In Tsavo zitten
40.000 OLIFANTEN
Hele bossen verdwijnen in een bodemloze put
DR. RICHARD
LAWS
KREEG GEEN
3000 MAGEN
ZATERDAG 4 JANUARI 1969
K
De olifanten van Tsavo hoeven geen lange zwerftochten meer af te leggen om
aan water te komen. Voor hen een geluk, maar voor het landschap een ramp.
KENIA Over de Nijmeegse margarinekoning Jurgens
doet in jagerskringen de volgende anekdote de ronde
Hij had dicht bij elkaar twee vennen, waar graag wilde
eenden kwamen. Nu eens liet hij de dieren voederen bij
het ene ven, dan weer bij het andere. De aldus kunst
matig gecreëerde vogeltrek bracht zijn nietsvermoe
dende jachtvrienden steevast tot grote zinsverrukking.
„Bij Jurgens, man, daar zitten pas eenden!".
ken. De stam is hol en wordt gebruikt
als woning. Volgens Livingstone heeft
hij eens een broodboom gezien, waarin
dertig mensen leefden. In andere ge
vallen wordt de stam gebruikt om ge
storvenen in te begraven. Maar het
meest wordt de holle stam als water
reservoir gebruikt. Er zit altijd wel
een gat bovenin, waardoor het regen
water de natuurlijke tank binnen kan
stromen. Een doorsnee baobab kan
meer dan 4000 liter water bevatten.
In het droge seizoen wordt water even
duur als benzine. De bezitter van een
zestal broodbomen is dan een rijk
De bevoorrechten, die hebben mogen
rondzwerven door de bush van Kenia,
roepen met dezelfde kozende intona
tie: „In Tsavo, man, daar zitten pas
olifanten". Dat is waar nu. Maar
de vrees is gewettigd, dat de rege
ring van Kenia in de nabije toekomst
de goocheltoer van Jurgens zal moeten
lenen, wil zij voldoende olifanten kun
nen produceren om het de safarigan-
gers enigszins naar de zin te maken.
Tot voor kort dacht zelfs een idealis
tische en deskundige instelling als het
World Life Fund, die boven elke ver
denking van gegooi met petten verhe
ven is, dat het instellen van nationa
le parken alle problemen uit de we
reld zou wegbezemen. Dat standpunt
is in olympisch tempo achterhaald en
anno 1969 zitten de geleerden elkaar
in de haren over de vraag, wat er in
's hemelsnaam dan moet gebeuren. In
Kenia is de ruzie zo hoog gelopen, dat
de eminente expert dr. Richard Laws,
directeur van het Tsavo Research Pro
ject, boos is weggelopen. Het is mis
schien allemaal niet wereldschokkend,
maar de olifanten van Tsavo zitten er
Het Tsavo Nationaal Park is met zijn
oppervlakte van 12.850 vierkante kilo
meter het grootste ter wereld. Vol
gens de meest recente schattingen le
ven er tegen de 40.000 olifanten bij el
kaar de grootste concentratie van
dikhuiden in Afrika en Azië. Dit voor
de liefhebbers van cijfers en superla
tieven. Ondertussen is de historie van
het park bizar genoeg, om er dieper
op in te gaan. Nu staan er blank ge
verniste bordjes, die behulpzaam uit
roepen „olifanten hebben voorrang" en
„naar de nijlpaarden". Correcte ran
gers brengen je met de vinger op de
lippen naar de plaatsen, waar het
groot wild zich ophoudt; je voelt je een
beetje als iemand, die door de zieken
broeder naar het bed van een ernsti
ge patiënt wordt gebracht. Wedden,
dat een slimmerik hier over een paar
jaar een kraampje met pinda's en ba
nanen neerzet, net als in Artis?
Zomaar een wegwerpgedachte: de
plek, waarop je staat, was vijftien
jaar geleden nog door geen mensen
voet betreden en het schouwspel, dat
je ziet honderden olifanten, die drin
ken, pootjebaden en stoeien in de poel
aan de voet van Mudanda Rock
was vijftien jaar geleden nog door
geen mensenoog aanschouwd met
uitzondering misschien van enkele le
den van de Waliangulustam, die uit
geboren stropers bestaat, voor wie
geen bush te dicht is. Zo snel gaat
het allemaal in Kenia en dat is, als
je het door de olifantebril bekijkt,
nu juist de ellende.
te, gebarsten rode aarde en leeuwen.
Vooral de leeuwen waren berucht. Zo
als de Duitsers ergens in hun historie
een voorkeur voor Sauerkraut hebben
ontwikkeld, zo hebben de leeuwen van
Tsavo de smaak van mensen te pak
ken gekregen, toen omstreeks de eeuw
wisseling de spoorlijn Nairobi-Mom-
bassa dwars door hun jachtgebied werd
aangelegd. De slachting, die zij onder
de spoorwegarbeiders hebben aange
richt, moet verschrikkelijk zijn ge
dweest.
Voor de weinige insiders daarèntegen
was Tsavo een fascinerend en maag
delijk brok natuur; een land, dat een
verbijsterend gevarieerde hoeveelheid
grote en kleine zoogdieren huisvestte
en overdekt was met een intrigerende
vegetatie: de geurige Boswellia en
Commiphora bijvoorbeeld, die in bij
belse dagen de grondstoffen leverden
voor wierook en mirre. En de grotes
ke baobabboom....
Woestijn of lusthof
Tsavo is een land van wilde contras
ten. Gedurende de lange, hete zomer,
die duurt van oktober tot juni staan
de bomen naakt en bladerloos in het
zinderende landschap te slapen, maar
in de regentijd barsten de knoppen van
de ene nacht op de andere open en
weeft de woeker van de op hol gesla
gen klimop een ondoordringbaar net
van gebladerte. Waar eerst alleen
maar hete, verschroeide aarde was,
ligt opeens van horizon tot horizon een
Dwars door Tsavo stroomt de ongetemde Galanarivier, die in de regen tijd catastrofale vernielingen aanrichtte e
eerste taak was, te proberen dit geweld in te dammen.
i veel wild meesleurde. Sheldricks
Omdat dit gewas even kenschetsend is
voor Tsavo als kersebomen het zijn
voor de Betuwe, laat ik hier de sappi
ge beschrijving volgen, die Afrikaken-
ner Willard Price ervan gegeven heeft.
„De broodboom is de nozem onder de de magie
bomen. Zijn principe is, alle regels te
negeren. De meeste boomsoorten heb
ben nog een algemeen groeipatroon.
De ene kokospalm lijkt in meerdere
of mindere mate op de andere. De bao
bab echter heeft niets gemeen met an
dere gewassen, noch met zijn soortge
noten. De enorme stam, die soms een
omtrek van twaalf meter heeft, ont
wikkelt zware, misvormde takken, die
om de halve meter een andere richting
uitgroeien, alsof de hele boom zich in
een pijnlijke reumatische aandoening
in allerlei bochten wringt. Elke tak
eindigt abrupt, zonder zich de moeite
te geven om sierlijk in een punt uit te
lopen. Het grootste deel van het jaar
zitten er geen bladeren aan de baobab.
De ten hemel schreiende stompen zien
er eerder als wortels dan als takken
uit. De legende wil dan ook, dat God
toen de boom hem begon te vervelen,
de baobab uit de grond heeft gerukt
om hem er omgekeerd weer in te ste-
Jugendstiltapijt van wide bloemen
uitgespreid. Niet het rode alkalistof
prikkelt meer je neusgaten, maar
een zwaar zwoel parfum.Overal zoe
mende insekten en zingende vogels.
Tsavo is het ene moment een woestijn
en het andere een lusthof. Daarin ligt
het gebied.
Vijftien jaar geleden dan kreeg David
Sheldrick van het ministerie voor de
Wildstand de opdracht deze onbuigza
me wildernis toch maar even om te
vormen tot een nationaal park. Het
lukte hem. Hij bracht de grotendeels
nog onverkende 12.850 vierkante kilo
meter in kaart. Hjj maakte een eind
aan de stroperij. Hij vond bruikbare
doorgangen in de ongetemde Galana
rivier. Wegen werden aangelegd om
Tsavo te ontsluiten, dammen gecon
strueerd om de catastrofale gevolgen
van de vloedgolven in het regensei
zoen in te perken, putten geslagen om
in het droge seizoen de irrigatie op
gang te houden en het wild van drink
water te voorzien. Dat alles deden
David Sheldrick en zijn rangers in
vijftien jaar. Vraag niet hoe, maar zij
speelden het klaar.
tochten meer af te leggen om de 200
liter water te vinden, die zij per dag
opslurpen, als ze de kans krijgen. Ze
bleven eenvoudig in de buurt van Da
vids drinkplaatsen. En zochten daar
ook hun voedsel, 80 kilo per dag
Het ruïneuze gevolg is overal in Tsa
vo zichtbaar. Het landschap ziet eruit,
alsof er verschrikkelijke orkanen heb
ben gewoed, terwijl in werkelijkheid al
leen maar even een kudde olifanten
langs is geweest om zijn rechtmatige
lunch te halen. De ontbossing is in vol
le gang. Vooral de getourmenteerde
baobab moet het ontgelden. Zijn schors
is rijk aan calcium een mineraal,
waar de olifanten gek op zijn. David
Sheldrick heeft al geprobeerd er iets
aan te doen door op voederplaatsen
enorme hoeveelheden calcium te stor
ten en de olifanten waren hem dank
baar, maar er bleek geen volhouden
aan. De transportkosten waren een
voudig te duur.
Woestijn in wording
Sinds Tsavo, met de beste bedoelin
gen uiteraard, tot nationaal park werd
verklaard, is zijn karakter drastisch
veranderd. Hele bossen verdwijnen
spoorloos in de bodemloze put, die de
gecombineerde magen van 40.000 oli
fanten letterlijk zijn. Ervoor in de
plaats komen grote grasvlakten. De
ze metamorfose is de twistappel, die
de experts dagelijks naast hun ontbijt
bordje vinden. „Een prachtige ontwik
keling", zegt David Sheldrick. „Onder
normale omstandigheden bestaat het
Tsavopark maximaal kan huisvesten.
Hij heeft zijn 3000 magen niet gekre
gen. Sheldrick heeft het bij de rege
ring tegen weten te houden. Daarom
heeft hij dezer dagen boos ontslag ge
nomen. Een stap, die niets oplost.
Hoogstens een vraagteken erbij, want
wie van de twee heeft nou gelijk? Ze-
i olifant
i procent ker is, dat het antwoord gevonden moet
Meedogenloos
Voor de buitenstaander en wie was
dat niet? betekende Tsavo vijftien
Jaar geleden een onbewoonde, ongast
vrije, waterloze wildernis; een gevaar
lijke, barre, meedogenloze streek, met
doornstruiken als prikkeldraadversper
ringen! een land van schroeiende hit-
uit gras. Hij heeft in het huidige Tsa
vo zijn tafeltje-dek-je gevonden".
„Nee", zegt dr. Richard Laws, „dat
is niet waar, want om aan zijn minera
len te komen, zal het dier altijd bomen
nodig hebben endie zullen er straks,
als het zo doorgaat, in Tsavo niet of
nauwelijks meer zijn. Bovendien: wat
gebeurt er, als de wortels van bomen
de grond niet meer bij elkaar houden?
Dan krijg je onvermijdelijk erosie".
De meningen staan lijnrecht tegeno
ver elkaar. Volgens Sheldrick is Tsa
vo een toekomstig paradijs voor de oli
fanten. Volgens Laws is het een woes
tijn in wording en wie heeft er ooit
een olifant in de woestijn gezien? Het
probleem raakt trouwens alle wild in
het park. Als de olifanten zo blijven
huishouden en als er werkelijk erosie
van komt wat moeten de tienduizen
den gnoes dan, die in grote kudden
door Tsavo rondzwerven alsof God met
zijn scheppingsverhaal nooit verder
gevorderd was dan de vijfde dag? De
giraffen, die alleen maar boomtoppen
kunnen eten? De buffels en wildebees-
ten en gazelles en antilopen en zebra's,
waar moeten ze heen? En de leeuwen
van Tsavo niet te vergeten, die bij ge
brek aan spoorwegarbeiders hun maal
tijd met bovengenoemde wildsoorten
moeten doen.
worden binnen de grenzen van Tsavo
en de andere parken. In theorie staan
er geen hekken omheen en kunnen de
olifanten vrij uitzwermen, maar in de
praktijk is de bewoonde wereld zo ver
opgerukt, dat olifanten, die de hun toe
gewezen gebieden verlaten, niet kun
nen worden getolereerd.
Om het nog ingewikkelder te maken,
is er de laatste jaren een complicatie
bijgekomen en het zou al gek geweest
moeten zijn, als de beschaafde mens
daar weer niet debet aan was geweest.
Ditmaal is het de deelgroep, die on
der de noemer „toerist" van hot naar
haar trekt. Het Amboselireservaat in
Kenia, een ochtend rijden van Tsavo
vandaan, is er een goed voorbeeld van.
Een ranger vertelde me bedroefd, dat
er in 1968 een 20.000 bezoekers waren
geweest. Ik begreep die droefheid niet
en wees hem erop, dat ze in wezen
toch het beleg op zijn boterham waren
geweest. „Jawel", zei hij, „Maar hoe
lang zal het duren? De auto's van de
toeristen verpulveren in grote delen
van Amboseli het lichte vulkanische
gesteente, waaruit de bodem bestaat,
tot stof. Er zün geen autowegen. Ze
kunnen rijden waar ze willen, als ze
op zoek zijn naar wild. Ook rukken de
wielen de schaarse vegetatie uit de
grond en de losse aarde wordt door
de wind weggeblazen. Kijk zelf maar".
Inderdaad ziet de horizon eruit, alsof
er een stad aan het afbranden was.
Het zijn de stofwolken, die als rook
gordijnen achter de zigzaggende Land
rovers aandrijven.
Hoe houd je menselijkerwijs gespro
ken de toeristen binnen de perken?
Door goede autowegen aan te leggen
en er bordjes met verboden toegang
langs te zetten. Maar hoe krijgt de
toerist dan het wild te zien, waarvoor
hij speciaal uit Europa of Amerika
is komen vliegen? Gewoon: door
langs de autowegen voederplaatsen
aan te leggen. Waarmee we terug zijn
gekeerd op het punt, waar we begon
nen: bij de eenden van Jurgens.
PIET SNOEREN
3000 magen
Kudden gnoes zwerven door Tsavo, alsof God er met zijn scheppingsverhaal niet verder was gevorderd
dan de vijfde dag.
Dr. Richard Laws heeft het probleem
(dat uiteraard voor alle nationale par
ken in Afrika geldt) drastisch willen
aanpakken. Hij heeft in Tsavo 3000 oli
fanten ineens willen afschieten. Niet.
om het bestand terug te brengen, al
is dat in zijn ogen broodnodig, sinds
natuurlijke sterfteoorzaken plus de
stropers verdwenen zijn, maar om aan
3000 olifantemagen te komen. Door
de inhoud te bestuderen hoopte hij aan
de weet te komen, hoe de olifantenpo
pulatie van Tsavo het veranderde leef
milieu verwerkt. Of liever: de tien ver
schillende populaties. Volgens het re
sultaat van zijn onderzoekingen zijn er
in Tsavo namelijk tien verschillende
olifantengroepen, die allemaal anders
reageren op de metamorfose van het
park en die in verschillende stadia van
aanpassing zijn. Dit alles moet grondig
onderzocht worden, meent dr. Richard
Laws, voordat men vast kan stellen en
▼ast még stellen, hoeveel olifanten 1
David Sheldrick heeft koel, helder water in Tsavo gebracht. Het foei
lelijke wrattenzwijn spiegelt er rich met welbehagen in.