WITTE BLUES WITTE BLUES WITTI E BLUES MANNEQUIN YVONNE Bi af EEN FANTASTISCHE VONDST ZATERDAG 11 APRIL Uf Met de populariteit van „The Beatles", „The Yardbirds", „The Animals" en vooral de „Rolling: Stones" begon in '64 ln Engeland tevens de populariteit van de bluesmuziek te groeien. Vernoemde groepen ba seerden zich wel hoofdzakelijk op rythm en blues-achtige zangers als Bo Diddley of Chuck Berry, maar hun invloed op het huidige blues- gebeuren, mag toch niet onderschat worden. Er waren in die dagen slechts twee vocalisten, die zich lieten inspireren door de „pure" blues: John Mayall en Alexis Korner. Laatstgenoemde leidde met Cyril Davies een groep, waarin o.a. Charlie v Watts, Jack Bruce en Long John Baldry zaten. Na de dood van Cyril Davies nam hij de groep over en ontwikkelde zich langzamerhand tot l een der belangrijkste steunpilaren van de Engelse blueswereld, die zich thans specialiseert in de „witte blues" (commerciële bluesmuziek, v <he gebracht wordt door blanke musici). De tweede vader van de blues, John Mayall, maakte zijn eer ste opnamen met ex-Cyril Da- viesgitarist Bernie Watson. De erkenning kwam, toen hij eind 1966 met de fameuze gitarist Eric Clapton de legendarische ,.Bluesbreakers"-slpee opnam. Hoewel Clapton even later de groep verliet om de „Cream" op te richten, bleef May-alls forma tie populair. Vooral nadat hij gi tarist Peter Green ontdekt had en hem via een keiharde leerschool had omgevormd tot een waardige opvolger van Clapton. Ruim een half jaar later na de elpee „A hard road", verliet ook Peter Green de „Bluesbreakers" om zijn „Fleet wood Mac" (op dit moment hoger aangeslagen dan Mayalls forma tie) te beginnen. Na het vertrek van Green veranderde Mayall het geluid van de „Bluesbreakers" door twee saxen aan de bezetting toe te voegen. Met deze blazers, die evenals de ritmegroep nog al eens wisselen maakte Mayall diverse elpees, waarvan „Crusade" en „Bare wires" als hoogtepunten aangemerkt worden. Kort na z'n succesvolle Nederlandse toernee in de zomer van '68, schakelde de blueskoning weer over naar de kwartetvorm, waarmee „Blues from Laurel Canyon" gestalte Begin 1967 was de „witte blues boom" in Engeland eerst goed op gang gekomen. Blues ging een steeds belangrijker plaats inne men in de pop-scène. Behalve de groepen, die door de blues beïn vloede muziek maakten („Jimi Hendrix Experience", „Cream", „Rolling Stones"), kwamen er steeds meer „echte" bluesforma ties. Het kwartet van Alexis Kor ner speelde nog steeds, maar ook nieuwe groepen als „Ten Years After", „Tramline", „The Aynsley Dunbar Retaliation", „Dr. K's Blues Band", „Jethro Tuil" of „The Keef Hartley Group". Een aantal namen uit de duizenden, als paddestoelen uit de grond ge- rezen, bluesgroepen die er op dit moment in Engeland zijn. Amerika reageerde vrij langzaam op de Engelse „boom" met de bluesformatie van Paul Butter- field als voorloper. Na hem kwa men andere belangrijke Ameri kaanse bluesgroepen als „Canned Heat", „Lynn Country" en „The Buddy Miles Express" (vroeger bekend als „The Electric Flag"). Vooralsnog heeft de Amerikaanse tiener meer op met de Engelse groepen, getuige de populariteit van John Mayall, Peter Greens „Fleetwood Mac", Jethull en „Ten Years After". Wat Nederland betreft, hier heeft de blues wel niet zo'n duizeling wekkende hoogte bereikt als in Engeland, maar de kring van bluesliefhebbers wordt hoe langer hoe uitgebreider. Dit is groten deels te danken aan „Cuby and The Blizzards", die de Nederland se blues 'n eigen gezicht hebben gegeven en zich bovendien mu zikaal gezien kunnen meten met de buitenlandse topgroepen. Gelukkig voor ons, volgde na 't succes van Cuby en de zijnen geen explosie van allerhande blues groepen. En degenen, die de moei lijke stap dorsten wagen, bereik ten zelden de felbegeerde top. Uitzonderingen zijn de Haagse „Living Blues" bij de Engelse bluesliefhebbers al vrij populair en de winnaars van 't Loos- drachts Jazz Concours 1968, „The Oscar Benton Blues Band, Cuby and The Blizzards, Free (Engelse bluesformatie, niet te verwarren met de Rotterdamse soulforma- ie), Alexis Corner en Ten Years After. UIT PUKKIES DAGBOqj „Ziet op de pick-up gaan s Maar de verleiding was te f En Pukkie begon Eds rondte te draaien, wat hij i voorzien had. ^Seid, als je er van overtuigd bent dat je te at wilt bereiken, dan bereik je het ook". Dit zei, nu al weer enkele jaren geleden, de be kende actrice Conny Stuart op 'n modeshow van Dick Holthaus te gen een van de daar showende mannequins. Het was Yvonne Vel (H) uit Deventer, die nooit van haar leven deze woorden van de bekende actrice meer zal verge tenZe heeft er vaak aan moeten denken. Vooral de afgelopen an derhalf jaar. Ze had er ruim schoots de tijd voor. Vaak bete kenden die woorden meer voor haar dan alle andere mooie praat jes van de mensen. Ze heeft ge vochten, Yvonne. Gevochten voor haar come-back in de modewe reld. Een wereld van mooie schijn, maar ook een wereld van keiharde werkelijkheid. Na de eerste show van Yvonne Vel bij Dick Holthaus, enkele ja ren geleden, is het haar goed gegaan. Ze had 'n druk bestaan, was gezien in de modewereld. Letterlijk en figuurlijk. Om haar heen vermelde het van de vrien den. Ze was een veel gevraagd Toen sloeg opeens, in maart van het vorige jaar, het noodlot wreed toe. Het voltrok zich in een paar minuten. Ze zat met nog een paar mannequins in de auto van de bekende fotograaf Sanne Sannes. 7.e hadden foto's gemaakt in de duinen. In de buurt van Alkmaar verongelukte de auto en smakte tegen een boom. Sanne was op elag dood. Yvonne Vel was le vensgevaarlijk gewond. Ze was ?oed te grazen genomen, noemt vonne dat zelf. De artsen in het Centraal Ziekenhuis in Alkmaar hadden als eerste opdracht: zien dat ze in leven blijft. Yvonne zegti „Toen ik daar in dat ziekenhuis werd binnenge- bracth hebben ze mijn gezicht tijdelijk opgelapt. Het hinderde miet hoe het zat, als het maar cat. Het moest later toch door een plastisch chirurg gecorrigeerd worden Zeven operaties heeft ze nadien ondergaan. Aan haar heup, aan haar gezicht en waar al niet. Ze was er erg slecht aan toe. Zowel moreel als fysiek. Ze kreeg in het üekenhuis, waar ze alleen op een kamer lag, gilpartijen. Ze lag met ds benen omhoog in „zo'n toe stand". Vreselijk. Nu, nu ze weer genezen is, laai ze me trots een brief zien die ze «en dezer dagen van een dame uit Alkmaar kreeg nadat deze in een of ander persmedium had gelezen dat Yvonne weer helemaal de oude was. In de brief staat zo ongeveer Lieve juffrouw, u kent me niet maar toch schrijf ik. U lag in het ziekenhuis in de kamer tegenovt, die van mij. Wij hoorden u vaak gillen. V riep dan om uw moede- Ik heb altijd gehoopt dat een mooie mannequin, het leven zo» redden. Tot mijn grote geluk u- dat gebeurd". Jn dat ziekenhuis was Yvonne vaak een lastig mens. Maar wit tou dat niet zijn. Een mannequin die verminkt in een bed lag. Well meisje zou niet wanhopig zijn als haar gezicht in flarden lag. Ze heeft dan ook heel wat van de zenuwen van de haar behandelen de artsen en verpleegsters ge vergd. In Alkmaar dacht ze: ik wordt wel aan mijn gezicht ge opereerd. Maar dat gebeurde niet. artsen in Alkmaar was: haar le ven reden. Om het gezicht van dat meisje konden ze zich nog niet bekommeren. Ook al was het non mannequin. Het gezicht kwam later wel. Na drieëneenhalve maand in Alk maar kt het ziekenhuis U hebben gelagen toerd ze ontslagen* Haar kamer in Amsterdam was opge zegd, Daarom ging ze naar haar ouders in Deventer. Ze kon niet lopen. In haar been zaten een pen en een plaat, die er later in een Deventer ziekenhuis z\jn uitge haald. De masseur kwam in die tijd vier maal per week. Ze kreeg krukken en moest weer leren lo pen. Veel steun heeft ze toen on dervonden van haar vader, zelf invalide. Hij nam haar mee de straat qp. Gearmd schuifelden ze dan. Voetje voor voetje. „Vader zei vaak tegen me: meid, als je vandaag tot Jansen op de hoek kan lopen, dan krijg je van mij een pilsje. En hoewel ik bar stte van de pijn zette ik door. Dan dronken we samen een pilsje Ook zaten we hele ochtenden te schaleen. Toen opeens, ik was twee maanden thuis, overleed mijn vader. Hij had longkanker bleek later. Ik heb er ontzettend veel van geleden. Ik heb het niet goed kunnen verwerken. Ik leek uiterlijk en innerlijk op mijn va der. Het was een goed mens. Heel intelligent. Toen heb ik in no vember 1967 een poliklinische kaakoperatie ondergaan. Ik ben niet bang voor pijn. Maar daar was ik bang. De ope ratie duurde niet lang. Maar het gebeurde bij de volle bewustzijn. Alleen een doek over je gezicht. voor Harry Scheltens. De man op hoeden gebied. Mijn gezicht was nog dik. Maar ze waren al lemaal erg aardig, de fotografen en de televisiemensen. Ze fotogra feerden alleen mijn goede kant. Erg lief. Daarna kwam er geluk kig voor en na weer wat werk. Ik hou van het modevak. Schoe nenshows, hoedenshows en dat soort dingen. Geen wasmiddelen. Mijn gezicht ging intussen niet over. Half juli ben ik weer ge opereerd. Toen liep ik dus het najaar mis met shows. Maar nu ga ik weer beginnen. Ik ben weer vólkomen fris. Ik ga een goed fotoboek aanleggen van goede fo tografen, Hans Dukker enzo. Voorlopig geef ik tekenlessen. Ik wil echter zo gauw mogelijk weer naar mijn oude vak. De mode. Ik heb er veel plezier in. Het verdient ook wel lekker. Mijn ge zicht is nog wel wat dik, maar die dokier in Hengelo slaagt er wonderlijk wel in er toch iets moois van te maken. In het mode vak is het zo dat je je overal moet laten zien. Aanzien doet gedenken, zéker in de modewe reld. Maar toch zit ik hier best in Deventer. In het voorjaar moet ik natuurlijk weer naar Amster dam, maar voorlopig kan ik me best redden met op en neer te Puzzel Fabeltjeskrant de TV gezien, dat het ei van van juffrouw Ooievaar een paasei was, dat ze cadeau gaf aan me neer de Uil op z'n verjaardag met Van de stapel brieven en kaar ten die we binnen kregen waren er maar drie die het goed hadden. Tineke v. d. Drift, Schenkelweg 1, Zoeterwoude; A. Sormani, Bea- trixstraat 31, Leiderdorp: L. Aart- man, Kerkstraat 93, N.W. Hout. Die kinderen krijgen een verras sing thuis gestuurd, maar er zijn ook enige kinderen, die een belo ning krijgen voor een originele op lossing. VV'im Wensinck, Rijndijk 346, Hazerswoude schreef: Het ei van juffrouw Ooievaar wordt om streeks Pasen gevonden en er zul len uit dit ei twee nieuwe fabel tjeskrant dieren komen. Marja Kortekaas, Noordeinde 6, R'veen heeft er een prachtig ver haal over gemaakt. Het begint zo: Zoals altijd komt eerst het bekende liedje van mijn heer de Uil op de T.V. en dan... Zo lieve kjjkbuiskinderen jullie weten toch wel dat het ei van mejuffrouw Ooievaar al enige tijd spoorloos is. Ja, nou even kijken. Waar stEiat het ook weer? Ja Vandaag, zo lees ik in de fa beltjeskrant, is er een spoedbrief gekomen, nou kijk zelf maar. Ger- rit de duif, komt aangevlogen en landt op het braamstruikse bin nenpad en zegt: „een spoedbrief uit het buitenbos voor mej. Ooie- vsiar". .„Geef maar gauw hier!" roept mej. Ooievaar. „Hè, toe lees eens voor," zegt meneer de raaf. „Nee," snibt mej. OoievaEir. „Jij denkt weer aan Hatsjikedee en smikkelen en smullen." Ze loopt kwaad weg. „Ook altijd het zelf de,," glimlacht de Raaf, want hij weet er meer van. Ondertussen is juffr. Ooievaar bij haar nest gekomen en ze leest dat haar zuster Carolien met Pa sen komt. Ze gaat vlug naar mej. Mier, want ze denkt, dat zij het pakje nog heeft. Ze belt aan Ting! tingeling! Truus de mier is vlijtig aan het koperpoetsen ze heeft de bel niet gehoord. Mej. Ooievaar wordt on geduldig en ze belt nog eens, maar nu heel hard. Tin-ting-tingeling „Tut-tut-tut" zegt juffrouw Mier en ze loopt naar de deur. „Dag Truis, ik kom op visite," Paasmorgen. zegt mej. Ooievaar. „Tut-tut-tut. Kom binnen, maar let niet op de rommel. Juffr. Oooievaar begint: „U weet..." Daar gaat de bel. Ting-ting-tin- geling. „Hebt u even geduld?" vraagt juffr. Mier. Het is Mijndert, die komt wat ophalen voor de In december ben ik aan mijn heup geopereerd. De pen en de plaat moesten eruit worden gehaald. In januari daarop volgde de eer ste operatie aan mijn gezicht. Ik zag er vreselijk uit. Er zaten gaten in en er waren stukken uit. Dat soort dingen. Ik ben verwe zen naar de beste plastisch chi rurg in Nederland, naar dr. Boom m Hengelo. Hij heeft het keurig gedaan. Dat moet ik zeggen. Hij heeft het mooi voor elkaar ge maakt. In februari van dit jaar hep ik toe» mijn eerste show. Ik Uep harren in mijn snelle mini-Coopei Na zo'n ongeluk ben je even wichtiger geworden. Ik hoef he lemaal niet beklaagd te worden hoor. Er gebeuren heus wel er gere dingen. Maar voor mij hoeft het niet allemaal meer zo. Je hebt in ons vak natuurlijk veel mensen die voor de televisie wil len. Dat vragen ze dan gewoon. Aan Willem Duys bijvoorbeeld Maar dat hoeft voor mij niet. Ik ben niet zo aanvragerig. Maar erom vragen. Ik zal er nooit achteraan hoUet^ oakter de pu bliciteit. ELSJE IN KABOUTER- LAND Wat gebeurde: In haar droom stapt Elsje met kabouter Prik- kebeen kabouterland binnen. Iedereen is bezig met voorbe reidingen voor de 50e verjaar dag van koning Goudoog Elsje slakken en kikkers. Ze bezoekt de banketbakkerij, de timmer werkplaats, de limonadefabriek, de spinnerij en de zijdeweverij. Elsje en kabouter Prikke- been lopen 'n beetje rond in kabouterdorp- 't Is warm weer. De meeste kabouters hebben hun puntmutsen thuis aan de kapstok laten hangen. Als 't weer zo mooi blijft, gaan de mutsen wei gauw, tot de win ter. in speciale opbergdozen met mottenballen erin. Elsje en Prikkebeen belanden in 'n buitenwijk, waar een hele rij nieuwe huisjes gebouwd worden. Kabouter Baksteen komt naar hun toe en zal hun alles erover vertellen. Huizen bouwen is eeu groot karwei. Zelfs de olifanten moe ten mee heplen. Zij beginnen 't werk door met hun grote platte voeten palen in de grond te slaan. De grond dreunt ervan. Hier en daar in de huisjes, die iets verderop staan, vallen zelfs schilderijtjes van de muur. Gelukkig zijn de olifanten vlug klaar, want de helft van de palen blijft een flink eind bo ven de grond uitsteken. Tussen deze palen komt een vlecht werk te hangen, 't Vlechtwerk is door de bevers thuis ge maakt. De hele familie heeft meegeholpen. Dat is wel te zien, want hier en daar zitten zwakke plekken. De kinderen bever hebben daarvoor ge zorgd. met stoeien zijn se er tegenaan gevaleln. Toen vader en moeder bever by de boren op verjaarsvisite waren, heb ben ze alles zo goed mogelijk weer in elkaar gedraaid. De echte bouwmeesters zijn de apen, dat ziet Elsje heel goed, met stompe hamertjes timme ren ze 't vlechtwerk vast aan de palen. Om niet te vallen slaan zij hun staart om de ronde palen heen. Als kabouter Baksteen tussen beiden even weg Is, spelen ze wilde slin- gerspellen van de ene paal naar de andere. Nu begint de knoei boel. In een grote ton roeren de apen met pollepels een pap je van leem, zand en water. Dan smeren ze staartenvol van 't mengsel over 't vlechtwerk heen, zodat 't helemaal dicht zit. Elsje vindt alles een beetje vreemd. Dat apen zulke goede huizenbouwers zouden zijn, had ze nooit gedacht, 't Werk schiet hard op. De spinnen komen al aanrennen met een groot spln- neweb met veel moeite span nen de apen 't net over de 't Is juist 3 uur. Even uit rusten. Kopjes thee gaan van 'hand tot hand. Volle thermos flessen worden leeggeschonken. Ook Elsje drinkt een kopje el ke thee. 't Is niet lekker zoet, ker in hun thee. Dat valt Elsje wel een beetje tegen. Ze wil dan ook geen tweede kopje. Als de thermosflessen leeg zijn, klapt kabouter Baksteen in zijn handen. Iedereen springt op en de werkzaamheden gaan weer door. Een groot leger werk mie ren komt juist in 'n lange rij 't terrein oplopen met groepjes van 4 sleuren ze beukenblaad jes achter zich aan. Daar tus sendoor lopen mieren met lange draden in hun linkerpoot. In hun rechterpoot zit een naai- naald geklemd. Zuchtend en steunend klimt de hele rij de ladder op. De beuke blaadjes worden dakpans gewijze op 't net gelegd en alle bladpuntjes worden stevig vastgenaaid op 't grote spinnenweb. Elsje en Prikkebeen worden moe en hongerig van 't kijken. Ze bedanken kabouter Bak steen en vertrekken. Misschien vinden ze thuis nog wel een vergeten boterhammetje op 'n bordje in de keukenkast. Wordt vervolgd. nooddruftige dieren. Nadat Mjjn- dert vertrokken is, komt mej. Mier weer in huis en juffrouw Ooievaar is zó zenuwachtig dat ze zich verpraat. „Ik kom het ei... eh het pakje halen" zegt ze. „Ik heb het pEikje aan meneer de Raaf meegegeven, want die kwam het halen voor u. Dat zei hij ten minste." Juffrouw Ooievaar loopt nijdig de deur uit, terwijl ze nog zegt: „O, u heeft het nog druk, zie ik. Dag." Juffrouw Ooievaar is vroeg op. Ze wil meer van het ei weten, daarom loopt ze eerst naar me neer de Raaf. Hij Is ook al op. „Vrolijk Pasen!" roept hij, maar juffrouw Ooievaar doet net of ze het niet hoort. „Moet je geen paaseieren zoeken?" zegt de Raaf. Juffrouw Ooievaar denkt nog. aan wat juffrouw Mier gezegd heeft, dus hij weet er meer van. Ze gaat vliegen en wil wel eens weten of het in zijn nest ligt. Ze vliegt over het nest en ziet een ge spikkeld ei liggen. Ze gaat op de loer liggen en als mijnheer de Raaf uit zijn nest stapt, ziet ze de kans. Ze sluipt het nest in en pakt het ei. Er zit een blauw lint om en daar begrijpt ze niets van. De Raaf is plotseling terug gekomen. „Wat doe jfl hier?" roept hij boos. Mej. Ooievaar geeft geen ant woord. „Nou vertel op, wat doe jij hier aan mijn ei?" „Nietes, het is mijn ei;" roept mej. Ooievaar boos. „Nou luister eens, ik wou juist dit ei aan je cadeau doen. Maar nu geef ik het maar aan alle dieren in het bos. Goed?" „Ja goed," vindt mej. OoievEtar. Tweede Paasdag. Toen alle dieren op het braam struikse binnenpad waren, kwam Bor de Wolf pardoes tegen het ei aangelopen. „Kun je niet uitkijken?" vraagt juffrouw Ooievaar. Bor de Wolf bromt: „Huuuuu, heb ik het weer gedaan? Juffrouw Ooievaar be kijkt het el en ja hoor het is gebarsten. Er rollen allemaal klei ne eitjes uit. De dieren wensen elkaar „Vrolijk Pasen." De dag na Pasen zijn ze alle maal laat op, want ze hebben groot feest gehad. Alleen Bor de Wolf waren ze vergeten. Gerrit de Duif komt aangevlogen: „Spoed brief uit het buitenbos voor mej. Ooievaar.' Mej. Ooievaar is nog niet aanwezig, dus ze gaan hem brengen. Ze slaapt nog en ze ma ken haar wakker. „Mejuffrouw OoeivEiar, een spoedbrief voor u!" Ze wordt wakker en zegt: „Hoe durven jullie me wakker maken," maar als ze de brief ziet, zegt ze: „Oh, bedankt." De brief komt van Carolien: Ze schrijft: Ik wou net naar je toekomen, toen het begon te re genen. „Nu ben ik met Pasen maar thuis gebleven." 't Was wel jammer. Juffrouw OoievEtar schreef vlug terug. Ze schreef ook nog, hoe het met het el was af gelopen. Oplossingen van de raadsels 1 appels-sinaasappels. 2 klokkenstoel-paddestoel. 3 handschoen 4 vingerhoed. 5 dakpan. Na loting kreeg Nelleke Berg, Westeinde 15 Zoeterwoude het Ik kreeg ook nog goede oplos singen van: Frank Witte, Leiden; An ja van Velzen, Zoeterwoude; Trans van Velzen, Zoeterwoude; Anton Blokhoizen, Leiden; Rons ■oddijn, Leiderdorp; Ria v. d. Star, Hoogmade; Willy Zeestraten, Sas- senheim; Anneke Hillenaar, Hoog made; Silvia Frediks, Leiden) Corrle en Kees Koek, Zoeterwou- Rotteveel, Zoeterwoude; Annie v. Leijden, Hoogmade; Rens v. Nier- op, Hazerswoude (blyven mee doen Rens, dan win je vast ook wel eens een boek) Leneke Kop pers, Leiden; Lucie Zwetsloot, Hoogmade; Reinalda Bierman, Noordwijk; Ria Turk, R.A.veen; Yvonne Wisse, Leiden; MEirga Straathof, Leiden; Connie v. d. Poel, Zoeterwoude; Hans Kraaij- envanger, Voorhout; Carla v. d. Hoorn, Nieuwveen; Marian v. d. Burg, N.w.hout; Eugène Zwet sloot, Hoogmade; Thea v. Leeu wen, Hoogmade; Anneke v. Vel de; Gerry Bakker, R.Aveen; Hen- nie Welsink, Warmond; Cockie zen, R.A.veen (stuur je ook I een verhaaltje?); Wilma Ba/ Zoeterwoude. Nieuwe opgai Wat hoort bij elkaar? olie - das; tafel - kooi; bloem J eet - blad; strop - servies bol; borduur - trommel) naald; wal - doek; stof Oplossingen .insturen aan:| te Jo, Krantentuin Leidse Coi| Papengracht, Leiden. We weer een mooi boek. di In 1867 waren twee jonge kolonisten bij de Oranjerivier in Zuid-A! rver W aan het spelen. Plotseling vonden ze aan de oever een steen, die hebben derder en mooier was, dan alle anderen. Hij zag eruit als een vuile klomp aluin. Op één plEiats schitterde hij, alsof er een lid 00 e brandde. De jongens verkochten de steen aan hun buurman, *e ïan( Niekark, die hem overal en aan iedereen liet zien. Niemand had et £r kwa flauwste vermoeden van, wat voor een vondst de jongens gehangen hadden, voordat de steen aan een deskundige werd getoond. Hij s ye|a^] vast, dat de zeldzame steen, niets anders was dan een diamant 21 karaat. De meeste diamanten, die je ziet in ringen en kettüR** ha' zijn van een half tot één karaat. Hij was dus een vondst, die 6000 mark opbracht. Vlug verspreidde zich het gen dat men in Zuid-Afrika een diamant had gevonden. Avonturiers stn ^ai den toe en zij deden werkelijk vondsten, die nog groter waren, da nilitair van de beide jongens. Er werd een mijnindustrie opgericht en t< vandaag levert Zuid-Afrika diamanten aan de hele wereld, gedeel voor sieraden, gedeeltelijk voor industriële doeleinden. Een diamant bestaat uit zuiver koolstof, die blootgesteld is ge^T'r Z0Q aan een enorme druk. Hij is harder dan andere stenen. Diamai het gebruikt men o.a. voor het slijpen van Eindere edelstenen. De gli «et maker snijdt glas met een diamant en grote boormachines, die rotsen werk verrichten hebben ook een diamantboor. De diamanten sieraden worden geslepen, zodat ze glinsteren en er lichtvonken schieten. Het is al gelukt kunstmatige diamanten te maken, maa waren zo klein, dat men ze niet met het blote oog kon zien. Het li nensen altijd zo gemakkelijk om de pronkstukjes van de natuur na te tjier .Wat b 1 wordt :J ™»i>« •tellen"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 12