WITTE BLUES WITTE BLUES WITTI
E BLUES
MANNEQUIN
YVONNE
Bi
af
EEN FANTASTISCHE
VONDST
ZATERDAG 11 APRIL Uf
Met de populariteit van „The Beatles", „The Yardbirds", „The Animals"
en vooral de „Rolling: Stones" begon in '64 ln Engeland tevens de
populariteit van de bluesmuziek te groeien. Vernoemde groepen ba
seerden zich wel hoofdzakelijk op rythm en blues-achtige zangers als
Bo Diddley of Chuck Berry, maar hun invloed op het huidige blues-
gebeuren, mag toch niet onderschat worden. Er waren in die dagen
slechts twee vocalisten, die zich lieten inspireren door de „pure" blues:
John Mayall en Alexis Korner.
Laatstgenoemde leidde met Cyril Davies een groep, waarin o.a. Charlie
v Watts, Jack Bruce en Long John Baldry zaten. Na de dood van Cyril
Davies nam hij de groep over en ontwikkelde zich langzamerhand tot
l een der belangrijkste steunpilaren van de Engelse blueswereld, die
zich thans specialiseert in de „witte blues" (commerciële bluesmuziek,
v <he gebracht wordt door blanke musici).
De tweede vader van de blues,
John Mayall, maakte zijn eer
ste opnamen met ex-Cyril Da-
viesgitarist Bernie Watson. De
erkenning kwam, toen hij eind
1966 met de fameuze gitarist
Eric Clapton de legendarische
,.Bluesbreakers"-slpee opnam.
Hoewel Clapton even later de
groep verliet om de „Cream" op
te richten, bleef May-alls forma
tie populair. Vooral nadat hij gi
tarist Peter Green ontdekt had
en hem via een keiharde leerschool
had omgevormd tot een waardige
opvolger van Clapton. Ruim een
half jaar later na de elpee „A hard
road", verliet ook Peter Green de
„Bluesbreakers" om zijn „Fleet
wood Mac" (op dit moment hoger
aangeslagen dan Mayalls forma
tie) te beginnen. Na het vertrek
van Green veranderde Mayall het
geluid van de „Bluesbreakers"
door twee saxen aan de bezetting
toe te voegen. Met deze blazers,
die evenals de ritmegroep nog
al eens wisselen maakte Mayall
diverse elpees, waarvan „Crusade"
en „Bare wires" als hoogtepunten
aangemerkt worden. Kort na z'n
succesvolle Nederlandse toernee
in de zomer van '68, schakelde
de blueskoning weer over naar de
kwartetvorm, waarmee „Blues
from Laurel Canyon" gestalte
Begin 1967 was de „witte blues
boom" in Engeland eerst goed op
gang gekomen. Blues ging een
steeds belangrijker plaats inne
men in de pop-scène. Behalve de
groepen, die door de blues beïn
vloede muziek maakten („Jimi
Hendrix Experience", „Cream",
„Rolling Stones"), kwamen er
steeds meer „echte" bluesforma
ties. Het kwartet van Alexis Kor
ner speelde nog steeds, maar ook
nieuwe groepen als „Ten Years
After", „Tramline", „The Aynsley
Dunbar Retaliation", „Dr. K's
Blues Band", „Jethro Tuil" of
„The Keef Hartley Group". Een
aantal namen uit de duizenden,
als paddestoelen uit de grond ge-
rezen, bluesgroepen die er op dit
moment in Engeland zijn.
Amerika reageerde vrij langzaam
op de Engelse „boom" met de
bluesformatie van Paul Butter-
field als voorloper. Na hem kwa
men andere belangrijke Ameri
kaanse bluesgroepen als „Canned
Heat", „Lynn Country" en „The
Buddy Miles Express" (vroeger
bekend als „The Electric Flag").
Vooralsnog heeft de Amerikaanse
tiener meer op met de Engelse
groepen, getuige de populariteit
van John Mayall, Peter Greens
„Fleetwood Mac", Jethull en „Ten
Years After".
Wat Nederland betreft, hier heeft
de blues wel niet zo'n duizeling
wekkende hoogte bereikt als in
Engeland, maar de kring van
bluesliefhebbers wordt hoe langer
hoe uitgebreider. Dit is groten
deels te danken aan „Cuby and
The Blizzards", die de Nederland
se blues 'n eigen gezicht hebben
gegeven en zich bovendien mu
zikaal gezien kunnen meten
met de buitenlandse topgroepen.
Gelukkig voor ons, volgde na 't
succes van Cuby en de zijnen
geen explosie van allerhande blues
groepen. En degenen, die de moei
lijke stap dorsten wagen, bereik
ten zelden de felbegeerde top.
Uitzonderingen zijn de Haagse
„Living Blues" bij de Engelse
bluesliefhebbers al vrij populair
en de winnaars van 't Loos-
drachts Jazz Concours 1968, „The
Oscar Benton Blues Band, Cuby
and The Blizzards, Free (Engelse
bluesformatie, niet te verwarren
met de Rotterdamse soulforma-
ie), Alexis Corner en Ten Years
After.
UIT PUKKIES DAGBOqj
„Ziet op de pick-up gaan s
Maar de verleiding was te f
En Pukkie begon Eds
rondte te draaien, wat hij i
voorzien had.
^Seid, als je er van overtuigd
bent dat je te at wilt bereiken, dan
bereik je het ook". Dit zei, nu al
weer enkele jaren geleden, de be
kende actrice Conny Stuart op 'n
modeshow van Dick Holthaus te
gen een van de daar showende
mannequins. Het was Yvonne Vel
(H) uit Deventer, die nooit van
haar leven deze woorden van de
bekende actrice meer zal verge
tenZe heeft er vaak aan moeten
denken. Vooral de afgelopen an
derhalf jaar. Ze had er ruim
schoots de tijd voor. Vaak bete
kenden die woorden meer voor
haar dan alle andere mooie praat
jes van de mensen. Ze heeft ge
vochten, Yvonne. Gevochten voor
haar come-back in de modewe
reld. Een wereld van mooie schijn,
maar ook een wereld van keiharde
werkelijkheid.
Na de eerste show van Yvonne
Vel bij Dick Holthaus, enkele ja
ren geleden, is het haar goed
gegaan. Ze had 'n druk bestaan,
was gezien in de modewereld.
Letterlijk en figuurlijk. Om haar
heen vermelde het van de vrien
den. Ze was een veel gevraagd
Toen sloeg opeens, in maart van
het vorige jaar, het noodlot wreed
toe. Het voltrok zich in een paar
minuten. Ze zat met nog een paar
mannequins in de auto van de
bekende fotograaf Sanne Sannes.
7.e hadden foto's gemaakt in de
duinen. In de buurt van Alkmaar
verongelukte de auto en smakte
tegen een boom. Sanne was op
elag dood. Yvonne Vel was le
vensgevaarlijk gewond. Ze was
?oed te grazen genomen, noemt
vonne dat zelf. De artsen in het
Centraal Ziekenhuis in Alkmaar
hadden als eerste opdracht: zien
dat ze in leven blijft.
Yvonne zegti „Toen ik daar in
dat ziekenhuis werd binnenge-
bracth hebben ze mijn gezicht
tijdelijk opgelapt. Het hinderde
miet hoe het zat, als het maar
cat. Het moest later toch door
een plastisch chirurg gecorrigeerd
worden
Zeven operaties heeft ze nadien
ondergaan. Aan haar heup, aan
haar gezicht en waar al niet. Ze
was er erg slecht aan toe. Zowel
moreel als fysiek. Ze kreeg in het
üekenhuis, waar ze alleen op een
kamer lag, gilpartijen. Ze lag met
ds benen omhoog in „zo'n toe
stand". Vreselijk.
Nu, nu ze weer genezen is, laai
ze me trots een brief zien die ze
«en dezer dagen van een dame uit
Alkmaar kreeg nadat deze in een
of ander persmedium had gelezen
dat Yvonne weer helemaal de
oude was.
In de brief staat zo ongeveer
Lieve juffrouw, u kent me niet
maar toch schrijf ik. U lag in het
ziekenhuis in de kamer tegenovt,
die van mij. Wij hoorden u vaak
gillen. V riep dan om uw moede-
Ik heb altijd gehoopt dat een
mooie mannequin, het leven zo»
redden. Tot mijn grote geluk u-
dat gebeurd".
Jn dat ziekenhuis was Yvonne
vaak een lastig mens. Maar wit
tou dat niet zijn. Een mannequin
die verminkt in een bed lag. Well
meisje zou niet wanhopig zijn als
haar gezicht in flarden lag. Ze
heeft dan ook heel wat van de
zenuwen van de haar behandelen
de artsen en verpleegsters ge
vergd. In Alkmaar dacht ze: ik
wordt wel aan mijn gezicht ge
opereerd. Maar dat gebeurde niet.
artsen in Alkmaar was: haar le
ven reden. Om het gezicht van
dat meisje konden ze zich nog
niet bekommeren. Ook al was het
non mannequin. Het gezicht kwam
later wel.
Na drieëneenhalve maand in Alk
maar kt het ziekenhuis U hebben
gelagen toerd ze ontslagen* Haar
kamer in Amsterdam was opge
zegd, Daarom ging ze naar haar
ouders in Deventer. Ze kon niet
lopen. In haar been zaten een pen
en een plaat, die er later in een
Deventer ziekenhuis z\jn uitge
haald. De masseur kwam in die
tijd vier maal per week. Ze kreeg
krukken en moest weer leren lo
pen. Veel steun heeft ze toen on
dervonden van haar vader, zelf
invalide. Hij nam haar mee de
straat qp. Gearmd schuifelden ze
dan. Voetje voor voetje.
„Vader zei vaak tegen me: meid,
als je vandaag tot Jansen op de
hoek kan lopen, dan krijg je van
mij een pilsje. En hoewel ik bar
stte van de pijn zette ik door.
Dan dronken we samen een pilsje
Ook zaten we hele ochtenden te
schaleen. Toen opeens, ik was
twee maanden thuis, overleed
mijn vader. Hij had longkanker
bleek later. Ik heb er ontzettend
veel van geleden. Ik heb het niet
goed kunnen verwerken. Ik leek
uiterlijk en innerlijk op mijn va
der. Het was een goed mens. Heel
intelligent. Toen heb ik in no
vember 1967 een poliklinische
kaakoperatie ondergaan. Ik ben
niet bang voor pijn.
Maar daar was ik bang. De ope
ratie duurde niet lang. Maar het
gebeurde bij de volle bewustzijn.
Alleen een doek over je gezicht.
voor Harry Scheltens. De man
op hoeden gebied. Mijn gezicht
was nog dik. Maar ze waren al
lemaal erg aardig, de fotografen
en de televisiemensen. Ze fotogra
feerden alleen mijn goede kant.
Erg lief. Daarna kwam er geluk
kig voor en na weer wat werk.
Ik hou van het modevak. Schoe
nenshows, hoedenshows en dat
soort dingen. Geen wasmiddelen.
Mijn gezicht ging intussen niet
over. Half juli ben ik weer ge
opereerd. Toen liep ik dus het
najaar mis met shows. Maar nu
ga ik weer beginnen. Ik ben weer
vólkomen fris. Ik ga een goed
fotoboek aanleggen van goede fo
tografen, Hans Dukker enzo.
Voorlopig geef ik tekenlessen. Ik
wil echter zo gauw mogelijk weer
naar mijn oude vak. De mode.
Ik heb er veel plezier in. Het
verdient ook wel lekker. Mijn ge
zicht is nog wel wat dik, maar
die dokier in Hengelo slaagt er
wonderlijk wel in er toch iets
moois van te maken. In het mode
vak is het zo dat je je overal
moet laten zien. Aanzien doet
gedenken, zéker in de modewe
reld. Maar toch zit ik hier best
in Deventer. In het voorjaar moet
ik natuurlijk weer naar Amster
dam, maar voorlopig kan ik me
best redden met op en neer te
Puzzel
Fabeltjeskrant
de TV gezien, dat het ei van
van juffrouw Ooievaar een paasei
was, dat ze cadeau gaf aan me
neer de Uil op z'n verjaardag met
Van de stapel brieven en kaar
ten die we binnen kregen waren
er maar drie die het goed hadden.
Tineke v. d. Drift, Schenkelweg
1, Zoeterwoude; A. Sormani, Bea-
trixstraat 31, Leiderdorp: L. Aart-
man, Kerkstraat 93, N.W. Hout.
Die kinderen krijgen een verras
sing thuis gestuurd, maar er zijn
ook enige kinderen, die een belo
ning krijgen voor een originele op
lossing.
VV'im Wensinck, Rijndijk 346,
Hazerswoude schreef: Het ei van
juffrouw Ooievaar wordt om
streeks Pasen gevonden en er zul
len uit dit ei twee nieuwe fabel
tjeskrant dieren komen.
Marja Kortekaas, Noordeinde 6,
R'veen heeft er een prachtig ver
haal over gemaakt.
Het begint zo: Zoals altijd komt
eerst het bekende liedje van mijn
heer de Uil op de T.V. en dan...
Zo lieve kjjkbuiskinderen jullie
weten toch wel dat het ei van
mejuffrouw Ooievaar al enige tijd
spoorloos is. Ja, nou even kijken.
Waar stEiat het ook weer? Ja
Vandaag, zo lees ik in de fa
beltjeskrant, is er een spoedbrief
gekomen, nou kijk zelf maar. Ger-
rit de duif, komt aangevlogen en
landt op het braamstruikse bin
nenpad en zegt: „een spoedbrief
uit het buitenbos voor mej. Ooie-
vsiar". .„Geef maar gauw hier!"
roept mej. Ooievaar. „Hè, toe lees
eens voor," zegt meneer de raaf.
„Nee," snibt mej. OoievaEir. „Jij
denkt weer aan Hatsjikedee en
smikkelen en smullen." Ze loopt
kwaad weg. „Ook altijd het zelf
de,," glimlacht de Raaf, want hij
weet er meer van.
Ondertussen is juffr. Ooievaar
bij haar nest gekomen en ze leest
dat haar zuster Carolien met Pa
sen komt. Ze gaat vlug naar mej.
Mier, want ze denkt, dat zij het
pakje nog heeft. Ze belt aan Ting!
tingeling!
Truus de mier is vlijtig aan het
koperpoetsen ze heeft de bel niet
gehoord. Mej. Ooievaar wordt on
geduldig en ze belt nog eens, maar
nu heel hard. Tin-ting-tingeling
„Tut-tut-tut" zegt juffrouw Mier
en ze loopt naar de deur.
„Dag Truis, ik kom op visite,"
Paasmorgen.
zegt mej. Ooievaar. „Tut-tut-tut.
Kom binnen, maar let niet op de
rommel. Juffr. Oooievaar begint:
„U weet..."
Daar gaat de bel. Ting-ting-tin-
geling. „Hebt u even geduld?"
vraagt juffr. Mier. Het is Mijndert,
die komt wat ophalen voor de
In december ben ik aan mijn heup
geopereerd. De pen en de plaat
moesten eruit worden gehaald.
In januari daarop volgde de eer
ste operatie aan mijn gezicht. Ik
zag er vreselijk uit. Er zaten
gaten in en er waren stukken uit.
Dat soort dingen. Ik ben verwe
zen naar de beste plastisch chi
rurg in Nederland, naar dr. Boom
m Hengelo. Hij heeft het keurig
gedaan. Dat moet ik zeggen. Hij
heeft het mooi voor elkaar ge
maakt.
In februari van dit jaar hep ik
toe» mijn eerste show. Ik Uep
harren in mijn snelle mini-Coopei
Na zo'n ongeluk ben je even
wichtiger geworden. Ik hoef he
lemaal niet beklaagd te worden
hoor. Er gebeuren heus wel er
gere dingen. Maar voor mij hoeft
het niet allemaal meer zo. Je
hebt in ons vak natuurlijk veel
mensen die voor de televisie wil
len. Dat vragen ze dan gewoon.
Aan Willem Duys bijvoorbeeld
Maar dat hoeft voor mij niet. Ik
ben niet zo aanvragerig.
Maar erom vragen. Ik zal er nooit
achteraan hoUet^ oakter de pu
bliciteit.
ELSJE IN
KABOUTER-
LAND
Wat gebeurde: In haar droom
stapt Elsje met kabouter Prik-
kebeen kabouterland binnen.
Iedereen is bezig met voorbe
reidingen voor de 50e verjaar
dag van koning Goudoog Elsje
slakken en kikkers. Ze bezoekt
de banketbakkerij, de timmer
werkplaats, de limonadefabriek,
de spinnerij en de zijdeweverij.
Elsje en kabouter Prikke-
been lopen 'n beetje rond in
kabouterdorp- 't Is warm weer.
De meeste kabouters hebben
hun puntmutsen thuis aan de
kapstok laten hangen. Als 't
weer zo mooi blijft, gaan de
mutsen wei gauw, tot de win
ter. in speciale opbergdozen
met mottenballen erin.
Elsje en Prikkebeen belanden
in 'n buitenwijk, waar een hele
rij nieuwe huisjes gebouwd
worden. Kabouter Baksteen
komt naar hun toe en zal hun
alles erover vertellen.
Huizen bouwen is eeu groot
karwei. Zelfs de olifanten moe
ten mee heplen. Zij beginnen 't
werk door met hun grote platte
voeten palen in de grond te
slaan. De grond dreunt ervan.
Hier en daar in de huisjes, die
iets verderop staan, vallen
zelfs schilderijtjes van de muur.
Gelukkig zijn de olifanten vlug
klaar, want de helft van de
palen blijft een flink eind bo
ven de grond uitsteken. Tussen
deze palen komt een vlecht
werk te hangen, 't Vlechtwerk
is door de bevers thuis ge
maakt. De hele familie heeft
meegeholpen. Dat is wel te
zien, want hier en daar zitten
zwakke plekken. De kinderen
bever hebben daarvoor ge
zorgd. met stoeien zijn se er
tegenaan gevaleln. Toen vader
en moeder bever by de boren
op verjaarsvisite waren, heb
ben ze alles zo goed mogelijk
weer in elkaar gedraaid. De
echte bouwmeesters zijn de
apen, dat ziet Elsje heel goed,
met stompe hamertjes timme
ren ze 't vlechtwerk vast aan
de palen. Om niet te vallen
slaan zij hun staart om de
ronde palen heen. Als kabouter
Baksteen tussen beiden even
weg Is, spelen ze wilde slin-
gerspellen van de ene paal naar
de andere. Nu begint de knoei
boel. In een grote ton roeren
de apen met pollepels een pap
je van leem, zand en water.
Dan smeren ze staartenvol van
't mengsel over 't vlechtwerk
heen, zodat 't helemaal dicht
zit.
Elsje vindt alles een beetje
vreemd. Dat apen zulke goede
huizenbouwers zouden zijn, had
ze nooit gedacht, 't Werk schiet
hard op. De spinnen komen al
aanrennen met een groot spln-
neweb met veel moeite span
nen de apen 't net over de
't Is juist 3 uur. Even uit
rusten. Kopjes thee gaan van
'hand tot hand. Volle thermos
flessen worden leeggeschonken.
Ook Elsje drinkt een kopje el
ke thee. 't Is niet lekker zoet,
ker in hun thee. Dat valt Elsje
wel een beetje tegen. Ze wil
dan ook geen tweede kopje.
Als de thermosflessen leeg zijn,
klapt kabouter Baksteen in zijn
handen. Iedereen springt op en
de werkzaamheden gaan weer
door. Een groot leger werk mie
ren komt juist in 'n lange rij
't terrein oplopen met groepjes
van 4 sleuren ze beukenblaad
jes achter zich aan. Daar tus
sendoor lopen mieren met lange
draden in hun linkerpoot. In
hun rechterpoot zit een naai-
naald geklemd. Zuchtend en
steunend klimt de hele rij de
ladder op. De beuke blaadjes
worden dakpans gewijze op 't
net gelegd en alle bladpuntjes
worden stevig vastgenaaid op 't
grote spinnenweb.
Elsje en Prikkebeen worden
moe en hongerig van 't kijken.
Ze bedanken kabouter Bak
steen en vertrekken. Misschien
vinden ze thuis nog wel een
vergeten boterhammetje op 'n
bordje in de keukenkast.
Wordt vervolgd.
nooddruftige dieren. Nadat Mjjn-
dert vertrokken is, komt mej.
Mier weer in huis en juffrouw
Ooievaar is zó zenuwachtig dat ze
zich verpraat. „Ik kom het ei...
eh het pakje halen" zegt ze. „Ik
heb het pEikje aan meneer de
Raaf meegegeven, want die kwam
het halen voor u. Dat zei hij ten
minste." Juffrouw Ooievaar loopt
nijdig de deur uit, terwijl ze nog
zegt: „O, u heeft het nog druk,
zie ik. Dag."
Juffrouw Ooievaar is vroeg op.
Ze wil meer van het ei weten,
daarom loopt ze eerst naar me
neer de Raaf. Hij Is ook al op.
„Vrolijk Pasen!" roept hij, maar
juffrouw Ooievaar doet net of ze
het niet hoort. „Moet je geen
paaseieren zoeken?" zegt de Raaf.
Juffrouw Ooievaar denkt nog.
aan wat juffrouw Mier gezegd
heeft, dus hij weet er meer van.
Ze gaat vliegen en wil wel eens
weten of het in zijn nest ligt. Ze
vliegt over het nest en ziet een ge
spikkeld ei liggen. Ze gaat op de
loer liggen en als mijnheer de Raaf
uit zijn nest stapt, ziet ze de kans.
Ze sluipt het nest in en pakt
het ei. Er zit een blauw lint om
en daar begrijpt ze niets van.
De Raaf is plotseling terug
gekomen. „Wat doe jfl hier?"
roept hij boos.
Mej. Ooievaar geeft geen ant
woord. „Nou vertel op, wat doe
jij hier aan mijn ei?" „Nietes, het
is mijn ei;" roept mej. Ooievaar
boos. „Nou luister eens, ik wou
juist dit ei aan je cadeau doen.
Maar nu geef ik het maar aan
alle dieren in het bos. Goed?"
„Ja goed," vindt mej. OoievEtar.
Tweede Paasdag.
Toen alle dieren op het braam
struikse binnenpad waren, kwam
Bor de Wolf pardoes tegen het
ei aangelopen.
„Kun je niet uitkijken?" vraagt
juffrouw Ooievaar. Bor de Wolf
bromt: „Huuuuu, heb ik het weer
gedaan? Juffrouw Ooievaar be
kijkt het el en ja hoor het is
gebarsten. Er rollen allemaal klei
ne eitjes uit. De dieren wensen
elkaar „Vrolijk Pasen."
De dag na Pasen zijn ze alle
maal laat op, want ze hebben
groot feest gehad. Alleen Bor de
Wolf waren ze vergeten. Gerrit de
Duif komt aangevlogen: „Spoed
brief uit het buitenbos voor mej.
Ooievaar.' Mej. Ooievaar is nog
niet aanwezig, dus ze gaan hem
brengen. Ze slaapt nog en ze ma
ken haar wakker. „Mejuffrouw
OoeivEiar, een spoedbrief voor u!"
Ze wordt wakker en zegt: „Hoe
durven jullie me wakker maken,"
maar als ze de brief ziet, zegt ze:
„Oh, bedankt."
De brief komt van Carolien:
Ze schrijft: Ik wou net naar je
toekomen, toen het begon te re
genen. „Nu ben ik met Pasen
maar thuis gebleven." 't Was wel
jammer. Juffrouw OoievEtar
schreef vlug terug. Ze schreef ook
nog, hoe het met het el was af
gelopen.
Oplossingen
van de raadsels
1 appels-sinaasappels.
2 klokkenstoel-paddestoel.
3 handschoen
4 vingerhoed.
5 dakpan.
Na loting kreeg Nelleke Berg,
Westeinde 15 Zoeterwoude het
Ik kreeg ook nog goede oplos
singen van: Frank Witte, Leiden;
An ja van Velzen, Zoeterwoude;
Trans van Velzen, Zoeterwoude;
Anton Blokhoizen, Leiden; Rons
■oddijn, Leiderdorp; Ria v. d. Star,
Hoogmade; Willy Zeestraten, Sas-
senheim; Anneke Hillenaar, Hoog
made; Silvia Frediks, Leiden)
Corrle en Kees Koek, Zoeterwou-
Rotteveel, Zoeterwoude; Annie v.
Leijden, Hoogmade; Rens v. Nier-
op, Hazerswoude (blyven mee
doen Rens, dan win je vast ook
wel eens een boek) Leneke Kop
pers, Leiden; Lucie Zwetsloot,
Hoogmade; Reinalda Bierman,
Noordwijk; Ria Turk, R.A.veen;
Yvonne Wisse, Leiden; MEirga
Straathof, Leiden; Connie v. d.
Poel, Zoeterwoude; Hans Kraaij-
envanger, Voorhout; Carla v. d.
Hoorn, Nieuwveen; Marian v. d.
Burg, N.w.hout; Eugène Zwet
sloot, Hoogmade; Thea v. Leeu
wen, Hoogmade; Anneke v. Vel
de; Gerry Bakker, R.Aveen; Hen-
nie Welsink, Warmond; Cockie
zen, R.A.veen (stuur je ook I
een verhaaltje?); Wilma Ba/
Zoeterwoude.
Nieuwe opgai
Wat hoort bij elkaar?
olie - das; tafel - kooi; bloem J
eet - blad; strop - servies
bol; borduur - trommel)
naald; wal - doek; stof
Oplossingen .insturen aan:|
te Jo, Krantentuin Leidse Coi|
Papengracht, Leiden. We
weer een mooi boek.
di
In 1867 waren twee jonge kolonisten bij de Oranjerivier in Zuid-A! rver W
aan het spelen. Plotseling vonden ze aan de oever een steen, die hebben
derder en mooier was, dan alle anderen. Hij zag eruit als een
vuile klomp aluin. Op één plEiats schitterde hij, alsof er een lid 00 e
brandde. De jongens verkochten de steen aan hun buurman, *e ïan(
Niekark, die hem overal en aan iedereen liet zien. Niemand had et £r kwa
flauwste vermoeden van, wat voor een vondst de jongens gehangen
hadden, voordat de steen aan een deskundige werd getoond. Hij s ye|a^]
vast, dat de zeldzame steen, niets anders was dan een diamant
21 karaat. De meeste diamanten, die je ziet in ringen en kettüR** ha'
zijn van een half tot één karaat. Hij was dus een
vondst, die 6000 mark opbracht. Vlug verspreidde zich het gen
dat men in Zuid-Afrika een diamant had gevonden. Avonturiers stn ^ai
den toe en zij deden werkelijk vondsten, die nog groter waren, da nilitair
van de beide jongens. Er werd een mijnindustrie opgericht en t<
vandaag levert Zuid-Afrika diamanten aan de hele wereld, gedeel
voor sieraden, gedeeltelijk voor industriële doeleinden.
Een diamant bestaat uit zuiver koolstof, die blootgesteld is ge^T'r Z0Q
aan een enorme druk. Hij is harder dan andere stenen. Diamai het
gebruikt men o.a. voor het slijpen van Eindere edelstenen. De gli «et
maker snijdt glas met een diamant en grote boormachines, die
rotsen werk verrichten hebben ook een diamantboor. De diamanten
sieraden worden geslepen, zodat ze glinsteren en er lichtvonken
schieten. Het is al gelukt kunstmatige diamanten te maken, maa
waren zo klein, dat men ze niet met het blote oog kon zien. Het li nensen
altijd zo gemakkelijk om de pronkstukjes van de natuur na te tjier
.Wat b
1 wordt
:J ™»i>«
•tellen"