TYPOGRAAF Computer helpt De Bilt HOE ONEERBIEDIG TEGENOVER DE GAULLE IS NOG TOEGESTAAN? op zoek naar onderkomen voor privé-arsenaal ZATERDAG 9 MAART 19«S „Kijk, hier heb je een cavaleriesabel uit 1830 met bronzen legpenning. De sabel heeft nog dienst gedaan tijdens de Tiendaagse Veldtocht tegen België in 1831. De gebruiker kreeg er de penning bij. En dit zijn drie dolken uit de Belgische Kongo, ruim honderd jaar oud en als tegen stelling heb ik hier een benen dolk uit Nieuw-Guinea, gemaakt van echt casuarisbeen. Ik weet niet welk wapen het doeltreffendst is." Dit alles is maar een klein deel van de collectie slag-, steek-, stoot- en vuurwapens, die de heer R. W. Klooster, Pieter Smitstraat 85 te Enkhuizen, bezit. AI jaren is hij verwoed bezig met het bijeenbrengen van allerlei wapens. Hij heeft nu zo'n 85 slag-, steek- of stootwapens en zeventig vuurwapens, tezamen de grootste particuliere verzameling in Nederland. ENKHUIZEN KAN ER EEN NIEUWE TOERISTISCHE TREKPLEISTER BIJ KRIJGEN De handzetter-typograaf Klooster (37 jaar) heeft al van jongsaf belangstelling voor wapens. Hij begon met het verza melen van sabels, waarop voorstellingen waren gegraveerd. Juist deze grafische kunst trok hem bijzonder aan. Later ont dekte hij. dat op het gebied van sabels, zwaarden, dolken en bajonetten de meest uiteenlopende modellen te vinden zijn. Nog later voegde hij aan deze collectie ook vuurwapens toe. Zo kreeg hij een klein wapenmuseum. Zijn verzameling heeft hij langzamer hand verkregen door ruiling van post zegels. suikerzakjes en door aankoop. ..Ik heb veel met mijn hobby op", zegt de heer Klooster. ..maar ik steek er toch echi niet al mijn geld in. Het gaat ook niet om de hoeveelheid, maar om de exclusiviteit en vooral om de kennis, die Ik van de wapens bezit. Vrijwel van ieder wapen kan ik vertellen, hoe oud het is, waar het vandaan komt en meestal door wat voor soort mensen het is gebruikt." Hij heeft, zoals hij zegt., „van alles en nog wat" bewaard om ruilobjecten voor zijn hobby te hebben. De oud-Haarlemmer Klooster is nog niet tevreden Wat heb je aan zo'n collectie wapojis. als je ze opsluit in een kamertje en er af en toe ie vrienden of bekenden iets van laat zien?" Hij is daarom op zoek naar een gebouw in Enkhuizen, dat hij kan Inrichten als particulier wapen- De heer Klooster met een mitrailleur uit de dertiger jaren. Dit wapen was ook tegen vliegtuigen te gebruiken. Een bijzonder deel uit de collectie slag- en steekwapens van de heer Klooster. Boven drie dolken uit Bel gisch Kongo v.l.n.r. een ceremonie- dolk, een cxecutiedolk en een oor logsdolk. Onder een serie cavalerie- sabels van ruim honderd jaar oud. Een van deze sabels is gebruikt tijdens de tiendaagse veldtocht van Nederland tegen België in 1831. Daarin wil hij zijn collectie onderbren gen. gesorteerd naar ouderdom, soort bij soort, voorzien van een beschrijving en met de vermelding uit welke periode het wapen stamt.. Hij wil er ook foto's of platen bij hebben uit de tijd. dat deze wapens werden gebruikt. Tenslotte wil hij dit museum open stellen ter be zichtiging. Enkhulzen kan er op dez/- manier een toeristische trekpleister bij krijgen, zegt de heer Klooster. Arsenaal Voor een leek op het gebied van de wapenkunde, is de verzameling een rompleet arsenaal. Maar een terroris tische organisatie zou er niets aan hebben want de wapens, hoe modem •■ommige er ook uitzien, zijn museum- bukken. Geen der wapens is mee brulkhnar Bij de vuurwapens oud of nieuw ontbreekt een onmisbaai onderdeeltje: er kan niet meer mei worden geschoten. En de wapens, dlf niet onklaar te maken waren door hc< weehalen van een onderdeeltje, zij' 7/idanle bewerkt, dat ze tóch niet "cbmiken 7.tin. De heer Klooster heel' niettemin een wapenvergunning, wan' onklaar of niet— het zijn in Nedoi land verboden wapens. Een particulic mag ze niet bezitten. Antieke dolken „Je staat ervan te kijken, wat de ge cultiveerde mens allemaal heeft ge daan om zich dergelijke aanvals- en verdedigingswapens te verschaffen" zegt de heer Klooster als hij zijn col lectie degens en sabels trots laat .zlei» Hij wijst op drie dolken uit Belgisch Kongo, een oorlogsdolk, een executie dolk en een ceremoniedolk. alle drh ruim 100 jaar oud. de een nog fraaier bewerkt dan de ander, maar alle drie even venijnig. Zo zien ook de verschillende staatsie degens eruit, waarvan er een dateert De beer Klooster te midden van zijn collectie wapens. Links tegen de wand een collectie staatsiedegens uit allerlei lan den. Tegen de wand boven het raam een collectie bajonetten De heer Klooster houdt een seinplstool ln de hand. WAPENS UIT: Duitsland, Engeland, Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Nederland, Amerika en Kongo uit 1814. afkomstig van het tweede Duitse veldartillerieregiment, geheel ge graveerd met voorstellingen van wapen feiten. Het zijn maar enkele exemplaren uit zijn collectie, waartoe b.v. ook behoren een Italiaans rapier uit 1780. een Duit se officiersdegen uit 1840, twee staat siesabels van de Koninklijke Marine, een staatsiesabel van de Engelse Marine (de Nederlandse exemplaren zijn te herkennen aan de springende granaat!een infanteriesabel uit 1838 compleet met legernummer. In zijn collectie dolken en bajonetten heeft hij een originele SA-dolk. met hakenkruis en SA-embleem. een zeld zaam exemplaar, alleen gedragen ten tijde van de Hltlerputsch. Bijzonder is ook een ponjaard van de Duitse adel borsten uit de tweede wereldoorlog. Zijn collectie bajonetten bevat exem plaren uit België. Frankrijk. Oosten rijk. Italië en Nederland. Vuurwapens Het oudste vuurwapen, dat de heer Klooster bezit, dateert van omstreeks 1780. Het is in restauratie Het gaat bij de heei Klooster, als hij spreekt over zijn collectie vuurwapens, vooral om de vuursystemen. die werden toegepast. Het oude systeem is het vuursteen pistool of geweer Daarvan heeft hij geen exemplaar. Het volgende was het percussiesysteem, waarbij voor het eerst een haan werd toegepast. Daar van heeft hij er wel enkele. Voorts 't penvuursysteem en het centraal-vuur- svsteem. waarvan hij verschillende voorbeelden heeft. In deze collectie zitten enige unieke exemplaren, zoals het Beau-Montgeweer uit 1872. de eerste achterlader Een pa troon met munitie en kogel werden achter in de kamer gestopt, vastgezet met een grendel en afgeschoten. Dit geweer had nog geen magazijn. Na ieder schot moe6t de lege huls eruit worden gehaald en een nieuwe patroon erin worden ge stopt. De achterlader Is de opvolger van de voorlader, een geweer, waarbij hei kruit voor ln de loop werd gegoten en met een pompstok aangestampt. Uniek De heer Klooster bezit de gehele col lectie Lee-Enfieldgeweren. Om nog enkele unieke exemplaren te noemen: tot zijn collectie behoort een Italiaanse karabijn, die speciaal door de Maffia is ontworpen, een oefengeweer vnn de HU- Het KNMI voorspelt het weer voortaan met be hulp van een computer. Dit o.m. voor snelle informatie via de t.v. De Electrologica EL X8 installatie zal met haar onvoorstelbare reken snelheid van 200.000 optellingen of aftrekkingen per seconde weersverwachtingen voor twee dagen, en in de toekomst misschien zelfs voor vier dagen, mogelijk maken. Met de computer en andere apparatuur, zoals een ontvanger voor foto's van weersatellieten, gaat het KNMI het nieuwe meteorologische tijdperk binnen. Het voorspellen van het weer wordt steeds meer het werk van robots. De automatisering van de voorspellingstechniek en de snel groeiende in ternationale samenwerking, zullen over enkele jaren de oprichting van een wereldomspannend waarnemings- en voorspellingssysteem mogelijk maken: de World Weather Watch (Wereld Weer Wacht). Tot dusver werd in De Bilt het weer voorspeld op grond van een groot aantal waarnemingsgegevens waaruit de meteorologen aan de hand van hun ken nis en ervaring een prognose opstelden voor het weer van de komende uren. Bij deze manier van werken was een bepaalde „feeling", een soort zes de zintuig, onmisbaar. De doorgewinterde meteoro logen konden echter nooit sneller werken dan hun hersens toelieten en dat was, en is nog, in veel ge vallen te langzaam. Bovendien kon slechts met een beperkt aantal factoren, die het weer beïnvloeden, rekening worden gehouden om een voorspelling niet zo laat klaar te hebben dat zij al weer door de fei ten was achterhaald. Maar dit ging natuurlijk wel ten koste van de betrouwbaarheid. Aan het begin van deze eeuw ontwikkelde de Noor se meteoroloog O. Vjernes een nieuwe, numerieke methode om het weer te voorspellen. Hij maakte een vereenvoudigd, wiskundig model van onze aard atmosfeer, waarin hij de factoren die het weer be palen, zoals luchtdruk, temperatuur, wind, vochtig heid, onderbracht in zeven vergelijkingen. Door deze vergelijkingen, steeds met nieuwe waar nemingsgegevens, op te lossen, konden veranderin gen in het weer van te voren worden „berekend". De methode van de Noorse weerkundige had in zijn tijd geen praktische waarde, omdat 't oplossen van de vergelijkingen zo tijdrovend was dat elke voor spelling volgens 't numerieke systeem hopeloos te laat kwam. In 1932 deed de exeentrieke Britse geleer de L. F. Richardson 'n poging om weer volgens de numerieke methode te voorspellen met behulp van een aantal tafelrekenmachines. Richardson en een groepje vrijwilligers /erkten als razenden achter hun primitieve machientjes, maar toen ze eindelijk hun vergelijkingen hadden opgelost, klopte de voor spelling al lang niet meer met het weer op dat mo- Richardson besefte dat de tijd voor de numerieke weervoorspelling nog niet rijp was. Hij schetste een, voor ons vermakelijk, toekomstbeeld van de „weer- fabriek", waarin 24.000 mensen achter automatische tafelrekenmachines onder leiding van een „reken meester" aan het oplossen van de vergelijkingen zouden werken. „Misschien", zei Richardson zal het op een dag in de verre toekomst mogelijk worden sneller te rekenen dan het weer verandert te gen kosten die slechts een fractie zijn van de bespa ringen die de verkregen informatie de mensheid oplevert. Maar dat is een droom". Richardson kon zijn toekomstvisie niet anders dan als een droom zien, want in de twintiger jaren wa ren er nog geen elektronische computers. Maar zelfs in 1956 toen de computer in wetenschappelijke centra al een vertrouwde verschijning was geworden, durf den de meest briljante deskundigen nog nauwelijks de enorme mogelijkheden van de machine voor de weervoorspelling onder ogen te zien. John von Neu mann wiens naam onverbrekelijk aan de geboorte van de eerste computers is verbonden, zei toen, dat het voorspellen van het weer over een termijn van meer dan twee dagen de ingewikkeldste en moei lijkste natuurkundige en wiskundige puzzel was, die men ooit had bedacht. Na bijna 12 jaar later gelo ven veel vooraanstaande meteorologen dat de puzzel tenslotte wel zal worden opgelost door 'n gelukkig huwelijk tussen menselijk vernuft en het onmense lijke prestatievermogen van computers. De meteorologen in De Bilt hebben al een aantal jaren ervaring met weervoorspellingen via de nu merieke methode. Zij hebben bij dit experimentele werk gebruik gemaakt van een computer van de technische hogeschool in Delft. Er is natuurlijk ook veel profijt getrokken uit ervaringen die zijn opge daan in Amerika, waar weervoorspelling met com puters al dagelijkse routine zijn. Voor de numerieke voorspellingsmethode is het aardoppervlak voor De Bilt zijn vooral de Atlan tische Oveaan en Europa belangrijk bedekt met een rooster van lijnen. Voor elk snijpunt van twee lijnen berekent de com puter volgens de vergelijkingen de veranderingen in luchtdruk, temperatuur en wind enz. Zo wordt voor alle punten een voorspelling opgemaakt over een termijn van vijf. tien of vijftien minuten. De uitkomst daarvan wordt weer als basis gebruikt voor een volgende voorspelling en zo wordt het re- Weersvoorspelling wordt steeds meer werk van robots kenproces steeds herhaald totdat een voorspelling voOr 24 of 48 uur of langer is bereikt, Om een voorspelling voor 24 uur te berekenen moet de computer meer dan een miljard elementaire he- werkingen. zoals optellen, aftrekken, delen of ver menigvuldigen. uitvoeren. De doorsnee-computer doet daar anderhalf uur over. De snelste Ameri kaanse computers doen het in 17 minuten. De numerieke voorspellingsmethode, hoe slim ook in elkaar gezet, staat of valt met de kwaliteit en kwan titeit van meteorologische waarnemingen. Het roos- Ier, waarop de computer zijn berekeningen toepast, veronderstelt een groot aantal meetpunten in ver schillende lagen van de atmosfeer. In Europa is een dicht net van waarnemingsstations. Schepen en vliegtuigen doen voortdurend waarnemingen op hun trans-Atlantische routes. Maar grote stukken van de Atlantische Oceaan, waar vaak „ons" weer wordt ge maakt, zijn betrekkelijk arm aan meetpunten. Om een duidelijke momentopname van de gebeurtenissen in de aardatmosfeer te krijgen zouden er duizenden meetpunten op tien verschillende niveaus in de dampkring moeten zijn. Die zijn er nog niet, maar ze zullen er waarschijnlijk in de niet al te verre toe komst komen. Dr. Philip D. Thompson en dr. Walter O. Robets van het Amerikaanse nationale centrum voor atmosfe risch onderzoek, hebben in The Christian Science Mo nitor voorspeld dat de aarde over tien jaar praktisch helemaal omgeven zal zijn door een meteorologisch netwerk, dat alle gebeurtenissen in de atmosfeer sig naleert en aan de hand daarvan langlopende voor spellingen mogelijk maakt. De „World Weather Watch", die thans in oprichting is, zal gebruik ma ken van weersatellieten, duizenden vrij door de ar- mosfeer drijvende ballons en robot-weerstations, die in woestijnen, op bergtoppen, in de poolgebieden en de oceanen jaren lang hun werk doen, zonder dat een mens er naar omkijkt. Alle waarnemingsgege vens zullen naar de drie wereldcentra van de Wereld Weer Wacht 6tromen: Moskou, Washington en Mel bourne. Reusachtige computers zullen omstreeks 1978 weervoorspellingen voor twee weken of langer De twee Amerikaanse deskundigen verwachten dat de snelheid en capaciteit van computers over tien jaar vijfhonderd keer zo groot als nu zal zijn. Deze flitsende snel werkende machines met hun bijna on uitputtelijke geheugens zullen waarschijnlijk nog veel belangrijker werd kunnen doen: het onderzoeken van ons klimaat en de invloed die de mens daarop uil- oefent. Zal de groei van monster-agglomeraties, zo als BOSNY-WASH (Boston. New York en Washing ton aan de Amerikaanse ooskust of om wat klei - nors te noemen de Randstad Holland iets ln 't kli maat veranderen? Heeft de mens door het ploegen vnn de aarde, het bedekken van het land met asfalt en beton, het vervuilen van de lucht met allerlei gas sen al iets in het klimaat van de aarde veranderd? De huidige, geringe kennis over dit probleem, dat 'ln de toekomst voor de mensheid een zaak van le ven of dood kan- worden, laat alleen nog maar spe culaties toe. Dr. Reidd Biyson van de universiteit van Wisconsin bijvoorbeeld, heeft de mogelijkheid geopperd dat de stofstormen ln de uitgestrekte RaJ- putanawoestijn in India tot een vicieuze cirkel van oorzaak en gevolg leiden, waarin meer stof meer droogte veroorzaakt, meer droogte meer stof, enzo voort, Kan de mens hier ingrijpen cn barrières plan ten of bouwen, die het stof vasthouden en de nood lottige ontwikkeling omkeren? Zuurstof Een ander, nog nauwelijks onderzocht vraagstuk is dat van de zuurstofhuishouding in de dampkring. De zuurstof die mensen nodig hebben om te kunnen ademen en die in gigantische hoeveelheden wordt verbruikt bij allerlei industriële verbrandingsproces sen, moet voortdurend worden aangevuld door plan ten. Dr. Lamont C. Cole van de Amerikaanse Cor- nell-univcrslteit maakt zich met ander deskundigen zorgen over de zuurstofvoorraad op aarde. Volgen» Cole is het plaatselijk evenwicht tussen verbruik en produktie van zuurstof in de industriestaten Japan en Amerika misschien al verstoord. Het verbruik van zuurstof is hier en daur groter dan de produktie. Het feit dat do lucht waarin zich 20 procent zuurstof bevindt om de aarde stroomt, lost de problemen van de industriestaten nog steeds op. Er zijn enige tijd geleden plannen gemaakt voor de bouw van sleden en industrieën ln het dal van de Amazone. Daan-oor zouden dan grote stukken van de Braziliaanse regenwouden moeten worden gekapt. „God zij dank zijn die plannen niet doorgegaan", aldus Cole, „want die bossen produceren zuurstof De wereld kan zich volgens de Amerikaanse onder zoeker niet tot in het oneindige blijven ontwikkelen /onder zijn evenwicht in gevaar te brengen. „Veel landen die tegenwoordig onderontwikkeld worden ge noemd. zijn in werkelijkheid staten, die ln het ver leden door een overontwikkellng zijn geruïneerd" lerjugend. het eerste Amerikaanse Thompsonmachinegeweer uit 1928. des tijds bij de onderwereld zeer in trek. en ook nog de stengun. Tot zijn collectie pistolen en revolvers behoren o.m. een cilinderrevolver uit 1875, gemaakt in Frankrijk, en een antiek gaspistool. Tenslotte wijst de heer Klooster nog op een lans. Het is een lang exemplaar, dat tegen de zolder van zijn „wapen kamer" hangt! Het is een Ullanenlans, afkomstig van het Pruisische leger, het laatste legerkorps, dat nog met lansen was uitgerust. Bij de slag om Warschau in 1939 zijn deze lansen nog gebruikt. Men mag met recht hopen, dat deze particuliere verzameling binnenkort voor iedereen in Enkhuizen te bezich tigen zal zijn. Een collectie geweren uit de wapenverzameling van de heer Klooster. Tegen de wand een Thompsonmachinegeweer alt 1928, het eerste wapen van deze fabriek. Het werd in de dertiger Jaren veel door de Amerikaanse onderwereld gebruikt. PARIJS De positie van generaal De (iaulle levert voitr Journalisten en boeken - schrijvers menigmaal moei lijkheden op. Want De (iaulle heeft een dubbele (uit'tle. HU Is onaantast baar als staatshoofd, maar trgelUkrrtUd aanvechtbaar omdat HU leider U van dr gaullistische partU- Er is op het ogenblik een ■«title kritlrl arbU de n uit te (iaulle. De heer Fontvlellle-Alquler heeft een boekje van 167 bladzijden geschreven onder de titel „Oneerbiedigheid Men kan rüet bepaald zeg gen dat hij in zijn boekje meer een pamflet een bewonderaar ls van het .staatshoofd en van de gene raal als politieke figuur. Hij geeft zijn kritiek ongezou ten en zegt onder meer dat hot voor De Gaulle een soort seksuele bevrediging is als hij de menigte ingaat en links en rechts handen schudt. Dat met De Gaulle de draak wordt gestoken, is ln Frank rijk niets bijzonders. Het spotblad Le Canard Enchai- nè staat iedere week vol prenten en teksten, die voor het prestige van het staats hoofd niet bepuuld bevor derlijk zijn, maar iedereen, lacht erom en nog nooit is het in het hoofd van een rechter opgekomen om het blad le vervolgen of te ver bieden, wat gelijk zou staan met een geestelijke revolutie ln Frankrijk. Men schrijft tegenwoordig ander.s dan vroeger, heeft de uitgever ln' de bonk der beklaagden gezegd. Maar ook in de zestiende en ze ventiende eeuw zijn heel wat pamfletten verschenen, en de toenmalige monar chie ls er niet onder bezwe ken en het volk 1b de mo narchie trouw gebleven. Ook die pamfletten waren fel van taal. Wat een man als Hendrik IV niet heeft belet een van die pamflettisten aan zijn tafcl uit de no digen. De heer Fontvlellle heeft geschreven wat ieder een van De Ouule denkt. Vanzelfsprekend heeft ook de schrijver zelf als beklaag de niet gezwegen. Als het niet waar ls wat Ik heb ge schreven, zei hij tot de rechter, waurora heeft men mUn beweringen dun niet ln het openbaar weerlegd? Er zitten toch ln de omgeving van De Gaulle voldoende lieden die vuurdlg zijn met de pen. De gaullistische par tij beschikt over een eigen krant, maar dat die niet ge lezen wordt, is niet mijn schuld. Bovendien ls er ook nog de almachtige radio waarvan de regering zich eenzijdig meester heeft ge maakt. Als getuigen had de ver dediging mannen opgeroe pen als Daniel Mayer, voor zitter van de liga voor men senrechten, en Mitterrand, die thans voorzitter is van de democratische socialisti sche federatie, Mag men tegenwoordig niet meer zeggen, vroeg Daniel De Guulle denkt. Inderdaad ra ken bepaalde passages in het boek het seksuele leven. Muur ln dut opzicht heeft De Gaulc zelf het voorbeeld gegeven. In zijn gedenk schriften zpgt de generaal woordelijk: ,,lk wil dut het volk mu ziel. zoals God mij heeft genwakt". De Oaulle schrijft over „vleselijke ban den" met het volk. De openbure aunklager gaf Ln zijn requisitoir toe dot de president van de republiek tegenwoordig een andere is geworden dun vóór 1958. Muar ook al neemt hij actief deel aan de politiek, hij la en blijft staatshoofd. HIJ eiste straffen, zonder van die straffen een nadere om schrijving te geven. En de confiscatie van het boek. De rechtbank zal op 26 maart uitspraak doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 13