voortzetting van de ambts- I ADVERTENTIE) WITTE KRUIS helpt elke, N maand 3C weer 'y (Witte Kruis spaart bovendien de maag (Van o e correspondent) uitoefening onderscheid te maken tussen de verkondiging van het woord en de bediening der sacramenten. Ten aanzien van de priesters, die tot een religieuze orde of congregatie be horen, geven de drie theologen het vol gende beleidsadvies: Op zich dient een dispensatieaanvraag deze priesters anders bekeken te worden dan die van secuüere-priesters. In feite ligt de situatie echter vaak zo, dat regulieren allereerst de bedoe ling hadden priester te worden, terwijl hun religieuze leven als iets secundairs werd gezien; daarom hoeft het dispen- satiebeleid ten aanzien van reguliere priesters in feite niet veel van het al gemene dispensatiebeleid te verschillen. De drie theologen baseren deze be leidslijnen op de algemene overweging, dat het innemen van een eigen standpunt tegenover het celibaat door de plaatse lijke Kerk legitiem moet worden ge acht. De grote wereldkerk moet kiezen „voor een beleid van vertrouwen in de plaatselijke Kerken met hun herders". In Qucekhoven te Breukelen wordt be gin juli de tiende Internationale Harp- week gehouden. Ca. 60 harpisten uit 17 landen zullen aan de bijeenkomsten deelnemen. Galerie Magdalene sothmann, N.Z. Voor burgwal 284. Amsterdam, exposeert tot 6 juni gouaches BRUSSEL De bezinemaatschappijen van België, die tot nog toe hoogstens con curreerden met behulp van waardebon nen cn kleine geschenkjes, staan sedert het einde van vorige week met getrok ken messen tegenover elkaar. Over het gehele land zijn de prijzen van alle soorten bezine, verminderd met drie tot vijf cent: een liter superbenzi- ne kost nu nog slechts gemiddeld 58 tot 59 cent. De grootste maatschappijen op de Belgische markt Esso en Shell begin nen met de prijzenslag met advertentie pagina's in alle Belgische kranten. De andere maatschappijen bleven niet ach ter. BP adverteerde maandag op halve voorpagina's met de mededeling dat iede reen die 20 liter BP-benzine tankte, één liter gratis zou krijgen. Deze Belgische benzinestrijd waarin intussen alle mer ken meevechten is een zuivere strijd tussen de grote en kleine maar officiële firma's. Er bestaan in België maar wei nig witte pompen. Geruchten over vergaan van Sovjetduikboot LONDEN (AFP) Op de Orkaden- eilanden doen geructten de ronde dat een Russische atoomonderzeeër in het noorden van de archipel is vergaan, schrijft de „Daily Sketch" van vanmor- Een Schotse afgevaardigde, mevrouw Winifred wil minister voor Defensie Healey vragen waarom een militaire be waking bij een wrak is ingesteld dat op het strand is geworpen en waarom twee schepen van de Britse marine naar de Christiaan de I plek zijn gezonden waar Britse oorlogs- schepen langdurig hebben gelegen. Prof. Steenkamp in Amsterdam: CONCRETE STAPPEN GEVRAAGD (Van onze parlementaire redactie) AMSTERDAM „Het is hard nodig, dat de partijraden van KVP, AR en CHU dit najaar een intentieverklaring over het werk in de groep van 18 afleggen en aangeven welke concrete stappen in dc toekomst zullen volgen. Het gesprek van de 18 moet dan worden afgerond en op andere wijze worden voortgezet". Dit zei het KVP Eerste-Kamerlid prof. dr. P. J. A. M. Steenkamp gis teravond op 'n bijeenkomst van de KVP- Amsterdam. Hij vroeg zich af om mid dels de raporten van de 18 intussen niet voldoende liefdesbrieven zijn ge ven en of er nog meer „politieke ero tiek" nodig is alvorens tot een „verlo ving" van de drie christelijke partijen kan worden gekomen. De gedachte aan een CDU als partij die zoveel mogelijk mensen wil omvatten, moet volgens prof. Steenkamp opgegeven worden „On ze evangelische opdracht moet leiden tot kleur bekennen. Dat zal kiezers en zetels kosten, maar dat is de prijs, die wij moeten betalen, omdat we niet iede reen te vriend kunnen houden", zo zei prof. Steenkamp. De Eindhovense hoogleraar is voor één christelijke partij maar dan zonder het etiket christelijk in de naamgeving, omdat het woord christelijk niet te ge monopoliseerd mag worden. De naam CDU is een vies woord geworden, omdat DRUK OP MINISTER OM UITSTEL VAN DIENST -respondent) BURGERBRUG Omdat aan de 22- jarige onderwijzer L. Verpalen van de r.-k. lagere school te Burgerbrug (NH) geen uitstel van militaire dienst kon worden verleend, staan de twee ande re onderwijzers van deze school voor het feit, dat zij samen bijna honderd leerlingen, verdeeld over zes klassen, onder hun hoede hebben moeten ne men. Een van deze twee. de hoofdon derwijzer G. Luttikhuizen (57), is in tussen al aan een zenuwinzinking toe en moet zich ontzien. Het Tweede-Kamerlid mr. dr. Im- kamp van D '66 heeft hierover giste ren vragen gesteld aan de minister van Defensie. Hij meent, dat de mili tair Verpalen onmiddellijk de kazer ne moet verlaten om zijn functie als onderwijzer weer te kunnen opnemen Door de labiele gezondheidstoestand van het hoofd nl. staat de 26-jarige onderwijzer P. van Wanrooy wijwei alleen verantwoordelijk voor honderd kinderen. Deze geeft intussen al geen les meer. Hij doet niets anders dan van lokaal naar lokaal wandelen om de kinderen rustig te houden. Geruime tijd gold er een regeling dat een onderwijzer die deel uitmaakt van een driemansschool vrijstelling van militaire dienst kon krijgen. Vo rig jaar werd deze regeling, die soepel werd gehanteerd omdat er een tekort aan onderwijzers heerste, plotseling opgeheven. Slechts degenen die in het jaar 1967-'68 voor de klas hebben ge staan, kwamen nog in aanmerking voor een vrijstelling. De 22-jarige onderwijzer L. Verpalen uit Zeeuws-Vlaanderen trok vorig naar Burgerbrug om les aan de r.-k. lagere school te geven. 17 januari 1968 trad hij in dienst. Hij kreeg tot eind 1968 vrijstelling en vervolgens de zorgen, die hu tot en met maart 1969. Het schoolbe stuur ging aan de slag en plaatste op roepen voor sollicitanten. De resulta ten waren nihil, dus teleurstellend. Verzoeken om de heer Verpalen vrij te stellen van militaire dienst werden door het ministerie van Defensie niet ingewilligd. „Dan moet het absoluut spaak lopen als het ministerie voet bij stuk houdt", zegt de heer Van Wanrooy. „Het hoofd van de school, de heer Luttikhuizen moest verleden jaar drie maanden rusten en lk ver wacht dat hij binnenkort op dokters advies opnieuw zal gaan rusten. De inspecteur van het Onderwijs bo ven de lijn Alkmaar-Hoorn heeft het ministerie een gunstig advies gegeven inzake de vrijstelling van de heer Verpalen, hetgeen hij later weer heeft ingetrokken", ^ldus de heer Van Wan rooy. Het is duidelijk. Het onderwijs aan de 9.-k. lagere school te Burgerbrug niet zoals het behoort. De ouders ver wachten moeilijkheden en zijn gebelgd over de wijze waarop met de belangen van de 96 kinderen wordt omgespron gen. De heer Hakemulder, inspecteur van het onderwijs, wonende te Den Helder wilde geen commentaar geven „Ik ben de vertegenwoordiger van de minister en niet bevoegd om inlich tingen te verschaffen. Stelt u zich maar ki verbinding met hot school- bestuur*. men het beschouwd als het stoppen van zoveel mogelijk schapen in een hok en het voeren van een compromissenpo litiek, aldus prof. Stcenkamp. Hij prees met name de houding van de CHU in de groep van 18: „Het beeld van de CHU als een wat conservatief gezelschap is verkeerd. Mijn ervaring is heel anders". Hij gaf toe dat het over leg in de groep van 18 naar buiten toe lijkt op de spingprocessie van Echter- nach: telkens twee slappen en dan weer achteruit. Prof. Steenkamp zei voorts, dat de KVP in navolging van andere partijen meer acties in het parlement moet on dernemen via interpellatie-aanvragen en het dossen van schoten voor de boeg". Pi,"of. Steenkamp - „Ik sta links van het, centrum" zei dat het beeld van de KVP nu en in de toekomst bepaald zal worden door haar politieke taktiek nu, haar politieke opstelling straks, haar pro gramma voor de zeventiger jaren en haar mentaliteit. Wijzigingen op wijzigingen in katechismus (Van een onzer verslaggevers) UTRECHT Omstreeks 15 juni a_s. zal de aanvulling bij de nieuwe katechismus verschijnen, die geheel door Romeinse theologen is gereduceerd. De Nederlandse bisschoppen hebben besloten de aanvul ling ongewijzigd en als afzonderlijke uit gave te laten publiceren. Zoals bekend vormen deze aanvullingen meer wijzi gingen op de wijzigingen, die begin dit jaar zouden uitkomen, maar terugge- »n zijn. De aanvullingen zijn in op dracht van de kardinale commissie samengesteld door de theologen Dhanis en Visser uit Rome. ADVERTENTIE geopend. Voor de postagentschappen gelden aparte openingstijden. Regering tegen vergunningenstelsel (Van parlementaire redactie) DEN HAAG. De Anti-Revolutio naire fractie in de Tweede Kamer heeft gisteren bezwaren gemaakt tegen de vrije verkoop van voorbehoedmiddelen. Zü gaat er wel mee akkoord, dat de wetgeving betreffende verkoop van en reclame voor deze middelen wordt ge moderniseerd. maar zou graag zien, dat de verkoop aan een vergunningenstelsel wordt gebonden. Ook wil de A.R., dat de verkoop door middel van automaten wordt uitgesloten. In grote lijnen komt dit standpunt overeen met de oorspronkelijke wijzi ging van enkele bepalingen in het wet boek van strafrecht, zoals de toenmalige minister van Justitie, Samkalden, die in september 1966 bij de Tweede Kamer had ingediend. Maar in een nieuw voor stel van professor Polak (Justitie) werd de verkoop van anti-conceptionele mid delen geheel vrijgelaten waarbij de ge meentebesturen wel bepaalde voorschrif ten kunnen geven wat betreft plaatsing van verkoopautomaten. Zoals le verwachten was spitste het debat zich toe op het voorstel van de regering om de verkoop van voorbehoed middelen vrij te maken. Krachtige be zwaren hiertegen kwamen van de S.G.P„ Jontfelng «m bet G P V, en van de Koe- Wel bevoegdheden aan gemeenten voor plaatsen van automaten koekboeren. Dr. Boertien van de A.R. legde zijn eis om een vergunningen stelsel en verbod van verkoop via auto maten vast in een motie. Bij voorbaat deelde hij mee, dat zijn fractie tegen zou stemmen als met de wensen van de A.R. onvoldoende rekening zou wor den gehouden. Mr. De Vreeze zei. dat de K.V.P.- fractie 'aan de wetswijziging zal mee werken omdat het hier om een recht vaardige zaak gaat. „Medewerking aan die wetswijziging besohouwen wij niet in strijd met dc eerbied die katholieken voor de pauselijke richtlijnen in de encycliek Humanae Vitae moeten heb ben". Met een vrije verkoop stemde mr. De Vreeze in. Ook achtte hij het beter, dat geen leeftijdsgrens wat betreft de verkoop wordt gesteld; zo'n voorschrift sou in de praktijk trouwens moeilijk te hanteren zijn. In grote lijnen nam drs. j Tilanus (C.H.U.) een gelijk standpunt in. j Mr. Daams (P.v.d.A.) gaf een standpunt als katholiek socialist, waarbij hij met name in ging op de pauselijke encycliek Humanae Vitae. Hij stelde zich positief legen een vrije verkoop van de middelen op. Minister Polak zei, dat de regering aan de verkoop van voorbehoedmidde len geen enkele beperking in de weg wil leggen. Wel wilde de minister recht doen aan plaatselijke opvattingen en gemeenten bevoegdheden geven ten aan zien van automaten, die in het openbaar worden geplaatst. Had mr. Geertsema (V.V.D.) die bevoegdheid voor de plaat selijke overheid net zo lief niet gezien, de minister wees hem erop, dat ook de gemeente Wassenaar, waarvan mr. Geert sema burgemeester is, het plaatsen van automaten aan een gemeentelijke ver gunning koppelt. Staatssecretaris Kruisinga (Volksge zondheid) meende dat thans geen vol doende argumenten meer voor een ver gunningenstelsel of voor het stellen van een leeftijdsgrens zijn aan te voeren. „Een goede geboortenregeling acht ik van het grootste belang voor het terug brengen van het aantal abortussen", zo verdedigde dr. Kruisinga de voorstellen. De beraadslagingen zullen kegui jart worden voortgezet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11