VAN RARITEITENKABINET TOT 150-JARIG RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Fossielen en prehistorische werktuigen uit de Noordzee Winkels ook op 28 nov. en 19 dec. des avonds open TRIËNNALE VAN RIJNLAND Mathematische werken van AD DEKKERS in Galerie Walenkamp ZATERDAG 2 NOVEMBER 1968 DE LEIDSE COURANT Het begon met een vergeten en stoffige collectie IW HILDEBRAND: „Farao's in het museum van onbekende historie" ten door Rapenburg, Houtstraat Papengracht, bestaat als museum an derhalve eeuw. „In 1818 is volgens aantekeningen in het archief van het museum, het Hof van Zessen, ook al zy hefc gedeeltelijk, bestemd voor de -verzarppljng, ,der aRtjeke en pleister beelden". (C. J. Kortenbach). Dat Hof van Zessen had toendertijd nog niet de oppervlakte van het te genwoordige museum. Aan de Hout- straatzyde stonden woonhuizen en ook de woonhuisbebouwing op de Pa pengracht vanaf de Langebrug strek te zich verder in de richting van de Houtstraat uit dan thans. Volgens gegevens, ontleend aan het uit circa 1590 daterende caertbouck van David van Dulmanhorst was het toen door „de Nonnen van Ter Lee" geborgde hof nóg kleiner. Stadhouder Willem V. UI TRANSPORTACTEN BLIJKT, dat de plaats in1560 eigendom was van het geslacht Paedts van Zandhorst en dat het be last was met een erfpacht aan de erf genaam van ene Gerrit Alewijrrszoon, die echter toen reeds meer dan hon derd jaar dood was. Deze Gerrit was in zyn leven een van 's graven diena ren (zij het een van hoge rang), die de grond op zyn beurt van de graaf in erfpacht had ontvangen. Daaruit moge biyken, dat de gron den, waarop thans de museumgebou wen staan, oorspronkeiyk ook eigen dom waren van de Hollandse grafe- ïyke familie. Het huis lag echter toen niet aan het Rapenburg, doch aan de Papengracht, een toenmaals patri cische woonbuurt, voordat het Rapen burg die functie overnam. In 1582 wordt het getransporteerd op Adrians en Johanna van Nassau, Suzanna van Etten en Anna van Lier. Het perceel werd toen beschreven al6 „streckende uyte Papengraft tot achter uytgaande met een poorte ende huyskens op Rapenburch." Borg was de rentmeester van de abdy Leeu wenhorst bij Noordwykerhout, welke abdy echter in 1574 was verwoest,. Daarom de aanduiding op de kaart van Dulmanshorst: de Nonnen van Ter Lee. HET VOERT TE VER om alle ver dere eigenaren van het Hof van Zessen te memoreren. Maar in 1801 besloten curatoren van de universiteit ten behoeve van de bibliotheek der academie het pand, dat als laatste particuliere bewoonster heeft gehad Maria Elisabeth Nolthenius, weduwe van de Lcidse burgemeester Bartout Adriaan van Assendelft, met het daaraan grenzende perceel aan te ko pen. De totale koopsom bedroeg 9.600,Later werd het complex 1818 het gebouw bestemd werd tot bergruimte van een verzameling antieke en pleisterbeelden, werd het Hof van Zessen bergplaats voor de verzameling „Naturaliën", die er ove rigens gebleven is totdat in deze eeuw het museum van natuuriyke historie gereed kwam. Dit „Kabinet van Naturaliën" kwam uit Parijs. De collectie werd geborgen „in 81 kisten en 50 stolpen met glas gedekt en 300 soortgeiyke dozen" volgens een schry- ven van conservator Brugmans in maart 1817. Het was in 1818 dat prof. dr. C. Reuvens, de eerste Leidse hoogleraar In de archeologie, de vry grote col- lectie Griekse en Romeinse beelden (het z.g.n. legaat Papenbró'eek, dat' al spoedig de naam kreeg van „Pleys- terkabinet" van de Oranjerie in de Hortus deed overbrengen naar enkele lokaliteiten in het Hof van Zessen. „Na het zoogenaamde kleinaudito- rium als een der voorgestelde verbiy- ven, tot plaatsing der antieken on- derzogt te hebben, is gebleken dat het zelve gedekt is door steenen ver- wulfen welke niet kunnen worden weggebroken, alzo onmiddelijk op de zelve de leggers en vloeren der grote Senaat en Pedelskamer rusten, en, al zo hierdoor hun geheele bestaan en vermogen zoude worden weggeno men. En er ware het, door meerdere lichtkozynen in hetzelve te stellen (dat echter niet dan met grote kosten zoude kunnen geschieden) van beter en meerder licht te voorzien. Hiertoe zoude aan de aandacht van H. H. Curatoren kunnen worden voorge steld, de huizen in de Houtstraat, zijnde in de nabyheid niet alleen maar zelfs eenigzints verbonden aan het Museum of Hof van Zessen, 't welk mogeiyk wel eene rede zoude kunnen zyn waarom deze boven een andere plaats te verkiezen is." (Memorie van prof. Reuvens). Natuurlijke Historie. Aan de verbou wingen .en uitbreidingen, die het Hof van Zessen sindsdien heeft ondergaan zullen we voorbygaan, evenals aan de collectie „Naturaliën", volgens Hil- debrand in zijn verhaal over de Fa milie Kegge: het Museum van onbekende historie." („Op dien regen- achtigen Octoberdag zag men Hilde- brand met een vreemdeling door Lei- d-ens straten hollen, om eerst de doo- de beesten in het Museum van na tuuriyke, en daarna de Farao's in het Museum van onbekende historie te gaan aanschouwen; vervolgens een blik te werpen op de kindertjes, die nooit geleefd hebben breid. Vooral de prinsen Willem IV en V hadden dat reeds gedaan met collecties natuuriyke historiie en „ra riteiten". De verzameling van 'Prins Willem V genoot internationale ver maardheid door zeldzame voorwerpen en uiterst kostbare preciosa. Zochten zyn voorgangers het in de rariteiten de eerste oranjekoning had zyn hart verpand aan de antieke oud heid. Hij liet vreemde landen bereizen en de voorwerpen, die daarvan wer den meegebracht, waren bestemd voor de Leidse universiteit. Naar men zegt heeft men zelfs nog moeite ge daan om voor hem de beroemde Venus van Milo te venverven, maai de verhalen daarvoor zijn veelvoudig aannemeiyke verhaal is, dat Neder landse speurders elgeniyk weinig be langstelling hadden voor het armen- loze beeld, dat bij een onfortuiniyke bergingspoging die ledenmaten moet zyn kwytgeraakt, waarna ze tot nu toe spoorloos zyn gebleven. Hoe het zy, de goddeiyke lieftalligheid staat nu sinds jaar en dag in het Parijse Louvre. /|AAR DE COLLECTIE GROEIDE r moest worden uitgezien naar meer ruimte. Want ook de ver zameling „Naturaliën" wies aan. Na de dood van Reuvens verhuisde de Oudheidkundige collectie naar zyn huis aan de Breestraat. Hier bleef zy tot 1920 by het gereedkomen van het museum voor natuuriyke historie, waardoor het voormalige Hof van Zessen geheel beschikbaar kwam voor de archeologische en antieke voor werpen uit de rijke verzamelingen van de Leidse universiteit. Vader en zoon Holwerda, de pio niers van de vaderlandse archeologie, kregen toen volop gelegenheid hun kennis en ambitie in dienst te stellen van het thans jubilerende museum. ling. De belangstelling voor de Leidse collecties groeide, zowel in binnen- als buitenland. Daartoe werkten de jaarlijkse tijdelyke tentoonstellingen mee, die echter ruimte vorderden. Het museum groeide langzaam aan naar grotere „volwassenheid", een volwas senheid, die echter steeds meer en moderner voorzieningen vorderde. Er moest zelfs ruimte gemaakt worden en niet zo lang geleden werd veel overtollig „plaaster" (zoals onze Vlaamse stamverwanten zeggen) uit het museum naar elders overgebracht en daar opgeslagen. Dat duidde er ook op, dat veel gipsen afgietsels plaats moesten maken voor echte ar- cheologica. Thans zijn de zalen voor verschil lende afdelingen weer opnieuw inge richt, waaronder de Nederlandse (lange tyd noodgedwongen een stief kind) en de Egyptische afdeling, die internationale reputatie geniet. Deze vernieuwingen zullen maan dag door koningin Juliana in gebruik worden gesteld als (voorlopige?) kroon op het werk gedurende ander halve eeuw, dat het museum bestaat. W. PRINS. sinds 1920 tot onderko men dient. Zoals gezegd vond prof. Reuvens de collectie Papenbroeck in de oran jerie van de hortus botanicus als na genoeg vergeten bergplaatsen van stof en toevluchtsoord voor spinnen en ander griezelig gedierte. Eerst de stadhouders en later de oranjevorsten hebben de verzamelin gen door schenkingen sterk uitge- Accent in dienstverlening verlegd Sociaal Charitatief Centrum veranderde naam in Kath. Bur. voor Maatsch. Werk Veel mensen menen nog steeds, dat maatschappelijk werk in hoofdzaak be staat uit het verlenen van materiële huip. Hoewel dat vroeger, vooral in de jaren na de oorlog wel het geval was, is daar een sterke kentering in geko men, niet alléén tengevolge van de so ciale wetten, vooral de algemene by- standswet, maar ook door de betere eco nomische toestand. Het maatschappeiyk werk heeft in tussen een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Het charitatieve, dat dik- wyis gezien werd als liefdadigheid, is geheel op de achtergrond geraakt en andere problemen, die ontstaan, doordat het leven zo ingewikkeld is geworden, zyn naar voren gekomen. Byvoorbeeld moeiiykheden in huwelijk en gezin, be jaardenzorg, problemen by het besteden van het huishoudgeld, waardoor men moeiiyk aan zyn verplichtingen kan vol doen, het bemiddelen by uitzending van een moeder, die een vakantie dringend nodig heeft enz. enz. De maatschappeiyk werksters hebben niet voor elke nood een oplossing, maar zy kunnen wel helpen een weg te vin den, om er zo goed mogeiyk uit te ko men. Hiervoor hebben zy een gedegen opleiding gehad aan een Sociale Aca- Over de vertrouweiyke mededelingen die zy in hun functie ontvangen, mogen zy niet met andere spreken, zij hebben hun beroepsgeheim. Indien nodig ver wijzen zy naar andere, meer specialis tische instanties. Kortom, men kan het algemeen maatschappeiyk werk verge lijken met de taak van de hulsarts, naast die van de specialist. Tengevolge van deze veranderde vorm van hulpverlening heeft het bestuur van 't Soc. Charitatief Centr. 't besluit geno men, de naam te veranderen in Katho liek Bureau voor Maatschappelijk Werk. Het Bureau is gevestigd Rapenburg 85, tel. 20503. Iedere morgen van 9 tot 10 uur is er een spreekuur, dinsdag en donderdag avond van 7 tot 8 uur en verder volgens afspraak. De Raad van het Grootwinkelbedrijf, kring Lelden, en de Leidse Midden standscentrale hebben, omdat in ver band met de belangen van het personeel de grootwinkelbedrijven en vele an dere zaken op de zaterdagen 30 no vember en 21 december normaal om 18 uur zullen sluiten, verzocht om ter compensatie van dit verlies aan ope- ningstyd voor de donderdagen 28 no vember en 19 december a.s. tot 21 uur ontheffing van de verplichte avondslui ting. De raad zal hierover maandag be sluiten. De bonden van werknemers in de winkelbranches hebben met genoemd verzoek hun instemming betuigd. Naar de mening van b. en w. bestaat tegen het verlenen van de gevraagde ontheffing geen bezwaar. Voorts achten zy het redeiyk, de ontheffing ook van toepassing te verklaren op de markt en straathandel. 103 kunstwerken ingeschreven In totaal zyn 103 geldige inschrij vingsformulieren ingestuurd voor de Triënnale van Rynland, de door het Leidse gemeentebestuur opengestelde „aanbesteding" van het 36.000 grote kunstaankopenfonds. Volgende week maandag, dinsdag en woensdag zullen de inzenders hun werk in de Lakenhal brengen, zodat het don derdag en vrydag door de toelatings commissie kan worden beoordeeld. Vrij dag 15 november zal van het toe te la ten werk een tentoonstelling in de La kenhal worden geopend. De beste kunst- inzending zal worden behonoreerd met de kunstprys van 2.000,Tevens zal uit het geëxposeerde materiaal een keus kunnen worden gedaan door gemeente besturen en particulieren. De 103 inschrijvers komen uit twaalf van de veertien daarvoor in aanmerking komende gemeenten, te weten Leiden, Leiderdorp, Lisse Noordwijk, Noordwij- kerhout, Oegstgeeat, Rijnsburg, Sassen- heim, Valkenburg, Voorhout, Voorscho ten, Warmond, Wassenaar en Zoeter- ÊÊk W 'mil w. Dra. G. Kortenhout van der Sinus, conservator aan liet Rijksmuseum van geolo gie en mineralogie te Lel den, heeft een respectabel aantal dierenbecnderen ver zameld, dat vrywel zonder uitzondering werd opgevist uit een circa 5 meter diepe geul ten wensten van de zgn. Bruine Bank in de Noordzee, ongeveer halver wege de iyn IJmuiden-Lo- westoft. Het Rijksinstituut voor Vieseryondcrzoek ver zamelt deze beenderen by de vissers. Op een enkel bot na zyn de beenderen afkomstig uit het z.g. pleniglaoiale tijd perk met veel mammoet, Rijksinstituut voor Visserij- onderzoek verzamelt de vondsten bij de vissers wolharige neushoorn, step pewisent, paard, rendier en reuzehert. Opvallend daar bij Is een groot stuk van een menselijk dijbeen, he laas zonder gewrlchtaknop- pen, dat mogeiyk aan de Neanderthaler moet worden toegeschreven. Werktuigen. Onder de vondsten is een gering aantal, dat sporen van. bewerking laat zien. Zes stukken daarvan zijn onmiskenbaar werktuigen. Het fraaiste stuk is een lange puntig toegeslepen byi met een zuiver ronde door boring. Drie andere stukken zijn kleine byitjes van ver schillende typen en de twee overige zijn tot een punt be kapte beenderen zonder siypsporen. Ze zyn vervaar digd uit beenderen van de steppewisent, o.m. de door boorde byi, of het paard. Twee geologische gege vens geven een uiterste be grenzing van de ouderdom. De voorwerpen zyn jonger dan het Eemien (de afzet ting welke ter plaatse de zeebodem vormt) doch ouder dan het tydstip, waar op de steppewisent uit W.- Europa is verdwenen, te weten zo'n 30 tot 20 duizend jaar geleden. Met het onderzoek naar vergeiykingsmateriaal om tot een scherpere datering te komen zal spoedig In het Ryksmuseum van Oudhe den worden begonnen. Bovendien worden nog de volgende spreekuren gehouden: maandag 9,30- 10.30 uur in het Consultatiebureau Hof- laan 164, Mej. D. Verkuyl; dinsdag 9- 10 uur in de Bibliotheek Alexandorstr. 1, Mej. M. Versteegen; dinsdag 2.15- 3.15 uur in de Pastorie Haagweg 13 Zr. H. Nibbelke; woensdag 9-10 uur in de Pastorie Lorentzkade 16, Mej. J. Lykles De hulp, die het Bureau verleent, is kosteloos. ADVERTENTIE ONDERGOED met 100% garantie Herenstraat 83 MET INGANG van gisteren zyn in Galerie Walenkamp (Nleuwsteeg 11) vry wiskundig aandoende werken te zien van Ad Dekkers, eon der meeat begaafde objekt-kunstenaars van deze tyd in Nederland. Dekkers beleeft de kunst in de meest strenge mathematische vorm. Aloude vormen: driehoek, cirkel, vierkant, worden met elkaar ln verband gebracht en ln elkaar geprojekteerd. De manier waarop Dekkers een cirkel ln een vierkant projekteert, ls dulde- ïyk op de expositie te zien. Dekkers gaat dan uit van de ingeschreven cir kel (de cirkel die de middens van de zyden van het vierkant verbindt). In vier fasen laat hy de overgang zien: de eerste fase toont een kwart van de ingeschreven cirkel, de tweede de helft, de derde driekwart en de vierde de cirkel; het vierkant is dan geëvolueerd. HET FUNGEREN van de wiskundige figuren, die wentelend over bepaalde van tevoren bepaalde punten, ïynen of vlakken, een symbool gaan vormen, ls het motief van Dekkers kunst. De lichtval speelt ln zyn werk een grote rol, zo niet de hoofdrol. Daarvan getuigen de zaagsneden, die op hun ondiepste punt nagenoeg wit zyn (de vlakken zyn wit geschilderd) en op hun diepste punt voor het oog door de schaduw zwart. Subtiel is het werk van Dekkers zéker. Wie er geen oog voor heeft, gaat er zonder meer aan voorby zonder iets byzonders aan het werk op te merken. HET ALLEDAAGSE van de vormen kan gemakkeiyk lelden tot de kon- klusie: „Dat kan ik ook", wat theoretisch wel waar is. Maar het punt waarom het draait ls, dat Dekkers de éérste is, die het ten uitvoer brengt. Het is nu eenmaal altyd gemakkeiyker iets te kopiëren, dan iets zelf tc ontwerpen. Een gang naar Walenkamp ls de tentoonstelling zonder twijfel waard, ook voor de mensen die „niet van moderne kunst houden"; er kan allicht Iets zyn dat hen treft. „FULL-PROF AMBTENAAR" KOOS OUWERKERK ZAG 40-JARIGE MARATHON BIJ BELASTINGEN BELOOND Hoe men nu precies over hem denkt heeft de heer J. P. Ouwerkerk by zyn huldiging t.g.v. zyn 40-jarlg jubileum by 's Ryks Belastingen gistermiddag kunnen vernemen. In de kantine (het zou een Ideale verkeerspost kunnen zyn aangezien men een fantastisch uitzicht heeft) van het belastinggebouw noem de mr. G. J. L. van Willigenburg, die kortgeleden zyn eerste stappen in Lelden zette, de heer Ouwerkerk een van de „full-profs" by de ambtenaren, die vroe ger evenals de sportlieden als seml-professlon&ls werkten. Hy dacht dan ln het byzonder aan het jaartal 1928, dat niet alleen de ambteiyke carrière van de heer Ouwerkerk Inluidde, maar ook het Jaar was dat Nederland, en Amster dam ln het byzonder, het puikje van de sportbeoefenaars uit alle landen mocht begroeten en bewonderen. Merkwaardig was het niet dat hoofdinspecteur Van Willigenburg nog even dat Olympische jaar doorstapte. De heer Ouwerkerk is nameiyk, niet in de laatste plaats door zyn functie als penningmeester van UVS, een groot sportmlnnaar. Geen wonder dus dat het leek alsof de heer Ouwerkerk gistermiddag als sportbestuurder werd gehuldigd. De heer Van Willigenburg, die het niet al te lang wilde maken, maar desondanks een groot deel van de „hulseiyke receptie" volpraatte, werkte gisteren opvallend veel met Initialen: J.P.O. (Jubilaris, Prettig ln omgang en Overwicht), C.B.G. (Centen, Bestuurslid en Geestdrift) en de afkorting die de meeste hilariteit verwekte: U.V.S. (Uithuizig VaderSchap). De heer Ouwerkerk, die vergezeld was van zyn vrouw en de „loten aan zyn stamboom", kreeg als waardering een gratificatie. De heer Van Houten, hoofdcontroleur-A toonde daarna duideiyk hot andere gezicht van een ambtenaar, In wie „men" een somber, spaarzaam lachend per soon ziet. Humoristisch en spontaan werkte hy een „HJvlg dossier" door waarin de gegevens over een „40-jarlge marathon" stonden vermeld. „Je bent een goede collega, die soms wat onparlementair uit de hoek komt" en (duidelijk weer geïnspireerd door de sportieve werkzaamheden van de heer Ouwerkerk „Je beste goal was je benopming tot commies titulair". De heer Van Houten vergeleek zyn Jubilerende collega ook met burgemeester v. d. Werf, die even eens zoveel gedaan heeft. Hy stelde dan ook voor een „buste van de heer Ouwerkerk te plaatsen in de Kikkerpolder". Met het overhandigen van een fles „Oud-Hollands medlcyn" besloot hy zyn sappige speech. In zyn voetsporen stapten de heren P. J. J. Gourts (hoofdcommies), C. P. Brouwer (voorzitter Jubileumfonds) en M. G. J. Ham (voorzitter ARKA, afd. Lelden). Ook zy bleven niet achter en overhandigden o.m. een lamp en een bedrag onder couvert. De vele bloemen, die de kantine opfleurden toonden wel aan dat ook de anderen niet met lege handen waren gekomen. Deze middag, waarop ook nlet-hmbtenaren met een opgewekt gezicht het belastinggebouw binnenstapten, werd besloten met een receptie voor de ken nissen van de heer Ouwerkerk, waarby, hoe kan het ook anders, vooral van sportzyde veel belangstelling werd getoond. Hoofdinspecteur i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 3