Leids kinder- en bejaardentehuis
„HUIZE ST. MAARTEN"
totaal gerestaureerd
Df hff.r
iRTiNÜSCAftOLÜs!
Van Beurden
[1 IeeetdeEersté
ÏTCENC ".ELECrvW
H t Gebouw r-
Kinderen
maar ook
zijn kritisch,
erg dankbaar
ECHT, IK HOUD
VAN KINDEREN
«p»
Dinsdag a.s. zal het bestuur van Huize St. Maarten recipiëren
ter gelegenheid van het gereedkomen van de uitgebreide verbou
wing en restauratie van het huis, waarmee twee jaar geleden
werd begonnen. Het projekt heeft 1,4 miljoen gekost. De uit-
voeder was de Aannemingsmij v.h. Bik Breedeveld. Architekt
was het bureau Van Oerle, Schrama Bos.
Op een persconferentie heeft het bestuur van de stichting in
enkele redes het doel en de geschiedenis van de stichting verteld.
Eerst was de voorzitter, prof. mr. W. L. G. Lemaire, aan 't woord.
Hij vergeleek de psychologische studie achter het probleem met
de materiële, de bouw. De psychologische Erlebnis (belevenis) was
F dan een AH-Erlebnis, terwijl die van de bouw een „Hèhè-Erlebnis"
was. Hij is volkomen tevreden over de gang van zaken bij de
restauraties. „Wij zijn als een Phoenix uit de sloop herrezen".
Het doel van de stichting; is het
trachten de psyche en de maatschap
pelijke moeilijkheden van de mens
te verbeteren. Buiten de mens, had
óók het huis moeilijkheden genoeg,
met als negatief hoogtepunt de ont
ploffing van het kruitschip op 12
januari 1807. Het gehele huis stortte
nagenoeg in.
Met de wederopbouw werd twee
jaar later een aanvang genomen. Ver
der is het huis verbouwd in 1860 en
i incidentele kleine restauraties en
verbouwingen, twee jaar geleden. In
1916 waren de regenten v-oor het
laatst baas over de stichting, want
5 zusters Dominicanen kregen toen
de scepter in handen. De eerste der
scepters werd gezwaaid door priorin
tr. Ambrosia. Kennelijk tengevolge
van de emancipatie heet de tegen
woordige priorin zr. Bonifacio.
Architect Van Oerle sprak over de
moeilijkheden die werden ondervon
den met de verbouwing. Doel was het
De eerste steen
huis zijn oude aanzien te laten be
houden. maar alle nieuwe inzichten,
licht en komfort, in te voeren. De
totale bouwsom is meer geworden
dan de begroting, nl. ruim twee mil
joen, als gevolg van de loonstijgin
gen. „Het tekort baart ons natuur
lijk wel zorgen, maar gezien het 're
sultaat vinden we dat iedere moeite
die ons op de schouders wordt ge
schoven, niet teveel is", deelde prof.
Lemaire daarvan mede.
Gemengd huis
Het huis is momenteel een gemengd
huis. Er zijn jongens en meisjes (van
I/2 tot 17 Z2 jaar) en bejaarden. Het
aantal kinderen is 81 (de vier in
schrijvingen meegerekend, die nog
moeten komen). Het aantal bejaar
den (in een leeftijd van 83 tot 94
jaar) bedraagt 14. Het ligt in de
bedoeling, langzamerhand geen be
jaarden meer te hebben. Daarom wor
den er geen nieuwe bejaarden aange
nomen. Het beleid is erop gericht
uitsluitend een kindertehuis te krij
gen.
Veranderd - en verbeterd - is de to
tale inrichting. De slaapzalen zijn ge
moderniseerd, de aula, de lokalen
vrije expressie en zelfs de tuin. De
heer Van Oerle zegt hierover: „We
hebben een bestaand gebouw gereva
lideerd tot een nieuwe bestemming,
met echter conservatie van de histori
sche trekken van het gebouw". Heel
fraai is daarbij het authentieke Am
sterdamse binnenplaatsje.
Zr. Caritas, de directrice, deelde
mede, dat de 81 kinderen in zes groe
pen zijn verdeeld. Vier groepen zijn
gemengd, twee gescheiden vanwege
de moeilijker aard van de jongens
(van 10-12 jaar) en meisjes (van 14-
18 jaar) die daarin zitten. De kinde
ren zijn lid van vele verenigingen in
de stad, clubs en sportverenigingen.
Kontakt wordt - indien mogelijk -
met de ouders onderhouden, want het
doel is terugplaatsing 'van het kind
in het gezin. De kinderen gaan naar
12 verschillende scholen in de stad.
Rijke geschiedenis
Enkele beschrijvingen van het aan
geschiedenis rijke gebouw en de
stichting St.-Maarten zyn verschenen
in oplagen van 1.000 genummerde
exemplaren. In chronologische volg
orde kwam in 1889 het „gedenk
schrift van het honderdvijftig-jarig
bestaan der instelling van de
Roomsch-Catholijke Armen en van
het wees- en oudelieden huis te
Leiden*.'
Het huis was toen nog „in handen"
van de regenten. Vijftig jaar later
kwam onder auspiciën van het
Roomsch-Katholiek Parochiaal Arm
bestuur van Leiden een „Kroniek van
de stichting „de Roomsch-Catholijke
Armen en liet Wees- en Oudelieden-
huis" uit, en laatstelijk op 30 okto
ber 1956 een „Rede, uitgesproken
door mr. H. F. A. Donders bij het 40-
jarig jubileum van de Zusters Doml-
Lodewijk
Napoleon,
weldoener
financiële
vastlegde
MODERNE
INRICHTING
VOOR
EEUWENOUD
GEBOUW
nicanessen in huize St.-Maarten aan
de St.-Jacobsgracht te Lelden".
16 april 1739 vond de constitueren
de vergadering plaats, waarna een
maand later door instemming en me-
medewerking van de eerwaarde he
ren pastoors, tussen kerkmeesteren
en armmeesteren een overeenkomst
werd gesloten, waarbij de kollekte-
ontvangst ten behoeve van het arm
bestuur zou worden afgestaan, voor
tweederde deel. Het andere derde
was voor het onderhoud van de ker-
Eenentwintig jaar later was er ken
nelijk voldoende in kas, want toen
werd door Martinus van Beurden de
eerste steen van het gebouw gelegd.
Alzo was na twintig jaar de langge
koesterde wens van het R. C.-arm-
bestuur in vervulling gekomen en kan
van laatstgenoemd tijdstip de werke
lijke stichting van die verpleging ge
rekend worden. Zij bleef een onderdeel
van het R. C.-armbestuur, onder su
perintendence van „burgemeesteren
en regeerders van Leiden". Met de
bouw werd grote spoed gemaakt.
Eén jaar later kon het gebouw reeds
worden betrokken, op 27 september
door de jongens. Op 25 oktober d.a.v.
werd door de meisjes het weeshuis
aan de Haarlemmerstraat betrokken.
Ook werd dat jaar toestemming ge
vraagd om een nieuw aangekocht
huis aan de St.-Jacobsgracht naast
het jongensweeshuis, daarmee door
een kommunikatiedeur te verbinden
en in te richten tot een verblijf voor
„oudelieden".
Beroering
„Toen Leydens Roomschen Wee
zen Treurden.
Lei hier Den Eersten Steen Van
Beurden.
Zoo Als Hier Boven Staat Ver-
Maar Gansch Vernield Door Bus-
krulds Woede.
Heeft Koninc LODEWIJK. De
Goede.
Dit Liefde Huis Zoo Schoon Her
steld".
Een andere dichter heeft het vol
gende voor eeuwen vastgelegd:
„Toen D'Arme Roomsche Wees,
Wanhopend, Neder zat.
Of, schryend, Doolde Op 'T Puin
Der Halfverwoeste Stad,
Werd Hem, Op D'Eigen Grond
Van Zyn vernielde Woning,
Dit Ruim Verblyf Gesticht, Door
Holland's Eersten Koning.
Thans fcïegnen Hier, Te Zaam,
Des Vorstens Gunst En Deugd
Behoeftige Ouderdom, En Hulpe-
looze Ieugd.
Help Nu, Weldadigheid. Dit Werk
Der Liefde Kroonen
De God Der Liefde Zelf Zal 'T
Eenmaal Ryk'lyk Loonen".
Laatste restauratie
werd bekroning
Vele ups en downs heeft het wees
huis verder gekend. Het werd nog
enkele malen gerestaureerd, met als
bekroning de laatste restauratie, die
zojuist gereedgekomen is, en waar
voor dinsdag gerecipieerd zal wor
den. Moge het huis nog lang mee-
De raad van bestuur, die verant
woordelijk is voor de uitstekende res
tauratie, bestaat uit: voorzitter: prof.
mr. W. L. G. Lemaire, vice-voorzitter:
ir. C. M. J. T. K. Han, penningmees
ter: H. J. Bots, secretaris: J. J. M.
Noordman en leden mevr. M. Perquin-
Van Velzen, mevr. Th. W. Noordman-
De moderne keuken van het hulii.
Van Mechelen en de heren drs. C. M.
Westerman, O. Th. J. Bik en J. Gub-
De uitvoering had het archltekten-
bureau Van Oerle-Schrama Bos.
De aannemer was de Aannemingsmij.
v/h Bik en Breedeveld, met als op
zichter de heer H. Stekelenburg. De
uitvoerder was de heer P. Arts.
A. v. D.
ABCDE (f) GHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
Feestarrangeur W. A. Devilé:
Het volgende tijdperk van het huis
1789-1839 was er een van beroering.
De Franse revolutie en haar ge\x>l-
gen drukten een duidelijk stempel op
dat tijdperk. Diefstallen werden zwaar
bestraft: de daders moesten met het
bord „Ik ben een armendief" rondlo
pen en kregen een kastijding met de
roede op de sehrobbelbank. Dat voor
een vijftal jongens die zich meester
hadden weten te maken van de in
houd van enige kollektebussen.
Den twaalfden januarij 1807 was
een dag van rampspoed. Een schip
met kruit, dat in het Rapenburg lag,
ontplofte. Van de inwonenden werd
niemand gedood, verminkt of zelfs
gekwetst! Het gebouw was door de
explosie geteisterd. En daarna volgde
de reden om dankbaar te zijn aan de
koning, Lodewijk Napoleon. Bij deci
sie van 31 maart 1908 „behaagde het
Z.M., de noodige toestemming te ver-
leenen mèt de fondsen tot wederop
bouw der verblijfplaats van Weezen
en behoeftige Oudelieden der
Roomsch-Catholieke Gemeente". Een
eenvoudige gevelsteen in de voorge
vel vermeldt met enige treffende re
gelen de mildheid van de koning:
Mjjn vader had in de jaren 30 een
sigarenzaak, maar je weet wel, hoe
dat gaat, we hadden een groot gezin
en hot waren moeilijke jaren, dus
moest er wat worden bijgespijkerd.
Nu deed Iiy in zyn vrije tjjd al wat
humoristisch werk op avondjes en zo.
Op een gegeven moment hebben we
toen een poppenkast gemaakt en wat
goocheltoeren aangeschaft en na en
kele weken repeteren en studeren ga
ven in de Sinterklaastijd van dat jaar
de eerste voorstelling in een boven
zaal van de Harmonie voor Mercu-
Als jongen van 12 jaar mocht ik
in de kast meehelpen. Je weet anders
niet wat je beleeft, ais je daar voor
de eerste keer zo'11 twintig minuten
met je handen in de hoogte staat.
Zo ben ik eigeulyk in het beroep van
feestarrangeur terechtgekomen.
Toen hij er eenmaal mee was be
gonnen, is mijn vader er mee door
gegaan en na een paar jaar trokken
we met een gezelschap door het land.
Op die basis is het verder gegaan.
In de oorlog natuurlijk in beperkte
mate, maar na de oorlog was er een
enorme amusementshonger, zodat we
heel wat dorpen zijn afgereden. Na
een paar maanden kwam er een te
ruggang en toen zijn we overgestapt
op de kinderfeesten. Als feestarran
geur regel ik de hele boel zelf. Ik
treed als bemiddelend persoon op met
daarnaast mijn eigen werk. Ik goochel
op het toneel, leid een quiz en ver
der z(jn er kinderspelletjes als zeep
bellenrace en knalpaardenrace.
Vooral dat laatste is erg leuk. Op
het toneel staan twee paarden tegen
over elkaar. Waar nu bij een normaal
paard een staart zit, heb ik een bal
lon gemonteerd. De kinderen gaan
op de paarden zitten en hoe harder
ze rijden, des te meer lucht komt er
in de ballonnen, totdat deze een keer
klappen. Het kind, dat het eerste de
ballon heeft laten klappen, is win-
PIPONUMMER
Op dit aanplakbiljet kan je zien.
dat ik in 1947 al optrad onder de
naam clown Pipo. Dat deden wij met
jeugdfestlvals. Er is pas in Leiden
zo'n affaire geweest over de echte
Pipo, maar toen bestond die naam al.
Naast mijn kinderfeesten doe ik
ook natuurlijk mee als Sinterklaas.
Ik mag wel zeggen, dat ik een bui
tengewone creatie heb met onder
meer twee zwarte Pleten, die met
een tambourjjn Spaanse liedjes zin
gen. Van vorig jaar af ben ik altijd al
bezet voor 30 november en 7 decem
ber. Dan is er een enorm tekort aan
mensen. Je begrijpt eigenlijk niet,
dat er niet veel meer mensen zijn, die
deze hele leuke hobby erbij doen.
Kinderen z(jn iets heerlijks. Als je
2 uur lang voor een zaal staat en ze
zijn allemaal enthousiast, geeft dat
een enorme voldoening. Kinderen
hebben altijd veel plezier.
Leuk is ook, dat mijn zoon Wilbcrt
(21) als semi-prof dit vak er als
winstgevende hobby bij doet. H(J Is
eigenlijk fotograaf. Zo zie je, dat het
van vader op zoon overgaat. M(jn
vader - ouderen kennen hem nog wel
als oom Bart - heeft het tot zijn ze-
Feestarrangi
ventigste volgehouden. Hij is nu 84,
maar verleden Jaar is hij nog Sin
terklaas geweest. Ik ben begonnen
als hulpje in de poppenkast en als
zwarte Piet en zit nu al weer 38
jaar ln het vak. Over twee jaar hoop
ik mijn 40-jarig jubileum te vieren.
Echt, ik hou van kinderen. Als ik
optreed, pak ik ze meteen en laat ze
niet meer los. Je probeert ze van be
gin tot einde te boeien. Uiteraard
probeer je je programma zo veel mo
gelijk te variëren.
TEKORT
Er Is een tekort aan feestarran-
geurs in dit vak. In heel Nederland
zijn het er twintig van beroep, maar
de moeilijkheid is, dat Je vastigheid
moet nebben. Enorme pieken zijn na
tuurlijk Koninginnedag, Sinterklaas,
5 mei ook wel en verder de zomerva
kantie. maar er zijn ook enkele maan
den, bij, dan ls het echt moeilijk en
moet Je wel een jubileum van een be
drijf zien te krijgen of zo.
Ik werk met drie standaardpro
gramma's. zodat ik zeker drie keer op
dezelfde plaats zou kunnen optreden.
Natuurlijk groeit zo'n programma
mettertijd. Je ontwerpt wel eens wat
nieuws en vaak loop je jaren rond
met een idee. dat je dan gaat rea
liseren. Het klnderpubiiek is eerlijk
en open. Volwassenen klappen nogal
eens uit beleefdheid, maar kinderen
roepen gelijk of ze het leuk vinden
of dat er niets aan is. Ze zijn kri
tisch, maar ook erg dankbaar. Soms
komen ze echt naur Je toe om te zeg
gen, ilat ze het fijn vonden.
Het programma is nogal bewer
kelijk, maar ik word tfr niet moe van.
Het opbouwen en opzetten van de
stellages, dat is het vermoeiendste.
Soms werk ik vijf voorstellingen op
éèn dag af. Ik breng een specifiek
klassiek kinderprogramma, maar dan
aangepast uan deze tijd.
Ik weet niet of de kinderen door
de teevee zijn verwend. Neem nou
zo'n poppenkast, die gaat er nooit
uit. Voor 50ü kinderen speel ik, dat
Jan Klaassen met een vangnet een
dief moet vangen. Telkens als de
kinderen beginnen te schreeuwen,
verdwijnt de dief Dan zeg Ik, Jul
lie moeten heel stil z(jn en pas ids
Jun Klaassen vlak achter de dief
staat, hard roepen: Jan Klaassen.
Als het dan zover is, hoor Je 500
kindoren ln koor brullen. "Met twee
poppen heb je dan de hele zaal ln
Je moet met de kindren spelen.
Als er een vervelende klier in de zaal
zit, roep ik ptm op het toneel en mag
hij mi) hpfpen met goochelen Dan
heb Je geen kind meer aan hem.
Op klnderfeestgohlod ben Ik een van
de allerbeste fecstarrangeurs in het
land. Waar lk ook kom, heb Ik
enorm veel succes, maar lk weet mijn
grens. Als je daar overheen gaat, ben
Je weg.