mowgli
steekt bambi naar
de kroon
ZATERDAG 14 DECEMBER 1968
MEESTERWERK DISNEYSTUDIO'S
VOORTREFFELIJK AMUSEMENT VOOR JONG EN OUD
Het aasgierenkwartet maakt een dansje.
De tijger Shir Khan en de slang in „vriendelijke" oonversatie gewikkeld. Het jongetje Mowgli en het baby-olifantje.
SPI
Mowgli als sparring-partner voor de zorgeloos levende beer, een van de vele geslaagde Disneycreaties
„Jungle boek". ja
plezier aan beleven. De film kent geen
inzinkingen, wel hoogtepunten, zoals
de exercitie van het groepje olifanten
onder leiding van een oude Indiase
ijzervreter, het dansje van de zorgeloos
levende beer of het wilde beatfeest in
de apenkolonie, dat riiet de steun van
Louis Prima voor een kostelijk
swingende versie van Kipling zorgt.
Gelukkig heeft men in Nederland, waar
de flten op 19 december in roulatie
gaat, voor ondertiteling gezorgd en de
stemmen van de dieren niet nagesyn
chroniseerd. Zonder onze Nederlandse
artiesten iets te kort te willen doen; de
oorspronkelijke stemmen zijn zó goed
gekozen, dat dit bij een nasynehroni-
satie nooit verbeterd had kunnen
worden. Phil Harris produceert een
prachtig dom berengeluid, Sebastian
Cabot en Louis Prima noemden wij
reeds en de vlijmend slissende slang
heeft het hoge stemmetje van Sterling
Holloway gekregen. Prachtig is ook
de stem van George Sanders gebruikt,
die de tijger Shir Khan een voornaam
typisch Engels accent geeft, terwijl het
gierenkwartet een van de gemakkelijk
in het oor liggende melodieën op voor
treffelijke wijze brengt.
Het lijkt wel of de Disneystudio's met
..Jungle boek" een eerbewijs hebben
willen brengen aan hun overleden grote
oprichter en zich eens extra hebben
ingespannen, daarmee wraaknemend
voor de slappe jaren, toen routine en
vereenvoudiging van werkmethode de
overhand kregen. „Jungle boek" is
niet alleen tot in de puntjes verzorgd,
het is een geïnspireerd werk waarin
ontwerpers, decorschilders, animators
en gag-men zich hebben uitgeput om
het beste te brengen wat er uit deze
grote voorraad talent te distilleren
viel. Liedjesschrijvers en de tekst
sprekende acteurs zorgden daarnaast
voor een geluidsdecor, dat samen met
de bonte getekende wereld „Jungle
boek*" tot een belevenis in zijn genre
maakt. Een tekenfilm, die niemand
ook de ouderen niet mag missen.
Anderhalf uur puur amusement op ar
tistiek hoog niveau.
OTTO MILO De ijzervreter, bevelhebber van de exercerende olifanten.
Wilde dans van de apenkoning met de onhandig als aap vermomde beer.
Sedert Emile Cohl de eerste primitief
bewegende tekeningetjes op het witte
doek introduceerde is de tekenfilm
een niet meer weg te denken onderdeel
van het bioscoopprogramma geworden.
Het was Walt Disney, die in 1936 de
wereld versteld deed staan met zijn
„Sneeuwwitje en de zeven dwergen",
de eerste getekende hoofdfilm. Disney
was toen onbetwist de grote meester,
door velen geïmiteerd, door niemand
geëvenaard. „Sneeuwwitje" werd ge
volgd door „Pinokkio", „Pinokkio"
door „Bambi", terwijl met „Fantasia"
Walt Disney een nog ambitieuzere
poging deed om de tekenfilm van
kindervermaak te evolueren tot kunst
uiting. Ook tijdens en na de tweede
wereldoorlog bleven de Disneystudio's
met zekere regelmaat getekende hoofd
films afleveren, doch zij misten vaak
de inspiratie, die achter de produkten
uit de jaren dertig zat. Eendeels lag dit
aan het feit, dat de Disneystudio's in
avondvullende dierendocumentaires als
bijvoorbeeld „De woestijn leeft" en
„Perri" een minder bewerkelijke vorm
van expressie hadden gevonden, ander
deels omdat de grote meester een nieuw
troetelkind had gevonden, dat zijn
volledige aandacht opeiste: Disneyland.
Terwijl Disneys staf van medewerkers
de continuproduktie van getekende
hoofdfilms in stand hield, zagen an
dere tekenfilmstudio's, vooral die in
Oost-Europa, de kans Disneys troon
met oorspronkelijke ideeën en nieuwe
grafische technieken aan het wankelen
te brengen.
Maar nu hebben de mannen van de
Disneystudio's zich duidelijk gerevan
cheerd. Met „Jungle boek", de laatste
film waarover de onlangs overleden
„baas" Disney zelf nog de supervisie
had, werd een visitekaartje gepresen
teerd. Een visitekaartje, waarop alle
ervaring, technische perfectie en
ideeënrijkdom uit het imposante ver
leden van de studio terug te vinden
zijn. Het is zonder enige twijfel veruit
de beste Disneyfilm van de laatste
twintig jaar, op één hoogte staand mei
het na een ruim een kwart eeuw nog
steeds onovertroffen „Bambi".
„Jungle boek" mag dan weinig met de
Mowgliverhalen van Rudyard Kipling
uitstaande hebben, de film bezit verder
alles wat dit genre te bieden heeft.
Het jongetje Mowgli wordt in het oer
woud te vondeling gelegd en door een
goedige panter, kostelijk van mimiek
geheel passend bij de stem van Sebas
tian Cabot, naar een wolvenfamilie
gebracht, die hem als hun eigen jong
opvoeden. Mowgli groeit voorspoedig
op tiissèn de dieren van het woud, doch
dan komt het bex-icht dat de tijger Shir
Khan in de buurt is gesignaleerd. Shir
Khan is een mensenhater, die Mowgli
zeker niet met rust zal laten. De panter
biedt aan Mowgli in veiligheid te
brengen en ondanks hevige protesten
van het jongetje wordt de lange tocht
naar de wereld van de mensen ge
maakt. Onderweg beleeft het tweetal
allerlei avonturen. Met exercerende
olifanten, een onbetrouwbare slang,
een gemoedelijke, domme beer, plaag
zieke apen en zich vervelende gieren.
Mowgli en de beer weten Shir Khan te
verslaan als deze een aanval onder
neemt en de film eindigt met Mowgli's
ontmoeting met een meisje uit het
mensendorp, wat hem met zijn nieuwe
omgeving verzoent.
„Jungle boek" is niet alleen voor
treffelijk amusement voor de jeugd,
ouderen zullen er minstens evenveel
Swingfeest in de apenkolonie, een der hoogtepunten uit Walt Disney's formidabele „Jungle boek".
Het meisje, dat Mowgli verzoent
met zijn verblijf bij de mensen.