WESTERSCHELDE BESLIST GEEN RAMPRIVIER Risico voor loodsen neemt wel toe ITALIANEN OP ZOEK NAAR VERDRONKEN STAD SYBARIS „Het is beslist niet zo van man man, wat ben ik blij het leven er weer te hebben afgebracht" ZATERDAG 7 DECEMBER 1968 Ze z(Jn nog niet eens aan gekleed. Een sigaret en koffie helpen de ongelukkigen door het allerergste moment: het bekomen van de schrik. Als de geredden beginnen te beseffen aan welke gevaren ze hebben bloot gestaan. Verdriet is er dan om de maats die niet meer aan wal konden worden ge bracht. De meeste keren valt het echter wel mee met slacht offers. Dat komt omdat een klein legertje mensen dag en nacht in touw is om de scheep vaart te „geleiden". VLISSINGEN Een waterklerk in een klein scheepvaartkantoor op de Vlissingse boulevard neemt per jaar meer dan honderd keer een boek met stijve kaft ter hand om daarin, met regelmatig handschrift, steeds een regel in te vullen. De regels samen vormen eentonige bladzijden. Ze tonen veel overeenkomst. Een voorbeeld: 13-1 Scaldis - „North Monarch" Vlissingen - Bol van Heyst - a. d. grond - vlot In dit logboek van de Westerschelde vormen de namen van de schepen en ook voor 1968 al een lange bonte rij: Evandros, Rabenfels, Monte Eliveto, Tabor, Cerons, Alfredo Primo, Ionian Challenger, Arvo, Olympic Torch, Texaco Columbia Het zijn schepen van overal ter wereld. Ze hebben hun tol moeten betalen voor meestal een kleine fout of onvoorzichtigheid op de grillige rivier. Aan de grond in aanvaring in brand. Het register vermeldt nauw gezet wat elk schip heeft gemankeerd. Het dorre schrift maskeert echter de spanningen, de angsten en dikwijls het leed, dat de opvarenden van de onge lukkige schepen moeten doormaken. De meeste keren valt het wel mee met slachtoffers. Zoals met de North Monarch. Even aan de grond en weer snel vlot. Alleen de verzekerings maatschappij moet in de geldbuidel tasten. Elk jaar weer is er echter toch weer minstens één „accident", waarbij onherstelbare schade wordt aangericht. Anno 1968, in de eerste dagen van februari, was dat het geval met het Noorse motorschip „Magne". Na een aanvaring verdween de Magne in een luttele minuut met een aantal op varenden in zijn ingewanden onder de golven. Het wrak ligt er nog en dient waarschijnlijk de zeelieden tot een laat ste rustplaats. Is de Westerschelde door en om dat alles een rampenrivier? Een beslist „nee" is het antwoord, dat directeur G. van der Graaf van het Nederlands Loodswezen in het zesde district op die vraag geeft. „Het is beslist niet zo van gesleept - terug Vlissingen. Vertaald luidt deze regel: Op de dertiende januari voer de sleep boot Scaldis van Vlissingen uit naar het schip „North Monarch", vastgelopen op de Bol van Heyst op de Westerschelde. De sleper snokte met duizenden paardekrachten de North Mo narch weer naar diep vaarwater en keerde nog dezelfde dag op zijn station in Vlissingen terug. hoort. Hij is er echter van overtuigd, dat zijn loodsen doordrongen zijn van de eis van voorzichtigheid bij het varen over de Westei*schelde. Het risico van een ongeval in dit vaar water neemt echter wel voortdurend toe. Belangrijke oorzaken van dat ver grote gevaar zijn: Toename van het scheepvaart verkeer in zijn totaliteit. Een snelle toename van de scheeps- Voor wat betreft het aantal is het vol doende te vermelden, dat vorig jaar het aantal Scheldevaarders reeds tot ca. 22.000 was opgelopen. Directeur Van der Graaf: „Ik ben visueel ingesteld. Daarom laat ik gra fiekjes maken om de pieken in het scheepvaartverkeer vast te kunnen stel len. Duidelijk blijkt dat de topdrukte van inkomers en uitgaandefs, laten we zeg gen schepen van zee naar Antwerpen en omgekeerd, samenvalt. Het zou al heel wat gemakkelijker varen op de Schelde worden als je de afvaarders tussen de tijden van de binnenkomers zou kunnen projecteren. Dat is echter onmogelijk. De scheepvaart laat zich niet regelen". Veelbesproken Het reguleren van de scheepvaart op de Westerschelde is sinds jaren een veel besproken thema. Zowel de Nederlandse als de Belgische autoriteiten voelen daar in feite niet zo voor'. Verkeersagentje spelen op deze rivier zou niet alleen een kostbare en zeer omvangrijke or ganisatie vergen, het zou ook een te ernstige ingreep in het handelsverkeer en in het beleid van de gezagvoerder van elk schip op de Schelde betekenen. De kapitein is de verantwoordelijke persoon op het schip, de loods is zijn adviseur". Elk uur, dat een schip in een haven ligt is voor de ieder verloren geld. Hij is er dus op uit zijn schepen dan alleen voor de kade te laten als er daadwer kelijk wordt geladen en gelost. Dat betekent dat de komst naar of het vertrek van bijvoorbeeld Antwerpen zoveel mogelijk 's nachts plaats vindt, als de bootwerkers hun hoofd op één oor hebben gelegd. Even imposant als riskant is het beeld dan ook, dat dikwijls in het holst van de nacht de lange „konvooien" schepen opleveren, die zich naar zee spoeden, zich wringend door de bochten van de Schelde. Op de biuggen van de schepen moet men ook nog op het gedrag van de tegenliggers letten, die van het zelfde vaarwater gebruik maken. Directeur Van der Graaf: „In het voor jaar hebben we een keer ingegrepen. Wegens de opstopping bij Walsoorden hebben we toen het zware woord „opvaarverbod" laten vallen, waarover uitvoerig vooroverleg met rijkswater staat werd gehouden. En toch, als de gezagvoerder verder wilde gaan dan de rede van Vlissingen en wilde op- stomen naar het Middelgat, om toch zo ver mogelijk de rivier op te komen, dan zouden wij dit niet hebben kunnen beletten. De „regulatie" laten wij Het liefst een kwestie van gezond vei'stand. Als het niet absoluut noodzakelijk is moet je niet gaan regelen. Het opleveren. We geven liever een advies via de loods, die bijzonder goed weet welke gevaren er op de rivier loeren". Moeilijkst en daardoor ook gevaarlijkst punt ln de rivier is het Nauw van Bath. Dit stukje vaarwater doet zijn naam alle eer aan. Het is een nauwe scherpe boeht. Het gevaar voor stranding en aanvaring wordt hier nog vergroot door een overtrekkend tij. Wint de zuigende stroom het van de machines, dan wordt bet schip onherroepelijk „weggezet" en heeft de bemanning nog maar weinig kans aan de grond lopen te voorkomen. De heef Van de Graaf stelt zich op het standpunt dat van de tientallen onge vallen, die hier hebben plaatsgevonden, een aantal werden veroorzaakt omdat. „men haast had en daardoor in eikaars vaarwater kwam". De gedachte om de bocht in het Nauw van Bath af te snijden door het graven van een vaargeul door het Verdronken Land van Saeftinge is in scheepvaart kringen goed ontvangen. Hoe en of dit plan, van Belgische origine, ooit zal worden uitgevoerd, staat echter nog volstrekt niet vast. Zoals gezegd komen er niet alleen steeds meer schepen op de Schelde, ze worden ook steeds groter. Dat zijn bepaald niet alleen de tankschepen maar ook de vrachtschepen, daarbij vooral ook de containerschepen, die in de laatste jaren respectabele afmetingen hebben aangenomen. Dan zijn er na tuurlijk nog de binnenvaarders, die dik wijls, ten rechte of ten onrechte, aan nemen, dat ze door de zeevaart als ilecht van de sterkste worden dwars gezeten. De Schelde was en is een lastig vaarwater en zal dat ook wel blijven. Verlichting door de oliepijpleiding Rot terdamAntwerpen? Directeur Van der Graaf: Waarschijnlijk minder tankers maar weer meer andere en grotere schepen". De rivier is goed beba'kend, de loodsen zijn deskundig, de hand boeken geven een leidraad voor het varen en toch blijven er zoveel factoren, binnen en buiten menselijk bereik, dat de sleep boten en bergingsvaartuigen steeds weer zullen moeten uit varen om als er weer eens iets is misgegaan op de Schelde te redden wat er te redden valt CHARLES SCHETS. ROME, (A.P.) De Italiaanse regering heeft van de gelden voor de industriële ontwikkeling van Zuid- Italië 300 miljoen lire <1.8 miljoen gulden) beschikbaar gesteld voor de opgraving van het oude Sybaris, de grote stad van Griekse kolonisten, die zich overgaven aan zulk een weel de en leegloper^» dat „Sybariet" een synoniem werd voor allen, die in weelde, wellust, verwijfdheid en lediggang leven. In hun bloeitijd aten, dronken en dansten de Sybarieten de hele nacht door om vervolgens op bedden van rozebladeren tot laat in de middag uit te slapen. Alle werk werd gedaan door slaven, terwijl de Sybarieten sliepen, want zij vonden dat zelfs zien werken vernederend was. Een slaaf, die een gerucht maakte, waardoor zijn meester voor de namiddag wakker werd, kon met de dood worden gestraft. Pluimvee werd in hokken buiten de stad gehouden, opdat geen hanegekraai zou kunnen worden gehoord. Het vrolijke leventje eindigde plotseling in 510 voor Christus, toen de inwoners van het naburige Kroton de Sybarieten versloegen, de stad in brand staken en de rivier Prati een andere richting gaven om de bouwvallen met haar wateren te overspoelen. De Krotoniërs zwoeren, dat Sybaris nooit meer zou worden gezien en tot heden heeft ook niemand het meer gezien. Na twintig jaar onderzoek hebben oudheidkundigen met behulp van infrarode luchtfoto's en Ameri kaanse magnetometers naar zij menen eindelijk de plaats gevonden, waar de stad heeft gelegen. Dit ter rein strekt zich honderd kilometer ten zuidwesten van Tarente in laag gelegen gebied drie kilometer ver uit langs de linkeroever van de Prati. Het uitgraven en de restauratie zullen kostbaar zijn. Eerst moeten de moerassen worden drooggelegd en de bouwvallen, die de Krotoniërs hebben overgelaten liggen twee tot drie meter diep onder de sliblagen van de rivier. Welk verband bestaat er tussen liet begraven Sybaris en de industriële ontwikkeling van Zuid-Italië? De regering stelt zich voor, dat de op gravingen werk zullen verschaffen en als het werk is afgelopen, zullen toeristen komen om de verwoeste stad te zien, waar de mensen het eens zo goed hebben gehad. n. wat ben ik bljj, dat ik het De heer Van der Graaf is chef over een klein legertje mensen, dat bij toer beurt dag en nacht in de weer is om de scheepvaart te „geleiden". Dat gebeuit vanaf de wal en vanaf de schepen Directeur Van der Graaf krijgt rappor ten, telefonische mededelingen uit Antwerpen, Terneuzen, de loodskottei bij de Middensteenbank voor West Niet eenvoudig In het kantoor van het loodswezei het voormalige redershuis van d familie Lampsins op de Nieuwe Dijl in Vlissingen komt voortdurend infoi malie binnen over gebeurtenissen ei wijziging in de toestand op de Schelde Directeur Van der Graaf: „De Wester schelde is voor de scheepvaart zekei niet eenvoudig. De vaargeul is echte goed te markeren en daarom ook goec bevaarbaar. Je moet natuurlijk op j< qui-vive blijven. Een voorbeeld: we heb ben enkele dagen mist achter de rug In die tijd is ei' niets bijzonders ge- De heer Van der Graaf geeft overigens wel toe, dat er zich voldoende narrow escapes voordoen waarvan hij nooit Een sigaret en een kop koffie helpen de ongelukkigen door het allerergste moment: 't bekomen van de schrik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 12