De Nederlandse Blindenbibliotheek heeft in Leiden een opnamestudio Huishoudonderwijs: groot en goed deel van de vrouwenemancipatie R.K. Vakschool te Leiden voorzag levensvervulling Universiteit en Industrie zoeken naar mogelijkheden hokjesgeest te doorbreken DONDERDAG 24 OKTOBER 1968 DE LEIDSE COURANT Elke student leest een boek voor zijn visueel gehandicapte co llega" De Vereniging de Nederlandse Blinden bibliotheek heeft sinds vorig jaar mei in Leiden een studio voor het op de band zetten van studieboeken voor visueel gehandicapte studenten. De studie boeken moeten voorgelezen worden en daarom is de vereniging in Leiden onder de studenten een actie gestart met als slogan: „Elke student leest een boek voor zijn visueel gehandicapte collega". „Het is moeilijk voorlezers te krijgen, die goed Nederlands spreken. Die niet slissen, een neusklank of maar een heel klein spraakgebrek hebben. I Ik overdrijf niet als ik zeg, dat zeker zo'n tachtig a vijfentachtig procent van de kankidaten. die bij ons een auditie maken, afgewezen moeten worden omdat ze gewoon weg geen geschikte stem hebben om voor ons boeken voor te lezen". Aan het woord is de heer P. Nieuwenhuysen, chef-voorleesdienst van de Vereniging De Nederlandse Blinden bibliotheek. Deze vereniging is al sinds zo'n jaar of zestig gevestigd in Den Haag en bezat tot voor tien jaar geleden uitsluitend brailleboeken. Deze maand is het tien jaar geleden, dat in de wereld van de visueel gehandicapte een nieuw medium zijn intrede deed: de geluidsband. Het gesproken boek heeft in die tien jaar een enorme vlucht genomen. Werden aanvankelijk hoofdzakelijk romans op de band opgenomen, al gauw deed zich de behoefte gevoelen ook populair- wetenschappelijke en puur wetenschappelijke boeken voor studenten met visuele moeilijkheden op de band vast te leggen. De heer Nieuwenhysen ,.De blinde student hééft voor zijn studie vaak boeken nodig, die in de braille-blbliotheek niet verkrijgbaar zijn. Een band kan dan-de oplossing zijn. Hy vraagt aan ons of we dat en dat boek willen opnemen en binnen niet al te te lange tijd krijgt hij het dan thuisgestuurd. Omdat de praktijk heeft uitgewezen, dat studieboeken alleen door ingewijden in de materie van het betreffende boek zijn voor te lezen, hebben we studio's in Delft en Leiden in gebruik genomen, omdat daar de studenten zitten. Verleden jaar mei zijn we hier met een studio gestart". Met dat „hier" bedoelt de heer Nieuwenhuysen de ruimte, die de Leidse Onderwijs Instellingen in haar gebouwencomplex *an de Oosterkerkstraat beschikbaar heeft gesteld. De technicus Th. Arts zwaait daar de scepter. Hij heeft ongeveer 20 voorlezers voornamelijk meisjestudenten die op geregelde tijden een uur komen voorlezen. Het gesproken boek helpt blinden lezen Dat is eigenlijk nog te weinig, %vant de heer Arts kan zeker wel 6 voorlezers per dag in zijn studio af. Technicus Arts: „Degenen, die na de stemproef geschikt blijken moeten ook geregeld komen 'en blijven komen. \V,e .-njoetei* op ze kunnen rekenen. Een geoefend lezer kan in een uur gauw zo'n 20 bladzijden lezen. Een beginneling nog niet een vierde daarvan. En als er dan een pil van bijvoorbeeld fiOO bladzijden en dat is by «tudieboeken toch echt geen zeldzaamheid op de band moet worden gezet, dan gaan •r heel wat uurtjes in zitten. Het is bijzonder vervelend als iemand na een paar keer niet meer konit of een afspraak niet nakomt. In Delft is het zo, dat de studenten het helemaal zelf in beheer hebben. Ze lezen niet alleen voor, maar verzorgen ook het technische gedeelte. Ze hebben een hele dienstregeling. Komt er een niet opdagen, dan kunnen ze hun mede-student terechtwezen, er Iets van zeggen. Maar dat kunnen ujj zo moeiiyk doen". (De. heren Nieuwenhuysen en Arts zyn zelf blind.) De heer Nieuwenhuysen: ..Nu is het echt niet zo. dat iedereen kan komen voorlezen. Men moet wel degelijk een goede stem bezitten. Velen denken al gauw „ach, die arme en geven zich op. Ze kijken vreemd op als we dan zeggen, dat we ze niet kunnen gebruiken. „Jullie hebben toch voorlezers nodig", wordt er dan vaak een beetje verwijtend gezegd. Ja nodig wel. maar alleen zy met een geschikte stem. En de voorlezer moet in de stof thuis zijn. Daarom zyn we een studio hier in een universiteitsstad begonnen. De voorlezer moet de inhoud van het boek bégrijpen. f Een talenman bijvoorbeeld kan 'gnffif wiskundebbek voorlazen. Als er formules, grafieken of tabellen in een boek voorkomen, dan moet dat toegelicht worden en dat kan alleen een deskundige. Maar, en daar zyn we erg blij om, er heerst voor ons werk veel begrip en er wordt graag aan meegewerkt. Iedere student begrijpt, dat zijn blinde collega het veel moeilijker heeft dan hij". In de studio bij het LOI zijn in het afgelopen jaar, zo blijkt uit het jaarverslag van de Vereniging „De Nederlandse Blindenbibliotheek", 121 studiewerken op de band gezet. Van elke band worden vijf reproducties gemaakt, die naar de centrale bibliotheek in Den Haag gaan. Dat de behoefte aan het gesproken boek groot is bewijst wel de niet minder dan 228.308 gesproken boekbanden, die het afgelopen jaar werden uitgeleend. De kosten voor de gebruiker van de banden zijn vrijwel nihil. De enige en dat is toch vaak voor velen een vrij kostbare uitgave is de aanschaf van een bandrecorder. De Nederlandse Blindenbibliotheek met behalve studio's in Den Haag. Leiden en Delft ook in Hilversum (medewerker: de Hoorspeelkernen Groningen -- drijft geheel op rijks subsidie. Voor 2.50 lidmaatschap per jaar kan een blinde zoveel mogeiyk boeken „lezen" als hij maar wil. Niet elke band wordt bewaard. Heeft een student bijvoorbeeld vóór een bepaalde tijd een of ander - dictaat of mfcat' een paar bladzijden uit een boek nodig, ian wondt dat J - zo gauiw als mogelijk is opgenomen. Na gebruik door de student kan de band geveegd worden en weer voor iets anders worden gebruikt. De heer Nieuwenhuysen: „We hadden lot nog toe niet zoveel contacten In Lelden; er lezen nu eigenlijk alleen melsjeshludenlen voor. Ik hoop. dal ook spoedig veel van hun mannelijke collegae aan de actie .Elke student leest een bock voor zyn visueel gehandicapte collega" hun medewerking zullen De Spaarbanken in dit gebied werken samen om u meer service te geven! Een spaar- girorekening bijvoorbeeld. Met deze betalingsrekening kunt u bij een van de 15 spaarbanken in het Delta-gebied gegarandeerde spaarbank-cheques krijgen met een spaarbankpas. Elke cheque is tot maximaal 50,— gegarandeerd. U kunt deze cheque voor alle doeleinden gebruiken overal in Nederland. En zon der dat de spaarbanken daar ook maar iets voor rekenen. Ook automatische overschrijvingen zoals bij "orbeeld huur. verzekering, enz., kun nen via een betalingsrekening worden ver richt. Van elke mutatie ontvangt u een handig dagafschrift thuis. Met een beta lingsrekening hebt u weinig contant geld meer in huis nodig: het staat rente-gevend op de Spaarbankelk moment van de dag tot uw beschikking! Meer dan 200 kantoren van de Spaarbanken in het Delta-gebied staan klaar om u alle gewenste informatie te geven. De Spaarbank te Rotterdam Spaarbank Anno 1820 Schiedam Spaarbank Vlaardingen Nutsspaarbank Maassluis Spaarbank te Dordrecht De Spaarbank te Gorinchem Nutsspaarbank Alblasserdam Spaarbank te Delft Nutsspaarbank te Tholen Vlissingsche Nutsspaarbank Nutsspaarbank te Middelburg Nutsspaarbank Middelharnls- Sommelsdijk Nutsspaarbank Zierikzee Nutsspaarbank Gouda Leidse Spaarbank 'n publicatie van de BONDSSPAARBANKEN, SAMENWERKEND IN HET DELTAGEBIED (Advertentie#) IMPRESSIES VAN EEN GOUDEN FEEST Sic transit gloria nuimli. In vr(je vertaling: „Aan alles komt een einde." Zo ook aan de drie dagen, waarin op grootse wijze liet feit her dacht werd dat 50 jaar geleden te Lei den werd opgericht „de K.K. Vakschool voor meisjes." Van de plechtige opening In aanwezigheid van verschillende auto riteiten, burgemeester en wethouders, de vertegenwoordiger van het Ministerie \an Onderwys, en de inspecteur van het Nyverheidsonderwys, hebt 11 kunnen le zen in de dagbladen van Leiden. Veel waarderende woorden voor bet oprich tingsbestuur, de eerste directrice, mevr. M. C. van Oerle-Nipper, die helaas door ziekte verhinderd was aanwezig te zyn, en vooral voor de huidige directrice mevr. Th. Noordman-vau Meclielen, die tevens liaar 10-jarig juhilé vierde, en zich voor de zware taak gesteld ziet, een nieuwe school te stichten. Rest my nog, enige indrukken te ge ven van de laatste der drie feestdagen, die zeker niet de minste was. Het feest gold ditmaal niet de jongsten, maar de „niet meer zo jonge", en de „wat oude ren." Hoewel hier dames bij waren, die de 70 gepasseerd zijn, zouden ze zich toch niet gerekend willen zien bij de oude dames, waarvan Godfried Bomans ln de Volkskrant van 15 juni jl. een be schrijving gaf. Naast het „kwetteren en snoepen", zoals hy zich uitdrukte, heb ben velen van deze reünisten, nog volop belangstelling voor alle hedendaagse problemen, vooral wat de jeugd betreft. Hun werk heeft hen Jong gehouden. Voorbereidingen De voorbereidingen voor deze dag bracht voor de reüiecommissie wei eni ge trubbels mee. Van 50 jaar de adres sen te achterhalen ls geen sinicure. Voor zover niet bekend, gingen de 500 circu laires naar de oude, aan de school be kende adressen, in de hoop dat ze uit eindelijk déér zouden belanden, waar ze thuishoorden. Ook werd her en der ge vraagd, en brachten de telefoongidsen uitkomst. Zo namen 220 oud-leerlingen van de opleidingen, aan de reünie deel: van Noord en Zuid. uit België en Zwit serland kwamen ze naar Leiden. Zelfs uit Griekenland kwam een betuiging van spijl, niet te kunnen deelnemen. Door de welwillende medewerking van de commandant van de Doelenkazerne konden we over een goed parkeerter- beschikken, waarvoor we hein zeer dankbaar zijn. Vrydagmiddag hall drie begonnen ze binnen te komen, met een hart vol ver wachting om oude vriendinnen, die ze vele jaren geleden, zo goed gekend had den, terug te zien. Velen waren ge trouwd en ook vaak al grootmoeder. Zou den ze elkaar nog herkennen? Zelf ont moette ik een klasgenote die ik na 46 jaar weer terug zag, ze wat getrouwd naar het toenmalige Néd.-Iudië gegaan, had er de kampjaren meegemaakt, haar man, te jong verloren, en kon zich, daar ze niet met het slijk der aarde overladen was, gelukkig zelf onderhouden, dank zij haar opleiding als lerares. Velen zag men elkaar onderzoekend bekijken; je te het zijn. ja of 30-40 Jaren kunnen een mens geheel verandereu. en het zijn niet altyd de zor gen die dit doen. Moeders van grote ge zinnen zagen er vaak verbluffend Jong uit. Er waren vogels van diverse plui- mage. niet allen gelijk geslaagd In het leven. Zelfs zusters, die aan de Leidse school waren opgeleid, vormden een raadsel voor menigeen. Ze kwamen, nog in kloosterkleding, of modern uitgemon sterd met keurige kapsels en korte rok- Er waren er ook die het voorbeeld van Monica Baldwin gevolgd waren, en de sprong over de muur gewaagd hadden. Zoiets was vroeger niet mogelijk; bij twijfels over de roeping werd aangera den ..maar goed te bidden tijdens die bekoringen" Dit komt gelukkig niet meer voor; wel bidden, maar springen mag ook. Oor iVelid Drie uur was het tijdstip, waarop ieder geacht werd, aanwezig te zijn. Stel u voor 220 vrouwen die elkaar na velen jaren terug zagen. Het lawaai was oor verdovend en onvoorstelbaar. In de klaslokalen werd de thee en het gebak geserveerd. Hier past een woord van hulde aan de leerlingen en leraren der Bisschoppelijke Nijverheidsschool te Voorhout, waar de afd. banketbakkerij gezorgd had voor de grote hoeveelheid gebakjes en koekjes. Tijdens de thee de den allerlei verhalen de ronde, soms tot grote hilariteit van de luistcraarsters, over man en kinderen, over de examens vroeger: over de goede naam die de school had en heeft, zodat men daar door een voorsprong had by sollicitatie. Ook oecumene werd al bedreven in die eerste schooljaren. Tot de orde geroe pen worden door een „christelijke" me deleerlinge, bij het nodeloos gebruik van Gods naam, behoorde tot de mogelijk heden. Er bleef Je dan niks anders over, dan schuld bekennen en te beloven, het Met \erbazliig werd geconstateerd dal er niets was gepulilieeerd In ouze grote landelijke wnt we nog graag noemen katholieke dagbladen. De Vakschool te Leiden, die men gerust dë school mag noemen, die de grote sloot gaf aan liet kuilt. Iluislioudoiiderw ijs in Nederland, wat ln die dagen \an groot belang wan, is biykbaar niet zó bekend by de pers, als ruziënde muziekgezelschappen of al» hnedenmagazijiieii waarvoor geen vrouw- hoeft terug te schrikken om hlnnen te gaan, ondanks de marmeren gangen, want vanaf 100,kan men er al een hoed kopen! En dat In een tijd van grote wereld- nood. Maar ja: de Amsterdamse grach ten zyn dichtby, en Lelden zo ver. Onkunde Uit allerlei dingen biykl, dat er over het huishoudonderwijs ontstellende on- 1 kunde bestaal, of een geheel verkeerde De concretisering van de gewenste sa menwerking tussen de industrie en de universiteit van Leiden is nog geen feit. „Maar", zo stelde Ir. A. Sitsen, voor zltter van de Leldsche Vereenlging van Industrleelen gisteravond op de eerste bijeenkomst tussen bestuurderen van In- mening heerst. Naar de huishoudschool ga je, als je niet anders kunt, denken velen. Dat er ook nog vrouwen zijn die in de huishouding, hun levensvervulling zien, komt by weinigen op. Bovendien wordt vergeten, dat men bij het sluiten van een huwelijk, de plicht (wat een naar woord in deze tyd) op zich neemt, voor de echtgenoot eu de kinderen een thuis te maken. Gelukkig hoorden we onlangs een ander geluid v. Cri Steli- weg in Avenue van aug. jl. Ze schreef in een artikel, dut er vrouwen zyn, die ons er van willen overtuigen, dat werk in je eigen huis, voor man en kinderen „vrij waardeloos" is, naast de kantoor baan van 9-5, om andermans boeken bij te houden. Huisvrouwen z.yn niet de slaaf van dia gcdüopf moetan worden; m een haan nmet je alles op tyd doen. In huls kan de vrouw zelf haar werktijden regelen, muur daarhy Is nodig, dat ze de goede handgrepen en de technische hulpmiddelen keilt, op de hoogte is vuil warenkennis en voedingsleer, zodat ze economisch met huur geld kan omgaan. De mogelijkheid bestaat dan, vrije lijd over te houden en die op allerlei wijzen produhtief te nuikeii. Ook zelfs om er dan enige uren ietN anders hij te doen. Dit alles nu leert men bij liet huis houdonderwijs. Het Is een groot en goed deel van de vrouwen emancipatie, niet alleen omdat ze vele Jonge vrouwen aan een goed gesalarieerde baan helpt, maar ook doordat ze aan de huisvrouw een grotere geestelijke vrijheid heeft ge bracht. Deze vrijheid zal er in «Ie toe komst voor de vrouw niet gemakkelij ker op worden, wanneer de arbeidstij den. door «Ie toenemende mechanisatie der-bedrijven korter worden. Hoe vullen we die op. voor man en kinderen? Een toekomstbeeld waaraan net huishoudon derwijs zeker wel «Ie nodige aandacht zal besteden. Of gaan we de kant op, ilie de burge meester in rede op de feestelijke openingsmiddag even aangaf nl. In «Ie toekomst misschien geen gezinnen meer, dus ook geen huishoudscholen. Laten we liopen dat deze visie op de toekomst, die liuxlcy hI Iii 1932 gaf, niet in vervulling zul gaan, al heginl hel er soms op te dustrie en universiteit lu het Palace Ho tel te Xoordwyk, „dat kan ook nog niet". De industrie en universiteit kennen el kaar niet. Ze leven allebei in hun eigen wereldje. liet ls nnodzakeiyk, dat er penetratie komt van industrie lu de uni versiteit. Ons streven moet er op gericht zyn, dat universiteit en Industrie een zo groot mogciyke rendement -en dan in de ruimste zin van liet woord - opleve ren. Beide hebben raakvlakken; er moet onderzocht worden lot welke sanering Industrie en universiteit kunnen komen". ONDERZOEK VAN DE RAAKVLAKKEN Om elkaar beter te leren kennen be lichtten gieteravond mr. N. F. Hofstee, secretarie van het college van curato ren van de LU en ir. D. G. de Graaf, bouwcurator, de gang van zaken in en om de Leidse universiteit. De heer A. Koningsveld lichtte, de LVI toe. Mr. N. F. Hofstee gaf een overzicht van de professionele organisatie van de LU, die niet meer dan 3000 werknemers, waarvan 1500 wetenschapsmensen, sterk maat8chappeiyk gericht is. „Om chaos in bestuursvorm te voorkomen" zei mr. Hofstee „wordt er naar gestreefd te ko men tot een monistlch bestuur. Enerzijds mag men de universiteit nie.t als een bedrijf bestempelen, omdat de prikkel tot winatninken ontbreekt en de opbrengst niet is te kwantificeren, anderzijds ls de universiteit dat toch. omdat zij een optimaal resultuul wenst te bereiken". Uit de kring van industrleelen kwam de vraag naar voren of de inschryvlng van de 10.000ste student gisteren reden was voor felicitatie of condolatie. Mr Hof stee zag in de toekomst een relatieve vermindering van het aantal studenten in Lelden, omdat het aantrekkingsge- bied kleiner wordt. Bouwcurator. ir. D. J. G. de Graaf lichtte de toekomstplan nen van de universiteit toe en gaf een Inzicht in de kosten. „De LU heeft per jaar 150- miljoen te besteden. Tachtig miljoen aan salarissen, 40 miljoen aan gewone kosten (hyv. schoonmaakkos ten. 2 miljoen per Jaar) en 30 miljoen aan uitbreiding". I De „industrie" stelde de vraag of het wei zo noodzakelijk was. dat de LU uitbreidt en of ze niet beter kan verhui - I zen.. De kosten zouden by de bouw van een nieuwe universiteit nog oneindig veel hoger komen te liggen, kwam «l« antwoord. CONCURRENTIE Nadat hy geschiedenis, structuur en activiteiten van «le LVI had toegelicht I zei de heer Koningsveld, dat industrie en universiteit in een voordurende con currentie leefden. „Deze speelt zich zo wel af op het gebied van de aoclaaleeo- nomlsche als dat op van de structureel- ruimtelijke. De voor de Industrie slechts mondjea- j maat beschikbare grond voor ultbrei- ding, nieuwbouw of vestiging ln Lelden steekt schril af tegen do voor expansie van de universiteit beschikbare ruimte", j Toch zag de heer Koningsveld reden I v<x>r samenwerking: „Juist ln de over- rompelend snel opkomende Beta-cultuur I ls het zaak uiterst diligent te zijn". Wat betreft hot onderwijs en weten- schappelijke publicatie en voorlichting j zag de heer Koningsveld gemeenschap- pel ijk taken. „De universiteit moet niet te beschei den zijn in aanspraken op morele, conceptuele en materiële steun van het bedrijfsleven, maar zy moet zich ook openstellen voor wensen en sug gestion uit het bedrijfsleven. Het hokjesbestaan frusteert een goede samenwerking; het HJkl de hoogste tijd de hokjes onbewoonbaar te ver klaren". Na de toespraak van de heer Konings veld werden diverse vragen gesteld. Zo vro«-g prof. Brand of er niet een onder zoek kon worden ingesteld hoe de pro ductiviteit van dc mensen kan worden opgevoerd: In Industrie en op de univer siteit Rector-magnlflcus Kükenheim vroeg of het bedrijfsleven gebaat zou zyn hij verkorting van «le rechtenstudie. Op stu- dleverkortlng drong men uit kringen van de Industrie sterk aan. In zijn slotwoord drong mr. Stitsen er op aan om In de toekomst tot uitge breidere sumcuspraak en samenwerking tussen Industrie en universiteit te komen. lUken De reünisten geloven er niet In, ze hebben het vuste voornemen nog vele gezellige bijeenkomsten te houden en hebben allerlei banden weer stevig vast geknoopt. Een gezellig diner in enige om de school gelegen restaurants besloot deze zeer geslaagde reünie. Een harte lijk woord van dank aan mejuffrouw Th. van Beukering die het leeuwenaan deel in de voorbereidingen heeft gehad. M. VREBURO-ENGELS. RUIMTE-NOOD Ir. de Graaf zei, dat de LU ln ruimte nood verkeerde. „We gaan er van uit, «lat iedere "praat-student" een stu- «lont die ln een Alfa-vak studeert 6 ui2 netto ruimte nodig heeft. Een „doe- student" - Bcta-vak 25 m2 en een I student In de medlcynen 75 m2. Dat I komt er op neer. dat «Ie LU op dit mo- j ment 120.000m2 te kort komt. Als men rekent, dat iedere vierkante meter 2500.kost en er 30 miljoen per jaar beschikbaar is. dan zal het nog tot 1980 duren voordat er evenwicht ontstaat tussen het aantal studenten en beachlk- I bars ruimte. ADVERTENTIE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 7