Hiep hiep hoera, Computers H iriGi en andere vrijwel volmaakte machines zullen ons en onze kinderen het werk uit handen nemen, en eindelijk zullen we volop vrije tijd krijgen. Maarwat doen we dan met de vogelvrije uren die ons in zulk een overvloed boven het hoofd hangen Dat is, kort samengevat, het onderwerp van de speciale reportageserie die ons blad in de komende weken gaat publi ceren. In tientallen interviews en be schouwingen zal een beeld worden ge geven van de „vrije-tijdsmaatschappij", de nog nauwelijks voorstelbare wereld van morgen en overmorgen. „Wij gaan onze toekomst in zoals we de oorlog in zijn gegaan: geblinddoekt". Dat schreef in 1946 de econoom Joseph A. Schumpeter. In 1969 lijkt dat niet meer helemaal waar. In Amerika en Europa proberen geleerden van allerlei discipline op wetenschappelijke basis vast te stel len wat de toekomst brengen kan (niet: zal). Onze reportageserie geeft een indruk van de stand van het toekomstonderzoek op het ogenblik. De deskundigen noemen de toenemende vrije tijd „het voornaam ste vraagstuk van onze toekomst", maar pasklare oplossingen ervoor hebben zij niet. Het denkwerk is pas begonnen. LGEMEEN wordt ervan uitgegaan, dat de vrije tijd toeneemt. Dat wil zeggen: we krijgen steeds meer tijd die. we ni%t_ Jioeygn te besteden aan; soaïaal of economisch noodzakelijke bezig heden, zoals werken, huishoudéri, ^schoolgaan, slapen, eten, kleden enz. In 1900 had elke wer ker in Nederland gemiddeld 11 Uur vrije tijd per week, in 1956 al 24 uur en na de invoering van de vrije zaterdag in het-begin, van de jaren zestig 27 uur. Hoeveel uur zal dat in het jaar 2000 zijn Daar zijn de geleerden het niet over eens. Er zijn er die zeggen, dat in de toekomst nog maar een kleine elite van de bevolking zal mogen werken, maar anderen, bijvoorbeeld de socioloog drs. J. Berting, noemen „dit ,roze beeld' opium voor degenen die erin geloven". Prof. C. A. van den Beid, directeur van het Centraal Planbureau, is de enige in Nederland die op grond van nu bekende gegevens een be rekening voor het jaar 2000 heeft gemaakt. Hij komt tot bijna 40 uur vrije tijd per week. Maar in de Verenigde Staten zijn sommige beroeps groepen nu al aan dat aantal uren toe Niet iedereen heeft veel vrije tijd. Onderzoe kingen van het Centraal Bureau voor de Statis tiek hebben uitgewezen, dat de gemiddelde Nederlandse man 32 uur vrije tijd per week heeft, maar de gemiddelde Nederlandse vrouw slechts 21 uur. Dat verschijnsel hangt nauw samen met de emancipatie van de vrouw in onze samenleving. In onze reportageserie zal er een aparte aflevering aan worden gewijd. i/E meningen botsen pas goed bij de vraag: wat doen we met de vrije tijd Pessimisten voorzien de totale chaos, een wereld vol rellen en oproer. Want, zeggen ze, de mensen moeten hun energie toch ergens kwijtOp zijn best voorspellen zij de volledige consumptiemaat schappij, waarin het volk naar oud recept met brood en spelen zal worden zoet gehouden. Ze zijn er altijd geweest, de zwartkijkers. Ze en ander statusverhogend speelgoed Of iets heel anders De meeste mensen kunnen meer, heeft de Groningse hoogleraar Pen gezegd, en de Brabantse socioloog drs. H. J. A. Zaat (een van de medewerkers aan onze serie) zegt het hem na. Voer voor optimisten We krijgen ein delijk wat we in het knellende arbeidsbestel niet hebben: tijd voor scheppende zelfwerk zaamheid, tijd om ons zelf individueel en in groepsverband meer te ontplooien, tijd om te zamen vrije mensen te worden hebben zich bijvoorbeeld ook zorgen gemaakt bij de invoering van de vrije zaterdag. Dat is dan allemaal meegevallen. De meeste mensen liggen wat langer in bad en in bed, tuinieren meer en knutselen meer, gaan meer vissen, doen meer aan andere sport en gaan samen winkelen in de supermarkt. Geen revolutie dus. Maar, zo schrijft in een brochure van de Werkgroep 2000 de Tilburgse sociaal-pedagoog prof. dr. J. A. Stalpers (die ook in onze serie aan het woord komt), er is toch onrust. Veel mensen zijn on tevreden over de kwaliteit van hun bestaan, zij willen méér. Een tweede auto, een tweede t.v. ET zal niet vanzelf gaan, maar per slot van rekening heeft het ook lang geduurd voordat we gewend waren aan het gedisciplineerd ar beidsbestel, waarvan we nog altijd denken dat het adelt. Prof. De Froe: „Evenals de beroeps uitoefening heeft de vrijetijdsbesteding voor bereiding en leiding nodig. Het is te verwachten, dat deze in het jaar 2000 een integraal deel van opvoeding en onderwijs zullen uitmaken." Over de maatregelen, die we moeten nemen om ons arbeidsbestel in een vrijetijdsbestel om te bou wen, zullen in deze reportageserie veel des kundigen aan het woord komen. Overigens zal geen van hen het verlossende woord spreken, want dat is er (nog) niet. Maar zijn we voor lopig al niet een heel eind, als we ons he' probleem bewust worden Vrije tijd en onder wijs, vrije tijd en televisie, vrije tijd en cultuur, kerk, sport, toerisme, doe-het-zelfhobby's, wo ning- en stedebouw, vrije tijd en vrijheid het zijn allemaal onderwerpen die aan bod komen. LR zijn geweldige veranderingen op til. De beschikbare vrije tijd zal nog aanzienlijk toe nemen en of dat nu vóór of na het magische jaar 2000 zal gebeuren doet er eigenlijk niet veel toe. Waartoe de veranderingen, die daar het gevolg van zijn, precies zullen leiden, is niet met zekerheid te zeggen. Maar waarom zouden we pessimistisch zijn Prof. Stalpers wijst er in zijn eerder genoemde brochure op, dat psycho logisch onderzoek heeft aangetoond, dat eigen schappen als initiatief, doorzettingsvermogen, creativiteit, belangstelling voor zaken als poli tiek, muziek, schilderkunst, toneel, natuur, niet gebonden zijn aan een bepaald niveau van in tellectuele begaafdheid, maar dwars door alle intelliegentiegroepen gespreid liggen. De meeste mensen kunnen meer en daarom hoeft de toe komst geen tijd te worden van brood en spelen alléén. Na het uitsluitend zwoegen hoeft niet het uitsluitend zwelgen te volgenMaar dan komt het er wel opaan een nieuw maat schappelijk bestel tot stand te brengen, een samenleving, waarin ieder mens met zijn eigen kwaliteiten de ruimte krijgt. Als we dat reus achtige karwei wollen klaren, zullen we de toekomst niet geblinddoekt tegemoet mogen gaan. Dan zullen we vandaag de wereld van morgen moeten verkennen. Met de speciale reportageserie over de „vrijetijdsmaatschappij" wil ons blad daartoe een bijdrage leveren Q> -DflC; VPN D£ WAL£NK«MP-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13