DE
MAGERE
JAREN
i
vi*t
Rond gaatje
in belasting
plaatje
kenmerkte
fietsende
werkloze
ELKE BIJDR
WELKOM
DE LEIDSE COURANT
MAANDAG 4 NOVEMBER
Het was 1930 en in New York sprongen de
financiers van de bovenste verdiepingen
der wolkenkrabbers, omdat de crisis re
geerde; de kleine slachtoffers, de miljoenen
werklozen, leden parterre gebrek en kwa
men daar minder spectaculair aan de rand
van het leven. Maar Amerika was ver
weg en hoewel de zwarte dag van Wall
Street in oktober 1929 zijn schaduwen
steeds verder over de wereld wierp, leefde
Nederland zijn eigen goede leven verder
onder God, Oranje en meer dan dertig
politieke partijen en partijtjes, met de
keurige kranten en de prille radio-om
roepen. Het zou zo'n vaart niet lopen.
Sociale onrust in de crisisjaren: bereden eenheden banen zich een weg door de op
gebroken straten van de Jordaan, waar de armen de verlaging van de ondersteuning
niet genomen hebben en hebben gereageerd met een volksoproer.
Dalende steun
oorzaak van
volksoproer
in Amsterdam
Toen in oktober 1929 een wereld on
derging In New York, schreef het Al
gemeen handelsblad: „Een onweer
frlscht de atmosfeer op. Dit zal 'hans
hopen wij, ook het geval zijn". En
zelfs de Economische Statistische Be
richten zagen het zo somber niet en
publiceerden in de laatste maanden
van 1929 berichten over een „elektri
sche ontlading" en „phemonenale op
ruimingen" op de effectenbeurs in New
York. En het Algemeen Handelsblad
profeteerde bi* ie jaarwisseling 1929-
1930, dat het uoiaal zo'n vaart wel
niet lopen z< Agfwcl men wel reke
ning moest ho Sen met een produktie-
vermindering. Ach ja, wisten wij veel.
Holland was een heerlijk land met
gouden koloniën en Duitsland, dat
zijn werklozental van 1.9 miljoen in
1929 in de zomer van 1930 zag stijgen
tot 3.1 miljoen (een jaar later zouden
het er 4.4 miljoen zijn) had nog nooit
geweten hoe het moest. Het had trou
wens ook geen koloniën. Wel een Adolf
Hitler, die al eens in de gevan.'enis
gezeten had. En wat ons zelf betrof:
we hadden een Anton Mussert, maar
dat was een keurige ingenieur, een
aardige man. Maar de wereldcrisis
liet de hof van Holland niet onberoerd.
De dalende prijzen, bejubeld door de
consument, brachten de ondernemers
in moeilijkheden; er vielen ontslagen.
In november 1930 kroop het aantal
werklozen boven de 100.000-grens
anderhalf jaar eerder waren er in Ne
derland slechts 18.000 mensen zonder
De buitenlandse valuta devalueerden;
de Mark kelderde, het pond sterling
ging omlaag. Maar niet de gulden: de
gulden zou en moest goud waard blij
ven en door daar aan vast te houden,
miste het land de komende jaren de
kans om zich op te trekken, toen an
dere landen weer aan de goede weg
waren begonnen. De 100.000 werklo
zen van 1930 waren er 300.000 gewor
den in 1933; in de winter van 1935-1936
waren er 630.000 Nederlanders zonder
werk op een totale bevolking van ruim
acht miljoen. Gedwongen door de om
standigheden liet Nederland in 1936 de
gouden standaard los. Mr. Oud was
toen minister van Financiën. Een jaar
eerder was mr. Steenberghe nog minis
ter van Financiën geweest in het twee
de kabinet-Colijn en hij was een fer-
Een beeld uit Amsterdam, zoals het in vele Nederlandse steden te vinden was: werklozen in de rij voor
i gratis rijwielplaatje of voor „de steun
vent voorstander van devaluatie,
hij kon zijn gedachten niet doorzetten:
mr. Steenberghe stapte eruit.
Honger
In tienduizenden Nederlandse gezin
nen werd honger geleden. De vakbon
den konden uit de werklozenkassen
de honderdduizenden niet lang helpen;
de werkloze werd geconfronteerd met
de kreupele armenwet uit 1912 en de
hand ophouden bi< de overheid, die al-
lesbehalve scheutig was. Overigens
vond minister-president Colijn nog in
1937 dat het helemaal niet zo natuur
lijk was, dat de overheid de werklozeh
te hulp kwam.
De werkloze moest door een poel van
vernedering gaan: het „stempelsys-
teem" werd uitgevonden. Wie werkloos
was, moest tweemaal per dag naar het
stempellokaal trekken: en omdat er
duizenden werklozen waren ontstond
het beeld van de rijen wachtenden voor
de stempellokalen: wanhopige' mannen,
die door hun stempelen kwamen be
wijzen, dat ze inderdaad niets om han
den hadden. En wee degene, die er
toch nog in slaagde, een paar kwart
jes te verdienen bij een of ander kar
weitje en (natuurlijk) „vergat" om de
ze „verdienste" op te geven (ze werd
van 't steunbedrag afgetrokken): hij
liep kans zijn ondersteuning te verspe
len. En wat voor een ondersteuning:
vijftien gulden in de week voor een
gehuwd man en vader van twee kin
deren. Hoe barmhartig de overheid
overigens was, bewees ze met een
..goeiigheidje"; het wielrijden was
destijds belast, elke fietser moest ie
der jaar een belastingplaatje kopen, dat
..zichtbaar aan het rijwiel diende te
worden bevestigd. „De overheid reali
seerde zich, dat zo'n rijksdaalder (de
prijs van de luxe) te hoog was voor de
werkloze en bepaalde daarom, dal een
werkloze zo'n plaatje voor niets kon
krijgen. Als fijngevoelige bijzonderheid
gold evenwel, dat de gratis rij
wielplaatjes voorzien moesten zijn van
een rond gaatje in het midden: de
fietsende werkloze was aan dat gaat
je kenbaar als noodlijder.
Extraatje
Overigens kregen de werklozen ook
wel een: een extraatje: bij gelegen
heid van de verloving van prinses Ju
liana met prins Bernhard in septem
ber 1936 kregen de stempelaars een
rijksdaalder extra Zo maar, men kon
er wel iets mee doen: een kop erw
tensoep in een „volks"-restaurant kost
te maar 7,5 cent, een pakje sigaretten
vijftien cent. Voor zestig, cent kon
men twee pond kalfslappen kopen.
Een fiets (een hele beste) kostte f 25,
Intusser waren ook de huiseigenaren
er niet best aan toe. Juist in de eer
ste van de dertiger jaren was er een
bouwexplosie geweest, maar bij het
teruglopen van de conjunctuur waren
er geen bewoners voor de huizen. De
huurprijzen moesten schrikbarend om
laag en nog waren er geen huurders
te vinden: bij duizenden stonden wo
ningen leeg
Het Nationale Crisiscomité probeerde
de nood te verlichten. Het werd in
1931 opgericht op initiatief van prin
ses Juliana en het had al snel vertak
kingen in ongeveer 850 gemeenten. De
overheid stak er geld in en op niet al
tijd even fijnzinnige wijze probeerde
het NCC het welgestelde deel der na
tie op te wekken, de arme landgeno
ten te helpen, al was het dan maar
door het kopen van een Crisiscomité-
vlaggetje om de fiets mee te versie
ren. Plaatselijk deelde het Crisiscomité
blikken soep en vlees aan de misdeel-
den uit. Het spul was goed, maar het
had soms de bijsmaak van het blik en
altijd de bittere smaak van de armen
zorg. Na een paar jaar werd het Cri
siscomité opgeheven. Het had in de
vijf jaar van zijn bestaan de somma
van negen miljoen gulden uitgegeven:
een druppel op een steeds gloeiender
wordende plaat.
Spaarplan
Het was in 1937, dat er een nieuw
aspect kwam in de werklozensteun.
Minister Romme van Sociale Zaken
had een plannetje bedacht om de
spaarzin bij de werklozen aan te wak
keren en die aangewakkerde spaarzin
te vergroten. Eigenlijk had de minis
ter zijn plan bedacht als een soort
hommage aan de vrouwen van de
werklozen, die bedachtzaam iedere
cent omdraaien alvorens hem uit te
geven. Het plan was eenvoudig. De
werkloze zou van zijn steunbedrag el
ke week een kwartje sparen. Als belo
ning voor zoveel spaarzin wilde de
overheid voor elk gespaard kwartje
een kwartje toegeven, wanneer de
spaarder tenminste gehuwd en vader
van I twe,e of drie kinderen was,.Had
de arme-man meer kinderen dan wil-
v de de oyerjieid zelfs veertig cent bij
élk 'gespaard kwartje doen. Op die
manier zou ook de minst welvarende
man voor een extraatje kunnen spa
ren. Maar omdat het al bijna winter
was en dus de tijd ontbrak om nog
voor de dure maanden zo'n extraatje
van een gulden bijeen te sparen, deed
de minister tegelijkertijd een beroep
op het welvarende deel der natie, om
een bijdrage te geven voor het „Klee
ding-, dekking- en schoeiselfonds" voor
werklozen. Koningin Wilhelmina gaf
het goede voorbeeld en gaf met f2500
het fonds zijn „eersten materieelen in
houd". Prinses en prins deden er f 1500
bij. En intussen keek men scheef naar
de werkende vrouwen, want die zaten
op plaatsen, waar een huisvader zou
kunnen zitten, die nu gedwongen was,
tweemaal daags naar het stempello
kaal te gaan, of die zijn kantoorhan
den stuk stond te spitten in de „werk
verschaffing" op ontginningsprojec
ten, zoals in de Peel.
Conflicten
Het is duidelijk, dat sociale conflicten
niet uit konden blijven. Bij de inzet
POSTGIRO. 187000
«M GtPO C 2250
„Elke bijdrage welkom" zei het affiche van het Amsterdamse crisis
comité. De koningin had het voorbeeld gegeven met 2500,-; elders in
het land verkocht men fietsvlaggetjes voor het goede doel of oliebollen.
Het crisiscomité zou echter nooit worden, wat men er zich van had voor
gesteld. Na een paar jaar werd het opgeheven.
van de verlaging van de welvaart in
1931 was het in Twente al tot stakin
gen op grote schaal gekomen, maar 't
zou Amsterdam zijn, dat in 1934 ge
schiedenis maakte met een regelrecht
volksoproer, gegroeid uit de dalende
steunbedragen.
De weeksteun daalde daar van f 12,75
in de laatste week van juni tot f 11,51
in de eerste week van juli. In de
avond van 4 juli kwam het tot relle
tjes in de Indische buurt; de politie
vuurde op de roerige menigte. Een
jongen werd gewond. Het vuur sloeg
over naar de Dapperstraat; de Jor
daan barricadeerde de straten. In de
dagen, die volgden kwamen mare
chaussees en legereenheden de politie
versterken. Even dreigde het oproer
over te slaan naar andere delen van
het land: ook in Enschede werd het
onrustig. Maar op 9 juli was het Jor-
daanoproer voorbij en schikte men
zich in het onvermijdelijke. Er waren
zes doden gevallen. Wie er zijde bij
sponnen waren de extremistische be
wegingen; ae NSB van Mussert groei-
Werkverschaffing
Twintig tot dertig procent van de be
volking trok steun in het midden der
dertiger jaren of ging ter werkver
schaffing. Een werkverschaffing, die
in 1939 in een nieuwe sfeer kwam:
toen werd goedgevonden, dat de werk
lozenzorg werd ingeschakeld bij het
maken van schuilloopgraven voor de
burgerbevolking, want de tweede we
reldoorlog was uitgebroken en Neder
land was niet langer meer het ei
land van tien jaar tevoren, al wilde
men dat dan nog wel geloven.
Deze en nog meer herinneringen aan
een tijd, die nu de goede oude tijd
heet, zijn samengebracht in een paper
back, geschreven door drs. J Beishui
zen en Evert Werkman onder de titel
„De magere jaren, Nederland in de
crisistijd 1929-1939". Een vlot geschre
ven en prettig leesbaar werkje is het
geworden, dat met tientallen foto'
facsimiles en tekeningen is geïllus
treerd. Degenen, die het meegemaakt
hebben, zullen de jaren op slag
in alle details voor de geest krijgen;
degenen, die het niet hebben beleefd,
zullen een beeld krijgen var
tie, die hen en ons vreemd ge worden
is. Bij het lezen van het boek (een.
uitgave van A. W. 'Sijthóf, Lcidën)
hebben we ons afgevraagd: „Waren
we zó?" En we hebben het ant
woord gevonden in onze eigen herin
nering: ja, zo waren we. Een wereld
vreemd volk, dat in de trots op het
verleden niet zag, hoe de nabije toe
komst er uit zou kunnen gaan zien.
Wie de dertiger jaren voor de „goede
oude tijd" houdt, leert in dit boek,
dat we er geen heimwee naar behoe
ven te hebben. Want hij ziet weer de
werkloze, die langs de deur zijn lied
jes probeert te verkopen met als aan
hef: „Mijnheer en mevrouw, U, dienst
bode getrouw, met armoe belaan,
bied ik U dit aan. Prijs wordt door
U zelf bepaald". En wie herinnert
zich niet „kunstwerken" als dit, dat
we aan het hier besproken boek ontle-
In deze tijd van werkloosheid
Dwalen wij langs 's Heeren wegen
Vragen gezwind voor vrouw en kind.
De patroon heeft ons gedaan gegeven.
De werkman heeft nu bange nood
Geef hem dus werk, hij hongert dood.
SUSKE EN WISKE: TEDERE TRONICA
LUCKY LUKE: BILLY THE KID
Jk htb horm schteten.tr?*'
aerdddd1 Mddrde pd5M«itn
vzun bt Z19 met xhijschitfto/
S opdtvoorplecht'
Nieuwe Franse
partij-in-wording
(Van 1
correspondent)
PARIJS In het congres van de
Franse Socialistische Partij, gedurende
het afgelopen weekeinde in de Parijse
voorstad Clichy gehouden, heeft partij
secretaris Guy Mollet een volledige
overwinning behaald op Gaston Deffer-
re, burgemeester van Marseille.
Na de mislukking van de democra
tisch socialistische federatie onder lei
ding van Mitterrand stond de socialis
tische partij voor de vraag of een ge
heel nieuwe partij zou worden opgericht
samen met de progressieve liberalen en
de politieke clubs. In de partij heersten
twee stromingen. Defferre wilde de
nieuwe partij openstellen voor alle link
se democraten met uitzondering van de
communisten. Hem zweefde voor ogen
een arbeiderspartij naar het voorbeeld
van de Britse labourparty. Guy Mollet
daarentegen stond op het standpunt dat
de nieuwe partij zuiver in de leer zou
moeten blijven en een socialistisch be
ginselprogram zou moeten behouden.
De nederlaag van de partij bij de
jongste verkiezingen schreef Guy Mollet
in hoofdzaak toe aan een te weinig so
cialistisch beginsel in de partij. Hij was
niet tegen een nieuwe partij maar ver-
flang de op het congres dat deze nieu-
partij zich onmiddellijk zou moeten
aansluiten bij de socialistische interna
tionale. Dat standpunt heeft het met een
meerderheid van tweederden gewonnen.
Er zal dus tot eind van het jaar met
de progressieve liberalen (de Radicalen)
met de politieke clubs van Mitter
rand worden onderhandeld of zij deze
•oorwaarden aanvaarden. Vooral bij de
liberalen zullen velen dit weigeren. De
ve socialistische partij is dus wel in
wording. Haar wieg staat klaar, maar
de bevalling zal nog wel even op zich la
ten wachten.