BIJ HET AFSCHEID VAN „DE SCHOOL VAN VAN HETEREN" ,DE BIERKOUWER" KRIJGEN LANGSPEELPLAAT! S/oper is niet meer te vermurwen Genieten van de na-zomer Arie Westgeest com poneerde flessen- AL muziek ZATERDAG 26 OKTOBER 1968 HET ONVERMIJDELIJKE is nu aan de gang: de sloper zet zijn bijl in het scholencomplex op de hoek van Haarlemmerstraat en Pelikaan straat. Een brok geschiedenis gaat tegen de grond, op een plek, waar drie eeuwen rooms leven in volle bloei gestaan heeft. Het klinkt allemaal dramatisch, maar er ging een lichte schok door mij heen, toen ik vorige week in De Leidse Courant een foto zag staan met daaronder de zakelijke mededeling, dat het hele complex zal worden afgebroken. Het was te verwachten, het zat er al jaren in. Ook in de Leidse binnenstad stelt het verkeer zijn eisen. Er moet ruimte komen. Ooit werd in deze buurt druk geleefd. Er was een paar duizend zielen tellende parochie, de straat gaf nog het gewone vertier. Toen mede door de ontvolking van juist dat deel van de binnen stad in de dertiger jaren de oude Mon Père- kerk (thans „De Overdekte) aan de Haarlem merstraat gesloten werd, stierf het hart van de parochie. Daarmee was ook de school tot de ondergang gedoemd. Lang heeft ze nog - zij het in verschillende vormen - het onder wijs gediend. Maar nu is het echt afgelopen. De sloper is niet meer tot andere gedachten te brengen. Dominicaanse grond op de hoek van Haarlemmerstraat en Pelikaanstraat VOOR VELE honderden oud-leer lingen geldt het gebouw nog steeds als de school van Van Heteren. Een oudere generatie spreekt mis schien nog van de school van Kuiper. Het is allemaal niet zo belangrijk, evenmin als het feit, dat de school de laatste jaren andere bestemmin gen heeft gekend dan het gewoon lager onderwijs. Voor mij en al die anderen - hoe heten ze ook al weer waar zijn ze gebleven - is ze de school, waar we voorzichtig begon- n zijn de eerste woordjes te spellen te schrijven, waar de kleine en grote kathechismus ons de „onver zettelijke waarheden van onze Moeder de H. Kerk" leerden en van waaruit de sprong waagden naar een ar volwassen jeugd. AAN DAT KOSTBAAR stukje grond doe ik echter groot on recht, als ik niet een paar eeuwen terugduik in de geschiedenis om te herinneren aan de paters Domini canen, die daar op de hoek de ziel zorg hebben uitgeoefend. Dat was in de tijd, dat na de reformatie de roomsen hun godsdienstoefeningen in schuilkerken moesten houden. Een van die schuilkerken stond in de steeg (nu Pelikaanstraat) en ze werd bediend door de Dominicanen. De paters moeten in de Bakkersteeg hun statie begonnen zijn in 1642. De eerste dopeling staat althans genoteerd op 28 maart van dat jaar. Het belapg- rijkste binnen het kader van dit „In .Alemoriam" is, dat het kerkje aan de Bakkersteeg in 1846 werd afgebroken. Er werd op de vrijkomende grond een nieuwe kerk gebouwd, met de hoofdingang aan de Haarlemmer straat, de Dominicuskerk, die op 9 november 1846 werd ingewijd. Precies tien jaar bleef de kerk in gebruik. Bij bisschoppelijk besluit van 21 no vember 1856 werd Leiden in drie parochies verdeeld: H. Petrus (de Ruïne) aan de Langebrug, Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen (Harte- brug) aan de Haarlemmerstraat en Onze Lieve Vrouw Hemelvaart (Mon Père), eveneens aan de Haarlemmer straat. Het viel te verwachten, dat een van de drie kerken aan de Haar lemmerstraat opgeheven moest wor den. Dat lot trof de Dominicus, waar op 2 februari 1857 de laatste gods dienstoefening werd gehouden. Rond de opheffing is door de bemoeienis van pater Raken, toen de provinciaal van de Dominicanen, nog veel rumoer geweest, maar de bisschop van Haar lem bleef bij zijn besluit. DIE STATIGE KERK is later de school van Van Heteren gewor den. 'n Patroonheilige had de school niet. De naam van Van Heteren was kennelijk voldoende. In die tot school verbouwde kerk werd aanvankelijk particulier onderwijs gegeven. Later, omstreeks 1880, werd ze de eerste parochiale school van Leiden, zonder haar kerkelijke afkomst te verlooche nen: een waterstaatsfront, pilasters aan de ingang, markante boogven sters, de pauselijke tiara en de bis schopsstaf in de gevel en bovenop de inmiddels verwijderde bol met kruis. Geen school in Leiden die zich zo rooms en zo katholiek etaleerde. Binnen was er niet veel meer over van de oude kerk. Slechts enkele bloemkapitelen op de eerste etage (de kerk was boven gevestigd, de pastoorswoning lag daaronder) deden nog denken aan de kerk. Vermoe delijk ook de pilaren in de enkele De aftakeling is al begom klassen, verrukkelijke obstakels voor de leerlingen, een ellende voor de meester, die nooit helemaal zicht kreeg op zijn klas. IN DIE KERKELIJKE school heb ben zo'n paar duizend jongens zich beijverd om „aap, noot, mies" tot hun geestelijk eigendom te maken. Met sponsendoos, lei en griffel, waar aan de oude mevrouw Van Brussel in haar winkeltje aan de overkant een goede boterham heeft verdiend, hebben zij hun schooldagen ge sleten in de hoge lokalen: kapitale ramen, dreigend-zwarte vulkachels en bekraste schoolbanken. Hoevelen zien nu niet de gestalte van hoge- meester Van Heteren bij de ingang van de school: hoed op zijn hoofd, pijp in de mond, één hand in zijn zak, de andere vrij om de ongerech tigheden van zijn discipelen ter plaatse te verrekenen, waarbij hij ook zijn eigen kinderen allerminst spaarde. Terwijl ik dit schrijf, stormen de herinneringen op me af. De geur van pruttelende koffie in de klas van juffrouw Walenkamp, de Franse onderrichtingen van juffrouw Raaphorst, meester Ja- tellen) sjouwend met zijn koffer- orgeltje, de gedisciplineerde les- cobs (ook 'n meester in het ver- sen van meester Overmèer (altijd een keurig gekapt hoofd), de ge passioneerde wijsheid van mees ter Meijer (hij is later, niet tot onze verrassing, getrouwd met juffrouw Walenkamp), en niet te vergeten meester Van der Krogt, die zijn strengheid accent wist te geven met een pittig punt baardje. Er zyn nog zovele an dere namen te noemen: Obdam, Van Brussel, Van Hameren. Iedere school generatie heeft zijn eigen herinneringen. Maar gemeenschappelijk denken we terug aan 'n evene ment als de kindsheidsprocessie. Om toegetakeld te worden werden we overgeleverd aan de Zusters van Liefde uit de Pelikaanstraat. Ze maakten van ons missiebisschoppen en gewone paters, chinezen en ne gertjes. Een van ons mocht paus zijn. Maar dat moest altijd een jongen zijn uit een goed milieu, liefst uit de middenstand. Of anders is er de herinnering aan het jaarlijkse H. Hartfeest, wanneer het levens grote beeld, hoog opgestuwd door hortensia's of andere bloemen en planten, in het trappenhuis stond opgesteld. Deken Homulle kwam dan zelf de toewijding doen. En met een onwaarschijnlijke braafheid klonk het uit onze monden: „Zie hier de vrome kinderzielen, die dankbaar voor U nederknielen". De plechtig heid werd ieder jaar afgesloten met het zingen van „Dank Jezus Dank", en achteraf vind ik het een merk waardige samenloop van omstandig heden, dat Deken Homulle juist op dat moment repen chocola begon uit te delen. IN DIEZELFDE SCHOOL is onder leiding van kapelaan Nieveen van Dijkum de eerste katholieke verken- nersgroep en welpenhorde in Lèiden „Sint Paulus" van start gegaan. Hop man van Heteren („een schandaal met die blote knieën in de kerk", zoals dat toen heette) en akela Vree burg beten het spits af. Twee loka len in de school waren voor de ver kenners en welpen beschikbaar. Er kwam toen al ruimte vrij in de school, een bedenkelijk verschijnsel dat een kwalijke toekomst voorspelde. Dit „In Memoriam" zou beslist niet volledig zijn, als ik niet de „armen school" aan de Pelikaanstraat me moreerde, Een merkwaardige situatie, in onze dagen gelukkig ondenkbaar geworden, toentertijd heel normaal. Naast de gewone school was nog een armenschool. De twee scholen waren binnen onderling verbonden, van buiten zichtbaar gescheiden. Meester Van der Poel (al-wijs in zijn optreden) is daar hoofd geweest. Later is hy vertrokken naar de school aan de Potgieterlaan. De „Bakker- steegschool", zoals die toen genoemd werd, was voor ons, Haarlemmer- straters, de soepschool, omdat de kinderen daar tussen de middag soep te eten kregen. Intuïtief moeten wij toen aangevoeld hebben, dat hier verschrikkelijk gediscrimineerd werd. Die andere jongens waren net zo gewoon als wij. Alleen: ze hoorden niet tot dé middenstand of ze waren geen zogenaamde burgerkinderen. Maar ze hoepelden net als wij, ze knikkerden veel beter en waren al tijd veel sterker. Maar dat kwam van de soep, zeiden wij. BEIDE SCHOLEN - oftewel de dominicaanse republiek - gaan nu tegen de grond. Namens al die honderden jongens neem ik afscheid van ze. Ik voel me daartoe verplicht. De buurt is de buurt niet meer. Magere Jan is van de Haarlemmer straat verdwenen, oude Bart van der Klugt is dood, de dames Van Ulden befaamd om haar paaseieren, zijn reeds lang verleden tijd, Alofs de slager heeft al jaren de eeuwige zaligheid, van de dames Kerkvliet met haar chocolaterie heb ik nooit meer iets gehoord, de hoedenwinkel van Van Valderen is niemand meer bekend. Het zij zo. De buurt in dat typisch stukje Leiden is leegge stroomd. De gele tram, waarachter wij allerlei capriolen uithaalden, heeft er de brui aan gegeven. In de verte is slechts het zicht gebleven, over de Haven heen, op de Zijlpoort, waar de jeugd nog wel zal proberen langs de schuine, monumentale steun beren omhoog te klauteren. De wees jongens van de Jacobsgracht zijn in het alledaagse leven terecht ge komen. Ze kwamen vroeger in een rij en onder leiding van een Zuster Dominicanes naar de school aan de Haarlemmerstraat. Ze waren altijd getekenden: een zwart pak met grote kraag, een te lange korte broek en lange zwarte kousen. Heel de buurt is al een grote puinhoop geworden. Mijn laatste pelgrimage naar de school, enkele dagen geleden, liet niet veel glorie meer zien van de school. Alle ruiten kapot, de vloeren in de lokalen opgebroken en angstwek kend krakende trappen. Naast de school de verpauperde onder wijzerswoning aan de ene en de Op het schoolplein is de ravage even groot als binnen. Kleurige inafriicfie- platen liggen op 'n hoop. reeds uitgebroken vroegere sla gerij aan de andere kant. In de Groene Poort is het één kavalje geworden, de Pelikaanstraat zelf schynt naar haar laatste adem te happen. Het Zusterklooster staat dichtgeslagen, de meisjesscholen aan de Van de Werffstraat heb ben kennelijk ook hun langste tijd gehad. Alleen het café houdt nog stand. Tot de laatste minuut waarschijnlijk. Leiden maakt zijn doorbraak van noord naar zuid, via de Hooigracht, waar wij vroeger blauwstoepje konden spelen en van waaraf wij ons verspreidden langs de andere grachten en in de stegen De Hooigracht is een verkeersader geworden. Alles is veranderd. Weinig is meer ge bleven. Daarom deze herinnering aan twee scholen, die meer be tekend hebben dan de jongste generatie ooit zal kunnen ge loven. Misschien dat onze kinde ren en kleinkinderen dat toch nog eens gaan ontdekken. Haarlem, oktober 1968 W. HELVERSTEIJN Mil h ie nst11 n lissbon te Warmond Het vrij mooie weer van de laatste dagen trok nog velen naar de kust. j Ook deze Duitse heer geniet nog even van het zonnetje, dat echter zijn warmte voor een groot deel heeft verloren. Geen nood: warm ingepakt 1 kan men de illusie best koesteren, dat het weer Is „om bruin te worden". J De bekende blaaskapel „De Blerkouwera", een orkest dat In de bollenstreek en ver daarbuiten een goede naam heeft opgebouwd, krygt een langspeelplaat. De plaat, die tot titel heeft „Lelden in last daar komen de Blerkouwera", staat vol bekende liedjes, die door de leider van de kapel, de bekende Noordwtykse entertainer Arte West geest, styn gearrangeerd. Deze eerste plaat zal maandag 28 oktober a.s. om ongeveer 7 uur worden uitgereikt aan de burgemeester vnn Warmond door de bekende dlse-jockey Joost de Draaier. De uitreiking vindt plaats in hotel „De Zon". Na het offlrlële gedeelte zullen de Blerkouwera een kort concert verzorgen, waarhy speciale aandacht wordt gevraagd voor de leider Arie Westgeeet, die speciaal voor flessen enkele composities heeft geinuakt en wuar- mee h(j ook op de TV zal verschijnen. Het hele gebeuren valt samen met een najaarsshow van de War- mondse mldenstand, die eveneens In hotel .De Zon" zal worden gehouden op 28, 29 en 30 oktober. De openingsuren van deze show zyn 28 okt. van 19 tot 22.30 uur; 29 okl. van 15 tot 17 en van 19 tot 22.80 uur en op 30 okt. eveen* op deze uren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 11