a NACHT OP DE KALE BERG NEEM EENS EEN FLINK LOOPJE MET UZELF B -lp® ri^ I l i Wm Spanje, trots en tragisch GODS WEGEN ZIJN ER WONDERBAAR Strelingen voor de droge tong ZATERDAG 27 APRIL 19» Wees gerust, vrienden en vriendinnen. Niemand verlangt van u, dat u spoorslags naar Zinai heist en met de wandelschoelen in het grimmig voetspoor van Florcntijn Thetytaz stapt. Natuurlijk, van ons mag u. Niemand, die u tegenhoudt. Als u toevallig die onstuimig sportieve kwant bent, die uw moeder al bij de geboorte in u vermoedde, dan zou ik het zeker doen. Een valhelm kunt u altijd wel lenen van een werkeloze kroonmachinist en voor de rest is bet mooi, geduldig klimmen. En vooral niet te vaak omkijken, want misselijk ben je zo. Wilt n het wat rustiger aan doen, dan hebben we voor u vijf exclusieve wandelingen in het vet, die mr. Etienne Gard van het verkeers bureau in Wallis speciaal voor Weg Wezen heeft samengesteld. U kunt dan het touw rustig thuis laten en volstaan met een paar stevige trappers. Wat Wallis zelf betreft: het is een uniek wandelgebied, dat een uitge sproken wit voetje bij de weergoden heeft. Nog een tip, voordat u wegstuift: een meesterlijke en niet dure vakantie entert u in het Val d'Annivicrs: even een kaartje naar mr. Etienne Gard, Walliser Verkehrsvereln in Sion, Zwit serland en hij geeft u de sleutel voor dit gouden niemendalletje. i St.-Gingolph, Tanay, Torgon, Revereulaz, Morgins, Portes du Solei), Planachaux, Champery, Cabane de Susanfe, Col de Clusanfe, Salanfe, Col d'Emaney, Col de Barberine, Barberine, Emosson, Finhaut, Salanfe, Van d'en Haut, Salvan, Marecottes, Finhaut, Sint-Gingolph, Bouveret, Champery, Ohoex, Sint-Maurice, Martlgny, Gueroz, Vernayaz, Evionnaz, Sint-Maurice. Totale duur: 36 uur. Finhaut, Le Chatelard, Col de Balnie, Trient, La Forclaz, BovineChampex, Praz-de-Fort, La Fouly, Ferret, Grand St.-BernardLiddes, Le Larzey, Le Chable, Verbier, Clambin, Cabane du Mr. Fort, Col de Lou/vie, Char geur, Dixence, Col de Ried/mattenArolla, Les Haudères. Totale duur: 44 uur. Ovronnaz, Petit-Pré, Sorgno, Allesse, Branson, Pont de la Morge, Aven, Derborence, pas de Ghevllle, Ardon, Derborence, Sion, Savlèse, Chandolin, Coppet, Sanetsch, Col du Sanetsch, Sanetsch, Derborence, Sion, Ayent, Zeuzier, Col du Rawyl, Crans, zeuzier, Col du Rawyl, Crans, Ayent, Suste, Leuk Stadt, Albinen, Leukerbad, Gemma. Totale duur: 47 uur. Les Haudères, La Sage, Villa, Evolène, Villa, Col du Torrent, Grimentz, Mission, St.-Luc, Ayer, Zinal, Grimentz, St.-Luc, Anc. hot. Weisshorn, Zinal, St.-Luc Meidenpass, Gruben, Zinal Pas de Fordetta, Gruben, Augsbordpass, St.-Niklaus, Gr tichen, Hannigaip, Saas-Fee, Saas-Grund, Gspon, Gebidempass, Simplon-Kulm, Rosswald, SafUschpass, Binn. Totale duur: 68 uur. Nax, Vercorin, Chippis, Sierre, Leuk-Su9te, Unterems, Ergisch, Eischoll, Unterbach, Bürchen, Zeneggen, Törbel, Stalden, Staldenried, Visperterminen, Gamsen, Brig. Totale duur: 23 uur. Om negen uur zijn ze nog 150 meter van hun einddoel, om twaalf uur beginnen ze aan de laatste, loodzware klim. Het ijs heeft hier de berg afgeslepen tot een kerstboompiek. De rots is glad en glimmend: Régis en Florentin plakken er als gestrande steile-wandrijders tegenaan. Het ivordt een uur, kwart over een. De spanning in het bergstation Joseph: „De vlag Verslag van een trilt op de gezich ten. Om half twee schreeuwt Marie- ze hebben de vlag op de top gezet stoeipartij met een bergreus ZINAL. De berg, die ze hartgrondig vervloe ken en hartstochtelijk liefhebben.- Die over hun dorp heerst als een ver lichte despoot. Die hun zon elke dag voortijdig steelt, hun huizen be springt en hun horizon voorgoed heeft uitgewist. De berg heeft uiteinde lijk toch gewonnen. De berg kan wachten, hij heeft het eeuwig leven en weet, dat er eens een moment komt, waarop het verlangen naar zijn top de mens te machtig wordt. Het is een zachte, onweerstaanbare stem, die de avonturiers naar boven lokt, een zwoele wind, die hun geest ver teert. Veertig jaar geleden kwam er een Duitser in het dorp, Karl Müllener uit Frankfurt. Een vreemde zonderling, die het diner op zijn kamer liet komen en zwijgend voor het raam stond. De dag na zijn aankomst verliet hij het hotel om half zes 's morgens, grond mist halveerde op dat moment de sparren achter de kerk. Drie mensen hebben hem nog gezien, hij droeg een rugzak, een veldkijker en een bundel touw. Hij liep in de richting van de Weisshorn. Zijn drie bruine koffers heb ben nog veertien dagen on aangeroerd in zijn kamer gestaan, toen heeft de waard de sloten verbroken en zijn identiteit vastgesteld. Hij liet een stille mis opdragen en heeft de naam van Müllener op een foto van de berg ge schreven. Het portret hangt nog steeds in de hal van het hotel, achter het glas zijn de letters verbleekt, de umlaut is geheel verdwenen. Zoals Müllener zelf. Na hem hebben nog 22 men sen hetzelfde spel van kat en muis met de berg gespeeld, dertien keerden halverwege op hun loodzware schreden terug en werden met bevro ren voeten, vingers en wan gen in het ziekenhuis van Sion opgenomen. De anderen zijn door het ijs gemummi ficeerd en rusten in een sar cofaag v'an eeuwige sneeuw Nu is het de beurt aan de 29-jarige Regis Theijtaz en zijn 25-jarige neef Florentin. Ze hebben tien jaar lang hun kansen gewogen, ze hebben de route honderden malen verkend, ze weten nu, waar de dood zijn strikken heeft gespannen. Woensdagmorgen om zeven uur zijn ze vertrokken, Marie- Joseph, de blonde vrouw van Régis heeft hen tot aan de rand van het bos gebracht, daarna heeft ze zich aan de overkant van het dal in het bergstation van de kabelbaan achter een telescoop genes teld. De rest van het dorp wacht ademloos op het mo- touwbrug over een kloof slaat, grijpt een sneeuwlawi- ne de koorden en wordt hij 100 meter meegesleurd. Zijn leven hangt op dat moment alleen nog aan de dunne draad, waarmee hij met Flo rentin verbonden is. Om vijf uur zitten z steeds op een plateau, welijks zestig meter onder de top. Het sportvliegtuig zeilt weer om hen heeft. In de kij ker schrompelt het ineen to een radeloze bromvlieg. En weer valt de avond. In het hotel repeteert de fan fare voor de huldiging, tam boers en pijpers bestellen op nieuw bier om hun luidruch tige bedoelingen te synchro- Om acht uur gaat op het pla teau de tweede krant in vlammen op. De burgemees ter belt naar Grimentz en zegt, dat het feest is uitge steld tot vrijdagavond. Neen, de mannen zijn gezond, ze hebben alleen wat pech". Vrijdagmiddag komt het ver schuilhut. Régis brengt hij- lossende telefoontje uit de gend verslag uit: één ont velde knie, wat last van tra nende ogen. En de helft hun uitrusting is zoek. Voor de rest is er geen vuiltji de lucht. De tamboers gespen de trom mels vast om. De burgemees ter ijsbeert door de gang er repeteert stacato het helden epos, dat hij straks over zijn burgerij zal uitstorten. Marie -Joseph heeft haar licht blauwe zomerjurk aangetrok ken, de hotelier slaat uit voorzorg een nieuw vat bier aan. De schemering valt al, wanneer een koerier het ho tel binnenvalt met het be richt, dat de ment, dat de twee mannen in hun provisorisch bivak een krant in brand zullen steken om te bewijzen, dat ze nog leven. De uren kruipen traag voor bij, de sneeuw op de Weiss horn glinstert fel in de len tezon. Om twaalf uur dui ken de twee plotseling bij 'n grillig rotsplateau op. Marie- Joseph volgt hun bewegin gen door het opengesperde oog van de kijker. Régis gaat voorop, Florentin hangt on der hem aan het strakge spannen touw. „Ik vind het een afschuwe lijk gezicht", fluistei't Marie- Joseph, „ik weet, dat er niks kan gebeuren. Ze hebben zich jaren op deze tocht voor bereid, ze zijn getraind, ze zijn jong, maar toch. Ik zag Régis net op een richel staan. Misschien tien centimeter breed. Onder hem de af grond. Vijf, zeshonderd me ter. Eén misstap en Floren tin sleurt hem mee de diepte in. Misschien is hel alleen het gevoel van machteloosheid, dat me zo deprimeert. Je weet, dat je niks kunt doen. Alleen maar kijken: je ziet je man. hij lacht, hij vloekt. Hij klimt een meter, zakt weer 'n halve meter. Ik denk, dat ik het niét 1 Om vijf de trog huis ga. Ik houd r uit". zakt de zon in bergketens en vordt Zinal razendsnel door de duisternis ingesponnen. Régis en Florentin zijn op dal moment nog 600 meter van de 4512 meter hoge top van de Weisshorn verwij derd; de piloot van 'n sport vliegtuig, die een half uur rondom de bergbeklimmers heeft rondgecirkeld, laat de foto's circuleren, die hij ge maakt heeft. Ze zijn nog nat. Régis glimlacht onder zijn valhelm, de mond van Flo rentin hangt half open, de touwen kronkelen om hun lichamen: ze lijken op de fi guren uit de Lakoöngroep. Tegen acht uur verzamelt 't dorp zich op een wei achter de ijsbaan. De nacht heeft de bergen en de lucht nu defini tief onder één noemer ge bracht. Kijkers tasten de on zichtbare berg af, niemand heeft de lust om te praten. Dan roept er één: „Daar rechts". Het is drie minuten over acht. In de donkere modderpoel van de avond gloeit een vlam, een vuurpijl klimt sidderend de hemel in. Er gaat 'n gejuich op, Marie Joseph wordt omhelsd, de burgemeester steekt 'n verse pruim in zijn mond en roept: „Het is een onleesbare krant, maar hij brandt goed". Twwaalf uur later zit Marie- Joseph weer achter de teles coop. De twee mannen heb ben hun bivak al verlaten en zijn nu op weg naar de top. Ze drijven de ijzeren pinnen in de rotswand, kleven als gemsen tegen de stenen. Iedereen verdringt zich om de telescoop, iedereen wil de helden zelf zien. Ze balance ren op de top, ieder aan een kant van de rood-witte vlag. Dunne dwergen op een wolk van sneeuw. Een goddelijk gezicht, meent de burgemees ter. Hij laat een krat bier aanrukken en heft met het glas in zijn trillende hand 'n lied aan, dat bol staat van krimpvrij patriotisme. Er wordt gedanst en gedronken, Zinal heeft de berg bedwon gen: David viert zijn over winning op de reus. Honderden meters hoger be ginnen Régis en Florentin nu aan de afdaling. Nog één nacht zullen ze op de kale berg moeten overnachten het zal de afschuwelijkste nacht op hun tocht worden. Ze hebben het plan om vla de oostflank van de berg naar een schuilhut te zakken, maar op het moment, dat Régis een tocht zijn. Het laatste stuk hebben ze skies ondergebon den en ze kunnen nu ogenblik arriveren. Op de wei wacht Zinal biedig op haar grote zi Als ze om de hoek verschij nen. struikelen vier grijs aards naar voren en hijsen Régis en Florentin op de bre- kèlijke schouders. De pijpers blazen hun voldoening kla gelijk de hemel in, de post bode, die de tuba bèspeelt heeft een sonore fanfarestoot in gedachten, maar het bier speelt hem parten. De vreugde slaat als een vlam door het dorp: de bur gemeester heeft zich op het balkon gehesen en spreekt de mannen toe. Hij is precies 48 minuten aan het woord en het gevaar is dus niet denkbeeldig, dat de bergbe klimmers hun avontuur als nog met enige bevroren lede maten zullen moeten beko pen. Dan komt de erewijn, het erebier, de eresehnaps. Het is nu een kwestie van al- cohollen of stilstaan gewor den. Camera loopt, roept ei levisiereporter en hij tilt zijn heet hangijzer naar de ge barsten lippen van Régis. „Hoe is het gegaan, wat is gebeurd?". Régis haalt de schouders op. Hij heeft een baard van drie dagen en kan zo op als zwij gende figurant in de passie spelen. Na lang aarzelen zegt hij: „het is wel goed gegaan' Het dorp juicht. Het dorp zingt. Het dorp drinkt. „Hoe was het om op de top staan?", schreeuwt de repor ter. „Het was wel fijn", zegt Régis, „ja, het was wel fijn' Weer juicht het dorp. De post bode heeft zijn tuba neerge legd en giet haastig twee gla zen wijn in zijn brandend keelgat. Vijf uur later loopt hij in arm met de burgemeester door de dorpsstraat. Hij barst van vreugde. Terecht, naar zijn smaak, want het komt niet elke dag voor, dat hij 'n berg bedwingt. „Espana es diferente", Spanje is anders, zo luidt de slogan van het Spaanse ministerie van Toe risme. Dit is waarschijnlijk, in al zijn vaagheid, een van de best geslaagde motto's die er ooit over Spanje gezegd zijn. De gasten, die hier zo royaal ontvangen worden, zoeken niet alleen de zon en het strand, die zij elders even goed zouden vinden. Nee, de dikke veertien miljoen vakantiegangers d verleden jaar over de Pyreneeën kwamen zochten en vonden een land, dat de argeloze bezoeker van d verbazing in de andere doet tuimelefi, een land, waar heftige tegenstellingen geen uitzondering, doi regel zijn. Spanje is 't land van levensvreugde en de lach, maar ook van de trots en de tragedie. Spanje is als 'n vrouw, die niet zoals „la Douce France" ver lokt door haar zacht en koket gezel schap, of zoals „la Bella Italia" uit nodigt tot bloemrijke aanbidding onder de maneschijn, maar die haar aanbid der meesleurt in een meedogenloze passie. Spanje is het land van het vurige leven. Het toerisme maakte een ongekende sprong, van 3 miljoen in 1956 tot 17 miljoen in 1967. Volgens de minister Toerisme is de meest opvallende toename in de laatste jaren die van het aantal toeristen uit de Benelux. Zij zijn geliefde logés: ,Ze zijn niet zo lastig en niet zo on aangenaam chauvinistisch als de Fran- de Engelsen of de Duitsers", ver trouwde ons een Catalaanse hotelhou der toe. „Bovendien zijn ze vaak ver rassend vrijgevig. Alleen maar jammer ze meteen beginnen met patates- frites en biefstuk te bestellen en er praktisch niet aan toekomen om onze specialiteiten te proeven". Om de Beneluxers, die gedurende de zomer per benzinevehikel Spanje ko men binnenrijden, een beetje wegwijs te maken op Gods wegen in Spanje (die werkelijk zeer wonderbaarlijk zijn), reden wij vanaf de Franse grens tot aan Barcelona met de ogen en de cameralens wijdopen. Wij over- en on- deraten ons in talrijke restaurants, proefden tientallen wijnen, bezochten de belangrijkste hotels, telden de ben- i zinestations en probeerden te vergeten dat we reeds alle kuilen en gaten in de weg kenden. Hieronder vindt de automobilist met Spanjeplannen dus de voornaamste kenmerken van de 1 tocht vanaf de Franse grens tot aan Barcelona. Schoonheden Het is een vrolijke, toeristische, inter nationale weg, waar de passagiers zich kunnen uitkijken op het rijke, groene Catalaanse landschap en waar de be stuurder goed moet uitkijken voor kui len, plotselinge wegversmallingen, on begrijpelijke kruisingen, o'nverantwoor- lijke doodrijders en wat dies meer zij. Alle inzittenden tezamen moeten zich voorbereiden om met monnikengeduld urenlange opstoppingen te verdragen bij de grensoverschrijding en in de na bijheid van Barcelona. Daarentegen kunnen zij nu vast een voorpretje heb ben bij de gedachte aan de pas-ge bouwde stukken snelweg die de arme bestuurder laten bekomen van de schrik, of aan het prachtige uitzicht op de stranden (en op de zich aldaar etalerende schoonheden-in-bikini, voor de liefhebbers) gedurende de laatste 50 km. van deze 170 km. lange weg. Men moet voorzichtig rijden op deze internationale toeristenroute. Op de „snelle" stukken kan men beter zijn herinneringen aan de snelwegen, de Autobahnen of de autostradas verge ten. Dit is geen weg om gas op de plank te geven: er komen honderd-en- één buurtweggetjes op uit, 's nachts vindt men er onverlichte boerenkarren te kust en te keur, oude vrouwtjes en argeloze kippen werpen zich als kami kazezelfmoordenaars voor uw auto, en de Spaanse bestuurders verkeren allen in de waan dat zij op de piste van Zandvoort terecht zijn gekomen. Op de „langzame" stukken proberen de ongeduldigen te „vlooien", en bij dit overspringen van hel; ene gaatje naar het andere gebeuren er met afschrik wekkende regelmaat zware ongeluk- Wanneer de weekend-,,exodus" van Barcelona begint is deze internationale toeristenroute eenvoudig onverdrage- Ujk. In welingelichte kringen vertelde men ons dat tussen vrijdagavond, za terdagmiddag en zondagochtend bijna 200.000 voertuigen de Catalaanse hoofd stad plegen te verlaten. Als men be denkt dat de uitvalsweg op verschei dene plaatsen slechts een ganzepas van auto's doorlaat, dan kan men zich zelt de opstoppingen in panavision voor stellen. Daar komt nog bij dat al deze, zon dagsrijders de vrome wens en het hei lige voornemen koesteren om op zon dagavond vóór tien uur (wanneer de Spaanse televisie met zijn voetbalpro- gramma begint) terug te zijn in Bar celona. Het hoeft geen betoog dat slechts een zeer klein deel van deze weekenders hun vrome wens als bij mirakel in waarheid zien veranderen. De anderen schikken zich in hun lot, en zo hebben wij eens een dame over een afstand van 10 km. een compleet truitje voor haar baby zien breien. Als het dus enigszins mogelijk is, ver mijd het om op zondagavond in de buurt van Barcelona aan te komen, en stel uw vertrek uit de Catalaanse hoofdstad liever op een doordeweekse dag. Le Perthus Onze weg in Spanje begint in het dorpje Le Perthus, dat half Frans, half Spaans is, Aangezien in Spanje echter alles te Madrid begint, ligt Le Perthus op het kilometerpunt 786 van de Na tionale Weg no. II die aanvangt op het „Puerta del Sol" plein in de Spaan se hoofdstad. Maar voor ons gemak zullen wij onze kilometerteller op nul zetten in Le Perthus. Enkele kilome ters verderop vindt men, in La Jun- quera, de Spaanse douane. Tijdens het hoogseizoen toont deze een bewonde renswaardige karaktersterkte en pro beert, terwille van de veelgeroemde Spaanse gastvrijheid, constant het we- rel dsnelheidsrecord in paspoort stem- Een wonderschoon landschap met groene vlakten, steil uit zee oprijze bergwanden, een onafgebroken reeks kleine strandjes zo maken automobilisten kennis met de Catalaanse kust. pelen en groene kaart kijken te ver beteren. Maar de stortvloed van toe risten is hun in juli en augustus mees tal te veel en dan kan men zich beter voorbereiden op een fikse wachttijd. Na 26- km. komt u aan in het eerste stadje, Figueras. Naar een stedeling ons trots vertelde, heeft Figueras in verhouding tot haar bevolking het hoogste aantal bars, theaters en bios copen van heel Spanje. Nog 37 km. verder naar Gerona, „La Inmortal", de Onsterfelijke hoofdstad van de gelijknamige provincie die o.a. Op uw tocht door Katalondë kunt u vele en lekkere wijnen drinken. Op de Katalaanse vélden groeien de druiven dik en schoon. Door de grote contrasten van het grondgebied en de sterke klimatologische verschillen binnen deze streek vindit men hier een bijzonder gevarieerd gamma van wijnen. Katalonië is van heel Spanje de streek, die de grootste verscheidenheid van deze fon kelende dranken produceert, vanaf de meest energieke en sterke, tot aan de zachtste en teerste strelingen van het ver hemelte; met een alcoholgehalte dat tussen de tien en de eenen twintig procent schommelt. Zij zijn dus sterker dan de Franse land/wijn en een waarschuwing is hier wel op zijn plaats. Helaas houdt de kwantiteit hier niet gelijke pas met de kwaliteit, wat men voornamelijk moet wijten aan de produktie- methoden, die meestal ouderwets en weinig verzorgd zijn. Slechts enkeVie wijnbouwers zoeken met zorg de druiven uit voor de pers. Enige gunstige uitzonderingen zijn de volgende: ,ALELLA"een tere wijn met een beperkte produktie wit 'n droog of zoet: rosé of donker rood; (le lichtelijk zoete soort ivordt beschouwd als een goede begeleiding bij visschotels. ..TARRAGONA", buiten Spanje zelfs meer bekend dan in eigen land, is een levendig rood ge tinte wijn met 'n zoetige smaak; een goed gezelschap voor het dessert. De „PRIOR AT O" is een rode wijn van dertien tot eenen twintig procent, met een intense kleur, droog of zoet, met een zeer persoonlijk en sterk aroma; heel lekker bij sterke vlees schotels en jachtwild. „PANADés" is een diamant achtige, vlekkeloze witte wijn van elf tot dertien procent, die vooral bij vis of minder sterke vleesschotels gedronken toordt. In de Panadésstreek produceert men ook de „MALVASIA" te Sitges. De druiven hiervan werden tijdens de middeleeuwen overgeplaatst uit Sardinië. Voor al als aperitief en bij hat dessert. de beroemde Costa Brava omvat, wegdek is redelijk, maar pas op bij doorgang van kleine plaatsjes en de kuilen en gaten die men vlak Gerona met gulle hand over de sti gespreid vindt. Gerona is een w dige Catalaanse stad, met enkele maanse en vroeg-gotische monume die een uitgebreide bezichtiging ruil schoots belonen. De oorspronkelijk Romaanse, later tot gotisch verboui de kathedraal heeft het wijdste gevjs dat men uit dit tijdperk van de are! tectuur kent. Van Gerona 42 km. snt weg tot de kruising van Malgrat, wfc de route langs het strand begint te fc pen. Tot aan het volgende plaat» San Pol, is de weg in bijzonder go4 staat. San Pol de Mar is een lief, vj gekalkt vissersdorpje waar de Barf lonese bourgeoisie al sinds jaar ei zomervakantie komt houden. Het tal „goede partijen" dat elkaar gevonden heeft op het strand of de beschaduwde wandelboulevard niet te tellen, en kwade tongen noei San Pol zelfs „de slavenmarkt Barcelona's huwbaren". Maar zove weten was het enige nadeel van Pol een tunnel en enkele nauwe bi ten in de weg die tezamen de schl van alle automobilisten wai heeft men die bochten recht getrokl en de tunnel omzeild met een brug 13 meter breedte. Via Arenys de Mar, een betoveren vissersplaatsje dat op weg is een v de grootste jachthavens van de Ml dellandse Zee te worden, en Caldel zo genoemd naar zijn warme genell kundige waterbronnen, komen wij in Vilasar en Premia, twee slapen- Helaas schijnt het Spaanse ministek van Openbare Werken voor het mom* geen plannen te hebben om de doj tocht van deze twee dorpjes te vl beteren. Dus zullen de toeristen o deze zomer één voor één in ganzejk langs de nieuwsgierige inwoners dejl Daarna opent zich weer de hoopvi horizon van een 11 km lange di baansweg, tot aan Badalona, de eer voorstad van Barcelona. Helaas m ten wij de argeloze bestuurder v zekeren dat hem de kronkelgang schildpadsmars door Barcelona schildpadsmars door Badalona bes lang heugen zal. Nog een ogenblil volhouden en doorzetten bij de omlegggingen in San Adrian de Bei en dan wordt uw moeite royaal U bent in Barcelona, de „Parel Middellandse Zee", de „Koningin Catalonië" stad met een groots leden, een rijk heden en een briljai toekomst. Barcelona kan uw verwaï tingen niet teleurstellen, hoogstens li het van het goede te veel geven. In Catalaanse hoofdstad, het meest Eu pese oord van Spanje maar dat ni temin een zeer eigen karakter he kan men absoluut alles vinden en alles genieten. Verder is Barcelona vertrekpunt van talrijke prachtige cursies. Een waardig einde, maar een goed begin voor uw Spanpeav i tuur. R. BOSSCHA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 14