ook
VOOR
JOU
op solo-toer
voor de
kinderen
jan
van
veen
naar 10 jaar veronica
de marsmannetjes
een
feestmaal
voor
de mezen
Onderscheidingen Roode Kruis
voor herhaald bloedafstaan
suez-kanaal 100 jaar oud
ZATERDAG 8 FEBRUARI 19
Hoewei zij onder het motto „Ob-Ia-
di, ob-Ia-da" thans weer eensgezind
bezig zijn de harten van hun miljoe
nen fans in vuur en vlam te zetten,
zijn John Lennon en George Harrison
de helft van de befaamde Beatles
sinds kort op de solotoer gegaan.
John deed het onder supervisie (en
pressie) van zyn huidige liefje, Yoko
Ono. De elpee, die het levenslicht zag
onder de veelbelovende titel „De t^vee
maagden", kreeg in de loop der
maanden een grote voorpubliclteit
door de hoes, waarop John en Yoko
onder een appel als Adam en Eva af
gebeeld staan. Weinig interessant
voor ons en een typisch staaltje van
de puberneigingen, die Lennon nog
steeds niet te boven schijnt te zjjn. Is
de hoes alwelnig interessant, de plaat
op zich is het nog minder. De nieuws
gierige luisteraar hoort slechts ge
kreun, gekreun en.ja, u raadt het:
gekreun. Bijzonder afwisselend dach
ten wij zo. De elpee van Yoko Ono
en John Lennon is een typisch Ono-
werkstukje, dat wij zouden willen
rangschikken in de r|j, waarin ook
de blote billenfihn van Ono staat. De
rij, waarin alleen werkstukken van
gefrusteerde artiesten staan.
Beter gaat het met George Harri
son, die deze week verbaasde met de
elpee „Wonderwall Music". Zoals de
titel aangeeft, is het een wat uitzon
derlijke elpee geworden, die een over
maat aan Indische muziek ten toon
spreidt. Beginnend met het bfina vier
minuten durende „Microbes", speelt
George Harrison bijgestaan door
Jack MacGowen en Jane Birkin
zich via oa „Red lady too", „Drilling
a home", „Greasy legs" en „Gat Kir-
wanl" naar het experimentele „Dream
scene". De b-kant start, met „Patty
Seacombe", dat ruim vier minuten
vergt om vervolgens via „Love Scene"
een grandioos Indisch uitgewerkt
melodietje „Cowboy Music" (vlot,
maar fantasieloos), „On the bed" en
„Wonderwall Music" een gaaf werkje
slechts een greep uit de vele goede
songs) te belanden by „Singing on",
waarmee de elpee besloten wordt.
George Harrison heeft met deze
„Wonderwall Music* een gaaf werkje
afgeleverd. En dat is meer dan John
Lennon met zijn „Two Virgins" heeft
gedaan. Wij zjjn dan ook uiterst be
nieuwd naar de vierdubbele elpee die
binnen enkele maanden van The Bea
tles moet uitkomen. John, George,
Paul en Ringo geven daarop leder af
zonderlijk een indruk van hun muzi
kale kunnen. Wie zal de race winnen
Voor ons staat vast, dat Paul met de
eer gaat strijken. Maar of Lennon de
tweede plaats kan innemen Is iets
wat nog te bezien staat.
De juiste oplossing van de woordjes,
die in de brief moesten ingevuld wor
den zijn: Doldriessum, trein, koffer
tje, oma, jas, hangen, winkel, woest,
slaap, dak raampje, sneeuwpop, hoed,
pijp, vissen, hengels, schaatsen, slee,
kat, hoed, staart, verband, schrijven.
We hebben geloot. De winnaars zijn:
Corrie Los, Warmond
Marja Geerlings, Noordwijkerhout
Cora de Wit, Noordwijkerhout
Hennie v. d. Meer, Roelofarendsveen
Ineke Uitzetter, Bodegraven
Marian v. d. Ploeg, Leiderdorp
Anton van Velzen, Oegstgeest
Antoinette Riekert, Leiden
Marjan Fransen, Leiden.
De gewonnen boeken zijn verstuurd.
CORRESPONDENTIE
Silvia Jansen:
Jet komt in de krant
„Wie beet er nou toch zus?" Dat
zong Joop, om zijn zusje Jet te pla
gen. Jet vond dat helemaal niet leuk.
„Toe Joop, ga Jij een poosje met Jet
spelen, ik moet even een boodschap
doen, maar denk er om, plaag haar
niet", zei moeder en ze ging naar de
bushalte.
Joop en Jet zwaaiden naar moeder,
die terug zwaaide. De kinderen speel
den een poosje buiten. Joop ging met
zijn vriendjes spelen en lette verder
niet op zijn zusje.
Toen moeder thuis kwam, vroeg ze
dadelijk: „Joop, waar is Jet?" maar
Joop wist het niet. Samen gingen ze
in de buurt kijken, maar niets te
zien. Joop huilde van verdriet. Moeder
was angstig. Waar zou die kleine zus
zijn? Met tranen in de ogen belde
moeder de politie op. Ze moest ver
tellen hoe Jet er uit zag en wat voor
kleren ze aan had. „blond haar, groene
oogjes, een blauw jurkje en een rood
jasje". De agent zei: „Mevrouw, we
gaan dadelijk zoeken". Daar kwa
men de agenten al. Ze hadden een
speurhond meegenomen. De hond
moest ruiken aan de kleertjes van
Jet en buiten gekomen rende hij
naar een schuurtje in de buurt, op een
weiland- De schuurdeur was dicht,
maar de politie kon hem wel open
maken. In de schuur stond een grote
ton, maar daar was Jet niet in. Ook
stond er een grote kast, de deur was
op slot. De hond bleef met zijn poten
krabbelen op de deur. Vol angstige
verwachting stond moeder te kijken,
hoe de agent de deur open maakte en
ja hoor, daar lag de kleine Jet in een
hoekje te slapen. Wat was moeder
biy. Ze pakte haar kleine meisje op
en droeg haar naar huis. Hoe was Jet
daar gekomen? Toen Joop met zijn
vriendjes speelde is ze alleen naar het
weiland gelopen. Ze zag de schuur
open staan en ook de kast. Ze dacht
ik ga me lekker verstoppen voor
Joop, maar toen ze de kastdeur dicht
Korte inhoud van het voorafgaande:
Bij een wandeling op de hei zagen
Jan en Plet een vliegende schotel lan
den. Op uitnodiging van een van de
Marsmannetjes stapten ze in en wer
den naar een ander punt vervoerd.
Daar aangekomen leefden ze in een
stad onder een glazen koepel. Ze had
den in hun slaap de taal van de Mars
mannetjes geleerd en leerden nn op
beurt de Marsmannetjes hun taal.
Op een gegeven dag werden ze bij
de hoofdman geroepen. Toen ze na
veel buigingen waren gaan zitten, zei
de hoofdman:
„Nu zal ik jullie vertellen, waarom
we jullie hier naar toe gebracht heb
ben. Wij, de bewoners van Mars, le
ven In een staat van gewapende vre
de met de bewoners van de planeet
Euribia. We hoorden geruchten, dat
bij jullie op aarde een heel sterk wa
pen uitgevonden was en nu zijn we
bang. dat de bewoners Euribia. dat
wapen te pakken krijgen en we wil
len een verbond sluiten met de aarde
tegen de Euribianen, of tenminste
verhinderen, dat zij jullie wapen in
handen krijgen. Omdat we jullie taal
niet spreken konden we dus niet met
Boomlange Jan van Veen van Radio
Veronica maakt zich niet druk over
de nieuwe omroepwet, die meer en
meer terrein gaat winnen. „Ben je
gek, we bestaan volgend jaar tien
jaar en reken maar, dat we dat nog
meemaken".
„Ja", vult technicus Jos aan, „en dan
gaan we legaal op naar de twintig".
„Om je dood te lachen", gaat disc-
jocky Hans Mondt nog een stapje
verder. „Binnenkort zul je het ho
ren: Hier is Hilversum IV. Radio
Veronica met de Nederlandse top-40".
„Maar ter zake", valt Jan hem in de
rede. „Wij hier bü Veronica weten
niet eens wat er allemaal gaat gebeu
ren. Alle stappen, die men onder
neemt, lezen wij uit de krant. Maar
nogmaals, we maken ons niet bezorgd.
Ons tienjarig bestaan maken we echt
allemaal mee".
Meer bezorgd, nee ontstemd, is Jan
over het artikel, dat wij destijds
schreven en waarin wjj ons afvroegen,
waarmee Jan het wel zo druk had,
dat hjj het management van de
Shoes moest opgeven.
„Dat snap ik niet, hè. Iedereen, let
wel, iedereen, kan toch op zijn vin
gers natellen wat voor een werk in
Radio Veronica moet zitten. Toen ik
was Willem van Kooten nog pro-
destijds manager van de Shoes werd,
grammaleider. Die richtte Red Bol
let op, waarna ik hem in die functie
opvolgde. Maar dat. hield in, dat ik
de programmering moest verzorgen,
dat ik de uitgeverij van Veronica
moest lelden en sinds kort is daar
ook nog het programma, dat wij op
Majorca uitzenden, bijgekomen. Hou
dan nog maar eens tijd over om een
management goed te doen. Nee, ik
moest kiezen en ik heb voor Veronica
gekozen. Maar goed, zand erover.
Dat nakaarten heeft geen zin. Weten
julie overigens al, dat ik een pro
grammaatje heb gemaakt voor Ame
rika? Eigenlijk kun je het geen pro
gramma noemen. Het is een soort LP
geworden die de Amerikaanse mili
tairen krygen en waarop correspon
denten uit Nederland, Engeland,
Frankrijk en Spanje de hits van hun
vaderland aanpraten".
Jan, heb je nog een popnieuwtje heet
van de Veronicanaald
„Ja, je treft het. Toevallig hoorde
ik, dat „Dong-dong-di-ki-di-gi-dong"
van de Golden Earrings In Amerika
op het Buddha-label wordt uitge
bracht. Ze zaten oorspronkelijk vast
op Capitol, maar daar zijn ze zonder
proces van afgekomen. Toch wel een
succesje voor die Haagse knapen.
Verder draait „Send me a postcard"
van Shockin' Blue nitstekend in
Frankryk, terwijl-ie met veel tam
tam in Engeland wordt uitgebracht".
wilde trekken, viel hy in het slot en
zo zat ze gevangen.
De volgende dag stond het verhaal
in de krant.
Maritska Kluivers:
Jan verliest de baby
„Jan!" riep moeder. „Jan kom eens
hier, je moet even een boodschap voor
me doen. Haal een pak zout en een
pak suiker. Hier is de tas en een pa
piertje met het geld".
Jan strubbelde eerst tegen. „Bood
schappen doen is meisjeswerk". Maar
moeder stoorde er zich niet aan en zei:
„Kom terug, want je moet ook nog
de baby naar tante brengen. Ik zal
de wagen klaar zetten in de tuin".
„Ja, ja", zei Jan en holde weg.
Toen hij terug kwam, legde hij de
tas met de boodschappen in de keu
ken en kijkt naar de wagen. Hij doet
de rem van de wielen, zet het tuin
hekje open en rijdt voorzichtig de
wagen naar buiten. Gelukkig, de baby
is niet wakker geworden, ze ligt nog
lekker onder de wol. Als Jan in de
straat van tante komt, staat ze de
wagen al op te wachten. Tante slaat
de dekentjes open en. dan schrikt
„Jan, wat heb je met de baby ge
daan. De wagen is leeg".
Jan ziet het nu ook en begint te hui
len.
„Kom", zegt tante boos. „We gaan
dadelyk naar je huis met de wagen".
Thuis gekomen huilt Jan: „Mama, ik
heb de baby verloren".
„Ha. ha, ha!" lacht moeder. „De
baby ligt nog in haar bedje. Ik kwam
met haar beneden, toen ik zag dat je
de wagen al meegenomen had. Ik
zag je al in de verte lopen. En nu
vlug naar school, het is de hoogste
tijd".
.Wat was Jan weer dom geweest!
Twee mannen uit de Zaan
Waren naar de maan gegaan
Maar ze vonden er weinig leven
Daarom zijn ze er niet lang gebleven
de aardbewoners onderhandelen en
daarom hebben we jullie hier naar toe
gebracht,
Zodra onze mannen jullie taal per
fect beheersen brengen we jullie naar
huis toe of waar jullie maar naar toe
willen. Jullie kunnen nu gaan".
Toen Jan en Piet de deur uit wa
ren. waren ze erg blij dat ze wisten
wat er met hen ging gebeuren. Jan
zei: „Ik zou toch eerst wel eens op
die planeet Mars een tijdje rond wil
len kijken, voordat we weer naar
huis gaan". Maar Piet wilde liever
direct naar huls.
Toen begon hun gewone leventje
weer van een paar uur per dag taal
lessen geven en voor de rest zwier
ven ze door de stad.
Op een dag gingen ze een kwekerij
bezoeken. Daar zagen ze iets wonder
lijks Er was namelijk een apparaat,
dat zelf aanvoelde wanneer een appel,
peer of pruim rijp was. Er reed eeD
automatisch machientje naar toe, dat
de vrucht afplukte. Het Marsmanne
tje, dat hen alles uitlegde, vertelde
dat het enige wat ze zelf moesten
doen. de machine smeren en één keer
per jaar er brandstof instoppen.
De volgende donors van de Bloedtrans
fusiedienst van de Afdeling Leiden en
Omstreken van het Nederlandsche Roode
Kruis kregen van het Hoofdbestuur van
het Nederlandsche Roode Kruis de
Landstelner-plauette (voor 20 maal bloed
geven), of de Landsteiner-penning (voor
5 maal bloed geven).
LANDSTEINER-PL AQUETTE
Alphen aan den Ryn: M. Bervoets.
Hazerswoude: mevrouw M. Slootweg-
Hassefras.
Leiden: A. G. J. M. Corver, P. J. Gal-
jaard, L. Gorel, mevrouw C. v. d. Stok-
v. Haasteren en F. H. Terwiel.
Leimuiden: A. Kinkel.
Lisse: G. J. Rutgerink.
Noordwyk: mej. M. Balkenende, G. P. de
Lincel, G. L. v. d. Meer, M. v. d. Plas,
mevrouw Th. M. v. d. Stap-Kloppers, me
vrouw J. P. Verhoeven-Toebak en J. C.
v. d. Zalm.
Noordwijkerhout: P. W. Geerlings.
Oud Ade: A. J. v. d. Geest en mej. G. C.
Oudewetering: J. B. van Veen.
•Roelofarendsveen: mevrouw A. E. Koek-
van Berkel.
Sassenheim: A. Dorrestijn, A. A. Hoge-
woning en A. P. A. v. d. Neut.
Voorhout: M. P. v. d. Meer, Broeder Lud-
gerus, mevrouw K. C. v. d. Nieuwendyk-
Vink en J. W. C. van Werkhoven.
Voorschoten: C. P- M. Bouter en C. Huls
bos.
Warmond: mej. M. M. E. v. Leenen en
A. C. van Moorsel.
Wassenaar: E. Kooyman.
Zoeterwoude: mevrouw P. H. Dobbe-
Koek en A. M. v .d. Hoeven.
LANDSTEINER-PENNING
Aalsmeer: J. Zekveld.
Alphen aan den Rijn: G. J. P. Smit.
Hazerswoude: L. Dorst, C. Francken en
J. C. Rietveld.
Hoogeveen: mevropw J. Bouter-Bey.
Hoogmade: J. C. P. P. van Klink, C. G.
van Klink, C. G. van der Meer.
Katwijk: D. F. P. van Eek, mej. A. M.
Palevliet, K. Varkevisser, N. de Vreugd
en J. C. Z'uyderduyn Jr.
Leiden: Th. G. Barten, F. W. Biegstra-
ten, C. N. K. Boekwijt, mevr. G. Boo-
gaards-Kleer, C. de Bolster, A. C. Cas-
telein, H. A. Claproth, mej. G. Cnossen,
mej. E. M. Colpa, C. J. van Doorn, mej.
J. Chr. M. van Dorp, G. M. Drieesen, E.
A van Estrik, F. Filippo, mej. H. Geert-
sema, Th. A. P. J. de Groot, mej. P. E.
M. de Haas, mevrouw W. Haasbroek-
Brompje tol
Bruintje beer
Waarom heeft Bruintje Beer zo'n
Hy toetert alsmaar op z'n trompet.
meneer Bombardon
Meneer Bombardon had een mooie
hoed. Op een dag, midden in de herfst,
liep hij te wandelen, met zijn hoed op.
Het begon heel erg te waaien. Meneer
Bombardon zette zijn hoed stevig
op zijn hoofd, maar ineens. floep!
daar ging de hoed er van door. Zo
hard hij kon liep meneer Bombardon
de hoed achterna, hij struikelde en
viel op de grond. De hoed waaide
maai- verder. Maar wat kwam daar
aan? Het was een jongen. Hij zag
de hoed en hield hem tegen. De jongen
bracht de hoed bij meneer Bonibardon
Rudie de Romyn:
Tup en Joep op stap
De zomer is voorbij. De hefst komt.
Het is koud in het bos. Thuis is het
lekker warm bij de kachel. Wie lo
pen daar in het bos? Het zijn twee
apen. Ze zijn weggelopen uit de die
rentuin. Ze springen van de ene boom
op de andere. Daar klinkt een schot:
pang! pang! De apen kijken ver
schrikt en zien op de grond een
haasje hollen met een bloedend poot
je.
„Help me toch!" zegt het haasje.
„Straks komt de jager me zoeken".
„Kom, we moeten hem redden", zeg
gen de apen tegen elkaar. Ze sprin
gen naar beneden.
„Kom, spring op m'n rug", zegt Joep.
Hup! daar zit hij al. De haas is blij
en vlug, heel vlug, gaat het nu verder
naar het eind van het bos. De jager
komt er aan. hij zoekt naar zijn haas,
maar vindt hem niet. Hij begrijpt er
Bij het eind van het bos zet Joep de
haas weer op de grond. Z'n pootje
zal wel gauw genezen.
De apen zien langs de weg een auto
staan, geladen met zakken. „O, o,
lekker sinaasappelen", roept Tup. De
groenteman is een hui» binnen ga-
Denk eens aan de mezen, die bij vorst
en sneeuw geen voer kunnen vinden.
Ze zijn dol op vogelvoer in vet (palm-
vet en rundvet). Doe het in een klei
ne bloempot. Maak eerst een slinger
uit een stuk touw, steek het einde
door het gat in de bodem van de
bloempot en bevestig het aan een
stukje zodat het touw niet meer los
gaat. Maak dan het gat dicht met 'n
stuk in elkaar gerold karton en giet
het hete vet erin, als het begint hard
te worden. Als het helemaal hard ge
worden is, hang de bloempot dan
met de bodem naar boven aan een
tak, en het leukste is het vet op een
plaats te hangen, dat je de kleine
gasten uit het venster kunt bekijken.
Jongsma, W. F. C. Hardeman, mej. C.
Iken, L. J. Koets, mevrouw Koudenbui
Gagel, F. J. K. Kramer, H. Lepelaar,
F. v. d. Linden, G. v. d. Mark, mej.
Mostert, meivrouw I. J. F. Mulder-Rans
Th. H. Pet, Ph. B. Poort, mevrouw G.
d. Reijden-v. d. Wijngaard, W. M. Rod<
burg. D. C Stijger, mevrouw A Taffij
Huiskes, J. van Tongeren, mevrouw
van Tongeren van Loef, J. L. v. d. V»
mej. M. C. v. d. Wel en H. Zirkzee.
Leiderdorp: mevrouw S. A. Minne-
Ispelen, W. Spek en P. P. J. van
Leimuiden: mej. L. C. van Muijden
mej. G. K. Verhorst.
Lisse: mevrouw J. v. d. Hulst-Duivi
voorde.
NleuweweteringJ. C. v. d. Zwet.
Noordwijk: A. H. Caspers, H. Klein.
T. A. van Steenvoorde en M. C. Tetten
Noordwijkerhout: A. J. M. v. d. Bei
G. P. v. d. Berg, A .J. Duivenvoordf
mej. M. J. Duivenvoorden en mej. A.
J. van Parera.
Oegstgeest: W. J. M. van Abswoude, m
vrouw G. v. d. Berg-v. Scherpenzei
mevrouw C. Commandeur-Bekker, J. 1
Glasbergen, J. F. van Hartingsveldt, mj
E. M. van Hoonaard en P. van Vliet.
Roelofarendsveen: P. l'Ami.
Rijnsburg: D. van Delft, J.
W. Zandbergen, en J. H. Zandvliet.
Sassenheim: M. van Houwelingen, ml
C. A. M. Schoo en A. P. van Zeijl.
Voorhout: H. A. M. van Emmerik.
Voorschoten: mevrouw C. A. Koeman
Scholte en J. de Nie.
Warmond: N. H. v. d. Heijden, G. B.
Leeuwen en G. van Leuveren.
Wassenaar: B. T. Edelman, mevrouw f
J. van Egmond-de Later, mevrouw I
Oussoren-Bentzon en P. C. Wisse.
Woubrugge: E. v. d. Horst en H. vl
Reenen.
Zoeterwoude: mevrouw M. A. Bos-Zaii
bergen, G. B. S. Jansen, J. M. R. vj
Klink en C. J. Vaneman.
twee hengelaars
Fiffi is ook een ijverige viss
zonder hengel, maar hij heeft toch
het eerste beet.
Tot 1869 kon men Indië over zee alleen rond de zuidpunt van Afrika bereiken.
Dit was de enige mogelijkheid om per schip van Europa naar Azië te varen.
Maar in 1869 werd tenminste voor 100 jaar het 168 km lange Suezkanaal
geopend, dat een verbindingsweg vormde tussen de Middellandse Zee en de
Indische Oceaan. De beide werelddelen waren daardoor veel dichter bij elkaar
gekomen.
De aanleg van het kanaal heeft 10 jaar geduurd en bloed, zweet en tranen
en ontelbare mensenoffers gekost. Vooruitgang kost altijd grote offers. De
Franse ingenieur Ferdinand de Lesseps had in 1859 een vereniging gesticht,
die zou proberen de landengte bij Suez te doorbreken. Nog niemand voor hem
had de moed gehad dit project door te voeren. Met nooit versagende energie
leidde de Lesseps zelf 10 jaar lang 't werk. 30.000 man sloofden zich uit in
het hete en droge klimaat. Ondanks de 11 hospitalen en 17 artsen kwamen
6.000 arbeiders in het ongastvrije klimaat om het leven. 1600 kamelen waren
steeds onderweg door de woestijn om voedsel, water, bouwmateriaal enz. aan
te voeren. Tijdelijk waren 50 grote baggermachines, 20 hijskranen, 20 vracht
schepen, 600 vrachtwagens en 20 locomotieven in bedrijf. In totaal moest
74 miljoen kubieke meter aarde verwijderd worden, voordat het kanaal uit
gegraven was.
gaan. Op de wagen ligt ook een zak
met suiker, dat heeft Joep al gauw
gezien. Hij neemt er een volle hand
hand en stopt dat in zijn mond. Tup
wil ook wat van de suiker, maar
Joep roept: „Dat is mijn zak" en ze
krijgen ruzie. Ze kakelen door el
kaar. De groenteman hoort het: „kijk
twee echte apen", roep hij uit. „Pak
ze! Pak ze!"
De school ging net uit. De kinderen
helpen mee de apen op te jagen. Daar
kwamen al twee mannen van de die
rentuin om de apen te vangen. Ze
klommen op een ladder en haalden
de verschrikte dieren van het dak
naar beneden.
George te Marvelde:
Oe leuke man
..Jopie, dat is toch je eigen autootje".
Hij helpt de melkboer en belt aan
Daar ziet hy de deur open gaan
Door een kier verschijnt de kan
In de handen van een man
Jan legt een steentje in de kan
En rent weg, zo hard hij kan
De man roept hem nog heel boos na:
Je bent een kwajongen: ja. ja. ja!
Marjan Brocaar:
Jopie Slim
Er was eens een jongetje dat altijd
slimme streken uithaalde en daarvoor
noemden de mensen hem Jopie Slim.
Jopie was een ondeugend ventje. Op
een middag zat hij op school en was
xnet zyn gedachten helemaal niet bij
de les. Als het maar gauw vier uur
wordt, dan ik kon tenminste naar
huis", dacht hy.
Opeens vroeg de juffrouw: „Jopie,
hoeveel is dat?"
„Eh. driehonderd drie en zestig",
„O Jopie. wat heb jij slecht opgelet.
Het is 30 en niet 363. Jopie, wat heb
je in je mond?"
„Kauwgom, juffrouw", antwoordde
„Gooi gauw weg, Jopie".
Eindelijk was het vier uur en Jopie
kon naar huis. De volgende morgen
had Jopie op school een autootje bij
zich. Hij was er mee aan het rijden
op de bank. Toen de juffrouw dat
zag moest hy het in de doos vol speel
goed doen.
„Als je goed je best deed, mocht je
daar iets uitzoeken".
Die middag deed Jopie erg zyn best.
Toen de juffrouw het merkte, mocht
hjj iets uit de doos zoeken en hy zocht
7.yn eigen autootje op, dat hy er had
ingegooid. De juffrouw zag het.
„Ja, juffrouw".
„Neem er dan nog maar iets by".
Jopie zocht gauw verder. Ja, daar
een leuk vliegtuigje met een flui j
er aan. Blij ging Jopie naar huis.
„Jopie, hoe kom jy aan dat vliegt ui
je?" vroeg moeder, toen hy het hJ
liet zien.
„Ik heb zó goed mijn best gedal
dat ik iets uit de doos mocht zoeke$
Ook vader vond het mooi en zo hadl
nog veel plezier metz ijn nieuf
vliegtuigje.
Dag, kinders. Niet. ongeduldig v
den; volgende week verder met
verhaaltjes. TANTE