„In volgend kabinet meer dan
waarschijnlijk andere minister"
Onhygiënische toestanden
in Binnengasthuis
CITY IS BOOS OP
PREMIER WILSON
mensen,
wat een
mensen
MINISTER LUNS IN INTERVIEW VLAAMSE TV
Ontstellende
klachten in
rapport
Sociologische peiling wijst uit:
Ook platteland onderhevig
aan godsdienstige crisis
Deskundige
pastores
strikte eis
Vervoerders
tegen hogere
premies auto
verzekering
Britten kopen
als gekken
Westduitse
belasting
op vervoer
een feit
Treinongeluk:
drie gewonden
DINSDAG 10 DECEMBER 1968
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 5
(Van onze correspondent
in Brussel)
BRUSSEL Minister Luns acht
het „meer dan waarschijnlijk", dat
in een volgend kabinet iemand
anders minister van Buitenlandse
Zaken zal zijn. Hij voegde daar
aan toe. in een interview voor de
Vlaamse televisie: „Ik kan me
best voorstellen, dat ik dat ple
zierig zou vinden".
Minister Luns heeft zich 55 minu
ten lang in zijn ambtswoning aan
Plein 1813 in Den Haag laten in
terviewen dooi' prof. Joos Florquin.
Annie van Avermaet en Fons
Fraeters. Deze ploeg, die al jaren
het programma „Ten huize van
maakt, heeft met grote vak-
ervaring onze minister van Buiten
landse Zaken onder vuur genomen.
Op vele scherpe en vaak zeer per
soonlijk getinte vragen gaf mr.
Luns op de hem bekende wijze
afwisselend serieus, grappend of
ontwijkend antwoord. Ook
mevrouw Luns gaf enkele indruk
ken over haar man prijs. Datzelfde
deden zijn particulier secretaris
baron van Voorst tot Voorst en
zijn secretaresse, gedurende nu al
dertien jaar mej. mr. Borgman
Brouwer.
Het interview is door de Neder
landse televisie overgenomen, maar
over de datum van uitzending is
nog geen beslissing gevallen.
Op de vraag van prof. Florquin:
„of de regering nu overwegend
links of rechts is, zit er altijd
weer in?", zei mr. Luns: „Daar
komt een groot element van toeval
bij. Bij iedere formatie was het on
zeker of ik weer minister zou
worden. Mentaal was ik altijd in
gesteld op aftreden".
Op de suggestie, dat hij door zijn
langdurig ministerschap een in
stituut is geworden, dit antwoord
„Je blijft niet langer minister dan
de partijen het willen. Het i.
overigens geen aanbeveling om z«
lang minister te zijn geweest".
Mevrouw Luns over haar echt
genoot: „Hij is vrolijk en zit altijd
vol verhalen. HU is open en zeer
geïnteresseerd in mensen en toe
standen. Alle grappen worden
eerst in huiselyke kring verteld.
Ik geloof wel, dat hü gelukkig zou
zUn als hU geen minister meer is.
HU heeft voldoende hobby's en in
teressen. Waarom hU zo populair
is? BU mU is hU dat van begin af
aan geweest, dus ik begrUp dat wel.
De kinderen zUn erg trots op
Minister Luns „Ik ben min of
meer geworden wat ik wilde wor
den" zegt zelf over zijn popula
riteit: ..Het is moeilijk zelf te
beoordelen. Ik geloof, dat het de
t.v. is. Ik geloof dat ik vrij aardig
over kom. Men houdt wel van af
en toe een luchthartige opmerking.
Het is natuurlijk onjuist te zeggen,
dat mijn populariteit stijgt bij elke
blunder, die ik bega. Dat is een
boutade uit het blad van de KVP-
iongeren"
Door de interviewer geconfron
teerd met een van de vele uit
spraken, die aan hem worden toe
geschreven: „In het jaar waarin
ik mijn grootste flop begin, Nieuw-
Guinea. was ik de populairste
man", reageerde mr. Luns: „Dat
heb ik nooit gezegd. De Nieuw-
Guineazaak is anders gelopen dan
regering en ook parlement wilden.
Maar het is geen flop geworden.
Nieuw-Guinea stond aan de grens
van onze belangen, maar in het
centrum van onze principes".
Mr. Luns meent, dat men hem in
ultra-linkse kringen een typisch
reactionair vindt. „U mag me best
een uitgesproken rechtse promi
nent vinden", zei hU tegen prof.
Florquin. „Maar de vraag is of
dat zo is. Voor de oorlog had ik
vooruitstrevende sociale gedachten.
Florquin: „Maar dat is al 25 jaar
geleden". Luns: „Ik ben natuur-
lUk ook in progressieve zin ge-
evolueerd".
Met nadruk ontkende mr. Luns
tijdens het interview, dat hq onder
invloed van het bedrijfsleven zo
ijvert voor de toetreding van
Engeland tot de EEG. „Men zegt,
dat met name Engels-Nederlandse
ondernemingen zoals Shell en
Unilever ons beïnvloeden. Ik kan
u verzekeren, dat de grote in
dustriële belangen geen lobby
hebben bij de Nederlandse rege
ring en ook geen pogingen onder
nemen om de buitenlandse politiek
van ons land te beïnvloeden".
Over de Benelux: „Die is wat ach
terop gekomen door de ontwik
kelingen van de EEG en Euratom.
In sommige landen wordt ge
vreesd voor een te groot over
wicht van het Nederlands element
in de Benelux. Mijn overtuiging
is, dat de volstrekt soevereine
staat in Europa voorbij is. Ik heb
waardering voor bewegingen als
die van de Basken en de Vlamin
gen. Daar zit een stuk eigen per
soonlijkheid in. Ik vind dat geen
ongezonde uiting van nationalisme,
als het tenminste niet te ver gaat.
De Friezen bij ons zijn ook zeer
bewust van hun volkstaal, hun
eigen cultuur".
Desgevraagd zei minister Luns,
dat de Duitse jeugd natuurlijk
geen individuele schuld heeft aan
Openhartige Luns te midden van
de Vlaamse t.v.-ploeg
het Hitlerregirae. „Elk land wordt
bevoordeeld door of gaat gebukt
onder de dagen van de voor
gangers. De Duitse jeugd heeft
door het Hitlerregime wel een
soort complex. Individueel gezien
is dat onjuist, als volk begrijpelijk.
Florquin: „U kon niet opschieten
met Adenauer?"
Luns: „Laten we liever zeggen, dat
Adenauer het niet met mij kon
vinden. Hij was een man met
enorme wilskracht. Hij had weinig
waardering voor onze Europese
houding"
Over president Kennedy sprak
minister Luns met veel lof. Min
der enthousiast is hU geweest over
Robert Kennedy, „die in Nieuw-
Guinea een rol gespeeld heeft, die
wq niet konden waarderen". HU
was een man van „jumping con
clusions. Ik heb eens tegen presi
dent Kennedy als volgt over hem
gesproken: „Uw broer denkt, dat
hU na vUf dagen expert in Indo
nesische zaken is. W'U zUn er 350
jaar geweest. VUf dagen lUkt me
wat kort. Ik zou zeggen, dat je
er acht dagen voor nodig hebt".
Over de Vlaamse beweging zei mr.
Luns. dat hij veel voelt voor cul
turele uitwisseling, „waaraan we
meer moeten doen", maar dat een
Nederlander en zeker een Neder
lands minister voorzichtig moet
zijn „om niet in de politiek rond
om de kwesties betrokken te ge
raken". Over de moeilijkheden in
de politieke partijen in ons land
meent mr. Luns dat de VVD het
vrij aardig doet en dat AR, PvdA
en KVP moeilijkheden hebben. Dat
is niet onbegrijpelijk in een tijd
van grote toename van de com
municatiemiddelen, een algemene
versnelling van het leven, waarin
de jeugd ongeduldig wordt in een
grote welvaart, die het geluk niet
vermeerdert. Ook het verdeelde
Europa verdeeldheid die aan de
nudere politici wordt verweten
en de beweging op kerkelijk ge
bied spelen daarin een rol. De
KVP heeft overigens het even
wicht hervonden en de socialisten
zijn erin geslaagd de tegenstel
lingen met Nieuw Links te over
bruggen"
Eén paus
Mr. Luns ziet de radicale repu
tatie, die de katholieken in Neder
land hebben niet „zonder bezorgd
heid" aan. „De Kerk wordt onder
Gods leiding in de rechte lUn ge
houden en dat heeft voor mU con
sequenties. Ik heb geen behoefte
aan enige honderden pausen. Als
de Paus gesproken heeft, is de
zaak voor mU praktisch afgedaan".
Volgens zijn secretaresse, mej.
Borgman Brouwer, is minister
Luns „Als chef heel prettig, op
gewekt en vriendelijk. Zijn groot
ste kwaliteit is. dat hij menselijk
en eenvoudig is gebleven".
Minister Luns vindt zelf de vol
gende eisen belangrijk voor een
goed minister van Buitenlandse
Zaken: een zekere afstand kunnen
nemen van personen en proble
men, een minimum aan tact, talen
kennis en een goede gezondheid.
De belangrijkste beslissing in zijn
leven viel op 28 augustus 1952, toen
hij ja zei tegen het ministerschap.
„Hebt u ergens een grondige hekel
aan?", vroeg Annie van Avermaet
hem. „Hekel is het woord niet. Ik
vind de Kamer zwaar, men zegt,
dat de Kamer me niets kan sche
len. Dat is niet waar. Ik bereid
een ontmoeting met de Kamer met
grote zorg voor. Het debat vind
Ik moeilijk, het pakt me aan. Een
avond in de Kamer betekent een
kilo verschil in gewicht".
Met drie korte vraagjes werd het
interview beëindigd.
„Wat is uw grootste wens voor
Europa?"
„Dat de eenwording van Europa in
een stroomversnelling zou komen.
Het bedenkelijkste punt van de na
oorlogse politiek is dat dit niet van
de grond is gekomen".
„Bent u voor of tegen de laatste
encycliek?"
.,De pil heeft op mij iets minder
Invloed dan op dames. Ik wil niet
op de stoel van de Paus gaan
zitten".
„Vindt u uw wassen beeld in het
beeldenkabinet van madame Tus-
saud in Londen geslaagd?"
„Het heeft de ijdelheid gestreeld.
Het is een goed beeld, Zij het iets
minder levendig dan het origineel".
AMSTERDAM „GedeeltelUk waar,
maar gedeeltelUk oncontroleerbaar en
op sommige punten sterk overdreven".
Zo kenschetst dr. B. Godfried, genees
heer-directeur van het Binnengasthuis
te Amsterdam, de otstellende klachten,
die zUn vastgelegd in een rapport van
de commissie gezondheidszorg van
Civitas (de overkoepelende universiteits
verenigingen). In het rapport komen on
der meer twee anonieme patiënten aan
het woord.
Een ervan verklaart: „Na een zware
operatie (zeer grote buikwond) heb ik
van 19 tot 26 augustus 1968 zonder on
dergoed gelegen. De reden: er was geen
schoon goed. De week daarna werd ik
gehopen met een dameshemd. Vijf weken
lang zijn de kussenslopen niet ver
schoond, ook niet van de zeer zwaar
transpirerende patiënten. De kussens
van alle bedden hebben een zeer kwa
lijke geur".
Dr. Godfried hierover: „Er is inder
daad iets misgegaan bij de gemeentelijke
wasserij. Daardoor ontstond vertraging,
maar vijf weken lijkt me overdreven".
De patiënt vervolgt: „Een broeder
stond toe en moedigde aan, dat patiënten
met puswonden hem hielpen bij het uit
persen van fruit voor andere patiënten".
Verderop staat: „Omdat er een brood
meer was, kreeg ik drie dagen lang
geen ontbijt". Vervolgens: „Op zaal 8
lagen verschillende patiënten, die alles
lieten lopen. De reuk was verre van
aangenaam. De lopende patiënten moes
ten van een vieze tafel eten. Een tafel
kleed werd geweigerd". Op deze klach
ten antwoordt dr. Godfried „dat de
aanmerking op het verplegend perso
neel oncontroleerbare zaken zijn." Hij
betreurt, dat men zich niet onmiddellqk
rechtstreeks tot hem heeft gewend. Dan
nog blijft volgens hem het ja van de
patiënten tegenover het nee van de ver
pleegsters staan.
Een algemene klacht, die uit het
rapport naar voren komt, betreft de
scheve vloeren in het gebouw, waar
door de urineflessen in de nachtkastjes
leeglopen Voorts zegt het, dat er voor
de veertig patiënten van de afdelingen
nierziekten en infectieziekten slechts
één enkel klein toilet beschikbaar is.
„De urologiepatiënten", aldus het
rapport, „zijn zeer bejaard Op het klei
ne toilet kunnen ze zich niet keren,
waardoor er vaak zeer zielige taferelen
ontstaan van huilende oude mannen, die
zowel zichzelf als het toilet bevuilen"
Op dit soort klachten antwoordt dr
Godfried, dat het werken in een oud
gebouw als het Binnengasthuis niet
ideaal is, voorts, dat er momenteel wel
verbeteringen worden aangebracht,
maar dat dit al veel eerder had moeten
gebeuren Hij ontkent, dat kinderen lig
gen naast oude. stervende mannen, zo
als het rapport verklaart Hij vindt het
niet modern, dat twintig mensen op één
DEN HAAG. Tussen begin 1955 en
eind 1967 werden ongeveer 275.000 mili
tairen voor de eerste maal ingeënt tegen
pokken. Drie soldaten overleden aan de
gevolgen van de vaccinatie Dit hebben
de ministers Den Toom (Defensie) en
Rooi vink (Sociale Zaken/Volksgezond
heid) gezegd in hun antwoordnota bij
het wetsontwerp ter wijziging van de
wet immunisatie militairen Bij de 275.000
inentingen werd in 38 gevallen een com
plicatie geconstateerd, die een gevolg
was van de vaccinatie.
zaal liggen, maar meent dat de medi
sche behandeling er niet door belem
merd wordt. Hij gelooft niet dat de hy
giëne op de twee afdelingen, waarover
het rapport in het bijzonder klaagt, on
voldoende is. De medische resultaten
zijn volgens hem goed. Inderdaad be
sluiten de twee anonieme patiënten hun
klachtenlijstje met de zin: „Toch doen
de artsen en meeste verpleegsters wat
zij kunnen en is hun streven boven alle
kritiek verheven".
Dat het Binnengasthuis niet aan de
eisen van de tegenwoordige tijd vol
doet, is in Amsterdam al een tiental
jaren bekend. De toestand is blijven
voortbestaan door het jarenlange ge
krakeel in de gemeenteraad over de
plaats, waar het nieuwe academische
ziekenhuis moest komen. Zoals de za
ken nu staan, is het de bedoeling dat
het Binnengasthuis over zeven jaar ge
sloten wordt.
Geen reden voor
ongerustheid
over afvloeiing
bij landmacht
UTRECHT (ANP) Naar aanleiding
van de plannen tot een versnelde door
voering van de reorganisatie van de
koninklUke landmacht, heeft de voorzit
ter van „St.-Martinus", de heer H. J. J.
Hoogenboom. nadrukkelijk verklaard
dat ongerustheid over een eventuele ver
plichte afvloeiing ongegrond is. St.-Mar-
tinus, de vereniging van Nederlandse
katholieke militaire ambtenaren beneden
de rang van tweede luitenant van de
koninklUke landmacht en de koninklUke
luchtmacht, hield vanmorgen in Utrecht
een algemene vergadering.
Zoals bekend zou de herstructurering
van de landmacht pas in 1967 noodzake
lijk zijn als het personeelsbestand ten
gevolge van het vervroegde leeftijds
ontslag met 4000 man zou zijn terug
gelopen. Tot de versnelde doorvoering is
nu besloten met het oog op de ongezon
de verhouding tussen investeringen en
exploitatiekosten op de begroting van
defensie.
Hij toonde zich verheugd over de in
stelling van contactcommissies voor
dienstplichtigen binnen de landmacht.
Hij hoopt dat deze commissies (van
commandanten en dienstplichtigen) zul
len bijdragen tot een betere verhouding
tussen beroepsmilitairen en dienstplich-
Ln het wijnstadje Bernkastel aan de Moezel staat het smalste huis
Duitse bondsrepubliek: 1.50 m breed van wand tot wand. Het steegje, dat e
langs voert, is niet veel breder.
ARNHEM (KNP) Wie meent, op het
platteland de kerkelUke tradities onbe
roerd aan te treffen, vergist zich. De Kerk
is er volop in beweging en de gelovigen
vragen om een goede, deskundige bege
leiding. Aldus een van de conclusies uit
een studie „Platteland en Kerkvernieu
wing", door dr. P. G. van Hooydonk, ir.
J. P. Groot en mr. dr. Straver gemaakt
naar de situatie van de Katholieke Kerk
in enige plattelandsgebieden van Neder
land. Opdrachtgever was de Aartsdioce
sane Boeren- en Tuindersbond.
Uit de thans gepubliceerde cijfers blijkt,
dat de meningen over de veranderingen
in de Kerk nogal uiteenlopen; voor- en
tegenstanders houden elkaar in even
wicht; slechts een kleine minderheid rea
geert extreem negatief of extreem positief.
Traditionele kerkelijke praktijken en de
voties gaan achteruit. De ideeën over God
en Christus zijn aan het verschuiven.
Het geloof in een leven na de dood be
gint zijn vanzelfsprekendheid te verlie-
De studie, die niet meer dan een eerste
oriëntatie mag worden genoemd, toont
aan, dat achter de betrekkelijk grote
trouw aan godsdienstige gewoonten op het
platteland een religieuze crisis schuilgaat.
De vertrouwde kerkelijke structuren zijn
goeddeels afgebroken; het merendeel van
de plattelandsbevolking accepteert dat,
maar heeft nog heimwee naar het oude.
Omdat een goede begeleiding ontbreekt,
raken velen de kluts kwijt.
De onderzoekers richten de duidelijke
waarschuwing aan het adres van degenen,
die met het kerkelijk beleid zijn belast,
er niet vanuit te gaan, dat het met de
onrust onder de gelovigen op het platte
land zo'n vaart niet loopt en dat men
wel kneusjes en voor de stadszielzorg on
geschikte priesters naar toe kan sturen.
Integendeel, er zijn op het platteland
pastores nodig die zich innerlijk kunnen
verenigen met de richting waarin deze
veranderingen gaan, die open staan voor
gesprek over de vragen van de „moder
ne" ouderen en jongeren en zelf ook mee
bouwen aan de Kerk van morgen. Het
studierapport noemt in dit verband de
trek naar kleine plaatsen van pastoors
en kapelaans, die in de stad teleurgesteld
zijn, voor de ontwikkeling van de Kerk
op het platteland „een kwalijke zaak
„Bovendien vergissen zij zich, als zij nu
nen, dat de zielzorg van het platteland
gemakkelijker is".
Tevens hebben de onderzoekers uit hun
studie de volgende conclusie geformu
leerd voor de sociale organisaties op het
platteland. Deze hebben vooraan gestaan
waar het sociale verheffing van de platte
landsbevolking betreft, maar zijn ernstig
te kort geschoten bij de kerkelijke
nieuwing. Alle krachten zouden nu
bundeld moeten worden voor een aa
tijd aangepaste verkondiging en beleving
van het evangelie.
Voor het onderzoek heeft men gebruik
gemaakt van gespreksgroepen in de
ter 1966/67 en steekproeven bij 140 boe
ren en tuinders op het Utrechtse platte
land en in de Bollenstreek. Tenslotte werd
ter vergelijking een groep van 19 perso
nen gepeild die van het platteland naai
de stad Utrecht waren verhuisd.
DEN HAAG (A.N.P.). De premie
verhoging voor autoverzekeringen, die
de assuradeuren hebben aangekondigd,
wordt door de E.VO. de algemene ver
laders- en eigen vervoerdersorganisatie,
geheel misplaatst geacht en daarom be
treurd. De E.V.O. wUst er in een com
muniqué op, dat in verzekeringskringen
wordt gesuggereerd, dat het invoeren
van een extra eigen risico van I 150.-
voor jeugdige bestuurders, zoals op 1 juli
van dit jaar werd besloten, een nieuwe
premieverhoging op korte termUn on
nodig zou maken.
Nadat op 1 januari 1967 al wegens
kostenstijgingen tot premieverhoging
moest worden overgegaan, werden medio
1968 zowel het genoemde extra eigen
risico als een premieverhoging wegens
optrekking van de W.A.-dekking tot
400.000 ingevoerd.
De E.V.O. betreurt de aanstaande
premieverhoging met vrij forse bedragen
temeer, omdat deze ook nu weer niet
gepaard gaat met een maatregel tot alge
hele verhoging van de percentages voor
schadevrij rijden, de „no-claim"-korting.
(Van o
e correspondent)
LONDEN In regerlngs-
ciële kringen te Londen heerst een neer
slachtige stemming, die nog verergerd
werd door ondoordringbare nevel en ge
brek aan zon. In de winkels en waren
huizen kopen de Britten als gekken. Zij
schijnen alle vertrouwen in het pond
sterling verloren te hebben en vastbe
sloten hun laatste cent uit te geven vóór
er nog eens gedevalueerd wordt.
De regering Wilson blijft uiterlijk kalm
maar achter gesloten deuren maakt zij
zich voortdurend meer bezorgd over het
massale „kerstoffensief" dat in de City
en de pers ingezet werd om haar ten val
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. TerwUl staatssecre
taris Keyzer (Verkeer en Waterstaat) en
de Westduitse minister Leber nog over
leg plegen over de positie van het Neder
landse (weg)vervoer in West-Duitsland.
is na de Westduitse Bondsdag nu ook
de Bondsraad (een soort Eerste Kamer)
akkoord gegaan met de in Nederland
zo gevreesde wetsvoorstellen voor een
vervoersbelastlng, die moet ingaan op
1 januari 1969.
Zoals bekend gaat deze belasting het
Nederlandsewegvervoer één tot vqf
Pfennig per ton/kilometer kosten, neer
komende op een totaalbedrag van circa
25 miljoen gulden per jaar.
Te voorzien valt dat hierdoor de
vrachtprijzen in 1969 met drie tot elf
procent zullen stijgen en dat via door
berekening in de vrachtprijzen de con
sument hiervoor tenslotte de rekening
zal moeten betalen.
Het Nederlands/Westduitse overleg is
op gang gekomen na het officiële be
zoek van minister-president De Jong en
minister Luns van enige tijd geleden aan
West-Duitsland. Daar is toen door beide
bewindslieden nog eens ernstige bezorgd
heid uitgesproken over allerlei vervoers
plannen van minister Leber, warvan d<
vervoersbelasting eigenlijk maar eet
onderdeel is Er is nu een gemengde
commissie met de heren Keyzer en Leber
en vertegenwoordigers van de ministe
ries van Buitenlandse Zaken, die zich
over het gehele pakket van vervoers-
plann envan de heer Leber beraadt
Men hóópt dit beraad nog voor het
einde van dit jaar te kunnen afronden.
In dit beraad speelt de bovengenoemde
vervoersbelasting oveirgens nog nauwe
lijks een rol. Deze belastingmaatregel
zal als een gegeven geaccepteerd moeten
worden. In West-Duitsland zelf is mei
met de belastingmaatregel, die ook vooi
de' Westduitse vervoerders zelf zal gel
den, al evenmin ingenomen. De grote
Westduitse wegvervoerdersorganisatie
B.D.F. heeft aangekondigd over deze
zaak een proces te zullen aanspannen
tegen de Westduitse staat. Op het minis
terie van Verkeer en Waterstaat in Den
Haag kon men nog geen aanduiding
geven over de uitkomst van het overleg
in de gemengde commissie.
te brengen. Gisteren zwol dit offensief
met 'n krachtig salvo van de „Ti-
in de vorm van 'n zeer lang hoofd
artikel dat de samenstelling van 'n co
alitieregering eiste.
In de City werden over de regering
Wilson nog lelijker dingen gezegd dan
vorige vrijdag. De Londense financiers
•n het Wilson en zijn minsters zeer
kwalijk dat hij hen aansprakelijk tracht
stellen voor de nationale en internatio
nale onrust en (Je „dwaze" geruchten
ie de ronde,,doen.
Te midden van déze jfêspannen 'atmos
feer keerde sir Leslie O'Brien, gouver-
van de nationale Bank van Enge
land, uit Bazel terug in Londen. Hij had
de vergadering van de centrale bankiers
bijgewoond en verklaarde op Londen Air-
port dat het speculeren over een nieuwe
lening aan Groot-Brittannië om het pond
van de ondergang te redden „absolute
De Londense wisselmarkt en beurs zijn
onrustig in afwachting van enig betrouw
baar nieuws uit Bazel. De geruchten
een nieuwe grote lening aan En
geland werden al voor de terugkeer van
gouverneur O'Brien tegengesproken,
r men wist in de City dat te Bazel
ook de toestand van het pond, de Franse
franc en de Westduitse mark besproken
werden. Men veronderstelt dat de cen
trale bankiers een systeem gaan uitwer
ken dat de muntspekulanten hun winst
ontnemen. Dergelijk plan zou voor
gelegd zijn door de Italiaanse nationale
bank, maar op Westduitse tegenstand
stuiten.
Ondanks de onzekerheid maakte het
pond het gisteren iets beters dan vori
ge vrijdag. De goudprijs ging echter aan
zienlijk de hoogte in. „De crisis duurt
voort", zegt men in de City.
UTRECHT (ANP) Door een trein
ongeval bU Spekholzerhcide zUn drie
personen gewond geraakt. De reizigers
trein komende uit de richting Valken
burg kwam het station Spekholzerheide
binnen rUden en botste op een rangeer-
deel dat zich op dezelfde baan bevond.
DaarbU is betrekkelUk weinig materiële
schade ontstaan. Trein noch rangeerdeel
zUn ontspoord.
Twee lichtgewonden zijn op eigen ge
legenheid naar huis gegaan. Een derde
reiziger, eveneens licht gewond, is per
taxi thuisgebracht.
Miljoenenroof
in Japan
TOKIO (AP) Een man in een po
litie uniform heeft gisteren in een van
de buitenwijken van Tokio een geldauto
van een bank aangehouden en zich ver
volgens met 300 miljoen jen (circa 3
miljoen gulden) uit de voeten weten te
De politie spreekt van de grootste
overval, die ooit op een geldtransport
ir> Japan is gepleegd.
De politie zei, dat de dader van de
roofoverval de wagen aanhield op een
afgelegen weg bij de gevangenis van
Fuchu. Hij liet de vier mannen uitstap
pen, omdat een tijdbom in de wagen zou
zijn aangebracht De auto werd enkele
kilometers verderop teruggevonden; de
vier kartons, waarir. het geld had geze
ten, waren leeg.
De politie gaat uit van de theorie,
dat de rover met anderen moet hebben
samengewerkt, omdat de geldzending te
zwaar was om door een enkele man te
worden gedragen.