Shirley en Willem
na vaderlandse
rel weer verzoend
Lowland-trio:
„ZE KUNNEN GEEN
KIKKER VAN
DE KANT AFDUWEN
Discoduel aanleiding tot
„hartige woordenwisseling'
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1968
SCHEVENINGEN Vijf jaar geleden zijn ze het
vaderlands amusement binnengestapt met één onzuivere
ukelele, drie zondagse pakken en een paraplu „ge
woon voor de gein", zeggen ze, „op een feestavond van
de voetbalclub. We hadden niet eens gerepeteerd, we
dachten „dat gaat allemaal vanzelf". Drie liedjes kenden
we, meer niet, maar we hadden toevallig alle drie een
blauw pak aan en daarom dachten ze, dat we een
serieus trio waren. Een giller. We waren niet eens in
staat om een toegift te geven."
„De volgende dag hebben we wel foto's laten maken, want
dat hoorde zo, vonden we. Op de trap van een flatgebouw
in Alkmaar. De zangers zonder naam. Stel je voor: we
stonden twee minuten op het toneel en we hadden al duizend
prentbriefkaarten om uit te delen. Met handtekening, Ja,
wat denk je. Zingen is toe
vallig een doodernstige zaak."
Ze kijken elkaar aan en leggen
tegelijkertijd een hinnikende
schaterlach als een verwoes
tende tijdbom onder hun fraaie
stelling. Besnorde reclameteke
naar Jaap, aqulsiteur Hans en
bankemployé 'Joop';'''drié bege
nadigde Alkmaaise amateurs,
dië'in sahëarSe 'Vrije 'uren als
het Lowland Trio zegevierend
uuiu ue reestraten trekken- Vierentwintig dagen per
maand, vaak met twee, drie slopende pendels op één avond.
„Dat kan natuurlijk helemaal niet", geven ze goedmoedig
toe, „overdag sjouw je voor je baas en 's avonds zakt op
het toneel je ondergoed spontaan van je zwetende lichaam.
Dat loopt gegarandeerd nog eens heel feestelijk stuk. We
komen nou van ons werk en we zijn niet eens goed uitge
slapen. Kun je nagaan. (Terzijde van Joop: „Weet je waar
mijn wekker staat? Op de bank. Ik schrik me iedere keer
rot, als ie afloopt-")
CRAZY-ACT
Even een slim tussenvraagje. Hebben ze het talent voor hun
crazy-act van huis meegekregen?
Jaap knikt. Jaap glimlacht. Uit voorraad kan hij een vader
leveren, die als de gevierde refreinzanger Willy Semer in
vooroorlogse jaren furore maakte in de kop van Noord -
Holland. „In zijn jaquet heb ik mijn eerste liedjes gezongen.
Hij vindt het allemaal geweldig, wat ik doe."
De anderen willen nu niet achterblijven. Ze kunnen welis
waar alleen putten uit de oudervreugd der kleine Alkmaarse
middenstand, maar voor een gaaf interview willen ze er
wel een illusie tegenaan gooien.
Joop: Mijn ouders vormen sinds 1863 het befaamde duo
Dirk en Trien. Zeer volksmaar ook zeer gaaf. Met name
wijs ik op hun feestmars. De zogenaamde potpourri van
Dirk en Trien, die al menige bruiloft over het dooie punt
heeft geholpen. Dirk is die kleine. Hij zingt en bespeelt de
accordeon. Het is in feite een te groot instrument voor zo'n
klein mannetjemaar hij is een doorzetter. Waar een wil is
is een weg. Als zoon kan ik zeggen, dat pa een aardig eind
op weg is. Moeder zit achter de drums. Of ze stadt er achter.
Dat hangt af van de stemming in de zaal. Het groene ja
gershoedje draagt ze daarentegen altijd schuin op het hoofd
Het is een geweldig duo. Als zoon durf ik rustig te stellen:
wie hun feestmars nooit heeft gehoord, heeft nog steeds niet
echt geleefd".
En hoe zit het met het thuisfront van Hans? Hij gaat er
eens recht voor zitten en zegt: „Mijn ouders hebben een
trapezenummer. Een goed nummer. Gewaagd, maar ze ne
men toch geen onnodige risico's. De pest is alleen, dat ze
in 1937 naar boven zijn geklommen en sindsdien niet meer
naar beneden zijn gekomen. Een kwestie van hoogtevrees.
Ik neem het ze niet kwalijk, maar leuk is anders. Vooral
in de puberteit heb ik ze erg gemist, dan heb je als zoon
je ouders toch echt wel hard nodig-"
„Nu zou u mij eventueel kunnen vragen, hoe mijn ouders
hun eten krijgen. U vraagt het niet, omdat het wel en wee
van mijn ouders u geen moer interesseert. Dat is jammer.
En ik vraag me af, waaraan ze dat hebben verdiend. Noch
tans wil ik u antwoorden, dat mijn ouders kunstmatig ge
voed worden. Driemaal daags schiet iemand van het circus
een pijl met vitamine C in het achterwerk van pa. Zo leven
die oudjes. Ze hadden een ander lot verdiend."
ONDER ZEESPIEGEL
Zo, dat waren de ingezonden mededelingen in de rubriek
„Verstandig Ouderschap". Terug naar het Lowland Trio.
„Lowland, begrijp je? Laag land. Hoeveel meter ligt Alkmaar
niet onder de zeespiegel? We vonden het gewoon een heel
toepasselijk naampje.")
Waar zijn ze gebleven? Hebben ze al verteld van hun op
zienbarende successen bij de Oprechte Amateur? Ze debu
teerden er in dezelfde tijd, dat ook de Luekberries een gooi
naar de roem deden. En dan was er nog een man, die met
de tong op zijn schoenen alle amateurtesten afholde met
zijn xylofoon, waarop hij uitsluitend Circus Renz kon spelen.
Joop: „Elk jaar zag je hem terug en elke keer had hij dat
ene nummer weer geperfectioneerd. Op de avond, dat wij
ook optreden, vertelde hij de jury vol trots, dat hij Circus
Renz nu tweemaal zo vlug kon spelen als in 1960. Toen
achteraf bleek, dat wij gewonnen hadden, riep hij overal,
dat het afgesproken werk was. „Vuiligheid", zei hij, „alle
maal vuiligheid".
Bijdrage van Jaap: „En dan was Gerrit Kooy er nog. Een
man van 68 in een witte broek, die hij had overgehouden
van de fanfare. Hij droeg er ook passende witte gymnastiek
schoenen bij. Een geweldige oprechte ouwe zeur."
EN EEN GIPSHAND
En dan de Dierentuin in Den Haag. Zaliger gedachtenis. Ze
hadden nog steeds diezelfde blauwe pakken en die ene
Acquisiteur Hans, reclametekenaar Jaap en bankemployé
Joop (van links naar rechts). Samen vormen ze het Lowland
Trio, dat met de nieuwe kraker „Ik kan geen kikker va
kant afduwen" hoge ogen gooit.
ukelele. Van een elektrische gitaar hadden ze nog niet dur
ven dromen, de ukelele brak op weg naar Amsterdam in
tweeën en moest met een roestige spijker worden gehecht.
Hanst ,Daar sta jé dan tussen al die beroepsartiesten. God
zegene de greep. Jaap was van ons drieën de enige die
een beetje muziek maakte. Voor de rest konden we alleen
maar zingen. Joop speelde helemaal niks, die had alleen die
stomme paraplu. En een gipshand. Dat zou ik bijna vergeten.
Hij had zijn middenbandsbeentje gebroken."
Joop: „Toen we zagen, dat het lukte, dat we aardig succes
hadden, heb ik gelijk een basgitaar gekocht. Wist ik veel.
Dag en nacht heb ik voor de spiegel staan oefenen en na
een week ivas ik zover, dat ik op het toneel één liedje kon
begeleiden. Daarna kreeg ik zo'n afschuwelijke kramp ii
mijn vingers, dat ik hem weg moest leggen. Het zweet
gutste van mijn lijf".
Hans: „Een maand later hadden we een voorstelling in
België. We gingen er keurig met de trein heen. En weei
in die blauwe pakken. We komen het station uit en zien
affiiohes met onze namen levensgroot erop. En daaronder:
„De bekende radio- en televisieartiesten". Dat hadden we
tegen die impressario gezegd, toen hij ons door de telefoon
vroeg of we nog een vrije avond hadden."
WEDEROPBOUW
Joop: „Dronken van het succes zijn we gelijk op vakantie
naar Zweden gegaan. We hadden 75 gulden te verteren
daar ging 60 gulden treingeld af. Daar sta je dan in Gothen
burg met 15 piek en drie paar klompen. We zijn op een
pleintje gaan staan en hebben voorzichtig een liedje
zongen. Ten bate van de wederopbouw van Holland, legden
we uit. De mensen vochten zich dood om hun geld in de
klomp te doen. Het leek wel of we een geslaagde bank
overval hadden gepleegd, 360 Zweedse kronen in 20 minuten.
Ik héb meteen een ouwe trompet gekodht."
Jaap: „Op een gegeven moment komt er een vent naar ons
toe, die zegt: „Jullie krijgen 100 kronen als Je by m(j in de
sigarenwinkel komt spelen. Hü had die tent net op<
gooid en wilde wat tam-tam. We hebben er een uurtje ge
zongen en toen zei de politie dat het genoeg was. De hele
straat stond zwart, het verkeer kon niet meer voor of achter
uit. We vonden het best: we hadden die 100 kronen en dai
nog het wisselgeld, dat de klanten in onze klompen hadden
gegooid. Die hadden we zo lang buiten bU de deur gezet. Die
Zweden dachten, dat het zo hoorde."
HARLEKEINEN
Terug in het vaderland marcheerde het Lowland Trio regel
recht naar de tophittop met de smeuïge meezinger „Trouw
niet voor je veertig bent". „Zulke liedjes", zeggen ze, „liggen
ons het best. We moeten er zelf lol in hebben, het moet
spontaan gaan- De ellende van de meeste groepen is, dat
het allemaal door en door bestudeerd is. Een pasje links,
een pasje rechts. Het zijn net harlekijnen. Wij weten nooit,
wat we gaan doen, we rommelen maar wat. Maar we knok
ken er wel voor. Al vijf jaar. We weten zelf best, dat we
niet zulke bijzondere zangers zijn. Als je dat wil horen, moet
je Callas huren. Maar ze krijgen van ons wel een flinke
portie spontaneïteit. We proberen zo'n zaal te overdonderen.
Wij houden nu eenmaal van het betere kleunwerk. Daarom
hebben we ook succes bij de militairen. De meeste artiesten
vinden het verschrikkelijk om in legerplaatsen op te treden.
Ze worden weggefloten, ze krijgen geen handje op elkaar-
Wij wel. Ze beschouwen ons gewoon als de ouwe hap
KIKKER-PERSPECTIEF
Hun nieuwe kraker „Ik kan geen kikker van de kant af
duwen" vliegt momenteel met zo'n duizend exemplaren per
dag uit de magazijnen van de grommofoonplatenmaalschappij
CNR in Soheveningen. Tekstschrijver Peter Koelewijn viste
hem op uit zijn fantasie en gedrieën proberen ze nu de top
tien in kikkerperspectief te krijgen.
„Weet je wat zo fijn is", zeggen ze, „dat we zulke nette
jongens zijn. De jongeren vinden het geinig, wat we zingen
en de ouderen kijken ons aan, zien, dat we keurige blauwe
palkken dragen en dat ons haar niet over ons boordje groeit.
„Keurig", zeggen ze dan, „oh oh, wat heb ik gelachen om
die jongelui"."
ALLEEN VOOR LAWAAI
Zelf vinden we het allemaal best. We hebben succes. Alleen
aan dat grut op die echte beatavondjes is voor ons geen eer
te behalen, Die komen alleen voor het lawaai, niet om te
luisteren. Ga daar maar eens aan vertellen, dat je geen
kikker van de kant kunt duwen-"
Joop: „Dirk en Trien hebben er trouwens ook de pest
't Ging niet helemaal
van harte maar goed
Het is vreemd. Twee belangrijke
mensen in de showbusiness, die
twee jaar lang met elkaar optrok
ken, die elkaar jij en jou noem
den, die samen hard aan een
reputatie werkten, zij weten
zich plotseling geen houding meer
te geven als ze elkaar ontmoeten.
En hun gezichten verraden ge
spannenheid, platendirectcur Wil
lem Duys en zijn ex-zangeres Shir
ley. Maandagavond heeft Duys in
het t.v.-programma „Disco-duel"
in felle bewoordingen gezegd wat
hij van Shirley vond: „Een lastige
meid, die nooit op tijd komt, die
altijd haar eigen zin wil door
draven, een egoïstisch schepsel."
Dat waren opmerkingen die niet
zonder gevolg bleven: deze week
leefden beiden op voet van een
koude oorlog.
Het KRO-programma werd al twee
maanden geleden opgenomen, met als
centraal onderwerp: de beoordeling
van de single „Big boss man", door
Shirley uitgebracht bij Duys' platen
maatschappij Iramac. De plaat werd
gunstig beoordeeld, maar dat weer
hield Willem Duys er niet van in een
woede-uitbarsting de minder fraaie
trefwoorden betreffende Shirley, mil
joenen huiskamers binnen te slinge
ren. Willem Duys zei mij: „Dat was
een opwelling. Drie dagen na die op
namedag heb ik op mijn kantoor met
Shirley een glaasje sherry gedronken.
Niets aan de hand". Tijdens die ont
moeting beloofde Duys te zullen pro
beren de woedepassages uit de opna
mes te laten knippen. Dat lukte niet,
waardoor de hele affaire zich maan
dagavond herhaalde, heviger dan toen.
Shirley zei mij: „Volgens mij heeft
Willem gewoon de verkeerde mensen
bij de KRO daarover gebeld, of mis
schien heeft hij zich helemaal geen
moeite gegeven het stukje uit de opna
men te krijgen. In ieder geval, nu
iedereen het heeft kunnen zien en ho
ren, nu meent iedereen dat ik me nooit
aan mijn afspraken hou, nu denkt iedere
zaalhouder dat ik nooit op tijd kóm.
Dat is niet waar, maar ik denk toch
dat ik het in mijn contracten ga mer-
Daar zou Shirley, de 22-jarige zange
res uit Haarlem," best gelijk in kunnen
hebben, al werd mij gisteren door de
persdienst van Iramac verteld dat de
verkoopcijfers van „Big boss man"
sinds maandag erg hoog zijn.
Willem Duys, die na de opnamen het
glas hief met Shirley, zei mij na de uit
zending van maandag: „Ja, het is nu
ook bij mij eigenlijk wel een beetje
hard aangekomen. Los van de emoties
van toen, moet ik zeggen dat ik wat
ver ben gegaan. Maar alles wat ik ge
zegd heb, is waar. Ik blijf erbij, ik
neem er geen woord van terug".
ochtenduren, geeft Shirley mij nu te
kennen er eigenlijk niks voor te voelen
te worden geconfronteerd met Willem
Duys. Ze vermoedt plotseling dat ze
daardoor een toegeeflijkheid zou kun
nen demonstreren die weinig diploma
tiek in deze koude oorlog zou zijn.
Maar na wat praten, houdt zij haar
's morgens gedane belofte toch. Samen
rijden we naar Bussum.
Overgehaald
Onderweg praten over het probleem.
De beknopte lezing van Shirley: „Ik
ben voor dat programma uitgenodigd,
niet door de KRO-televisie, maar door
Harry Knipschild van Iramac. En in
het begin was ik er zonder meer op te
gen. Toen heeft Willem mij min of
meer overgehaald. Hij zei: het is toch
wel goed en je hebt best kans dat hij
goed bekritiseerd wordt. En ik heb min
of meer toegestemd. Maar toen zag ik
de eerste aflevering van „Disco-duel",
daar schrok ik zo ontzettend van dat
ik dacht: dit niet boven mijn hoofd.
Toen kreeg ik als eerste indruk: als je
amateur bent, heb je zo ontzettend wei
nig te verliezen, maar ik loop een paar
jaartjes mee en ik moet ontzettend op-
paasen, hè, alle nare dingen kunnen me
alleen maar veel kwaad berokkenen.
Ik besloot: Nou nee, laat ik het nou
maar niet doen. Dat heb ik Willem
Duys verteld, en die raakte daardoor
kennelijk zo gebelgd dat hij onmiddel
lijk heeft verteld hoe dat hij dacht dat
Shirley In mekaar zat. En ik kwam
er niet zo best af".
Zij lacht even en zegt: „Dat hoorde ik
pas een paar dagen later, van techni
ci en zo, het ging als een lopend vuur
tje, ongelooflijk. Ik heb opgebeld en
gezegd: Willem wat doe je nou, waar
om in hemelsnaam, het gaat toch om
de plaat, moet je mij er dan bijsle
pen? Toen zei hij: Shirley, ik was mis
schien wat impulsief, ik heb nare din
gen over je gezegd, maar ik wil het te-
Verzoening
rugtrekken. Nou ja, van dat terugtrek
ken is nooit iets gekomen".
Zij vertelt mij dal het allemaal leu
gens waren die Willem Duys het Ne
derlandse kijkersvolk maandagavond
heeft laten weten en dat zij hem nou
toch wel verdenkt van huichelachtig
heid. Maar in een adem zegt ze mij
dan: „We zijn altijd goede vrienden ge
weest en dat zijn we geloof ik
nog. Hij heeft altijd ontzettend veel rot
dingen verteld en leugens, maar kwaad
op Willem Duys kan ik niet zijn, want
iedereen weet hoe Willem Duys in el
kaar zit. Hij heeft meer van die bevlie
gingen gehad, en waarschijnlijk heeft
dat te maken met zijn temperament,
waarschijnlijk heeft hij dat eens in de
zoveel tijd nodig om zich eens lekker
Zijn buren
Als we in de Bussumse Brediuswcg de
oprijlaan naar de kantoorvllla kiezen,
is het Shirley die haast triomfantelijk
roept: „Ilij is er niet, zijn wagen staat
er niet. Zie Je, nu houdt hij zichzelf
niet eens aan zijn afspraken. Eerst laat
En daarmee barstte de rel in feite pas
goed los. Door de inderdaad aanwe
zige eigenzinnigheid van Shirley:
door de emotionele loslippigheid van
Willem Duys: door het gebrek aan
doortastendheid van Herman Stok, de
presentator van „Disco-duel", die be
slist had moeten afhameren toen Duys
zijn aanval lanceerde, die niets met
een plaatbespreking had te maken. Het
vervelende resultaat is nu bovendien,
dat Willem Duys de indruk heeft ge
wekt Shirley een trap na te willen ge
ven. Immers, de plaat „Big boss man"
wat de laatste die Shirley voor Iramac
opnam. Zij is intussen overgestapt
naar Phonogram.
Gisteren ben ik eens nagegaan hoe
diep het conflict uiteindelijk wel zit,
want je bent in dit soort zaken altijd
even huiverig voor publiciteitsstunts.
En hoe kun je dit beter peilen dan
door te beoordelen in hoeverre beide
„tegenstanders" een soort verzoening
accepteren. Met het tot stand brengen
van die verhouding heb ik me gisteren
beziggehouden.
,Op mijn kantoor"
Ik belde beide partijen:
Shirley: „Luister, ik vind het best,
maar ik geloof nooit dat Willem het
doet. Woeusdag was hij uitgenodigd
door de KRO samen met mij. Hij is
niet komen opdagen. Maar goed, van
avond om half zeven dan. Bij de Pho-
nogramstudio in Hilversum. Maar we
hebben niet veel tijd, om zeven uur be
ginnen de opnamen voor mijn eerste
Phonogramplaat".
Willem: „Nou, eigenlijk voel ik er niet?
voor, voor mij is de zaak helemaal af
gedaan. Ze is nou eenmaal een lastige
meid en om daar nou weer opnieuw
over te moeten beginnen..". Daarna
„Nou oké. Maar ik kom echt niet naai
de Phonogramstudio in Hilversum
hoor. Ik wil Shirley best ontmoeten,
maar dan moet ze hier naar mijn kan
toor in Bussum komen, anders gebeurt
het niet, kwart voor zeven".
Een minuut voor half zeven draait
Shirley haar witte sportwagen het met
een laag kiezel bedekt parkeerterrein-
tje van de opnamestudio op. Zij draagt
een sexy strak wit truitje en een aan
de enkels uitflappende witte broek. Ze
is samen met een vriend, die net te
rug uit Amerika, zoals hij me zegt
nog eigenlijk niks van de hele rel
heeft gehoord.
In tegenstelling tot de afspraak in de
nou is h(j er zelf niet
hij een dame naar zich toe komen in
plaats van naar haar toe te gaan, en
dan laat hij het nu ook nog afweten,
zie je wel". Zij belt aan bij het huis en
trommelt als een prestigewinnaar op
de witte houten voordeur.
Dan komt de buurman met een bood
schap: Willem Duys laat weten dat hij
in restaurant „De Hertenkamp" in La
ren zit en of we daar niet naar toe wil
len komen. We redden het niet met de
tijd. Shirley kan niet te laat komen in
de Phonogramstudio.
Onderweg, terug naar Hilversum: „We
zijn er dus geweest dat mag toch
wel even gezegd worden en hij was
er niet. En waar hij dan wel was, dat
maakt verder niets uit, hij was er niet;
en Ik ben absoluut niet van plan nou
ooit nog hot eigen initiatief te nemen
naar hem toe te gaan. Hij mag dit
keer naar mij toekomen". Ik kan het
niet helpen, maar er zit sarcasme in
haar stem.
Terwijl Shirley in de studio aan het
werk tijgt teneinde de Nederlandse pla-
tenmarkt verzadigd te houden, rijd ik
naar Laren, naar liet restaurant „De
Hertenkamp", om daar Willem Duys
om een verklaring te vragen. Hij zit
er, aan een tafel midden in hel res
taurant, geflankeerd door zijn echtge
note en vier andere mensen, die zijn
overburen blijken te zijn. Willem Duys
zegt me: „Toen we vanmorgen die af
spraak maakten, was ik helemaal ver
geten dat ik mijn overburen voor van
avond een etentje had beloofd. Ik heb
bij die mensen twee maanden gelo
geerd omdat ikzelf midden in de chaos
van een verhuizing zat. Ik had hun dit
dineetje beloofd. Maar oké, dat is mijn
fout, ik ga dadelijk wel mee naar de
Phonogramstudio in Hilversum".
Emotioneel vak
llij doet het. En dan krijgen we In die
voor Duys concurrerende Phonogram-
omgcvlng de ontmoeting. Een op het
eerste gezicht vlot gesprekje tussen
twee oude kennissen. Maar het kost
moeite. Voor wat Shirley betreft, die
Duys' tele-opmerkingen nog niet kan
vergeten, blijft een aftastende afstand
gehandhaafd. Voor Willem Duys, die
zijn best doet joviaal te klinken, zijn
de gezichtsplooicn niet van de ernst
te scheiden. Beiden zijn gespannen en
er is niets van: nou, deze onvermijde
lijke ontmoeting is cr nou, een pak van
mijn hurt.
Het discussletje van de twee is nage
noeg onschuldig
Willem: „We hebben één ding dat ons
bindt, wij zijn allebei gek op goeie mu
ziek en we zijn nooit tevreden met een
slecht produkt. Dat is een basis waar
op je kunt praten. Dut heeft dus ver
der met karakter en zo geen lor te ma-
Shirley: „Ja. dat is zo".
Willem: „Als meneer Stok die middag
tegen mij had gezegd: Willem of je
nou praat of niet, dat ben je morgen
weer vergelen, laten we nou gewoon al
leen over het plaatje praten, dan was
er niks gebeurd. Als die opname drie
uur later had plaatsgevonden, was er
ook niks gebeurd, dan was ik allang
bekoeld geweest. Shirley belde me dat
ze niet zou meedoen, en vlak nadat ik
die telefoon had neergegooid, begon
nen de opnamen. Ja, dun gebeurt zo
iets. Het is een emotioneel vak dood
gewoon, dat is zo".
Shirley: „Daar kan ik eigenlijk niets
aan toevoegen.
Willem: „Dat is het gewoon. Televisie is
sowieso emotioneel, zo is het, dat is de
realiteit. En dit incident, nou ja goed,
dat is gebeurd en daar hoeven we me
kaar nou niet levenslang voor aan te
kijken. Voor Shirley is het een inci
dent, voor mij ook. Laten we er in
godsnaam zand overheen gooien, we
hebben het allemaal druk, we moeten
nog langer mee".
En dot ls het eigenlijk. Duys, die met
veel woorden een soort compromis
zoekt, Shirley, die niet kan vergeten
wat er maandag is gezegd nemen af
scheid in de Hilversumse Phonogram
studio. Duys kust haar op de wang.
„Veel succes", zegt hij. Het gaat alle
maal niet van harte, heb ik het gevoel.
Ik geloof dat Willem Duys in zijn ach
terhoofd toch blijft denken aan die las
tige meid, dat egoïstische schepsel.
Zijn „veel succes" geldt niet de opna
men van vanavond; het geldt voor al
tijd. Het is een definitief einde.
„Ik heb het voor jullie willen
doen", zegt hij als wij buiten op
de stoep staan, „maar anders
HAKHO COUMANS,