Shirley en Willem na vaderlandse rel weer verzoend Lowland-trio: „ZE KUNNEN GEEN KIKKER VAN DE KANT AFDUWEN Discoduel aanleiding tot „hartige woordenwisseling' ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1968 SCHEVENINGEN Vijf jaar geleden zijn ze het vaderlands amusement binnengestapt met één onzuivere ukelele, drie zondagse pakken en een paraplu „ge woon voor de gein", zeggen ze, „op een feestavond van de voetbalclub. We hadden niet eens gerepeteerd, we dachten „dat gaat allemaal vanzelf". Drie liedjes kenden we, meer niet, maar we hadden toevallig alle drie een blauw pak aan en daarom dachten ze, dat we een serieus trio waren. Een giller. We waren niet eens in staat om een toegift te geven." „De volgende dag hebben we wel foto's laten maken, want dat hoorde zo, vonden we. Op de trap van een flatgebouw in Alkmaar. De zangers zonder naam. Stel je voor: we stonden twee minuten op het toneel en we hadden al duizend prentbriefkaarten om uit te delen. Met handtekening, Ja, wat denk je. Zingen is toe vallig een doodernstige zaak." Ze kijken elkaar aan en leggen tegelijkertijd een hinnikende schaterlach als een verwoes tende tijdbom onder hun fraaie stelling. Besnorde reclameteke naar Jaap, aqulsiteur Hans en bankemployé 'Joop';'''drié bege nadigde Alkmaaise amateurs, dië'in sahëarSe 'Vrije 'uren als het Lowland Trio zegevierend uuiu ue reestraten trekken- Vierentwintig dagen per maand, vaak met twee, drie slopende pendels op één avond. „Dat kan natuurlijk helemaal niet", geven ze goedmoedig toe, „overdag sjouw je voor je baas en 's avonds zakt op het toneel je ondergoed spontaan van je zwetende lichaam. Dat loopt gegarandeerd nog eens heel feestelijk stuk. We komen nou van ons werk en we zijn niet eens goed uitge slapen. Kun je nagaan. (Terzijde van Joop: „Weet je waar mijn wekker staat? Op de bank. Ik schrik me iedere keer rot, als ie afloopt-") CRAZY-ACT Even een slim tussenvraagje. Hebben ze het talent voor hun crazy-act van huis meegekregen? Jaap knikt. Jaap glimlacht. Uit voorraad kan hij een vader leveren, die als de gevierde refreinzanger Willy Semer in vooroorlogse jaren furore maakte in de kop van Noord - Holland. „In zijn jaquet heb ik mijn eerste liedjes gezongen. Hij vindt het allemaal geweldig, wat ik doe." De anderen willen nu niet achterblijven. Ze kunnen welis waar alleen putten uit de oudervreugd der kleine Alkmaarse middenstand, maar voor een gaaf interview willen ze er wel een illusie tegenaan gooien. Joop: Mijn ouders vormen sinds 1863 het befaamde duo Dirk en Trien. Zeer volksmaar ook zeer gaaf. Met name wijs ik op hun feestmars. De zogenaamde potpourri van Dirk en Trien, die al menige bruiloft over het dooie punt heeft geholpen. Dirk is die kleine. Hij zingt en bespeelt de accordeon. Het is in feite een te groot instrument voor zo'n klein mannetjemaar hij is een doorzetter. Waar een wil is is een weg. Als zoon kan ik zeggen, dat pa een aardig eind op weg is. Moeder zit achter de drums. Of ze stadt er achter. Dat hangt af van de stemming in de zaal. Het groene ja gershoedje draagt ze daarentegen altijd schuin op het hoofd Het is een geweldig duo. Als zoon durf ik rustig te stellen: wie hun feestmars nooit heeft gehoord, heeft nog steeds niet echt geleefd". En hoe zit het met het thuisfront van Hans? Hij gaat er eens recht voor zitten en zegt: „Mijn ouders hebben een trapezenummer. Een goed nummer. Gewaagd, maar ze ne men toch geen onnodige risico's. De pest is alleen, dat ze in 1937 naar boven zijn geklommen en sindsdien niet meer naar beneden zijn gekomen. Een kwestie van hoogtevrees. Ik neem het ze niet kwalijk, maar leuk is anders. Vooral in de puberteit heb ik ze erg gemist, dan heb je als zoon je ouders toch echt wel hard nodig-" „Nu zou u mij eventueel kunnen vragen, hoe mijn ouders hun eten krijgen. U vraagt het niet, omdat het wel en wee van mijn ouders u geen moer interesseert. Dat is jammer. En ik vraag me af, waaraan ze dat hebben verdiend. Noch tans wil ik u antwoorden, dat mijn ouders kunstmatig ge voed worden. Driemaal daags schiet iemand van het circus een pijl met vitamine C in het achterwerk van pa. Zo leven die oudjes. Ze hadden een ander lot verdiend." ONDER ZEESPIEGEL Zo, dat waren de ingezonden mededelingen in de rubriek „Verstandig Ouderschap". Terug naar het Lowland Trio. „Lowland, begrijp je? Laag land. Hoeveel meter ligt Alkmaar niet onder de zeespiegel? We vonden het gewoon een heel toepasselijk naampje.") Waar zijn ze gebleven? Hebben ze al verteld van hun op zienbarende successen bij de Oprechte Amateur? Ze debu teerden er in dezelfde tijd, dat ook de Luekberries een gooi naar de roem deden. En dan was er nog een man, die met de tong op zijn schoenen alle amateurtesten afholde met zijn xylofoon, waarop hij uitsluitend Circus Renz kon spelen. Joop: „Elk jaar zag je hem terug en elke keer had hij dat ene nummer weer geperfectioneerd. Op de avond, dat wij ook optreden, vertelde hij de jury vol trots, dat hij Circus Renz nu tweemaal zo vlug kon spelen als in 1960. Toen achteraf bleek, dat wij gewonnen hadden, riep hij overal, dat het afgesproken werk was. „Vuiligheid", zei hij, „alle maal vuiligheid". Bijdrage van Jaap: „En dan was Gerrit Kooy er nog. Een man van 68 in een witte broek, die hij had overgehouden van de fanfare. Hij droeg er ook passende witte gymnastiek schoenen bij. Een geweldige oprechte ouwe zeur." EN EEN GIPSHAND En dan de Dierentuin in Den Haag. Zaliger gedachtenis. Ze hadden nog steeds diezelfde blauwe pakken en die ene Acquisiteur Hans, reclametekenaar Jaap en bankemployé Joop (van links naar rechts). Samen vormen ze het Lowland Trio, dat met de nieuwe kraker „Ik kan geen kikker va kant afduwen" hoge ogen gooit. ukelele. Van een elektrische gitaar hadden ze nog niet dur ven dromen, de ukelele brak op weg naar Amsterdam in tweeën en moest met een roestige spijker worden gehecht. Hanst ,Daar sta jé dan tussen al die beroepsartiesten. God zegene de greep. Jaap was van ons drieën de enige die een beetje muziek maakte. Voor de rest konden we alleen maar zingen. Joop speelde helemaal niks, die had alleen die stomme paraplu. En een gipshand. Dat zou ik bijna vergeten. Hij had zijn middenbandsbeentje gebroken." Joop: „Toen we zagen, dat het lukte, dat we aardig succes hadden, heb ik gelijk een basgitaar gekocht. Wist ik veel. Dag en nacht heb ik voor de spiegel staan oefenen en na een week ivas ik zover, dat ik op het toneel één liedje kon begeleiden. Daarna kreeg ik zo'n afschuwelijke kramp ii mijn vingers, dat ik hem weg moest leggen. Het zweet gutste van mijn lijf". Hans: „Een maand later hadden we een voorstelling in België. We gingen er keurig met de trein heen. En weei in die blauwe pakken. We komen het station uit en zien affiiohes met onze namen levensgroot erop. En daaronder: „De bekende radio- en televisieartiesten". Dat hadden we tegen die impressario gezegd, toen hij ons door de telefoon vroeg of we nog een vrije avond hadden." WEDEROPBOUW Joop: „Dronken van het succes zijn we gelijk op vakantie naar Zweden gegaan. We hadden 75 gulden te verteren daar ging 60 gulden treingeld af. Daar sta je dan in Gothen burg met 15 piek en drie paar klompen. We zijn op een pleintje gaan staan en hebben voorzichtig een liedje zongen. Ten bate van de wederopbouw van Holland, legden we uit. De mensen vochten zich dood om hun geld in de klomp te doen. Het leek wel of we een geslaagde bank overval hadden gepleegd, 360 Zweedse kronen in 20 minuten. Ik héb meteen een ouwe trompet gekodht." Jaap: „Op een gegeven moment komt er een vent naar ons toe, die zegt: „Jullie krijgen 100 kronen als Je by m(j in de sigarenwinkel komt spelen. Hü had die tent net op< gooid en wilde wat tam-tam. We hebben er een uurtje ge zongen en toen zei de politie dat het genoeg was. De hele straat stond zwart, het verkeer kon niet meer voor of achter uit. We vonden het best: we hadden die 100 kronen en dai nog het wisselgeld, dat de klanten in onze klompen hadden gegooid. Die hadden we zo lang buiten bU de deur gezet. Die Zweden dachten, dat het zo hoorde." HARLEKEINEN Terug in het vaderland marcheerde het Lowland Trio regel recht naar de tophittop met de smeuïge meezinger „Trouw niet voor je veertig bent". „Zulke liedjes", zeggen ze, „liggen ons het best. We moeten er zelf lol in hebben, het moet spontaan gaan- De ellende van de meeste groepen is, dat het allemaal door en door bestudeerd is. Een pasje links, een pasje rechts. Het zijn net harlekijnen. Wij weten nooit, wat we gaan doen, we rommelen maar wat. Maar we knok ken er wel voor. Al vijf jaar. We weten zelf best, dat we niet zulke bijzondere zangers zijn. Als je dat wil horen, moet je Callas huren. Maar ze krijgen van ons wel een flinke portie spontaneïteit. We proberen zo'n zaal te overdonderen. Wij houden nu eenmaal van het betere kleunwerk. Daarom hebben we ook succes bij de militairen. De meeste artiesten vinden het verschrikkelijk om in legerplaatsen op te treden. Ze worden weggefloten, ze krijgen geen handje op elkaar- Wij wel. Ze beschouwen ons gewoon als de ouwe hap KIKKER-PERSPECTIEF Hun nieuwe kraker „Ik kan geen kikker van de kant af duwen" vliegt momenteel met zo'n duizend exemplaren per dag uit de magazijnen van de grommofoonplatenmaalschappij CNR in Soheveningen. Tekstschrijver Peter Koelewijn viste hem op uit zijn fantasie en gedrieën proberen ze nu de top tien in kikkerperspectief te krijgen. „Weet je wat zo fijn is", zeggen ze, „dat we zulke nette jongens zijn. De jongeren vinden het geinig, wat we zingen en de ouderen kijken ons aan, zien, dat we keurige blauwe palkken dragen en dat ons haar niet over ons boordje groeit. „Keurig", zeggen ze dan, „oh oh, wat heb ik gelachen om die jongelui"." ALLEEN VOOR LAWAAI Zelf vinden we het allemaal best. We hebben succes. Alleen aan dat grut op die echte beatavondjes is voor ons geen eer te behalen, Die komen alleen voor het lawaai, niet om te luisteren. Ga daar maar eens aan vertellen, dat je geen kikker van de kant kunt duwen-" Joop: „Dirk en Trien hebben er trouwens ook de pest 't Ging niet helemaal van harte maar goed Het is vreemd. Twee belangrijke mensen in de showbusiness, die twee jaar lang met elkaar optrok ken, die elkaar jij en jou noem den, die samen hard aan een reputatie werkten, zij weten zich plotseling geen houding meer te geven als ze elkaar ontmoeten. En hun gezichten verraden ge spannenheid, platendirectcur Wil lem Duys en zijn ex-zangeres Shir ley. Maandagavond heeft Duys in het t.v.-programma „Disco-duel" in felle bewoordingen gezegd wat hij van Shirley vond: „Een lastige meid, die nooit op tijd komt, die altijd haar eigen zin wil door draven, een egoïstisch schepsel." Dat waren opmerkingen die niet zonder gevolg bleven: deze week leefden beiden op voet van een koude oorlog. Het KRO-programma werd al twee maanden geleden opgenomen, met als centraal onderwerp: de beoordeling van de single „Big boss man", door Shirley uitgebracht bij Duys' platen maatschappij Iramac. De plaat werd gunstig beoordeeld, maar dat weer hield Willem Duys er niet van in een woede-uitbarsting de minder fraaie trefwoorden betreffende Shirley, mil joenen huiskamers binnen te slinge ren. Willem Duys zei mij: „Dat was een opwelling. Drie dagen na die op namedag heb ik op mijn kantoor met Shirley een glaasje sherry gedronken. Niets aan de hand". Tijdens die ont moeting beloofde Duys te zullen pro beren de woedepassages uit de opna mes te laten knippen. Dat lukte niet, waardoor de hele affaire zich maan dagavond herhaalde, heviger dan toen. Shirley zei mij: „Volgens mij heeft Willem gewoon de verkeerde mensen bij de KRO daarover gebeld, of mis schien heeft hij zich helemaal geen moeite gegeven het stukje uit de opna men te krijgen. In ieder geval, nu iedereen het heeft kunnen zien en ho ren, nu meent iedereen dat ik me nooit aan mijn afspraken hou, nu denkt iedere zaalhouder dat ik nooit op tijd kóm. Dat is niet waar, maar ik denk toch dat ik het in mijn contracten ga mer- Daar zou Shirley, de 22-jarige zange res uit Haarlem," best gelijk in kunnen hebben, al werd mij gisteren door de persdienst van Iramac verteld dat de verkoopcijfers van „Big boss man" sinds maandag erg hoog zijn. Willem Duys, die na de opnamen het glas hief met Shirley, zei mij na de uit zending van maandag: „Ja, het is nu ook bij mij eigenlijk wel een beetje hard aangekomen. Los van de emoties van toen, moet ik zeggen dat ik wat ver ben gegaan. Maar alles wat ik ge zegd heb, is waar. Ik blijf erbij, ik neem er geen woord van terug". ochtenduren, geeft Shirley mij nu te kennen er eigenlijk niks voor te voelen te worden geconfronteerd met Willem Duys. Ze vermoedt plotseling dat ze daardoor een toegeeflijkheid zou kun nen demonstreren die weinig diploma tiek in deze koude oorlog zou zijn. Maar na wat praten, houdt zij haar 's morgens gedane belofte toch. Samen rijden we naar Bussum. Overgehaald Onderweg praten over het probleem. De beknopte lezing van Shirley: „Ik ben voor dat programma uitgenodigd, niet door de KRO-televisie, maar door Harry Knipschild van Iramac. En in het begin was ik er zonder meer op te gen. Toen heeft Willem mij min of meer overgehaald. Hij zei: het is toch wel goed en je hebt best kans dat hij goed bekritiseerd wordt. En ik heb min of meer toegestemd. Maar toen zag ik de eerste aflevering van „Disco-duel", daar schrok ik zo ontzettend van dat ik dacht: dit niet boven mijn hoofd. Toen kreeg ik als eerste indruk: als je amateur bent, heb je zo ontzettend wei nig te verliezen, maar ik loop een paar jaartjes mee en ik moet ontzettend op- paasen, hè, alle nare dingen kunnen me alleen maar veel kwaad berokkenen. Ik besloot: Nou nee, laat ik het nou maar niet doen. Dat heb ik Willem Duys verteld, en die raakte daardoor kennelijk zo gebelgd dat hij onmiddel lijk heeft verteld hoe dat hij dacht dat Shirley In mekaar zat. En ik kwam er niet zo best af". Zij lacht even en zegt: „Dat hoorde ik pas een paar dagen later, van techni ci en zo, het ging als een lopend vuur tje, ongelooflijk. Ik heb opgebeld en gezegd: Willem wat doe je nou, waar om in hemelsnaam, het gaat toch om de plaat, moet je mij er dan bijsle pen? Toen zei hij: Shirley, ik was mis schien wat impulsief, ik heb nare din gen over je gezegd, maar ik wil het te- Verzoening rugtrekken. Nou ja, van dat terugtrek ken is nooit iets gekomen". Zij vertelt mij dal het allemaal leu gens waren die Willem Duys het Ne derlandse kijkersvolk maandagavond heeft laten weten en dat zij hem nou toch wel verdenkt van huichelachtig heid. Maar in een adem zegt ze mij dan: „We zijn altijd goede vrienden ge weest en dat zijn we geloof ik nog. Hij heeft altijd ontzettend veel rot dingen verteld en leugens, maar kwaad op Willem Duys kan ik niet zijn, want iedereen weet hoe Willem Duys in el kaar zit. Hij heeft meer van die bevlie gingen gehad, en waarschijnlijk heeft dat te maken met zijn temperament, waarschijnlijk heeft hij dat eens in de zoveel tijd nodig om zich eens lekker Zijn buren Als we in de Bussumse Brediuswcg de oprijlaan naar de kantoorvllla kiezen, is het Shirley die haast triomfantelijk roept: „Ilij is er niet, zijn wagen staat er niet. Zie Je, nu houdt hij zichzelf niet eens aan zijn afspraken. Eerst laat En daarmee barstte de rel in feite pas goed los. Door de inderdaad aanwe zige eigenzinnigheid van Shirley: door de emotionele loslippigheid van Willem Duys: door het gebrek aan doortastendheid van Herman Stok, de presentator van „Disco-duel", die be slist had moeten afhameren toen Duys zijn aanval lanceerde, die niets met een plaatbespreking had te maken. Het vervelende resultaat is nu bovendien, dat Willem Duys de indruk heeft ge wekt Shirley een trap na te willen ge ven. Immers, de plaat „Big boss man" wat de laatste die Shirley voor Iramac opnam. Zij is intussen overgestapt naar Phonogram. Gisteren ben ik eens nagegaan hoe diep het conflict uiteindelijk wel zit, want je bent in dit soort zaken altijd even huiverig voor publiciteitsstunts. En hoe kun je dit beter peilen dan door te beoordelen in hoeverre beide „tegenstanders" een soort verzoening accepteren. Met het tot stand brengen van die verhouding heb ik me gisteren beziggehouden. ,Op mijn kantoor" Ik belde beide partijen: Shirley: „Luister, ik vind het best, maar ik geloof nooit dat Willem het doet. Woeusdag was hij uitgenodigd door de KRO samen met mij. Hij is niet komen opdagen. Maar goed, van avond om half zeven dan. Bij de Pho- nogramstudio in Hilversum. Maar we hebben niet veel tijd, om zeven uur be ginnen de opnamen voor mijn eerste Phonogramplaat". Willem: „Nou, eigenlijk voel ik er niet? voor, voor mij is de zaak helemaal af gedaan. Ze is nou eenmaal een lastige meid en om daar nou weer opnieuw over te moeten beginnen..". Daarna „Nou oké. Maar ik kom echt niet naai de Phonogramstudio in Hilversum hoor. Ik wil Shirley best ontmoeten, maar dan moet ze hier naar mijn kan toor in Bussum komen, anders gebeurt het niet, kwart voor zeven". Een minuut voor half zeven draait Shirley haar witte sportwagen het met een laag kiezel bedekt parkeerterrein- tje van de opnamestudio op. Zij draagt een sexy strak wit truitje en een aan de enkels uitflappende witte broek. Ze is samen met een vriend, die net te rug uit Amerika, zoals hij me zegt nog eigenlijk niks van de hele rel heeft gehoord. In tegenstelling tot de afspraak in de nou is h(j er zelf niet hij een dame naar zich toe komen in plaats van naar haar toe te gaan, en dan laat hij het nu ook nog afweten, zie je wel". Zij belt aan bij het huis en trommelt als een prestigewinnaar op de witte houten voordeur. Dan komt de buurman met een bood schap: Willem Duys laat weten dat hij in restaurant „De Hertenkamp" in La ren zit en of we daar niet naar toe wil len komen. We redden het niet met de tijd. Shirley kan niet te laat komen in de Phonogramstudio. Onderweg, terug naar Hilversum: „We zijn er dus geweest dat mag toch wel even gezegd worden en hij was er niet. En waar hij dan wel was, dat maakt verder niets uit, hij was er niet; en Ik ben absoluut niet van plan nou ooit nog hot eigen initiatief te nemen naar hem toe te gaan. Hij mag dit keer naar mij toekomen". Ik kan het niet helpen, maar er zit sarcasme in haar stem. Terwijl Shirley in de studio aan het werk tijgt teneinde de Nederlandse pla- tenmarkt verzadigd te houden, rijd ik naar Laren, naar liet restaurant „De Hertenkamp", om daar Willem Duys om een verklaring te vragen. Hij zit er, aan een tafel midden in hel res taurant, geflankeerd door zijn echtge note en vier andere mensen, die zijn overburen blijken te zijn. Willem Duys zegt me: „Toen we vanmorgen die af spraak maakten, was ik helemaal ver geten dat ik mijn overburen voor van avond een etentje had beloofd. Ik heb bij die mensen twee maanden gelo geerd omdat ikzelf midden in de chaos van een verhuizing zat. Ik had hun dit dineetje beloofd. Maar oké, dat is mijn fout, ik ga dadelijk wel mee naar de Phonogramstudio in Hilversum". Emotioneel vak llij doet het. En dan krijgen we In die voor Duys concurrerende Phonogram- omgcvlng de ontmoeting. Een op het eerste gezicht vlot gesprekje tussen twee oude kennissen. Maar het kost moeite. Voor wat Shirley betreft, die Duys' tele-opmerkingen nog niet kan vergeten, blijft een aftastende afstand gehandhaafd. Voor Willem Duys, die zijn best doet joviaal te klinken, zijn de gezichtsplooicn niet van de ernst te scheiden. Beiden zijn gespannen en er is niets van: nou, deze onvermijde lijke ontmoeting is cr nou, een pak van mijn hurt. Het discussletje van de twee is nage noeg onschuldig Willem: „We hebben één ding dat ons bindt, wij zijn allebei gek op goeie mu ziek en we zijn nooit tevreden met een slecht produkt. Dat is een basis waar op je kunt praten. Dut heeft dus ver der met karakter en zo geen lor te ma- Shirley: „Ja. dat is zo". Willem: „Als meneer Stok die middag tegen mij had gezegd: Willem of je nou praat of niet, dat ben je morgen weer vergelen, laten we nou gewoon al leen over het plaatje praten, dan was er niks gebeurd. Als die opname drie uur later had plaatsgevonden, was er ook niks gebeurd, dan was ik allang bekoeld geweest. Shirley belde me dat ze niet zou meedoen, en vlak nadat ik die telefoon had neergegooid, begon nen de opnamen. Ja, dun gebeurt zo iets. Het is een emotioneel vak dood gewoon, dat is zo". Shirley: „Daar kan ik eigenlijk niets aan toevoegen. Willem: „Dat is het gewoon. Televisie is sowieso emotioneel, zo is het, dat is de realiteit. En dit incident, nou ja goed, dat is gebeurd en daar hoeven we me kaar nou niet levenslang voor aan te kijken. Voor Shirley is het een inci dent, voor mij ook. Laten we er in godsnaam zand overheen gooien, we hebben het allemaal druk, we moeten nog langer mee". En dot ls het eigenlijk. Duys, die met veel woorden een soort compromis zoekt, Shirley, die niet kan vergeten wat er maandag is gezegd nemen af scheid in de Hilversumse Phonogram studio. Duys kust haar op de wang. „Veel succes", zegt hij. Het gaat alle maal niet van harte, heb ik het gevoel. Ik geloof dat Willem Duys in zijn ach terhoofd toch blijft denken aan die las tige meid, dat egoïstische schepsel. Zijn „veel succes" geldt niet de opna men van vanavond; het geldt voor al tijd. Het is een definitief einde. „Ik heb het voor jullie willen doen", zegt hij als wij buiten op de stoep staan, „maar anders HAKHO COUMANS,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 13