Zwitserland
nog steeds lief
voor
cadillacrijders
ZWITSERS
SAAI
OF
ZWIJGZAAM?
HINKEN
OP
TWEE
GEDACHTEN
- -<
~"c:" -*-rr.
In 1967 verlieten 35 half-miljonairs, personen met
een vermogen van meer dan een half miljoen
gulden, ons land om zich voorgoed in het buitenland
te vestigen. Verscheidene van hen gingen naar
Zwitserland, naar de kantons Genève en Vaud, die
vanouds grote vermogens weinig belastingmoeilijk
heden in de weg leggen. Maar wonen in Zwitserland
is duur, zeker voor degenen, die op een bepaalde
luxe zijn gesteld. Een Nederlander, die nu aan het
meer van Genève woont, beweert, dat het pas bij
een vermogen van twee miljoen of meer financieel
aantrekkelijk wordt naar Zwitserland te verhuizen.
Men hoeft niet per se in Zwit
serland te gaan wonen, om aan
het betalen van veel belasting te
ontkomen. Er is nog een andere
oplossing. Blijven wonen in het
eigen land, maar zoveel mogelijk
geld overbrengen naar een Zwit
serse bank op een geheime reke
ning. Voor de fiscus van het
eigen land is het vrijwel on
mogelijk erachter te komen of
iemand inkomsten trekt uit Zwit
serland ondergebracht vermogen
en te bewijzen valrt het helemaal
Het aantal Amerikanen, dat ge
bruik maakt van Zwitserse num
merrekeningen of rekeningen op
naam de New Yorkse officier
van justitie Morgenthau spreekt
van honderdduizenden is de
laatste jaren zo groot geworden,
dat een staatscommissie is inge
steld om te onderzoeken of niet
op de een of andere manier aan
deze praktijk paal en perk kan
worden gesteld. Een van de eer
ste stappen van deze commissie
was overleggen met regerings
functionarissen en bankiers in
Zwitserland. Het doel: wijziging
van de Zwitserse wet op het
bankgeheim. Want de traditionele
zwijgzaamheid van de Zwitserse
bankiers, door de wet beschermd,
vormt de voornaamste trekpleis
ter voor buitenlandse vermogens.
De Engelse journalist en schrijyer
Paul Ferris besteedt in zijn kort
geleden verschenen boek „Men
and Money" uitvoerig aandacht
aan het Zwitserse banksysteem.
Wij namen daaruit enkele pas
sages over, die duidelijk maken,
dat men ook in Zwitserland gaat
beseffen, dat aan 's lands attrac
tie als financieel eiland wel eens
een einde kan komen.
Zwitserland, een land met een
bevolking van 5.75 miljoen men
sen, telt meer dan 400 bank
instellingen met tezamen 4300
kantoren. Men is trots op dat feit.
Maar als je bij wijze van com
pliment tegen een Zwitserse ban
kier zegt: ,.De Zwitsers staan al
tijd klaar om alles te doen wat
maar iets met financiën heeft uit
te staan", dan begint hij zich
zelf onmiddellijk te verdedigen.
Geen sprake van oneerlijkheid,
uitzuigerij, grove speculatie, heb
zucht en eigenbelang. Alsof het
de bedoeling was hem hiervan te
betichten.
De Zwitsers hebben een inter
nationaal financieel centrum op
gebouwd in hun kleine land, dat
op het gebied van de handel
weinig telt en politiek in het ge
heel niet die betekenis heeft, die
doorgaans samengaat met finan
ciële macht. De macht ontlenen
zij dan ook alleen aan de bijna
magische reputatie van eerlijk
heid en hoogstaande moraal. De
vrees dat die reputatie geschaad
zal worden, maakt hen zo ge
voelig voor opmerkingen van
buitenstaanders, die zij direct
als kritiek opvatten.
Begrijpelijk is dat wel. Want
ieder land dat zich bevindt op
het knooppunt van zulke enorme
geldstromen, wordt voortdurend
scherp in het oog gehouden en
bekritiseerd, door de rest van de
wereld. De Zwitserse bankier
bevindt zich in een positie, waar
in hij tegelijk wordt benijd en
een beetje gevreesd en waarin
hij door velen wordt gezien alt
iemand, die aanhoudend bezig
is met een stalen gezicht allerlei
zaakjes af te sluiten, die het
daglicht niet kunnen verdragen.
Zwijgzaamheid
Hij kan daar alleen maar één
ding tegenover stellen: voort
durend herhalen, dat hij so ach
tenswaardig ls. Dat irriteert
overigens dt financiële kopstuk
ken in andere landen ook weer.
„Niemand overtreft de Zwitsers
in zwijgzaamheid", aldus een
Amerikaanse bankier. „Maar
niemand is ook zo saai als zij. Zij
zijn zo fantasieloos en saai. dat
het nooit in hun hoofd zal op
komen geld van de bank in eigen
zak te steken en het eerstvolgen
de vliegtuig naar Brazilië te pak
ken. Je vraagt je eigenlijk af of
het bij de Zwitsers wel eerlijk
heid is of alleen maar hun on
gelooflijke saaiheid".
Wat «r ook van zij, alle ban
kiers zijn zwijgzaam, maar in
slechts enkele landen is die
zwijgzaamheid verheven tot wet,
zoals in Zwitserland. De ge
heimhoudingsplicht is een van
de belangrijkste kenmerken van
naar de dokter gaan; ook daar
mee hebben mijn vrouw en kin
deren niets te maken".
Met zulke opvattingen was het
voor de Zwitsers niet moeilijk een
systeem op te bouwen, waarin de
geheimhouding een hoogst eer
bare en tegelijk een hoogst nut
tige rol kreeg toebedeeld. Num
merrekeningen kennen ook an
dere landen maar geen een heeft
ze op 2»*n grote schaal toegepasts
Een m immerrekenlng betekent,
dat de klant een speciaal num
mer krijgt toegewezen en dat dit
nummer, en niet zijn naam. ge
bruikt wordt als Identificatie van
zijn rekening bij de bank. Niet
meer dan twee of drie bankdirec
teuren weten wie er achter het
steekt.
De wet op het bankgeheim werd
aangenomen in 1934, op een tijd
stip, dat veel geld, met name
joods geld, uit Duitsland begon
te stromen en nazi-agenten hun
best deden om na te gaan waar
heen het verdween.
De wet zegt, dat iedere "bankem
ployé, die het beroepsgeheim zou
schenden, een boete kan worden
tal verklaringen van verschillen
de banken overt egt, zonder dat
de inspecteur over voldoende be
wijzen beschikt, dat de aangesla
gene er overal geld heeft uitstaan.
Alleen in geval van misdaad kan
de rechter een bank gelasten de
boeken te openen, maar belas
tingzaken worden in Zwitserland
zelden als misdaad beschouwd.
De Z/witsers zeggen zelf: „Wij
willen geen misdaad verdoezelen,
we hebben alleen een andere op
vatting omtrent belastingheffing".
In de belastingwetten staat dan
ook. dat de banken onder geen
voorwaarden gedwongen kunnen
worden iets te onthullen aan
gaande hun klanten.
Het is een liberaal systeem van
wat ander gehitd horen; ze
geven .dan wel toe hetgeen
overigens voor de hand ligt
dat de waarborg van volledige
geheimhouding meehelpt geld
voor belastingontduiking naar
Zwitserland te laten vloeien.
„Onze banken worden op grote
schaal gebruikt voor belasting
ontduiking", aldus een van de'
bankdirecteuren van Genève.
Het geld, dat binnenkomt, kan
verdiend zijn door een onder
neming of een privé-persocm
buiten het land, waar deze thuis
hoort en dus belasting verschul
digd is, en geruisloos zijn ge
transfereerd naar ZwatserancL
Het kan ook afkomstig zijn van
winst op aandelen of onroerend
geregistreerd, er vierduizend zich
De meeste ervan zijn opgericht
door ondernemingen en privé-
personen, die het bezit van een
vestiging buiten htm eigen land
aannemelijk kunnen maken en
die daarvoor een land hebben ge
kozen, waar de belastingdruk
laag is. De Zwitsers zijn niet
hebzuchtig en sommige kantons
gaan zelfs zo ver, dat zij belas
tingfaciliteiten verlenen aan bui
tenlandse holding companies.
Een onderneming, die haar pro-
dukten verhandelt over heel
Europa, kan haar Zwitserse ves
tiging gebruiken als het punt,
waar alle betalingen binnenko
men. Wat er bijv. aan Inkomsten
kan geleid worden via het bij
kantoor van een Hollandse siga-
renfirma te Lausanne zal heel
wat minder belast worden dan
in Nederland zelf. Het is alle
maal volkomen legaaL, maar wel
vervelend voor het land, dat zich
daardoor belastinginkomsten ziet
ontgaan.
Belastingconcessies worden ook
verleend aan vreemdelingen, die
in Zwitserland willen komen wo
nen. Als ingezetenen zijn ze on
derworpen aan de Zwitserse be
lastingwetten, maar als niet-
staatsburgers komen ze er wel
genadig van af. Het is een goe
de manier om filmsterren en oud-
bedrijfsdirecteuren aan te trek
ken, maar het beeld van een be
lastingparadijs, dat daardoor ont
staat, een soort financiële Riviera
waar een bevoorrechte kleine
groep zich kan terugtrekken,
staat de Zwitsers toch niet zo
geving, zijn wet degelijk moge
lijk.
Een directeur van de Zwitserse
Kredietbank in Zürich ontkent
heftig, dat er sprake is
van privé-belastingovereenkom-
aten tussen kantons en vreemde
lingen. Op de opmerking, dat het
verhaal, dat een buitenlander in
het kanton Genève beiast wordt
op basis van de pensionprijs, die
hij in een hotel betaalt, dan ook
wel niet waar zal zijn, antwoordt
hij echter, dat dit wel juist is.
Maar dit heeft niets te maken
met privé-overeenkomsten. „Het
het Zwitserse banksysteem,
waarvan de regels zijn vast
gelegd door de staat. En deze
bijzondere regels zijn opgesteld
omdat zij goed geacht werden
voor de reputatie van het land
en daardoor uiteindelijk voor
„business". De kwestie is, dat ui
Zwitserland de autoriteiten aan
de kant staan van de zakenman.
Privé-leven en geheimhouding
zijn de rechten van iedere bur
ger; eigendom en het recht om
winst te maken worden geëer
biedigd; de staat blijft op zijn
eigen terrein.
„Het ligt in ons karakter", zegt
een bankdirecteur uit Genève.
„Mijn vader zou het hoogst bru
taal hebben gevonden als ik hem
gevraagd had op wie hij stemde.
Als iemand als ik toetreedt als
vennoot tot een bankfirma, is
het niet zeker, dat mijn vrienden
en familieleden hun geld bij die
bank zullen deponeren. Integen
deel. Het ligt meer voor de hand,
dat zij het Ijlings zullen over
maken naar andere banken op
dat ik niet te weten kom hoe
veel zij bezitten".
Vrijheid
„Wat ik met mijn geld doe, is
een zaak van mij alleen, dat is
althans mijn uitleg van het be
grip vrijheid", aldus een andere
bankies» JSet ia hetaelide «te
opgelegd van ten hoogste 20.000
francs (18.000 gulden) en een ge
vangenisstraf van zes maanden.
Zij zegt niet wat bedoeld wordt
met ..beroepsgeheim". Wel zijn er
enkele kantons, met eigen wetten,
die uitdrukkelijk verklaren, dat
een bank geen informatie mag
verstrekken aan de belasting- of
deviezenautoriteiten. De wet geldt
voor alle banken op Zwitsers
grondgebied: een Zwitsers bijkan
toor van een buitenlandse bank
is niet gereohtigd inliohtingen
over klanten door te geven aan
zijn eigen hoofddirectie.
Obsessie
Deze eerbied voor stilzwijgen kan
een obsessie lijken, maar i6 voor
degenen, die werkelijk geheimen
koesteren, wel een weldaad. Wat
telt ls niet, dat de Zwitserse ban
ken geheimhouding betrachten
alle banken beweren hetzelfde te
doen maar dat zij discretie be
waren ook in gevallen, die andere
landen te ver gaan.
Het Zwitserse bankgeheim bete
kent-op de eerste plaats, dat geen
Inlichtingen gegeven worden aan
de inspecteur van belastingen. De
klant zelf kan gesommeerd wor
den gegevens te verstrekken. HU
zal ze dan bij zijn bank moeten
opvragen. Maar de belastingin
specteur mag niet zomaar eisen,
d«t de belastingplichtig*» «en aan
bel astinginning. maar voor de
Zwitsers zelf betekent het meestal
toch betalen, of ze het graag doen
of niet. Het zijn de niet-Zwitsers,
die het meest van het systeem
profiteren.
De buitenlander, die in Zwitser
land een rekening heeft, wordt
gedekt door de wet op het bank
geheim en de enige autoriteit, die
zou kunnen ingrijpen, namelijk
de Zwitserse, heeft daar geen be
lang bij.
Niet alleen de geheimhouding ls
overigens aantrekkelijk. Geld
kan Zwitserland gemakkelijk
binnenkomen, omdat er geen
deviezencontrole is. Eenmaal bin
nen het land kan het worden be
legd ten behoeve van een niet-
ingezetene zonder dat de Zwit
serse autoriteiten aanspraak ma
ken op enige belasting op de in
komsten uit die belegging.
Maar geheimhouding i9 toch het
voornaamste waarom het gaat.
De Zwitsers hebben het er zelf
voortdurend over. Het probleem,
zo redeneren ze, hoort eerder
thuis bü de landen, die belasting
ontduiking strafbaar hebben ge
steld, dan bjj Zwitserland, dat
alleen een dienst verleent en niet
wil treden in de vraag naar het
juist of niet-juist van zulke ge
compliceerde zaken.
Onder rfkaw fefen MVting
goed, volkomen eerlijk verkregen
in eerste instantie door bijv.
een Amerikaan in Europa, die
het om voor de hand liggende
redenen niet bij zijn eigen be
lastingautoriteiten wil aangeven.
Het kan ook Zwitserland binnen
komen via koffers vol met bank
biljetten, de ouderwetse manier,
die de Italianen nog steeds toe
passen. Maar hoe het ook arri
veert, de bedoeling is, dat het
verborgen blijft voor anderen.
Voor veel mensen is Zwitserland
synoniem met belastingontdui
king. De Nationale Bank schat,
dat van de zesduizend holding
companies, die in het land staan
Onderhandelen
Wel geven zij toe, dat het in het
verleden mogelijk was te onder
handelen met de belastingauto
riteiten, maar ze zeggen, dat dit
nu niet meer gebeurt. Wat ze
echter bedoelen is iets anders
dan men zou denken. Een specia
le overeenkomst tussen de rijke
mijnheer Jansen en de belasting
inspecteur is niet meer mogelijk.
Maar bepaalde concessies, waar
voor speciale bepalingen zijn op
gemaakt in de kantonnale wet
koming voor buitenlanders, die
niet hun onderhoud verdienen in
Zwitserland", zo definieert hij
het. „In plaats van dat zij wor
den aangeslagen op grond van
hun inkomen, kunnen zij worden
aangeslagen op grond van hun
kosten van levensonderhoud.
Op zijn minst twee kantons heb
ben zulke wetten: Genève en
Vaud. De kosten van levenson
derhoud worden berekend als
vijf maal de huur van het appar
tement, dat de belastingbetaler
bewoont of anderhalf maal de
prijs van het hotel. „Natuurlijk",
voegt de bankier eraan toe, „als
Iemand er een Cadillac, een
chauffeur en twee bedienden op
nahoudt, zullen de autoriteiten
iet» meer berekenen".
Zwitserland staat duidelijk aan
de kant van Cadillacbezitters.
In een wereld, die er steeds meer
op uit schijnt te zijn de rijken
te onderdrukken, loopt Zwitser
land behoorlijk uit de pas.
„Persoonlijk", aldus een lid van
een bankfirma, „voel ik er veel
voor te helpen, als ik zie, dat
iemand in een ander land negen
tig procent van zijn inkomen aan
de belastingen betaalt". „De
Zwitsers zien het zo", zegt een
ander, „zij houden vol, dat zü
niets te maken hebben met het
belastingsysteem in andere lair
den. Maar als iemand van goec
naam en faam en met geld bij
ons komt en zegt: ik betaal thuis
te veel belasting, dan zullen de
Zwitsers zeggen: goed, wij zullen
je helpen te ontkomen aan de
hebzucht »van jullie belasting-
„Wij zijn niet onze broeders
hoeders", is een kreet, die met
vaak hoort. Een bankier, die
sprak over tonnenladingen uit
Italië gesmokkelde lires,
schudde zijn hoofd, toen hem
gevraagd werd of dit geen
problemen opleverde voor de
Zwitserse banken die dit geld
accepteerden. Geduldig legde
hij uit: „Eenmaal over
de grens is het volkomen
legaal geld".
De meeste Zwitsers worden
kwaad als zij gekritiseerd
worden. Wat zij doen is abso
luut eerlijk, vinden zij zelf.
Waarom dan hameren de
buitenlanders er steeds
weer op. Het moet
onwetendheid zijn of jaloezie-
Maar in hun hart koesteren
de Zwitsers twijfel; zij
hinken op twee gedachten.
Als de Zwitserse bankiers
open en bloot konden zeggen,
dat zij een oude gevestigde
orde beschermen, zouden
zij zich opgelucht voelen.
Maar ongelukkigerwijze
kunnen zij dat niet. Dat zou te
reactionair klinken- Daardoor
verkeren zij in een
dilemma: onofficieel staan
zij aan de kant van de
ouderwetse financiële
ijzervreters, die voortdurend
vechten tegen hebberige
regeringen en zo scherp
mogelijk bij de wind zeilen,
maar in het openbaar kunnen
zij niet anders doen dan
lippendienst bewijzen aan de
egaliserende wetten, opgang
doen in het Westen, waar
de regering steeds meer
beperkingen opleggen aan
bankiers en zakenlieden.
De Zwitserse manier van
bankier zijn „laisser faire"
„manier, maakt 't Zwitserse
bankwezen zo aantrekkelijk.
Maar tegelijkertijd kunnen de
Zwitsers nooit met deze man
te koop lopen, zonder zich
officieel te schamen. In plaats
van zonder meer te zeggen,
dat geheimhouding en vrij
zijn van op de loer liggende
autoriteiten iets is, dat de
zakenmensen waar ook ter
wereld graag toejuichen,
moeten zij wel voortdurend
met nadruk betogen, dat zij
zich aan de wet houden. In
plaats van te roepen: „Hier,
nummerrekeningen",
moeten steeds denken aan
hun officiële relaties-
Een Zwitserse bankier zei met
spijt dat hij het Zwitserse
banksysteem nog hooguit 20
jaar geeft. Zijn land zou
zich moeten bekeren tot „de
algemene aanval op het kapi
talisme" De wetten zouden
minder liberaal moeten
worden, de belastingverdra
gen met andere landen meer
gericht tegen de ontduikers.
„Maar we zullen proberen het
te overleven", zei hij
bleekjes- En ongetwijfeld zal
het merendeel van hen er over
twintig jaar nog wel zijn, zelfs
als de omstandigheden z(jn
veranderd. Zwitserland ls te
nuttig om niet te bltJven be-
Anders is het gesteld met geld,
dat afkomstig is van misdaad.
De Zwitsers leggen er de nadruk
op, dat het geld van een bandiet
of een afperser niet wordt ge
accepteerd, als da bank enig ver
moeden heeft waar het vandaan
komt, en dat beschuldiging van
misdaad het bankgeheim buiten
werking stelt. Maar .politiek"
geld wordt wel aangenomeiv
Want wie zal daarover een oor
deel vellen?
Batista van Cuba en de Perons
uit Argentinië bezaten miljoenen
dollars ln Zwitserland toen zij
van hun troon werden gestoten.
Tsjombe uit de Kongo liet staats
gelden overschrijven op Zwitser
se rekeningen. De familie van
Rafael Trnjillo, dictator vah de
Dominicaanse Republiek, totdat
h(j werd vermoord, belegde al
haar geld in Zwitserland. Men
krijgt te horen, dat de meest
fatsoenlijke banken geld van de
ergste dictatoren weigeren. Een
firmant van Hentsch en Co. een
van Genèves meest gerespecteer
de banken, bevestigt dit. maar
voegt eraan toe het eigenLijk on
logisch te vinden. „Want hoe kan
je jezelf opwerpen als autoriteit,
die uitmaakt, wat eerlijk of wat
onrechtvaardig is?"
JAN WALTA
kM
jkv - --- - vn&ït