JAN
MARTIN P0GLAJEN
wielrennen
En dan?
„We hebben een coach nodig om van
meesters grootmeesters te maken'
Mr.F.Goudsmit:
„SCHAKEN
IS WEL
DEGELIJK
EEN
SPORT"
c^a//<
i JOLSgaat voor'°p'9
LEEN PFROMMER BRACHT
DRENT TOCH OP HET
INTERNATIONALE PLAN
c
//J
Ook drie vierdaagsekruisen
Na tien maanden in Japan
loopt over
van zelfvertrouwen
ZATERDAG 10 MEI 1969
HOOGEVERN In rnei 18G7 leek niets meer de definitieve doorbraak
van Jan Bols naar de nationale wielcrtop in de weg te staan. In di-
tot dan gereden klassiekers en criteria had Bols geboren 27 augus
tus 1944 in Hoogeveen een glanzende vorm getoond. Met bijria
speels gemak had hü zich geschaard onder de sterkste amateurs in
ons land. In Olympia's loer behoorde hij tot de grote uitblinkers en
gold hü dagenlang als serieus kanshebber op de tolaalzcge. Hü moest,
geplaagd door pech, tenslotte met een meer bescheiden positie genoe
gen nemen mar de vechtjas Jan Bols had t:cn etappe gewonnen en
droeg twee dagen de leiderstrui. Enige weken tevoren had hü zün
kracht al gedemonstreerd in de Ronde van Twente waar hü in de
eindsprint alle tegenstanders zün wil oplegde en eigenlük maar wat
met hen stoeide. In het voorseizoen had Jan Bols al zo veel opmerke-
lüke prestaties geleverd, dat hü min of meer rekende op een
plaats in de ploeg voor de Tour «1e l'Avenir. In stilte bereidde hü
zich voor op dat topevenement in de carrière van een wieleramateur.
Toen kwam de mededeling van de Kon. Ned Wielren Unie dat Jan
Bols in geen geval naar Frankrük zou gaan. Tourleider S.iefke Jan
sen kon geen beroep op hem doen. Jan Bols werd ervan beschuldigd
tijdens Olympia's Toer stimulerende middelen te hebben gebruikt,
„proces" dat niet ieders goedkeuring kon wegdragen w erd de
13% 13
97 -
43%
54% 54
46% 45;
71% 72
54% 55,
77% IV
100%
34% 34'
75% 77'
r uit Hoogevei
i maand geschorst.
Bols, aldus zijn eigen
;2 rklaring, had niet geslikt.
4 j was gedesillusioneerd,
43% 49 idat hij toch werd ver-
36% 37 rdeeld. Jan Bols stopte
racefiets weg op de
er van het ouderlijk
en wilde van fietsen
s meer weten. En als
niet de ambitieuze
haatstrainer Leen Pfrom-
er was geweest, zou de
itionale en intematio-
le sportwereld
!g lijnlijk nooit meer ie'
- n Bols hebben gehoord.
'2 rommer, die een jaar la-
68% 67' r de ppvolger werd van
140 haatscoach W. de Graaff,
1de een programma op
Jan Bols nog datzelfde
r een plaats moest be
rgen in de nationale
haatsploeg. Zodoende zou
ils toch afgevaardigd kun-
en worden naar een inter-
tionaal sportevenement,
eigen omgeving nam hij
zware training ter hand.
n Bols was als schaatser
114% 15 leen bekend „in de
87% 88' iurt". Niemand gaf wat
124% 124* -
het plan van Pfrom-
Bols had het schaats
en ook altijd meer ge-
als een. goede voorbe-
46% 45#ding op zijn favoriete
20% 20: port wielrennen, die hij
boven het door hem
iag beoefende volleybal
•erkozen. Volleyballer
59 59
34%
1'14
riES
0.25
100
noeuvreerde hij de schaats-
leiders in een bijzonder
moeilijke positie. Er was
echter geen andere moge
lijkheid dan Jan Bols, het
eensklaps gerezen schaats
talent, in de kernploeg op
te nemen. En daarvan heeft
de KNSB nooit spijt gehad.
Als een komeet schoot Bols
omhoog. Er werd, ook in
het buitenland, al gemom
peld over een potentiële
wereldkampioen. Zijn zwak
ke sprint deed hem echter
nimmer zo hoog eindigen
in een klassementswed
strijd als mogelijk had kun
nen zijn bij een snellere
korte afstand. Maar in
tussen staat hij op de tien
kilometer op de tweede
plaats achter Verkerk op
de ranglijst aller tijden. En
op de wereldranglijst neemt
toen bleek dat het na an
derhalf jaar nog uitstekend
ging, stippelde hij zijn plan
dit
uit:
hij de vijfde plaats
Bols is eep pure sportman.
Het zware wielermetier
heeft hein gehard. Hij is een
ïi Bols, die met PëgaSUs, -eerzuchtige topsporter, maar
latere Olhaco, zelfs de weigert zich de allure van
de vedette aan te meten.
Hij voelt zich zo sterk, dat
één tak van sport hem niet
voldoende is.
«dklasse bereikte,
h werd het wielrennen,
die dopingaffaire hem
lust ontnam. Met Leert
immer trok hij sinds-
vrijwel iedere dag het
1TEERD tenlse heidelandschap in
zich conditioneel voor te
reiden op het schaatssei-
i. En in december werd
Bols in de strijd om de
tionale schaatstitel zo-
ir derde, achter Schenk
Verkerk. Daarmee ma-
Souplesse
En wat zou Jan Bols, on
danks de nog steeds niet
verdwenen bittere smaak
van de dopingaffaire, an
ders kiezen dan wielrennen?
Hij dacht aan een comeback
in de wielersport, „vrat"
honderden kilometers en
wat kleinere wedstrijden,
dan de klassiekers. Jan
Bols, die in dienst staat van
„Caballero", heeft dit hoog
tepunt voor het lopende sei
zoen voor ogen: Olympia's
Toer. die vrijdag 16 mei
van start gaat. „Conditio
neel heb ik geen achter
stand op de andere renners.
Het gaat er alleen nog om
de noodzakelijke souplesse
op te voeren. Ik heb immers
tien maanden niet op de
fiets gezeten. Bovendien is
de overgang van schaatsen
naar wielrennen toch wel
erg groot. Maar als alles
een beetje meezit moet het
lukken", zegt Jan Bols, die
de wielersport toch niet kan
vergeten.
Keus maken <-.e
Maar half augustus zal hij
toch zijn keuS moéten ma
ken: wielrennen of schaat
sen. „Ik heb het schaatsen
vroeger gezien als voorbe
reiding op het wielersei-
zoen. Vorig jaar hoefde ik
me helemaal nergens zor
gen over te maken. Ik had
toen zo weinig gefietst, dat
er maar één keus mogelijk
was. Ik weet niet of het
dit jaar ook zo zal zijn. Ik
schaats graag maar ik heb
voor de wielersport zeker
zoveel belangstelling. Eerst
zo veel mogelijk wieler-
Voorlopig wielrennen.
wedstrijden rijden en dan
zien we wel verder". Het
is de vraag of de schaats
bond zo ver wil zien. Er
was eens het geval-Rudi
Liebrechts, die acht jaar
zweefde tussen schaatsen
en wielrennen en zijn keus
niet kon doen. Voor de
KNSB blijft wielrennen een
moeilijk te verteren zaak.
Fietsen en schaatsen gaan
niet samen, is de algemene
mening van de bestuurders.
Jan Bols denkt daar anders
over. „De KNSB stelt als
eis dat ik na 15 augustus
moet stoppen met wielren
nen. Zo niet, dan word ik
uit de kernploeg genomen^
Maar waarom maakt de
bond zich hierover nou zo
druk. Als ik bij de eerste
vijf kan eindigen mag
ik ook aan de eerste drie
denken? is de zaak toch
voor elkaar. Waarom moet
ik dan stoppen met wiel
rennen. Ik weet ook wel dat
de andere schaatsers van
mei af iedere zaterdag con
ditietraining hebben op het
CIOS maar als ik fiets, raak
ik heus niet bij hen achter
wat de conditie betreft.
Waarom maken ze dan zo'n
drukte".
Misschien toch
Jan Bols wil er nu nog
geen probleem van maken.
De nuchtere Drent vindt
half augustus nog ver weg.
Hij bereidt zich op zijn
eigen manier voor op het
schaatsseizoen. Want hij
wil de schaatsen toch niet
in "Hët^'vet zetten. „Kijk
eens, als ik mocht kiezen
tiissëri -efen profcoHttact als
schaatser als dat moge
lijk zou zijn, want die be
staan niet eens en een
als wielrenner, zou ik toch
schaatsen kiezen. Een prof
contract als schaatser kun
nen we rustig vergeten".
„En de kans dat ik een
contract als profwielrenncr
zou tekenen, is zo klein dat
wc die inogelüklieid ook
wel kunnen uitsluiten".
Blüft over: schaatsamateur.
Of misschien toch wieler
amateur?
door tot de wereldtop.
ff
HENGELO. Stel mr. F. Goud
smit, voorzitter van de Konink
lijke Nederlandse Schaakbond,
geen vragen over schaaktech-
niscfae aangelegenheden. Hij zal
het antwoord schuldig blijven en
slechts zeggen: ,,Ik weet er
weinig van. Ik ben maar een zeer
matig schaker en mag zo nu en
dan weieens invallen aan het
tiende bord van de Hengelose
Schaakclub".
Toch is de in Hengelo woonachtige
meester in de rechten een hartstoch
telijk liefhebber van het spel. Met hart
en ziel wijdt hij zich aan de taak, die
hij ruim twee jaar geleden op zich
nam: het voorzitterschap van de KNSB.
Als adviseur in de metaalbranche, met
speciale kennis van kwesties betreffen
de organisatiestructuur, taakverdeling
en procedures van samenwerking,
moet de heer Goudsmit dikwijls ge
bruik maken van zijn organisatietalen
ten, die hij ook veelvuldig gebruikt bij
het leiden van de 15.000 leden tellende
schaakbond. Zijn belangrijkste doelstel
lingen: in 1973, bij het honderdjarig
bestaan van de KNSB, 25.000 leden en
in hetzelfde jaar vijf Nederlandse
grootmeesters.
Propaganda
„Ik ben, van mening, dat beide idealen
kunnen worden verwezenlijkt", vertelt
de heer Goudsmif. „Door de instelling
van een "bonÓsbureau kan de gehele ad
ministratie vanuit een centraal punt
worden verzorgd. Via de-districten drin
gen we er bij de clubs op aan propa
ganda te maken voor schaken, opdat
het ledental groter wordt. Daarnaast
zal worden getracht in die gebieden
waar geen verenigingen zün, te komen
tot het oprichten van clubs".
Nederland telt momenteel 500 schaak
verenigingen, verdeeld over 314 plaat-
Coach
Naast uitbreiding van het ledental
het aanstellen van een coach een vur
CHAKEN is zowel sport als kunst en wetenschap,
wcdstrüdelement is het sportieve gedeelte: de
kunst is de artistieke kant, het strategische en
combinatorische en dc wetenschap het systeem en
de documentatie", zegt mr. F. Goudsmit-
In september 1965 volgde de 36-jarige meester in dc rechten,
die is verbonden aan liet Raadgevend Bureau Berenschot
te Hengelo, de in februari van dat jaar overleden KNSB-
voorzitler ir. H. van Steenis op.
De heer Goudsmit werd geboren in Ocgstgeest. groeide op
in Den Haag er studeerde rechten in Leiden. Als bestuur
der trad hü voor het eerst op de voorgrond tydens zün
studententijd, toen hü voorzitter was van het Leids Studen
tenschaakgenootschap „Morphy". Bü de viering van een
lustrum organiseerde deze vereniging het eerste open snel-
schaaktoeruooi van Europa. Dat was in 1953 en uit die tüd
dateren de contacten van de heer Goudsmit in de schaak
wereld. In 1954 werd hü benoemd tot voorzitter van dc
Nederlandse Studenten Sportstichting. Hü bleef het tot 1955.
Een jaar .atcr werd de heer Goudsmit uitgezonden naar
Amerika door het .studentenreisbureau. Van 1957 tot 1959
vervulde bij zijn dienstplicht en van 1959 tot 1963 was hü
als advocaat verbonden aan een groot Haags advocatcn-
l>< beer Goudsmit, die in 1963 zakelijk leider was van de
hulpactie voor het door een aardbeving verwoeste Perzische
dorp Dousadj, kwam in 1964 naar Hengelo. De KNSB be
naderde hem in 1965 voor het voorzitterschap.
Zijn interesses beperken zich niet uitsluitend tot schaken.
Ook als voetballer, hockeyer, schaatser (in 1956 reed hü de
elfstedentocht) cn wandelaar was hü actief. Hü heeft drie
vierdaagsekruisen.
aan de top We zün hier rükelü'k bedeeld met belangrüke
Over hel schaken in Nederland: „In West-Europa staan we
„Kijk naar Jan Timman (foto), die door Bouwmeester wordt getraind.
Zo'n jongen maakt vorderingen."
ge wens van de heer Goudsmit. „We
hebben in ons land een aantal dpge-
lijke meesters. Om er grootmeesters
van te maken, is een goede begeleiding
niet alleen gewenst, maar zonder meer
noodzakelijk.
Het bestuur van de KNSB kan de scha
kers niets leren. Dat kan alleen een
coach. Kijk maar naar een jongen als
Jan Timman. Hij wordt getraind door
Bouwmeester met als gevolg, dat hij
al kandidaat-meester is".
Voor het in dienst nemen van een coach
is geld nodig. Vrij veel geld,
want de man zal er een volledige dag
taak aan krijgen. De toernooien, waar
in een schaker, grootmeesterresultaat
moet bereiken, duren altijd enige we
ken. Het is daarom niet mogelijk van
het trainerschap in het topschaak een
part-time baan te maken.
Voor een speler geldt hetzelfde, maar
die kan in belangrijke toernooien een
behoorlijk bedrag verdienen, terwijl hij
daarnaast door het geven van simul
taanseances en het schrijven van
schaakliteratuur nog het nodige kan
binnenhalen.
Vooral omdat de KNSB nu niet bepaald
een rijke bond is, brengt het aantrek
ken van een coach de nodige proble
men met zich. Hoe zijn die op te los-
Wel sport.
„Als de NSF onze bond straks als lid
hééft geaccepteerd komen we een heel
stuk verder", aldus de heer Goudsmit.
„Dat heeft lang geduurd, omdat de NSF
van mening" was dat schaken geen
sport is omdat het lichamelijke element
ontbreekt. Maar schaken is mijns in
ziens wel degelijk een sport. Want ik
bpn van jfieningyrlat sport betekent: 't
bedrijven van vorm van wedijver. Dat
gebeurt bij^ïchakoii zonder1 meer. Er
wordt geschaakt volgens een door een
internationale federatie vastgesteld
spelreglement. Dat is, dacht ik zo, toch
voldoende". Op de jaarvergadering van
de NSF op 20 mei zal de KNSB een van
de bonden zün die als lid zal worden
„De schaakbond heeft de financiële
steun van de NSF nodig om een coach
in dienst te kunnen nemen. En, ik zeg
het nogmaals, om een sterke schaaktop
te krijgen, die is opgewassen tegen de
altijd oppermachtige schakers uit de
Oosteuropese landen, is een coach on
ontbeerlijk".
HEERLERHEIDE Terwijl het ge
juich van dc jochies nog in de dojo
klinkt „Martin, Martin, ha-ja-ja"
zegt Martin Poglajcn, die onlangs na
een verblijf van tien maanden in Ja
pan terugkeerde: „Ik heb veel geleerd
in Japan. Ik weet zeker dat ik nu de
sterkste judoka's ter wereld kan ver
slaan. Begrijp me niet verkeerd. Ik
wil daarmee niet zeggen dat ik de sterk
ste judoka van de wereld ben, want ik
kan net zo goed van een zwakkere ver
liezen. Er zijn zo veel factoren die tot
verlies kunnen leiden. Maar ik weet wel
dat mijn mogelijkheden veel groter zijn
geworden". Dat is optimistische taal,
vlak voor de Europese kampioenschap
pen, die op 15 mei in Oostende begin -
Martin Poglajen loopt over van zelf
vertrouwen. De Limburger, al lang be
horend tot de groep die in judosterk
Nederland nog boven de vele sterkeren
staat geklasseerd, heeft in Japan een,
volgens eigen zeggen, enorme vooruit
gang gemaakt. „Het klinkt arrogant
maar ik kon van een leraar eigenlijk
niets meer leren. Ik ken alle worpen
en grepen. Maar judo is onbegrensd in
zijn mogelijkheden. De variaties zijn on
eindig. Nu heeft iedere judoka een aan
tal handelingen tot zijn specialiteit ge
maakt. Dat is bij de één een zoveelste
heupworp, bij de ander een zoveelste
beenworp. Ik heb ook worpen, waarin
ik niet ben te overtreffen. En nu kun
je van elkaar veel leren maar van wel
ke topman in Nederland moest ik nog
wijzer worden?"
Twee uur knokken
„Dat is in Japan anders. Daar is de
top veel breder, het wemelt er van gro
te judoka's. Als ik hier een half uur op
de mat had gestaan was het op. In de
Tenry-universiteit knokte ik twee uur
achter elkaar. Dat is belangrijk voor
de wodstrijdteohnlek. Steeds andes* te
genstanders. Ik heb een schat aan er
varing opgedaan en het verschil is nu
dat ik in een wedstrijd zo veel moge
lijk worpen kan inzetten terwijl een an-
dér probeert zo lang mogelijk te blijven
staan. Wat ook belangrijk was: ik heb
aan de Tenry-universiteit een aardig
mondje Japans opgedaan. Japan blijft
toch het judoland en als je je in de
taal behoorlijk kunt uitdrukken, loopt
alles veel soepeler en kom je ook meer
te weten".
Bamboestok
Martin Poglajen heeft niet al zijn tijd
op de judomat doorgebracht. Hij heeft
zich ingeleefd in de gewoonten van de
„IK KAN IN EEN
WEDSTRIJD NU ZOVEEL
MOGELIJK
WORPEN INZETTEN"
Japanner, getracht iets van de „ondoor
grondelijkheid" te doorbreken. „Een
sen8ei de meester is iemand die
enorm hoog staal aangeschreven. Bij
ons was dat Matsumoto, de coqch van
het Japanse judoteam. Die hield er een
vreemde methode van trainen op na.
Als de Jongens zich niet voldoende in
zetten, sloeg hij hen met een bamboe
slok op hun hoofd, en echt niet zacht.
Ik heb er geen last van gehad. Ik werd
als gast met voorkomendheid behandeld.
Trouwens, onze mentaliteit is anders,
harder dan die van de Japanner, in
feite een gecompliceerd wezen want
aan de ene kant is hij zacht en aan
de andere toch ook keihard, bloeddor-
«tig bijna. Ik heb op de televisie Thai-
boksen gezien en kickboksen. Van de tien
partijen ging er in zeven een bokser
plat. Vinden ze geweldig. En Ame
rikaans rolschaatsen. Dan staan ze in
een kleine piste, mannen en vrouwen,
en die slaan, schoppen en meppen el
kaar dat het niet mooi meer is. Zoiets
vinden wij te ver gaan, een Japanner
geniet ervan".
Tweede
Martin Poglajen. terug naar judo: „An
derhalf jaar geleden werd ik in Salt
.Lake City tweede achter de Japanner
Marukl. Ik kan me niet meer voor
stellen dat ik nog ooit van hem verlies".
Boordevol zelfvertrouwen ztt de Llnv-
Martin Poglajen (rechts) op de
tweede plaats tijdens 'het wereld
kampioenschap judo 1967 in Salt
Lake City. Winnaar in het midden
gewicht werd de Japanner Eiji
Maruki (midden), van wie Poglajen
na een verblijf van tien maanden
in Japan zegt: „Ik zou nu niet meer
van hem verliezen".
burgae Judoka, die na Oostende ook
aan de wereldkampioenschappen In
Mexico zal deelnemen. En zelfvertrou
wen Is een onmisbaar element om tot
successen te kunnen komen.