IN KENIA STERFT EEN VOLK ,wer«? je kunt evenjj pro! een nijlpaard een broek aan te doen" waren de masai met hun moord- en plundertochten, s en hun duivelse beschilderingen de doodschrik van het land KENIA In hun oorlellen zitten gaten, io groot, dat je er een pakje sigaretten door heen kunt steken. De schaarse keren, dat ze lachen, zie je, dat in hun ondergebit verschil lende tanden ontbreken die trekken ze uit, om gevoerd te kunnen worden, mochten ze ten prooi vallen aan een van Kenia's meest gevreesde ziekten: de mondklem. Ze worden maar twee keer in hun leven gewassen, onmiddellijk na de geboorte en bij de besnijde nisplechtigheid en de geur, die ze verspreiden is navenant. In hun ooghoeken, hun neusgaten, hun oorholten krioelen vieze vliegen. En tóch zijn de Masai het prachtigste volk, dat ik ooit heb gezien. De jonge morans krijgers lijken met hun atletische bouw en hun adelaarskoppen, met hun lange haren en baarden, die gevlochten zijn en verstevigd met rode klei, op de figuren op oude Griekse vazen, zoals ze, leunend op hun onafscheidelijke speer, in het landschap geworteld staan. De vrouwen hebben de gol vende gang van leeuwinnen, de rijzige rankheid van de giraf en de schuwe, glanzende oogopslag van de Thomsons gazelle. als een leeuw een masai ruikt, vlucht hij weg zo snel hij kan Koninklijke verschijningen zijn het, met hun hoog geheven hoofden en hun rode gewaden, die meer als onder scheidingsteken gedragen worden dan om hun soepele naaktheid te verhullen. Je zou verwaohten, dat ze in paleizen wonen, maar in werkelijkheid hokken zé in manyatta's donkere krotten van koeiemest, zo laag, dat een kind er nauwelijks rechtop lean staan, zo nauw, dat een moran er nauwelijks languit kan liggen, en verstikkend be nauwd, want Ier brandt altijd een ro kerig vuur. Na tien minuten gastvrij heid genoten te hebben, kroop ik er met spierpijn en verschroeide longen uit. Een huis betekent niets voor de Masai. Het zijn nomaden; hun leefwij ze vereist, dat hun inboedel niet om vangrijker is dan wat hun vrouwen op hun hoofd kunnen meedragen. Al» het gras ter plaatse is verbruikt, steken ze eenvoudig hun manyatta in brand en bouwen ergens anders, waar het groen is, een nieuwe. Het enige, dat voor de Masai iets betekent, is hun vee. Een diep tragisch, wat ontworteld volk, een natie zonder een greintje toe komst. Daar zijn de kopstukken in het snel evoluerende Kenia het roerend over eens, al gaan ze tot het uiterste, om de stam in zijn recht te laten. De beste weidegronden van Afrika heb ben ze de Masai toegewezen schit terende savannes aan de voet van de Kilimanjaro. Desondanks schijnen ze op de rand van futloos uitsterven te ba lanceren --té levensmoe om er iels aan te doen. Hoeveel duizend jaar zou de evolutie geïnvesteerd hebben om de ren te aan tradities en taboes te krijgen, die de Masai zo uniek maken? Toen kwam de beschaving en trok de stoel onder hen uit. Andere stammen pasten zich aan, met name de Kikuyu, waar toe mzee Kenyatta behoort eens de „vlammende speer" van de Mau Mau, nu de vader, des vaderlands en een van de slimste politieke vogels van Afrika. Maar de Masai kan zich niet nanpassën en mist er ook de lust toe. Er zijn leden van de stam bekend, die Hoewel hel doden van leeuwen officieel verboden is, gaat de Masai simba nooit uit de weg. Deze krijger won het gevecht ten koste van zware verwondingen, die hij in het missiehospitaal komt laten verbinden. de middelbare school hebben bezocht en zelfs hebben gestudeerd. Dan liggen de vette banen voor je klaar, in Kenia. Maar ze keerden terug. Ze prefereer den hun stinkende manyatta's boven de propere flats van Nairobi, het gevoel van de speer in hun hand boven dat van het autostuur, de leegte van de savannes boven het gekrioel in wa renhuizen en op cocktailparties. De Ma sai zijn van een onuitroeibaar heimwee naar hun verleden vervuld en ze zullen Kenyatta slooft zich met merkbaar re sultaat uit, om de landbouw in zijn land een van de vruchtbaarste ter wereld te ontwikkelen. Maar de Ma sai raakt geen schop aan in het kolos sale territoir, dat hij heeft toegewezen gekregen. De zin ervan dringt niet tot hem door. Wat moet hij met landbouw- proaukten? Eten doet hij ze niet, want zijn dieet' bestaat hoeveel duizend jaren al? nagenoeg louter uit een mengsel van melk en bloed. Verkopen dan? Jawel, maar wat moet hij met shillingi? Met shillingi kun je geen vrouwen kopen. Dat kan alleen mei vee. Er zijn naar schatting tussen dc 120.000 en 150.000 Masai. Ze hebben een miljoen kbeien en stieren. Dat is hun enige statussymbool, het enige ka pitaal, dat ze kennen en begeren. „Een De casettes van klein beeldfilms zijn een geliefd verzamelobject bij de Masai. Ze worden bij wijze van exclusieve versiering door grote gaten in hun oorlellen gestoken. Masai laten werken op het land of in de fabriek? Je kunt evengoed probe ren, een nijlpaard een' broek aan te trekken", zeggen de kopstukken in Nai robi. Het is niet spottend bedoeld. Nog maar kort geleden waren de Masai met hun moord- en plundertochten, hi,in barbaarse tradities en hun duivel se beschilderingen de doodschrik van het land. Het respect zit er diep in bij de Kikuyu's'en bij de Giriama's aan de kust, die hun voornaamste doelwitten waren. Maar de opmerking is wel il lustratief voor de hopeloosheid, waar mee men tegen de zaak zit aan te kij- Hét Namanga River Hotel ligt als een vestzakparadijs van vegetatie en voor naam komfort midden in leegte van Masailand. Overal" in Kenia eet men voortreffelijk, maar het koude buffet hier is kwantitatief en kwalitatief van de overtreffende trap. De safarigan- gers, die er, het rode stof van Afrika als grime dik op hun gezichten, komen uitblazen, klakken waarderend met de verwendetong Één gek Idee, dat op hetzelfde moment, misschien maar een steenworp ver, een jonge moran neer knielt, de boog spant en schiet. De pijl punt, waar omheen een kraagje zit, zo dat hij niet te ver kan doordringen, raakt precies de halsslagader van een koe. Het bloed, dat uit de hals gust, wordt opgevangen in een houten nap en vervolgens wordt de wond gedicht met een antiseptisch kneedsel van mest en as. De operatie is zo efficiënt, dat het dier niet eens met zijn ogen heeft geknipperd en rustig is.blijven doorgra zen. In de nap wordt melk toegevoegd en een mengsel van as en urine, dat het stremmingsproces bevordert. De volgende dag heeft de moran een soort kaas van bloed en melk, die hij be waart in een kalebas en waar- hij van eet, als hij honger voelt. Ander voed sel kennen de Masai niet of nauwe lijks. Generatie na generatie (hoe ver terug in dë historie van Afrika, die even duistel- is als de regenwouden op de flanken van Mount Kenia?) hebben zij slechts bloed en melk gegeten en er zich wel bij bevonden. Waarom zouden ze veranderen? Bovendien zal er in an der voedsel wel een thahu schuilen een vloek en dat geeft maar over bodig gesjouw naar de plaatselijke me dicijnman. Het is een traditie die nog wel vol te houden is, ook in moderne tijden. An ders is het met de allesoverheersende passie, waarvan het Masaihart in lich terlaaie staat: zijn haat jegens simba de leeuw. Wanneer mijn chauffeur Peter, die een Kikuyu is en een christen, dit mysterie aanroert tijdens de lange, hete safari- ritten door Masailand, rollen zijn ogen van verbazing in hun kassen. „Ah, de Masai", zegt hij, „een heel vreemde stam, meneer. Weet u, wat ze doen? Ze nemen een stokje, zo lang (zijn han den wijzen dertig centimeter aan), en ze slijpen er aan beide kanten een punt aan. Ze binden het- vast aan hun pols en ze gaan een leeuw zoeken. 'Als ze er een gevonden hebben, dagen ze hem uit. Ze houden hem een arm voor, net zolang totdat hij bijl. U gelooft het niet meneer, maar dat doen ze. IJskoud. Nou, als die leeuw gebeten heeft, blijft het stokje tussen zijn kaken zitten en kunnen ze hem op hun gemak met hun speren afmaken. Ik zweer u, meneer: als een leeuw een Masai ruikt, vluoht hij weg zo snel hij kan". Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de traditie, dal een Masaijongen Onbewust van het trieste lot. dat haar volk boven het hoofd hangt, tooit de Masaivrouw zich met haar sieraden en speelt ze voor de hut van koemest met haar kind. pas moran wordt, als hij een leeuw heeft gedood. Een moran zijn betekent in het gemeenschapshuis mogen leven, waar de mooiste meisjes van de stam tot je beschikking staan, vijftien jaar lang. Zo'n beloning is enig 'risico waard, nietwaar? Maar de ingekan kerde haat jegens simba gaat dieper. Hij behoort tot het wezen van een volk, dat nogmaals: hoeveel duizend jaar? maar één grote dagelijkse zorg heeft geleend: zijn kwestbare kudde bescher men tegen hongerige leeuwen. Daarop is de hele cultus gebaseerd. Overdag praten de Masai niet veel. Dat vinden zij daglicht verknoeien en de grote god Ngai kan je ervoor straffen met blind heid. Maar 's avonds komen de sterke verhalen en de legendes los. Het cen trale thema is altijd simba. Toen eerst de Duitse en later de En gelse kolonialisten in Kenia kwamen, maakten ze een hardhandig einde aan de moord- en plundertochten van de Masai. De stam legde zich ei' uiteinde lijk bij neer. Ook door verbeterde fok- methodetj en ziektebestrijding kon je je veestapel uitbreiden en als je veel vee had, hoefde je je vrouwen niet te gaan roven dan kon je ze kopen. Die filosofie wilde er nog wel in. En ze hiel den de leeuwen, als ze de essentie van hun wezen'wilden bewijzen: hun moed. Het departement voor de wildstand heeft hun nu ook de leeuwen afgeno men. Simba is een beschermd dier ge worden, een onmisbaar onderdeel van de apparatuur, die de toeristenindus trie op gang moet brengen en houden. Simba mag slechts worden gedood als het strikt strikt noodzakelijk is. Maar als de Masaijongen eerst geen Kikuyu of Girama meer mag doden en dan ook al geen leeuw meer, hoe moet hij dan ooit moran worden, hel gezelschap van vrouwen waardig? Moet hij zich soms met de laffe gnoe gaan meten of met het wanstaltige wrattenzwijn? De Masai zijn hun waardigheid kwijt geraakt, dat is het hele, ellendige pro bleem. De nieuwe waardigheid, die hun in ruil wordt aangeboden een nuttig burger zijn in de moderne Afrikaanse start, die mzee Kenyatta voor ogen staat kennen ze niet, begrijpen ze niet, willen ze niet. Hier en daar heb ik de tekenen van degeneratie al ge zien. Ik heb Masai ontmoet, die niet naar me spuugden, zoals de belecfd- begroel, hun hand ophielden of zich beschik baar stelden voor een rolo, mits ik er goed voor wilde betalen. De trotse krijgers van vroeger, die shillingi ver achtten. lot het laagste gebracht, wat denkbaar is: de bedelstaf! En dat zijn dan misschien de jongens, die 't nog wel zullen redden; ook al zullen ;:e het bene den de stand van hun stam blijven vin den te werken. De stroom van nieuws gierige. gulle, fotograferende toeristen neemt ine Maar "de echte Masai? Zijn speer is /.i.in alles hij mag hem niet meer gebruiken. Zijn blauw en rood ge schilderd schild is zijn trots hij mag als hoofdtooi bewijzen, dat hij een man .is - hij mag geen leeuwen meer do den. Waai mo'ct hij heen? ..In deze mo derne wereld van schoolborden, com missies ,en demagogen", zegt Elspeth Huxley, die misschien beter dan wie bevoegd is om over Kenia te spreken, dijken deze stijfhoofdige, conservatie ve nomaden op dinosaurissen en ptero- 'uctylen, overlevenden uit vervlogen tij den met een aantal attributen, die lang zaam maar zeker in waarde achteruit gaan. Zij zijn aristocratisch manhaf tig, vrij, doch getekend. Zoals alles in de natuur, dat zich niet wil of kan aan passen aan zijn omgeving, zijn zij ge doemd ten onder te gaan' PIET SNOEREN «KB Een Masaikrijger en zijn kudde: evolutionair gegroeide twe Kenya geen plaats is voor nomaden. enheid, die de stam onontkoombaar tot uitsterve

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 19