DUIVENMELKEN
GOEDE
JAGER
HEEFT
NA
SCHOT
MOMENT VAN WROEGING
NA
HET
VOETBAL
VOLKSSPORT
NUMMER
EEN
(Van een onzer verslaggevers
VUGHT 'Hét concours voor postduiven is de „Derby
van Orleans", waaraan wel 40.000 tot 50.000 duiven deel
nemen. Geen enkele postduivenwedstrijd ter wereld
evenaart deze door Nederland georganiseerde vlucht.
Toch ligt de bakermat van de vele honderden jaren oude
duivensport niet in Nederland, maar in België. Dit land
telt momenteel zeker 120.000 georganiseerde duiven-
houders tegen 52.000 in Nederland (met gemiddeld een
kleine dertig duiven per liefhebber) en ruim 100.000 in
Duitsland. Wij, Nederlanders, met onze ruim 1.500.000
bij de overkoepelende Nederlandse Postduivenhouders-
organisatie (NPO) geregistreerde postduiven, hebben de
duivensport van onze zuiderburen geleerd. Wij hebben
na 1945 voor tienduizenden guldens aan Belgische duiven
hierheen gehaald (de onze moesten in de oorlogsjaren
wel en de Belgische niet wordengeslacht). Maar de
•Belgen zijn zo sportief om te erkennen, dat zij op hun
beurt veel van „de Hollanders" kunnen leren. Dat be
treft vooral de organisatie van deze volkssportjbij-uitstek
(er zijn óók zaterdagvliegers) en nog meer in het bij
zonder: het uitschrijven van internationale concoursen.
In door de liefhebbers zelf gefinan
cierde en speciaal gebouwde vracht
wagens worden de duiven naar de
plaats van lossing gebracht. Vier jaar
geleden werden zij nog in rotanmanden
per spoor vervoerd. Er zijn plaatselijke
en regionale verenigingen die meer dan
>'n duivenauto, die circa een ton
en aan wel 8000 duiven plaats
biedt, bezitten. In die vrachtwagens
met ijzeren kooien reist een vakkundig
begeleider mee om de dieren onderweg
te verzorgen. Door het bedienen van
eén-knopje gaan bij de lossing de zij
wanden van alle kooien tegelijk open!
De gehele vluchtroute wordt afgetast
de hand van meteorologische ge
gevens, verstrekt door de zeer welwil-
mde weerstations van De Bilt, Ukkel
diverse vliegvelden zegt NPO-
rcorzitter J. van Eerd uit Vughl, zelf
jongsafaan een „vogelaar„Een
speciale commissie uit de bonden (NPO)
beslist over de lossing, die daarna via
de radio wordt bekendgemaakt. Voor
al mist en regen zijn spelbrekers. Ge
lukkig hoefden de duiven in 1968
slechts twee keer per auto terug te
Iceren. Toch komen zij een enkele keer
nog terecht in buien, die óók voor de
weerdeskundigen raadsels zijn." De
Nederlanders laten hun duiven die
s nachts niet vliegen zelden aan de
wedstrijd vanuit Marseille of die uit
net Rhönedal deelnemen vanwege de
mistral of een andere „moordende"
Voor de vlucht levert de deelnemer
i duiven in. HU krijgt een insctaryf-
lormulier voor iedere duif en zijn
duiven krijgen een genummerde gum-
uiring om de poot. Zyn klok wordt
door de concourscommissie gesteld en
met dit precisie-uurwerk (kosten circa
300.vertrekt hij naar huis. Zijn
zenuwachtigheid en het aantal blikken
op de bij het duivenhok geplaatste klok
toe naarmate het tijdstip nadert
waarop de eerste duif wordt tliuisvcr-
wacht. Zodra een duif arriveert, haalt
de „duivenmelker" de gummiring van
de poot, stópt deze in de klok en drukt
knopje in, waardoor op een strook-
ie papier de juiste tijd van aankomst
is genoteerd. Het klokkenlichten ge
schiedt door het bestuur in het vere
nigingslokaal. Vroeger was het een
gedrang rond de verenigings-
klok, die toen door alle leden werd
gebruikt; zij moesten steeds met een
binnengekomen duif of ring in de hand
de centrale post hollen!
NPO-voorzitter J. van Eerd uit Vught voert zijn postduiven.
„Vooral" de Fondvluchten over afstan
den van 500 tot 1000 kilometer zijn
spannend", zegt voorzitter Van Eerd.
„De korte vluchten gaan over afstanden
van 130 tot 350 kilometer en dan zijn
er de Mid-Fondvluchten over 350 tot
500 kilometer. Tussen de bedrijven door
zijn er tijdens het seizoen (van april
tot en met september) ook nog kleine
vluchtjes van 80 of 90 kilometer. Sinds
1945 is het aantal vluchten tot zeker
35 per seizoen gestegen. Bij de kleine
vluchten komen de duiven niet één
voor één, maar bij wel vier tegelijk
binnen. De spanning is dan minder
groot dan bij de lange-afstandsvluchten
zoals die uit Barcelona, St.-Vincent of
het Zuidfranse Dax. Uit Spanje vliegen
de duiven nooit over de Pyreneeën,
maar kiezen ze vrij zeker de Middel-
1 a ndse-Zeeroute
De wedstrijdcommissie kent de af
stand tot ieders hok tot op de meter
nauwkeurig dank zij de door de
uniform werkende topografische dien
sten berekende coördinaten. Mét de
door de klokken afgeleverde papieren
stroken, waarop vermeld staat hoe laat
elke duif geconstateerd is, én die co-
ordinaatcijfers gaan ervaren rekenaars
aan het werk om de snelste duif te be
rekenen. Ook al moet de ene duif veel
verder vliegen om weer thuis te komen
dan de andere, de snelste gemiddelde
tijd is bepalend. En een snelheid van
meer dan honderd km per uur is geen
uitzondering!
Straatduiven
Niet alle duiven zijn postduiven (ei-
zijn ook z.g. sierduiven) en niet alle
postduiven zijn op de wedstrijdsport
afgericht. Er zijn bovendien onder de
duivenbezïtiers liefhebbers voor de
korte-afstandsvluchten, terwijl anderen
zich juist op de lange afstanden con
centreren. Het ii een zeldzaamheid als
Thuisreis
van duif
wordt vaak
p&i
definitief
onderbroken
door
antennes en
parathion
De speciale op ontvangst vai
stelde tijdklok speelt in het leve
liefhebber een grote rol
De ware liefhebber houdt zijn du
meer dan één postduif op tien inwo
i te vliegen. Nederland heeft
éen duif bij twee internationale con
coursen een eerste prijs behaalt. Na
tuurlijk zijn er heel beroemde hokken,
waaruit al jarenlang de beste duiven
voortkomen. Als echter de allerbeste
doffer en de allerbeste duivin de'ware
raspostduif zouden voortbrengen, was -
de duivensport een klein kunstje en 'n
kwestie van geld. De ware liefhebber
houdt zijn dieren om te vliegen, daar
naast om te kweken, waardoor hij het
nakomelingschap tracht op vliegpres
taties te verbeteren.
Wat een duif in de lucht meemaakt
weet geen enkele duivenliefhebber; hij
weet wel dat z(jn beste duif kan win
nen, maar onderweg ook tegen die ge
vaarlijke antennedraden kan vliegen.
Menige duif komt gekwetst (of helemaal
niet) terug. De waarde van een postduif
is door al die facetten slecht te bepa
len. Toch telden Japanners en Ameri
kanen wel bedragen neer van 6.000
tot 10.000 gulden voor één Nederlandse
postduif
Vanwege het rustige nachtverblijf le
ven in alle steden ter wereld zwermen
duiven rond grote gebouwen (San-
Marcoplein in Venetië; Palais de Justice
in Brussel; Notre Dame in Parijs; Dom
in Milaan; Dam in Amsterdam, enz).
Onder deze duiven bevinden zich vele
geringde dieren, die wellicht door mist
werden misleid of tijdens een regenbui
bij de „straatduiven" neervielen. Goede
duiven gaan wel dóór, maar vooral
jonge duiven vergeten hun veilige have
snel! Ze worden trouw gevoerd dooi
de bezoekers van het veelal grote plein
„De ware duivenliefhebber besteed!
veel tijd aan het voeren van zijn dui
ven", vervolgt de op dit chapiter door
bordurende heer Van Eerd. „Er is een
speciaal mengsel voor de kweek- en
de vliegperiode. Sommigen wegen hel
duivenvoer (met o.a. gerst, mais en
peulvruchten) nauwkeurig af op circa
35 gram per duif en stoppen met voe
ren zodra één duif gaat drinken. Die
geeft het teken dat ook de anderen
voldoende hebben. Wedstrijdduiven
moeten licht en slank zijn en dus krap
gevoerd worden. Kort vóór het voeren
vorden de duiven losgelaten. Wanneei
de veelal in februari geboren jonge
luiven voor het eerst naar buiten gaan.
willen ze vanwege onwennigheid met
een weer naar binnen. Daarna gaan
ze tijdens korte vluchten de naaste om
geving verkennen. Vliegen ze de eerste
keer meteen de lucht .in, dan raak je
ze vaak kwijt vanwege hun nog ge
brekkige oriëntatievermogen. Vooral in
de grote stad is het tussen hoge muren
moeilijk het hok terug te vinden." Me
nige op een flat wonende postduiven-
liefhebber moest afstand doen van zijn
duivensport. Gemeentelijke instanties
en de bij de NPO verkrijgbare tekening
voor een eenvoudig duivenhok werken
mee om deze vorm van vrijetijdsbeste
ding te bevorderen.
Volgens de algemene begrippen zijn de
in juni startende wedstrijden voor
jonge duiven bestemd voor de in dat
jaar geborenen. (Slechts een enkeling
vindt zijn éénjarige duif nog niet rijp
voor andere wedstrijden.) Iedere dui-
venbezitter kan zijn duiven in wed-
strijdconditie brengen en africhten door
ze aanvankelijk kleine en daarna in
afstand groeiende vluchten te laten
maken. In de draagmanden kunnen ze
achter op de fiets, per brommer of per
auto naar een bepaald vertrekpunt
worden gebracht om vandaaruit de weg
naar huis te zoeken. Ook de oudere
duiven, die in de winter dagelijks mo
gen vliegen om lenig te blijven, moeten
weer op wedstrijdniveau worden ge
bracht. Een duif van 5 a 6 jaar is op
het toppunt van zijn roem; daarna zal
de jongere duif het door snelheid en
uithoudingsvermogen winnen.
Bepaalde spelmethoden zijn op de pres
taties van invloed, zoals een kort „we
duwschap". De doffers keren graag
naar huis terug wanneer zij de duivin-
nen kort voor het vertrek even mochten
•/.ien. De duivinnen die vaak niet
onderdoen voor de deelnemende dof
fers vliegen vooral terug naar haar
thuis achtergelaten jongen!
„Iedere jonge duif krijgt na circa een
week een aluminium voetring met re
gistratienummer en een bijbehorend
eigendomsbewijs", vertelt de heer Van
Eerd. De NPO heeft in 1968 een record
aantal van anderhalf miljoen ringen
verkocht. „Bij navraag kan iedere ver
dwaalde duif bij zijn rechtmatige eige
naar terugkomen. Natuurlijk groeien
niet alle geringde duiven voorspoedig
op; héél veel duiven gaan ook verloren
door veldvergiftiging. De gewassen
worden vaak beschermd met bestrij
dingsmiddelen, die voor dierèn dodelijk
zijn! Van het giftige parathion hebben
niet alleen onze duiven, maai- ook pa
trijzen en fazanten te lijden."
De een doet alleen aan wedstrijden
mee om de sport, betaalt dan zijn in
schrijfgeld-per-duif en maakt kans op
een uitgeloofde medaille. "Wie van wed
den houdt kan eveneens terecht, maar
moet een extra-bedrag neertellen. Hij
kan een veelvoud daarvan terugwin
nen en dat kan tot in verscheidene
duizenden guldens lopen! Het kan ook
gaan om een (vooral door de vrouwen
gewaardeerde) wascombinatie, 'n auto
of een andere aantrekkelijke prijs.
Bovendien wordt bij elke wedstrijd
een bedrag gereserveerd voor een lief
dadig doel.
Dat de Nederlandse postduivenhouders
hun duiven een goed hart toedragen
blijkt uit het door hun bijdragen mo
gelijk gemaakte gebouw voor de NPO-
gezondheidsdienst. Daarheen kan iedere
duif worden gezonden om door spe
cialisten van de Utrechtse rijksuniver
siteit te worden behandeld.
(Van e
'erslaggevert
DEN HAAG Een goed ja
ger is zonder twijfel 'n groot
natuurbeschermer. De veelal
negatief beschouwde associa
tie van jagen met doodschie
ten berust op een verouder
de gedachte, afkomstig uit de
tijd waarin de mens moest
jagen om aan voedsel te ko
men. „Voor.de hartstochte
lijke jager betekent de jacht:
de natuur in de vrije bui
tenlucht .beleven en van het
wild alleen oogsten wat toe
laatbaar is", vertelt mr. dr.
J. G. van Maasdijk uit Den
Haag, in 1968 gekozen tot de bronsttijd door zijn ge-
president van de Internatio- brul-als-een-leeuw in de gelden; het "s winters voeren Mgn hegft
nale Jachtraad (waarin 52 dichte bossen wél te horen van het wildhet broeden en
landen »ereni,d|. daarvoor is! uitzetten van fazanten om de
reeda 15 iaat vice-preaident stand op pe.l te houden. Vele
en voorzitter van de Neder- JagerswTOeging jachten worden teeemvoor-
landse delegatie. „Een jager De Franse erevoorzitter van dig dan ook door twee of
behoort te weten hoeveel de Jachtraad, de heer Het
in zijn veld is
Jachtopzichters leren 't wild
tijdens het voederen in de
winter goed kennen, zozelfs
dat aan herten namen wor
den gegeven. Heeft een hert
met een mooi gewei een hoge
leeftijd bereikt (12 a 14 jaar),
dan kan het worden afge
schoten. Dat lukt king niet
altijd, want het laat zich tij
dens de jachttijd soms in ja
ren niet zien, hoewel het in
wildstand op peil te houden
en zo nodig te verbeteren.
Bij de weidelijke jacht speelt
voortdurend bescherming en
nog eens beschermen de
hoofdrol".
De door Duitsland ingevoer
de overheidscontrole op de
grofwildjacht is onder in
vloed van de Jachtraad
reeds in alle Centraal-Euro-
pese landen en goeddeels ook
in Frankrijk, België en Ne
derland overgenomen. De
met verplichte jachtakte uit
geruste jager mag daar zelfs
in eigen of gepacht bezit
niet zo maar alles schieten
wat hij wil. Aan het eind
van het seizoen moeten alle
trofeeën worden ingeleverd.
Blijkt dan dat stukken „toe-
komstwild" zijn afgeschoten,
dan volgt vaak naast in
beslagneming van de trofee
een geldboete, in geval
van herhaling gevolgd door
intrekking van de akte.
„Ons ministerie van Land
bouw heeft eveneens enorm
veel goeds gedaan voor het
trek- en standwild. Bij een
jacht op groot wild kunnen
we heus niet in het wilde
weg schieten op edel- en
damherten, reeën, moeflons
(in het Nationale Park de
Hoge Veluwe voorkomende De heer Van Maasdijk met zijn zoon tijdens een
wilde schapen) en wilde grofwii(1jacht in Oostenrijk.
tier de Boislamberl. mét gepacht. In Oostenrijk huren
de heer Van Maasdijk sedert soms wel 20 of 30 boeren
Van Maasdijk. „Het ergerlij
ke is in die landen het schie
ten en vangen van kleine
zangvogels voor de consump
tie. Deze vogels worden als
een delicatesse beschouwd.
Die gewoonten dateren uit
de Romeinse tijd, toen er
geen enkel respect voor de
natuur bestond. Bü feestelij
ke maaltijden vlogen bij het
opensnijden- van de door de
„grote heren" gepresenteer
de leeuwerikpasteien aller
hande vogels daaruit tevoor
schijn, die vervolgens weer
werden gevangen om later
te worden geroosterd. Mede
dank zij intensieve bemoei
ingen van de goede jagers in
Frankrijk en Italië heeft de
Jachtraad al veel vorderin
gen gemaakt bij het bestrij
den van deze uitwas".
jachtgronden benodigde
de sluitingstijd bereikt van
de trekvogel jacht, die in Ita
lië 'en Frankrijk van eind
mei naar 31 maart werd te-
ruggebracht. In een land als
combinatie Frankrijk met ruim 2 mil
joen jachtaktehouders moet
een minister bij het nemen
van zo'n impopulaire beslis
sing wel aan eventuele poli
tieke consequenties denken...
In Italië is bovendien door
het parlement een wet aan
genomen op grond waarvan
de jacht op en de vangst van
de meeste zangvogels zal
worden afgeschaft. Ook dit
gebeurde onder druk van de
Internationale Jacht- en Vo
gelbeschermingsraad en met
name door de medewerking
van vele vooraanstaande
Italiaanse leden van de
Jachtraad.
zwijnen, welke laatste dieren
gelukkig niet meer onder
schadelijk wild worden ge
rekend. Verscheidene
tenschappelijke instanties 1950 de stimulerende kracht gezamenlijk een door de ge- ders
werken onder toezicht
de Directie Faunabeheer
het departement van Land-
i de in de tweede wereld- meente beschikbaar gesteld
oorlog uiteengeslagen ver- jachtgebied. De heer Van
eniging heeft eens ge- Maasdijk juicht dat wel toe.
De jachtwet in Nederland is
wat West-Europa aangaat
nog steeds de beste waar
borg voor het instandhouden
van het wild, hetgeen vooral
ook te danken is aan het
grote begrip voor de instand
houding van de natuur van
de zijde van ons ministerie
van Landbouw, dat een in
het kader van de economi
sche omstandigheden zo
groot mogelijke toelaatbare
wildstand voorstaat.
In Nederland broedt en ver
blijft in de trektijden
veel waterwild van
haast alle soorten; Oit Euro
pa. Wij hebben slechts 26.000
jachtaktehou'ders. Wanneer
Nederland de trekvogels niet
zo spaarde, waren er ge
zien de honderdduizenden
vogelakte- en jachtaktehou-
België, Frankrijk en
inventarisering zegd dat iedere goede jager want op die wijze blijft de Ondefinieerbaar
het wild en onderzoek na het schieten van een stuk jacht in de bevolking ver-
naar de levensnoodzakelijk- grofwild een „moment van ankerd en is zij niet beperkt Wat zijn de (Nederlandse)
heden daarvan, of adviseren wroeging" moet hebben. De tot de vermogende klassen eisen om de jaarlijkse akte
te verkrijgen? Een eigen of
het stichten van reser
vaten, rust-, broed- en voe
derplaatsen".
Tijdens een verblijf in Afri
ka constateerde de heer Van
Maasdijk dat in tal van de
onafhankelijk geworden lan
den het beheer van het wilc
veel te wensen overlaat Bin
nenlandse of onderlinge
stamoorlogen eisen nu
heer Van Maasdijk onder
vond dit zelf meermalen na
het afschieten van een hem
jarenlang bekend dier (hert,
ree of gems).
„Veel is er in deze eeuw aan gepacht bezit van tën minste
de jacht veranderd. Vooral 40 ha. (voor waterwild 1 ha.)
De moeilijk te omschrijven
het wild jachtpassie uit zich vaak ook
aat Bin- jachtkoorts", die de ja
ger bevangt op het moment
avc.Jdat hij zich tot schieten op
maal meer aandacht op dan grof wild gereed maakt. Hij
het handhaven van jac™" begint dan te trillen en dit
raad begint hier allengs toch onmogeiijk. Menige opzich
ter, die een jager vergezeld.
,Dood door jacht" steekt
vaak gunstig af bij martelgang
van koe naar abattoir
verbetering
i te komen.
Jaarlijks gooit het hert zijn kan> zonder dat hij zelf gaat hebben zich veel
i de beide wereldoorlogen of een uitnodiging
de
stangen veelal nabij de
tervoederplaatsen af. Soms
kan.de jager daardoor ser'^ vasthouden!
aanleggen
de groei
één hert in de loop der ja
ren aantonen. Aan kleine
nuanceverschillen
jacht, waarbij de plaatselijke
schieten, door de jachtkoorts gers aangediend, die wel politie van de gastheer deze
zijn kijker niet goed eens alleen om hun status uitnodiging controleert. In
eropuit zijn aan hun gasten een toenemend aantal landen
een mooi tableau (grote hoe-
•eelheid wild) aan te bie-
stangen die Jagen js tegenwoordig zeer
het gewei van kostbaar we hoeven alleen
maar te denken aan de ge- verklaart de heer Van kennis
stegen lonen van jachtop- Maasdijk. Ontstellend veel bovenal
zichters (die tegenwoordig wdd komt ook door het
leert hij van welk hert vaak gemotoriseerd moeten derne verkeer om; alleen al
de gevonden stangen zijn. zijn)de voor het pachten jaariijks in Nederland
is een zwaar jachtexamen
vereist, waarbij het om de
het schieten en
die van het wild
gaat, en over de noodzaak,
voor de mens om in de na
tuur regelend op te treden.
honderdduizenden hazen.
i Duitsland Die noodzaak
ontstaan,
omdat vele natuurlijke vij-
jagers, die doorgaans drukke Ervaren jagers ea Mk ande_
bezigheden in de grote ste
den hebben, zich m
op de drijfjacht,
deskundigen zijn
•ertuigd dat „de dood door
de jacht" gunstig afsteekt
bij het wild door de drijvers vergeleken b(j de marte,gang
wordt uitgedreven en op éen
Trekvogels
Inpolderingen, droogleggin
Schieten met hagel of kogel
is overigens ook niet zon
der gevaar voor de jager.
Het schieten tijdens grof-
wilddrijf jachten
drassige gronden alsme- zorgvuldig bekijken, hóe de
bate van de landbouw
gebruikte bespuitingsmidde-
len tegen insekten doen veel
kwaad aan het stand- en
trekwild. De trekvogels
die niet aan één land toebe
horen, maar bijvoorbeeld in
Rusland broeden, vervolgens
het najaar velerlei landen Jaarlijks verschillende
omdat
een bot exploderende of op
een twijg ketsende kogel 'n
heel andere richting kan' ne
men. In Amerika, waar het
„ruige bos" vaak in de on
middellijke nabijheid van de
grote steden ligt, worden
vinden welhaast overal daar hoewel ze het wild
deze gevaren
perkingen op hun weg, Van
daar dat het zo toe te jui
chen is dat sedert de laatste
oorlog internationale jagers-,
natuur- en vogelbescher
mingsorganisaties hand in
hand samenwerken, om het
trekwild in stand te houden.
Ook de Raad van Europa en
3e UNESCO zijn daarbij in
geschakeld.
Van de Internationale Jacht
raad maken sinds twee jaar
ook Oosteuropese landen
afschrikken dan ook ge
dragen om op te vallen, op
dat niet op alles wat be
weegt meteen wordt gescho-
Allemaa) aspecten die beho
ren tot het terrein van de
jacht, die zo'n ondefinieer
bare drang uitoefent op hen
die jager zijn, en die. zo on
begrijpelijk en onvatbaar is
voor hen die er niet voor
deel uit. Rusland stuurt voelen. De jacht.
doorgaans vertegenwoordi
gers naar de bijeenkomsten
en dient waardevolle rap
porten in van biologen uit
Moskou en Leningrad.
Mr. dr. I. G. van Maasdijk, president van de Inter- -Frankrijk en Italië vormen,
nationale Jachtraad en êên van Europa «rooiat. S JÜÏSt
jachtdeskundigen. Weel-Europa" aldu, de heer
elke liefst in een speciale
jachtkamer te bewaren
trofee steeds meer tot de ja
ger gaat spreken. De jacht
ook waartoe zeker een spor
tief element behoort, maar
die beslist niet louter sport