MEESTERSCHAP IN DE
KUNST VAN HET WEGLATEN
OP DE RAND VAN HET VERSTAND
rembrandt, tekeningen
en etsen bij de bijbel
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1968
- i
9 Hagar bij de put aan de weg naar Sur, gewassen pentekening ca. 1646- 1648.
Rembrandt is onze grootste schil
der. Hij schilderde geen stads
gezicht als Vermeers „Gezicht op
Delft", geen groepsportret als
Hals „Regentessen", geen luchten
Ruijsdael en geen bomen als
Hobbema. Maar als universeel
1 schilder, die vrijwel elk genre
met meesterschap beheerste, is hij
door niemand overtroffen. Nie
mand ter wereld overtrof hem
1 laarbij als etser en zijn teken-
|hnst, zo vaak de kunst van het
met meesterschap weglaten, was
fenomenaal.
Rembrandt, tekeningen en etsen bij de
bijbel van dr. H M. Rotermund biedt
rijke keuze aan afbeeldingen op
royaal formaat en in een uicstekende
weergave. Het boek is bewust niet
opgezet als een Rembrandtbijbel,
waardoor de aantrekkelijke mogelijk
heid ontstond om een onderwerp soms
een aantal keren af te beelden waar
door men een indruk kan krijgen hoe
Rembrandts visie op een bepaald
bijbelgebeuren in de loop der jaren
groeide en rijpte.
De auteur toont aan hoezeer Rembrandt
zijn vroegste jeugd af met de
bijbel vertrouwd is geweest. Hij doet
ook de stoutmoedige veronderstelling
dat bepaalde gebeurtenissen in zijn
leven van invloed waren op de keuze
van zijn onderwerpen. De tekst is veel
uitvoeriger dan bij dit soort platen
boeken gebruikelijk is. De schrijver
geeft verduidelijkingen, die steeds naar
de officiële literatuur verwijzen, maar
hij schroomt niet om afwijkende me
ningen te verdedigen wat toeschrij
vingen en naamgevingen betreft.
Dr. Rotermund, deed meer. Door aan
te tonen hoe goed Rembrandt de bijbel
heeft verstaan maakt hij het ons ge
makkelijker om aan de hand van
Rembrandt ook zelf ons beier in die
bijbelverhalen te kunnen verdiepen.
Zonder overigens een „vroom beek" in
de minder gunstige betekenis van het
woord te schrijven.
Bij die goede tekst blijven overigens
de afbeeldingen hoofdzaak. Men vindt
er de overbekende bijbelse etsen uiter
aard, maar vooral vele tekeningen, die
veel minder bekend zijn. Men kan er
zien hoe en waarom Rembrandt zo
tekende: als voorstudie vaak voor schil
derijen, een andere opstelling of andere
houding uitproberend. Soms lijkt dat
verband met een schilderij nauwelijks
aanwezig. Dan tekende de meester
alleen omdat het onderwerp hem
bezighield of misschien wel als
„vingeroefening" om de vaardigheid
vast te houden.
Met enkele lijnen
De kunst van het met meesterschap
weglaten noemden wij hierboven
Rembrandts tekenkunst. Het is fasci-
rend om in dit boek na te gaan hoever
Rembrandt in dit opzicht komen kon.
Hoe hij met enkele simpele lijnen een
wereld van dramatiek kon openleggen.
Neem die tekening van Hagar bij de
put. De van Abraham weggelopen
In 1969 zal het
driehonderd jaar
geleden zjjn dat
Rembrandt overleed.
Dat feit zal o.m.
met een grote
tentoonstelling in
het Amsterdams
Rijksmuseum worden
gevierd. Het zal
ongetwijfeld ook
aanleiding zjjn tot
een stroom van
nieuwe uitgaven
over de grote
kunstenaar. Twee
zijn er inmiddels
al verschenen bU
Lemniscaat te
Rotterdam: Rembrandt.
tekeningen en etsen
bjj de Bijbel van
H. M. Rotermund
en Rembrandt en
Amsterdam van
R. H. Fuchs. Beide
uitgaven worden
hier besproken.
Hagar krijgt de verschijning van een
engel, die haar gebiedt terug te keren.
Bij Rembrandt wordt die engel hier een
simpele aanduiding van een lichtstraal
en het verschrikte gebaar van Hagar
vertelt meer dan duizend woorden
kunnen doen. Het is maar een voor
beeld dat met tientallen aangevuld zou
kunnen worden.
Ook het Nieuwe Testament heeft
Rembrandt met liefde onderwerp van
zijn kunst gemaakt. Ook hier waren
het steeds direct vertelde gebeur
tenissen die zijn aandacht vioegen;
CSr^s w
Boaz giet gerst in Ruths omslagdoek, pentekening ca. 1649-50.
De voetwassing, rietpentekening ca. 1653.
zomin als bijvoorbeeld de psalmen
illustreerde of de wijsheidsboeken, zo
min heeft hij de leerstellige uneven of
Johannes Openbaringen tot onderwerp
genomen. Opvallend is hoe het
Christusbeeld bij Rembrandt zich in de
loop van de jaren heeft gewijzigd van
de traditionele heros der eerste jaren
tot de milde god-mens van die prach
tige ets van de predikende .Jezus.
Rotermunds schitterend uitgevoerde
boek is een rijk bezit voor de minnaar
van Rembrandts kunst, maar ook voor
ieder die nader tot de bijbel wil gaan.
Want Rembrandt was allerminst een
theoloog, maar het Boek heeft hem in
elke periode van zijn leven begeleid.
Wat hij tekenend en etsend erover
heeft nagelaten was meer dan kunst.
Het was het getuigen van een gelovend
Rembrandt en Amsterdam
Heel anders is Rembrandt en Amster
dam van R. H. Fuchs. De^e schrijver
wilde geen nieuw „leven van Rem
brandt" schrijven. In een aantal hoofd
stukken plaatst hij als het ware kant
tekeningen bij dit leven. Dat levert
materiaal op dat zelfs „Rembrandt-
kenners" in hevige mate moet boeien
omdat het anders en soms heel tegen
strijdige uitkomsten oplevert dan som
mige cliohévoorstelllngen van Rem
brandts leven die telkens weer klakke
loos herhaald worden. Zo wordt een
poging gedaan om te doorgronden
waarom de Claudius Civilis voor het
nieuwe Amsterdamse stadhuis werd
gewijzigd. De schilder wordt er ge
tekend tegen de achtergrond van de
snel groeiende rijke koopmanstad. De
fabel dat de „Nachtwacht" zou zijn
misprezen en dat dit werk tot de onder
gang van de schilder zou hebben geleid
wordt definitief naar eigen rijk ver
wezen. Er zijn boeiende hoofdstukken
boeiende
kanttekeningen
van
r. h. fuchs
over Rembrandt en de anatomie, Rem
brandt en het theater, Rembrandt en
de joden.
Merkwaardig is vooral dat theater
hoofdstuk. De Schrijver gaat het ver
band na tussen Vondels Gijsbrecht en
Rembrandts werk. Hij komt daarbij tot
een verrassende verklaring van teke
ningen die tot nog toe werden geacht
afbeeldingen van Augustinus te zijn.
Fuchs maakt er, zo te zien op goede
gronden, een toneelspeler van die de
rol van bisschop Gozewijn moet ver
tolken. Een interessante visie!
Geen financieel genie
hij, relatief een van de best betaalde
schilders van zijn tijd, niet ook nog
eens een financieel èenie is geweesl.
Hij stak zich in grote schulden om een
huis te kunnen kopen en hij kocht
kunst, deels uit verzamelwoede, deels
voor eigen kunsthandel tegen vaak te
hoge prijzen. De heer Fuchs noteert
een mening van een tijdgenoot, dat hij
op vellingen altijd direct met "en zo
hoog bod kwam, dat niemand verder
durfde te gaan. Hij deed dat om eigen
maatschappelijke positie te benadruk
ken. Het leidde tot het faillissement
waarvan de vermaarde inboedel
beschrijving volledig in het boek is
opgenomen. De latere Rembrandt werd
door tijdgenoten en door de generatie
die direct na hem kwam niet .neer zo
hoog aangeslagen. Maar ook na de
Nachtwacht en na het falll'ssemenl
bleven er opdrachten komen.
Het boek van Fuchs zet heel veel recht
van wat maar half of helemaal niet
geweten is. Het kan daarmee een be
langrijke bijdrage leveren aan de dis
cussies die naar aanleiding van het
Rembrandt jaar 1969 zeker in ver
sterkte mate op gang zullen komen.
Het boek is met tal van afbeeldingen
verlucht.
Vg.
liroslav Krezla, die in 1893 geboren werd, is een
iroaat. HU heeft deelgenomen aan de twee
'ereldoorlogen en in zön boeken wordt de oorlog
i niets ontziend, onmenselUk mechanisme
nthuld. Toen hU in de wereldoorlog naar de Ser-
lsehe legers overliep wCrd hU door zUn nieuwe
ennisscn aanvankelijk als een spion beschouwd,
'at hü niet was. HU is een Joego-Slavisch commu
nist. die echter ook in het communisme de bur-
erlUkheid en de bureaucratie blUft bestrUden, die
haat. HU heeft dit gedaan in toneelstukken en
ovellcn en tenslotte ook in romans,
i de laatste tien jaar voor de tweede wereldoorlog
'hreef hij: De Terugkeer van Filip Latinovic, Op
e Rand van het Verstand en Banket in Blitvië
at later door twee verdere delen gevolgd werd.
oen de Nobelprijs aan Antic werd toegekend,
erwonderde men zich in Joego-Slavië dat Krleza
iet boven hem was uitverkoren, omdat Antic
er een speciaal Joego-Slavisch auteur is, die
wereld daarbuiten niet in die mate aanspreekt
is Krlezla. Antic verwierf zich door vertalingen,
'aaronder een Nederlandse, een zekere bekend-
eid, maar wonderlijk genoeg werd Krleza minder
ertaald. De eerste vertaling in het Nederlands
«scheen eerst onlangs bij Moussault te Amster-
lam, die de laatste tijd veel gedaan heeft om de
losteuropese literatuur meer bekendheid te geven,
iet is de vertaling van Na rubu pameti uit het
ervokroaats, de roman Aan de rand van het
«stand die ongetwijfeld een bijzondere goede
oti'oductie is op het werk van deze auteur, die in
in vaderland geboeid gelezen wordt, ook door
°ngere mensen, want hij is zoals zijn vertaler L.
'an Vlijmen hem noemt, een provo avant la
lettre. een opstandig man, die zich verzet tegen
alles wat hem in de samenleving bespottelijk of
onjuist voorkomt.
Censuur
Hij heeft uiteraard zijn leven lang van de censuur
te lijden gehad, zijn toneelstukken mochten niet
worden opgevoerd. Hetgeen hem niet belette door
te schrijven.
Men zou Op de rand van het verstand een scheid-
roman kunnen noemen en Van Vlijmen vergelijkt
zijn werk met de scheldpamfletten van Lodewijk
van Deyssel. Het eerste hoofdstuk van de roman
handelt „over de menselijke domheid". De vertel
ler, oud-officier en jurist, rechtskundig adviseur
van de man die in de Kroatische provinciestad de
toon aangeeft, de ondernemer Domacinski, laat er
zien hoe dom het leven in zo'n provinciestad is
bevolkt door domoren tot wie hij zelf ook heeft
behoord
„Tot mijn twee'énvijftigste jaar leefde ik het
saaie, eentonige leven van een doorsneeburger met
koetsiersmentaliteit en hoge hoed: Ik was een
regelrechte nul te midden van een menigte
regelrechte grauwe nullen; bij de zogenaamde
vervulling van mijn belangrijke plichten verveelde
ik me; ik heb drieëneenhalfduizend zondag-
middagwandelingen gemaakt naar de steenfabriek
of in het park aan de rand van de stad; ik had een
vredig, onuitsprekelijk eentonig huwelijkscontact
met mijn wettige echtgenote; ik verwekte bij haar
drie dochters (drie domme ganzen). Ik had een
heel behoorlijk burgerlijk inkomen als rechts
kundig adviseur van een industriële onderneming:
kortom over mij, over mijn persoonlijke, huiselijke
en maatschappelijke leven had men geen enkel
woord kunnen schrijven dat buiten het kader zou
gevallen zijn van de meeste, normale beschrij
vingen van grauwe en onpersoonlijke schema's,
volgens welke duizenden hoge hoed dragende
nullen in ons patriottische vaderland leven, zoals
men ze ook in talloze patriottische beschavingen
over de hele wereld tegenkomt".
Op een bepaalde dag echter, bij een bepaalde
gelegenheid ten huize van zUn patroon, die onder
meer in „blikken nachtspiegels" handel drijft, ver
telt die patroon, Domacinski. dat hij eens vier
boeren, die bij hem trachtten in te breken „als
dolle honden" heeft neergeschoten.
Zelfverdediging
Hij heeft daar verder geen last van gehad, want
de politie verklaarde dat hU uit zelfveidedlging
had gehandeld. Er was echter geen sprake van
zelfverdediging geweest. Domacinski had de
boeren inderdaad als dolle honden neergeschoten.
Ze hadden onmiddellijk de vlucht genomen. Ze
waren daarbij allen in hun rug getroffen.
De verteller op het souper van Domacinski in de
wijngaard, geeft zich in het eerst geen reken
schap van wat hij heeft gehooi*d. Hij zit er wat
slaperig bij met in zijn rechterhand het geslepen
voetstuk van zijn glas.
„Ik zat in gedachten verzonken en was volkomen
kalm zonder ook maar in het minst geprikkeld te
zijn, en terwijl ik zo in mijn eigen mijmeringen
verdiept was, zei ik, een beetje afwezig, zachtjes
voor mezelf, dat „het allemaal misdadig was,
„immoreel". Toevallig vallen die woorden in een
stilte en hem wordt om uitleg gevraagd. „Hoezo
immoreel? Wat is er misdadig? Wat is er zo
bloedig?" „Wat u ons vertelt, dat u er prat op
gaat vier mensen neergeknald te hebben. Iemand
neerknallen, dat kan iedereen overkomen als men
in een dergelijke situatie verkeert, maar prat gaan
op moord dat kunnen alleen maar misdadig aan
gelegde individuen. Dat bedoelde ik toen ik zei,
dat het immoreel was".
De boot is daarmee aan.
Er komt een proces wegens laster en belediging,
waarin de verteller zichzelf verdedigt. Maar er is
intussen iets in hem veranderd, hij heeft de dom
heid en zijn eigen domheid ontdekt HU ziet
helderder, hU ziet dat de mensen zich op gezond
verstand en op levensbeschouwingen beroepen om
zich voor zichzelf te verdedigen, hU weet wat dat
zogenaamde gezonde verstand en die levens
beschouwingen waard zUn. ZUn verdediging
bestaat voor een deel uit nieuwe aantUgingen. Hy
gaat acht maanden de gevangenis in, waar hU
kennis maakt met misdadigers die hem eerlUker
voorkomen dan de hoge-hoededragers onder wie
hU tot dusver verkeerde. Uit de gevangenis ont
slagen dfeigen hem nieuwe processen. HU slaat
een van de hogehoedendragers in de SixtUnse
kapel een bloedneus. HU komt op de rand van
hel verstand in een zenuwlU dersgesticht terecht.
Krleza beschrijft dit in een verrassende vaart en
met een overstelpende woordenrijkdom. En al
blUft zUn verteller tot aan het slot schelden op
iedereen en alles, op de rand van het verstand
blijkt zich de waaitieid te openbaren.
ros PAJ«HUIJ«BÏ4
Toneelspeler in zijn kleedkamer luidt de titel die Fuchs geeft aan deze
tekening die tot nog toe bekend was als „Augustinus in zijn studeer
vertrek".
voortreffelijke engelse uitgave
Een Luxemburgse museumdirecteur
schreef In het Frans een boek over
Rembrandt, dat in een Engelse
vertaling werd gedrukt in Duitsland
voor exclusieve verkoop in België en
Nederland. Het Ujkt allemaal een beetje
chaotisch, maar we moeten op het
boek toch even de nadruk vestigen.
Het is een paperback, voortreffelijk
verzorgd met 134 platen, waarvan 58
in kleur en het is een van de beste, zo
niet het beste, boek in kort bestek, dat
wU kennen. De auteur is J. F. Muller.
HU gaat in „Rembrandt" helemaal uit
van de kunstwerken die hU indringend
analyseert, maar hU volgt aan de hand
van die kunstwerken ook alle bekende
feiten uit Rembrandts leven voorzover
die dienstig zUn om het werk beter te
leren kennen. Op die manier komt ook
de mens Rembrandt in dit boek volledig
tot leven. Voor lezers, die het Engels
machtig zUn is er geen betere en
voordeliger 12,50) manier om zich
op het Rembrandtjaar voor te bereiden.
Mullers „Rembrandt" wordt uitgebracht
door de Algemene Importboekhandel
Nilsson en Lamm N.V. te Amsterdam.