I een - wat profaan - kerstverhaal, spelend in de dagen van de oldtimers van alaska's tumultueuze eerste goldrush, die van 1897-98 een paar maal half bevroren geweest, maar nu wilde hij zich uitleven. ledereen liep natuurlijk achter hem aan, de makelaars van de banken, de leveranciers van de uitrustingen, de lotenverkopers, de runners van de speelbanken, de blanke dames van plezier en de Indiaanse squaws die het ook eens probeerden. Dawson lag aan Charlies voeten omdat hij alles kon kopen. Hij kocht ook van allesl Hij had goud genoeg om jaren lang alles te kunnen kopen wat hij wilde hebben. Tenminste, als hij het een beetje verstandig aanlegde. De vrouwen vochten om hem, beruchte en beroemde meiden als Banjo Nell, The Smelly Kidd, Klondike Kate, The Ape en The Beef Trust. Maar zonder succes. Hij was wel een heleboel van plan op dat 'gebied, maar hij was, om u de waarheid te zeggen, geen man voor vrouwen. Hij was er bang voor. Nee, hij gokte veel liever en je kon hem die eerste dagen soms zestien uur achtereen aan de roulette zien zitten. En aslof het geluk hem nooit meer wilde verlaten, hij won! Zoveel zelfs, dat het wel opnieuw een bonanza leek. Ja, Charlie had toen twee bonanza's. En dót had hem moeten waarschuwen. Hij had moeten begrijpen, dat het lot hem uitdaagde, hem op de proef stelde. Hij begreep het niet en dat werd z'n ondergang. EN nu komt het. In die dagen, kort voor Kerstmis, arriveerde ze, samen met haar Impresario of manager. De actrice. Ze trad op in de eerste saloon van Dawson en binnen een week had iedereen z'n hart aan Passionate Annie verloren. Ze acteerde wel niet. zo best, maar dat was voor Dawson bijzaak. Ze was beeldschoon, jong en zat uitstekend in haar vlees. Geknipt, pasklaar voor Dawson, als u mij begrijpt. De derde dag zag Charlie haar, toen hij met een paar jongens van Dawson zat te pokeren. Hij was tegelijk een verloren man. Hij was allesbehalve een held in de omgang met vrouwen en dus dronk hij eerst een fles champagne (80 dollar) leeg. Hij was namelijk van plan naar haar toe te gaan, om te zeggen dat hij eindelijk de vrouw zijner dromen had gevonden. Hij ging naar haar kleedkamer, maar de manager 'iy gooide de deur voor z'n neus dicht en zei hem, dat een zichzelf respecterende star als Annie zich niet inliet met de eerste de beste beschonken goudzoeker. Charlie bekeek de impresario aandachtig en vond hem geen aardige man. Hij had iets van een evangelist, maar zag daar net iets te goedaardig voor uit. In het leven moet je oppassen voor mensen met goede, betrouwbare gezichten, vreemdeling, wist u dat? Maar dit tussen haakjes. De volgende avond liet hij haar door een zaalwachter een gouden halsketting brengen, die hem vijfduizend dollar had gekost en de avond daarna een diadeem met briljanten bezet. De prijs: vijftienduizend dollar De vierde avond was er geen impresario bij de deur van de kleedkamer die op een kier stond. Hij klopte, ging naar binnen en aanschouwde haar in profond negligé. Ze was heel mooi, heel bloeiend ook, zoals dat heet. Ze was niet groot, maar aan haar vormgeving mankeerde volstrekt niets. Ze was wat de buitenkant betreft volmaakt. Nee, uniek. Charlie was iemand, die altijd recht op zijn doel afging en die avond maakte hij geen uitzondering. Hij vroeg haar binnen vijf minuten ten huwelijk. Ze lachte vriendelijk en zei nee. Hij lachte ook, omdat hij zeker wist dat ze het niet meende. En als ze het wél meende zou hij haar kopen. Hij wist allang dat alles met goud te koop is en zeker in Dawson. Ze bleef nee zeggen, ondanks alle rooskleurige vooruitzichten, die hij haar schilderde en wie weet misschien twijfelde ze die avond ook nog wel, want wat je van Charlie ook mocht zeggen, hij was niet precies het soort man waarover de vrouwen zich direct opwinden en waarvan ze achterover vallen. Maar dat was zijn schuld niet. Die paar jaar Alaska hadden hun stempel op hem gezet. Je krijgt nu eenmaal een bonanza niet cadeau. Ze zei: „Mijn vriend, ik ben geen vrouw voor het huwelijk. Ik ben voor de kunst geschapen, ik ben artieste en behoor aan mijn publiek. Maar je geschenken kan ik als kunstenares waarderen". Charlie antwoordde: „Je publiek? Dat ben ik en ik zal je alles geven waarover je ooit gedroomd hebt en nog veel meer. Ik ben de man op wie je altijd hebt gewacht; ik zal je als mijn koningin behandelen en op handen dragen. Ik zweer het je, „Ik zal je ongelukkig maken, Charlie", zei ze droevig. „Welnee", zei hij, „dat denk je maar, laat dat maar rustig aan mij over". „Ik weet h%t zeker en dat mag ik je niet aandoen, Charlie", zei Passionate Annie en ze deed moeite een traan te beletten uit een van haar mooie ogen te glippen. „We zijn voor elkaar geboren, Annie", zei Charlie onverstoorbaar. „Je vergiste je, geloof me toch", antwoordde ze. En wederom had ze moeite met het bedwingen van een traan. „Ik vergis me nooit, Annie", zei hij, „je behoort bij mij, we zijn een eenheid. Je bent geweldig. Om zo te zeggen, je bent je gewicht in goud waard". Ze zweeg en glimlachte een beetje droefgeestig. Hij dacht: wat is ze mooi, lief en bekoorlijk. Eigenlijk nog maar een meisje, haast een kind. Ze heeft hulp en steun van een man nodig in deze keiharde zondepoel van Dawson. Toen ze bleef zwijgen, zei hij: „Geloof me maar, ik maak een koningin van je, hoewel je dat eigenlijk al bent". Ze keek hem van terzijde aan en zei: „Meende je wat je daarnet zei, Charlie, dat ik m'n gewicht in goud waard ben, of was het maar een grapje?" „Wat ik zeg, meen ik, Annie". „Is het dus werkelijk waar?" „Op m'n woord". Even hield ze haar adem in en zei toen: „Goed, door anthony van kampen als je m'n gewiccht in goud uitbetaalt, ben ik je vrouw voor 't leven, Charlie". Hij was even van de kaart, maar niet lang. Ze zag dat hij nadacht en zei: „Je vindt het misschien wel een vreemd voorstel, Charlie, maar het zal voor mij het bewijs zijn dat je me werkelijk bemint. Dit is voor ons, vrouwen, een harde wereld. We zijn nu eenmaal het zwakke geslacht en als zodanig moeten we ons verdedigen, dat zul je met me eens zijn. Is het dan zo gek dat we onze prijs bepalen? Het gaat natuurlijk helemaal niet om dat goud dat blijft toch van ons samen maar het is voor mij de proef op de som, lieve Charlie". „Dat begrijp ik, Annie", zei hij, terwijl hij haar tersluiks van terzijde opnam, en haar gewicht taxeerde. „Goed", zei ze, „als je me m'n gewicht in goud betaalt, trouwen we nog dezelfde dag. Dan word ik de moeder van je kinderen en later de grootmoeder van je kleinkinderen. Ik zal je geen seconde verlaten, net zo lang tot de dood ons scheidt". Hij dacht ernstig na, want helemaal gek was hij tenslotte nu-ook weer niet. Hij vond het in elk geval een ietwat vreemde, niet zó alledaagse gang van zaken, maar wat ze zei, was waar: ze was een zwakke, alleen in dit barre leven staande jonge vrouw, overgeleverd aan die vent, die manager van haar met z'n boeventronie. Die kerel misbruikte haar natuurlijk alleen maar voor eigen profijt. Voor hem was ze een ideale bron van gemakkelijk verworden inkomsten. Hij bekeek haar nog eens heel goed en schatte haar gewicht. Als er iets was, waar hij in die paar jaar verstand van had gekregen dan was het van wegen, omdat je daar als goudzoeker nu eenmaal dagelijks mee te maken hebt. Hij taxeerde haar aantal kilogrammen en bedacht dat het erger gekund had. Ze had een wespentaille, hetgeen al winst was. Het was in elk geval meegenomen. „Wel", zei hij, „ik regel het allemaal. Over twee dagen is het Kerstmis en dat lijkt me de mooiste dag van 't jaar om te trouwen. Ik zorg voor het goud en de bascule. We trouwen natuurlijk in de Crazy Horse Saloon, want dat is de grootste, mooiste en duurste tent hier. Akkoord?" „Akkoord", zei Passionate Annie. Ze omhelsden elkaar voor het eerst en hij wist niet dat het tegelijk z'n eerste en laatste omhelzing met een vrouw zou zijn. Toen hij afscheid van haar nam, zei hij, terwijl hij aan het wegen dacht: „Je bent heel mooi, Annie, maar zorg ervoor dat je blijft zoals je bent. Je hebt een perfecte, een hemelse lijn, eet dus niet te veel". „Ik zal eraan denken, Charlie", zei ze. HET werd iets, vreemdeling, dat zelfs Dawson, dat toch wel aan wat gewend was, nog nooit eerder beleefd had. Een zaak, waar iedereen zich mee bemoeide, omdat iedereen eraan verdienen wilde. Op de dag van het huwelijk, eerste kerstdag, was heel Dawson aanwezig als gast op de bruiloft van het jaar. Er was. een dominee en er waren getuigen. De Crazy Horse Saloon maakte wel een wat wereldse, zondige indruk, maar tenslotte was het Dawson en daar golden nu eenmaal andere wetten dan in de rest van de wereld. Vóór het hoogtepunt de inzegening van het huwelijk plaatsvond, moest er gewogen worden. Er stond een walvis van een bascule op het toneel, met ernaast zes beambten van de bank die Charlies goud bewaakten. Het was dus volmaakt eerlijk spel. Zelfs de sheriff die een slecht gezicht had, maar een goed mens was kon niets onregelmatigs ontdekken. En dat wilde wat zeggen in Dawson! Op de ene schaal werden de zakjes goud geplaatst en op de andere stond, stralend van schoonheid en geluk, Passionate Annie. Ze stond er werkelijk als een koningin, vond Charlie, hoewel k hij natuurlijk nooit een echte koningin gezien had. Hij kon geen oog van haar afhouden, maar hoe langer hij keek des te meer vroeg hij zich af of hij het goed zag of- zich alleen maar verbeeldde (hij had al flink wat champagne op) dat Annie er forser, gevulder leek uit te zien dan twee dagen daarvoor. Dat kon natuurlijk niet, zoiets moest gezichtsbedrog zijn Nee ze was precies dezelfde, even tenger, met haar even fijne aristocratische wespentaille en even groot. Alleen haar boezem leek meer geprononceerd. Maar dat was begrijpelijk, bedacht hij. Dat kwam natuurlijk door 't nieuwe Parijse korset dat ze aangetrokken had. Ze had hem namelijk verteld, dat ze het geluk had gehad het allernieuwste, zojuist uitgekomen Parijse korset te kunnen kopen. Duur, maar heel apart. Bestemd voor echte „grandes dames". Alle andere vrouwen van Dawson zouden zich opvreten van jaloezie als ze haar dit korset zagen dragen. En een deel van die glorie zou nu ook op hem Charlie afstralen, had ze gezegd. Hij vermoedde dat daar een schijn van waarheid in zat, maar helemaal was het niet tot hem doorgedrongen wat een korset met zijn glorie had te maken. Het wegen begon. Het gebeurde, zoals gezegd, onder toezicht van de sheriff, van de zes bankbedienden, de dominee (een afgezette, dat vergat ik nog te zeggen), de manager die allang geen rol meer speelde en van Charlie, die voor alle zekerheid toch maar een oog in het zeil hield, omdat hij van fair play hield. Hij zag hoe de zakjes goud zich naast elkaar opstapelden en nóg ging Passionate Annie niet naar boven, nóg kwam ze niet van de grond. Hij hield z'n adem in. Hij berekende dat elk zakje hem op een deel van z'n moeizaam verworden fortuin kwam te staan en over huwelijkse voorwaarden was nog geen woord tussen hem en Annie gerept. Toen ze zich eindelijk verhief, zuchtte hij diep. Het zweet was hem uitgebroken. Z'n taxatie van haar gewicht had namelijk niet geklopt. Ze woog op de bascule en die was zuiver, daar viel niet aan te tornen zeker tien pond meer dan zijn toch al royale schatting was geweest. Het was hem een raadsel hoe hij zich tien pond had kunnen vergissen, maar wilde op een dag als deze niet over zo'n kleinigheid vallen en daardoor een schaduw over het feest werpen. De heren van de bank wisselden het goud in dollarbiljetten om, in niet al te grote coupures. Dat had Annie namelijk verzocht. Met die grote coupures had je vaak last met wisselen, had ze gezegd. Het waren drie koffers met biljetten. Een fortuin. Daarna vond het huwelijk plaats en tenslotte de bruiloft, die de hele middag, avond en nacht duurde. Charlie was gastheer gn iedereen werd, zoals was te verwachten, verschrikkelijk dronken; zelfs de dominee, die eruit zag als een propagandist voor geheelonthouding, maar schijn Charlie had als woning voor z'n bruid en zichzelf de mooiste en duurste cabin gekocht en op de een of andere manier kwamen ze daar tegen de ochtend in terecht. Ze hadden niet tot het allerlaatst gewacht. Er werd namelijk geschoten en niemand had op dat vroege uur meer een erg vaste hand. In elk geval had de pianist het smeedijzeren kachelscherm voor zich gezet en speelde de violist onder de tafel. Safety firstl TOEN hij wakker werd, was z'n eerste gevoel hoofdpijn en het tweede dat hij alleen was. Dat klopte met de realiteit. Behalve hem was er niemand anders in de cabin. Hij stond op en wierp een blik om zich heen. Het eerste wat hij zag, was Annies Parijse corset dat op de grond lag. Het bleek een indrukwekkend, imposant attribuut en het was te b'egrijpen dat andere vrouwen jaloers op zo'n korset waren. Ernaast lag een hoopje glinsterende voorwerpen. Charlie bukte zich en zag dat het hagel was, hagelkorrels voor jachtgeweren. Een flink voorraadje, zeker wel een pond of tien, twaalf. Van de hagel keek hij weer naar het corset en ondanks zijn houten hoofd drong het tot hem door, dat de capaciteit van het korset zeker op tien pond hagel geschat mocht worden. Op de tafel lag een briefje met enkele regels erop geschreven. Deze: „Lieve Charlie, ik weet zeker dat jij dit ook als een grap hebt beschouwd. Ik zal het nooit vergeten. Bedankt voor alles. Ben in de huwelijksnacht tien pond afgevallen. Natuurlijk wist je dat ik getrouwd was met de man die voor m'n manager doorgaat. Veel succes en veel bonanza's toegewenst door ANNIE. P.S. Het korset laat ik voor je achter als talisman. Het brengt je vast geluk aan. HIJ ging ze met z'n slee achterna en voor z'n team huskies werd het een zware dag. Hij spaarde ze niet. Maar na enkele uren overviel hem een blizzard, die hem noodzaakte zich in de sneeuw in te graven. Toen hij veertien uur later weer uit de sneeuw te voorschijn kroop, was hij behalve volkomen ontnuchterd ook driekwart bevroren. Er was natuurlijk geen spoor meer van de slee van Passionate Annie en haar man terug te vinden. Hij gaf het op en stuurde z'n team weer in de richting van Dawson. Er was niet veel koninklijks meer aa'n hem, toen hij daar de volgende dag aankwam. Hij bleef er tot Nieuwjaar en had er toen genoeg van om de risee van de stad te zijn. Want dat was hij natuurlijk geworden. Hij had een lang gesprek met de dominee en de sheriff gehad. Ze gaven hem weinig hoop, maar beloofden hem te doen wat mogelijk was. Maar er was niets meer mogelijk. Hij nam z'n tegoed bij de bank op en ging drie dagen aan één stuk door spelen. Op de ochtend van de vierde dag was hij alles kwijt en net zo arm als op de dag dat hij twee jaar daarvóór in Skagway aankwam. Ik zei al, vreemdeling, dat hij door de goudtor gebeten was. Dus ging hij naar z'n bonanza terug en begon weer te graven. Hij groef een half jaar aan één stuk door zonder één nugget te vinden. Nog geen korrel. Toen stopte hij ermee. Hij werd eerst vallenzetter, daarna gids en tenslotte droeg hij de uitrusting van andere goudzoekers, hetgeen voor een man als Charlie natuurlijk minderwaardig werk was. Het ging hem echter erg slecht in die dagen. Dat hij niet helemaal kapot ging, is trouwens nog een wonder. Gelukkig moest er een weg aangelegd worden en daaraan heeft hij nog net zo veel kunnen verdienen, dat hij niet van honger krepeerde. DIT is het verhaal van Charlie, die ze hier later Happy Yukon Charlie noemden. Dat „happy" was natuurlijk alleen maar ironisch bedoeld. Hoewel, ik moet zeggen dat hij z'n leed als een man droeg. Hij had geleerd ermee te leven en dat ging hem nog heel aardig af. Ik hoop dat ik u niet verveeld heb met het verhaal. In elk geval is het een waar verhaal. De mooiste verhalen zijn helaas nooit opgeschreven, zelfs niet door mr. London en geloof me dat die er een neus voor had. Weet u wel dat het me altijd gespeten heeft, dat ik niet schrijven kan? Dan was dat m'n bonanza geworden, net zoals mr. Jack London, die meer goud uit z'n Alaskaverhalen heeft gegraven dan de meeste goudzoekers uit de bodem van de Klondike". Hij zweeg en dronk z'n glas leeg. „U had toch ook de helft van het fortuin?", - vroeg ik. „Ja, dat heb ik u verteld en dat heb ik laten beleggen". „Was het een voordelige belegging?" „Dat viel tegen. Ze zouden een spoorweg bouwen, maar eer het zover was, ging de maatschappij op de fles. Ik heb er nooit een dollar van teruggezien". „Hebt u Happy Yukon Charlie nog wel eens ontmoet?" „Ja, zes jaar later, toen ik terugging om nog eens naar onze oude bonanza te kijken. Ik liep Charlie tegen het lijf en die zei dat het niet meer nodig was. Hij had het al gedaan. Er zat geen gram stofgoud meer". „Hij is zeker wel ongetrouwd gebleven, de rest van z'n leven?" „Ja, hij bleef, net als ik, vrijgezel. En wie zal hem dat kwalijk nemen? Voor twee dingen deugden we niet: niet voor de vrouwen en niet voor geld UghI" „Ik begrijp het", zei ik tegen Old Black Pete, die weer naar de wand van het café begon te kijken, naar de plaat van de raderboot, „ik begrijp het. Ze zeggen niet voor niets dat er maar twee soorten vrouwen bestaan: slechte en heel slechte" Hij draaide zich langzaam om en keek me een beetje koel, misprijzend aan. „Wat u daar zegt, is helemaal niet waar, vreemdeling", zei hij. „Er zijn inderdaad twee soorten vrouwen: goeie en betere. Wat Annie betreft, wel, ze zag haar kans en greep 'm. Als zij er niet was geweest, was er wel een andere gekomen. Vergeet niet dat hij verblind was, bezeten door die bonanza. Hij heeft gewoon voor zijn stommiteit betaald. Nu ja een hoge prijs, maar wat wés een hoge prijs in de dagen van good, old Dawson! Daarbij, hij mocht niet klagen. Ze hebben hem later namelijk erelid van de Pioneer's Club gemaakt". „Zo", zei ik, „dat moet hem op 'z'n oude dag dan toch nog heel wat voldoening geschonken hebben, denk ik". „Nee", zei Old Black Pete, „dat kon niet, want het gebeurde pas na z'n dood. Noemen ze zoiets niet postuum? Goede avond, heren, ik ga naar huis. Bedankt voor de Scotch. Hij smaakte me heel goed".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 17