EX- MIJNWERKER EIGENAAR VAN PRIVÉ- DIERENTIUN Computermens lost zijn problemen op in laboratoria ZATERDAG 17 FEBRUARI 1M (Van ei onzer verslag geveral l»e winter lijft over bet Zuidlimburgse heuvelland. „.Mijn beren en wolven en ook mijn leeuwin Cora hebben daar nog «een last van, maar voor mfln kaai mannen. slangen cn krokodillen en vooral voor mijn civetkat la het toch al te koud. Ik heb se daarom maar In huis gehaald". I)e man. die ons dit segt is de 46-Jarige ex-mijnwerker Leo Loo- 7en. We zitten met hem te praten in de keuken van zijn buis aan de voet van de Hulsberg In Hulst-Simpelveld. Het is een alleenstaand huis met een grote ruimte erachter, die volgebouwd Is met hokken. En in al die hokken leven beesten, In totaal meer dan hon derd stuks, van watervlugge fretjes tot vals kijkende prairiewolven en dik ln hun vacht zittende bruine beren toe. Leo Loozcn is waarschijnlijk de enige man in West-Europa, die er louter en alleen voor zijn plezier een dierentuin op na houdt, die in de zomer voor leder een gratis toegankelijk Is. WH een be zoeker een kleinigheid in een collecte bus stoppen, dan mag hU dat doen. „Maar het moet niet", zegt Leo Loozen. Een man, die er een dozijn grote roof dieren op na houdt, waaronder een prachtige twee jaar oude leeuwin, twee kraagbe-ren, drie bruine beren en drie wolven, moet wel schatrijk zijn, al was het alleen maar om zijn meer dan hon In de keuken Is Iedere centimeter ruimte door iets ingenomen. jf" derd dieren dagelijks te voeden. Het tegendeel is het geval. Leo Loozen is ,een jaar of drie geleden wegens her nia vroegtijdig ali> mijnwerker gepen sioneerd. Hij had er toen 28 jaar on dergrondse en twee jaar bovengrondse mijnaroeid op zitten. Zijn pensioen is het enige vaste inkomen, dat hij heeft. Daar moet hij een vrouw en drie kin deren van onderhouden en zoals we reeds zeiden meer dan honderd dieren, waaronder veelvraten. Piste-lucht In zjjn door een fornuis behaaglijk verwarmde keuken vertelt Leo Loozen ons hoe hij dit lapt. In die keuken is precies plaats om aan de tafel, die ln het midden staat, te gaan zitten. Voor de rest is iedere centimeter door iets ingenomen. In een kast ligt een prach tige buli-terrier met vijf puppies, die smakkend aan haar tepels zuigen. Vier boxers van een week of zes oud schar relen zo maar wat rond. Naast het fornuis staat een grote teil, waarin vier kleine kaaimannen met htm staart af en toe kletsend in het water slaan. Aan de andere kant van het fornuis zit in een houten kist een civetkat, die bezig is een spreeuw te verscheu ren. Daar tussendoor staan tientallen dozen, kisten en zinken teilen met witte muizen, ratten en ander klein gedierte. Een plekje tussen kast en tafel biedt nog juist plaats voor de kinderwagen, waarin het twee maan den oude dochtertje tevreden ligt te neuriën. Van de penetrante pistelucht, die haast tastbaar in de keuken hangt, schflnt de baby zich niets aan te trek ken. Leo Loozen en zijn vrouw trou wens ook niet. Rattenkwekerfl „Niemand, die mijn dierentuin be* zoekt", zegt Loozen, „krijgt het onder Aan de voet van de Hulsberg huilen de wolven zijn muts hoe ik dat rooi. Al dat voer is toch niet te betalen, zeggen ze. Dat klopt. Als ik het voer moest kopen, had ik m'n dieren al lang moeten op ruimen. Ik krijg praktisch alles voor niets. Hier in het dorp zijn twee grote slagerijen en een kippenfarm. Ik ben een geboren en getogen Simpelveldse -jongen-enmet die slagers heb ik nog in de schoolbanken gezeten. Zij geven mij al hun afval. Bij een paar bakkers krijg ik broodafval, en in het tuindorp spaart iedereen aardappelschillen, oud brood, groenteafval enz. voor me op. Zij zetten het vrijdags aan de deur en 'dan haal ik of mijn vrouw het met ons ponykarretje op. Zelfs de kinderen uit de buurt werken mee. De spreeuw bijvoorbeeld die de civetkat juist aan 't oppeuzelen is, had een jongetje op weg naar school halfbevroren in de sneeuw gevonden. En dan heb lk mijn eigen muizen- en rattenkwekerij voor de dieren, die levend voer moeten heb ben, zoals de kaaimannen en de slan gen. Ik heb altijd een kleine honderd stuks ratten, witte, bruine en gevlekte, in voonaad. zy zijn gemakkelijk te voeren en vermenigvuldigen zich even snel als ze opgeruimd worden". 800 dassen „Maar dan blijven er toch nog de aan- aahaffingskosten van bepaalde grote dieren, zoals de leeuwin", vragen we Leo Loozen. „Dat valt mee", antwoordt Ihij. „Een volwassen beer of leeuw is natuurlijk niet te betalen. Ik krijg de dieren dan ook altijd als ze heel kledn zijn en lk ruil veel. Mijn leeuwin Cora heb ik bijvoorbeeld gekregen, toen zy vier maanden oud was. Tegen Pasen kryg ik waarschijnlijk nog 2 jonge leeuw tjes, die ik dan zelf groot moet zien te krygen. Dat is veel werk, maar als ze volwassen zijn, vertegenwoordigen ze een grote waarde". Leo Loozen heeft vanaf zyn prilste jeugd met dieren geleefd. „Als schooljongen", zo vertelt hij, „had lk al het hele huis vol zitten met hagedissen, salamanders, witte muizen, sierduiven, krielkipjes enfin met alle kleinvee dat ik maar te pak ken kon krygen. Toen ik ouder was, ben ik me op de dasaejaöht gaan toe leggen en fokte lk voor dit doel bull- terriers en boxers. In 18 jaar tyd heb ik byna 300 dassen gevangen". „Wat deed u daarmee?" Dassenvet „Slachten", zegt Leo Loozen. „ÏJasse- haar werd goed betaald. Daar maken ze penselen en scheerkwasten van. En het vet van een das is zeer genees krachtig. Kilo's d&ssevet heb ik weg- BEREN, LEEUWIN, KAAIMANNEN, SLANGEN, KROKODILLEN, CIVETKAT EN OOK WAT FRETJES gegeven aan mensen, die leden t.b.c., astma of bronchitis. Of die open wondjes hadden. Voor al die kwalen Is er niets beters dan dassevet. My ging het echter voornamelijk om de sport. Hele nachten trok lk met de honden door de velden en als lk een das had gevangen in een gebied, waar er veel waren, liet ik hem weer vrij. Dit heb ik tot ongeveer een jaar of acht. negen geleden gedaan. Toen werd de das een beschermd dier en de Jacht erop verboden. Natuuriyk ben ik er toen mee opgehouden, maar toen zat ik ook met mijn honden. Ik ben hokken voor gaan bouwen en zo ls myn dierentuin ontstdan, omdat ik een hobby wilde hebben. Ik heb nog nooit gerookt en in een café ziet i my ook niet. Een man moet toch Iets hebben. Nou. deze dierentuin geeft r volop werk. Vooral met het verzorgen van de hokken heb ik mijn handen vol, want ik wil gezonde dieren heb ben. Mijn vrouw heeft er ook liefheb berij in en helpt me zoveel als zij n Toekomstplannen Ondanks zijn hernia, die hem hele da gen het werken onmogeiyk maakt, heeft Leo Loozen nog grote plannen voor de toekomst. Hij spreidt een paar zelf ontworpen tekeningen voor uit en licht die nader toe. „In het voorjaar ga lk hier een piste bouwen met looprennen naar de bere- en leeu- wehokken. Ik ga de dieren dan zelf j dresseren. Ook probeer ik er nog poema en een panter bij te krygen, want van roofdieren houd ik het meest. Iedereen mag dan gratis komen ky- ken, want om het geld is het my niet te doen. Dieren houden is nu eenmaal mijn grote hobby en ik ben niet te lui om de hele dag voor hen te werken". (Van een onzer redacteuren Barre stellingen van een rechtlijnig denker Zal de bètamens toch spelen? De alfacultuur behoort tot het verleden. Ze heeft afgedaan en is museummateriaal geworden. De alfacultuur zijn wij. U, ik, wij allemaal. Onze waarden en normen en ook onze geestelijke en politieke bewegingen zijn nog gevormd in een vorig tijdvak en de problemen die zij stellen zijn voor een groot deel achterhaald. Wij zijn gekomen aan het einde van het begin van de menselijke beschavingDe vragen van leven en dood, van lijden en geluk en ten dele van goed en kwaad zullen uiteindelijk worden opgelost in de laboratoria en niet door de haarkloverijen van filosofen die ten onrechte weigeren computers en biotechniek als alleenzaligmakend te beschouwen- En mocht u nog aan dit alles twijfelen: dr. C. W. Rietdijk heeft het zelf gezegd. Dr. C. W. Rietdijk heeft trouwens al eerdey wat gezegd. Zyn eerste boek lokte nogal wat reacties uit. Een al te yverige politicus wilde de auteur zelfs laten opsluiten omdat hij de grondslagen van de maatschappy zou ondermynen. Dat was zonder meer overdreven. Dr. Rietdyk namelijk ondermynt niets. HIJ denkt even rechtlijnig ais een elektronisch brein en iiet zou hem waarschijnlijk niets kunnen schelen als hy daar morgen ook ln veranderd werd. Hy zou zich dan, integendeel, als een vis in het water moeten voelen. Zijn tweede en jongste boek is moellyk samen te vatten. Men kan mèt de uitgever beweren, dat hy ln een aantal stellingen een basis wil leggen voor een visie op mens en wereld, die past in een „brave new world" en dat hy van de komende technisch-ratlonele omwenteling de oplossing verwacht van grote menaeiyke problemen, zoals die van de seksualiteit, de eenzaamheid en de angst. Dat hy zich keert tegen degenen, die de rede wantrouwen en dat hij een meedogenloze analyse geeft van de gangbare opvattingen in de literatuurDat is zo ongeveer wel een samenvatting, maar men doet er de schrijver ernstig De eenennegentig stellingen van dr. Rietdyk akelig en merkwaardig knap moet men lezen en woordelijk ondergaan. Men hoort dan onmiskenbaar het geluid van een computer. Fascinerend, kil, onpersooniyk. Alles ten dienste van de mens. Maar hoe Citaten Enkele citaten: 4 „De ontwikkelingen in de genetica en de moleculaire biologie in het algemeen kondigen de belangrijkste omwenteling aan uit de gesohiedenis. De hierdoor mogeiyk wordende verbetering van de kwaliteiten van het menseiyk geslacht la voor de oplossing van de fundamentele levensvraagstukken van meer betekenis dan alle moralistische, theologische en literaire bespiegelingen uit het verleden. Met name de centrale problemen inzake de dood, de angst, de erotiek en de seksuele aantrekkeiykheld en eveneens die van de onderlinge menaeiyke concurrentie, nayver en aggressie kunnen langs deze weg belangrijk nader tot een oplossing worden gebracht, ten dele omdat begeerde goederen en kwaliteiten van intellectuele, erotische en andere aard op welhaast industriële schaal ter beschikking staan". „Optimaliseer het geluk van levende wezens. Dat wil zeggen: maak de som van dit geluk zo groot mogelijk. In alle gevallen waarin niet valt te bepalen hoe dit doel kan worden bereikt, vervalt de zin van de ethiek". „Elke opvatting van „waarheid" in een andere dan de wetenschappelijke betekenis is een zinloos begrip en wordt slechts gehanteerd om willekeurige vooroordelen een schijn van gewicht te verlenen". „Het valt niet te verwonderen, dat de stelling, dat de mens en de onderlinge menaeiyke relaties uiteindelijk „ln formules zyn uit te drukken" en dat het menseiyk geluk afhangt van de bevrediging van een aantal ln beginsel formuleerbare verlangens, op veel weerstanden stuit. Dan komt lmmera de basis te ontvallen aan de onzekerheid met de daarvan afgeleide angsten enz. waarop onder meer de meest Irrationele autoriteit is gegrondvest. Alle bedrog zou ln principe ontmaskerbaar worden, evenals alle vormen van mysterie en geesteiykc troebel-watervisserij" Geen twyfela voor dr. Rietdyk. zyn zekerheden (het boek ls niet bespiegelend, maar bevat louter keurig genummerde stellingen!) *yn ever stellig en onweerspreekbaar ala die van een elektronisch brein. Hy mag da twijfel ook geen kans laten, omdat het nieuwe, „postchristeiyke" tijdperk de twyfel heeft uitgebannen. De wiskunde immers kent geen twyfels. Als de mens werkelijk vrij wil worden, moet hij zich onderwerpen aan de formules die de computers hem zullen verstrekken. Twijfels, bespiegelingen en relativeringen leiden tol besluiteloosheid, tot culturele onbeweeglijkheid. Vandaar dat dr. Rietdyk ook niets moet hebben van de moderne literatuur en bepaalde dominerende levensopvattingen ..Te weinig realiseert men zich", zegt hij, „dat de afwezigheid van bewogenheid de meest voorkomende oorzaak ls van conformisme". Bovendien vindt hy de iiedendaagse literatuur conservatief in die zin, dat zy suggereert dat de werkelijke menseiyke problemen op het strikt persoonlijke vlak zouden liggen en dat de „organisatie van het geluk" onmogehjk zou zijn. Van de spelende mens en al dat ludieke gedoe heeft hy een grondige afkeer. Ze zyn er mede verantwoordelijk voor, dat de werkeiyke problemen en de rationele organisatie van het geluk niet krachtig genoeg worden aangepakt. De auteur ia ervan overtuigd, dat de aarde over 250 jaar een paradijs aal zy'n, wanneer al*hans de komende eeuwen een gelijke mate van vooruitgang zullen tonen. Twyfel aan het kenvermogen van de wetenschap Ir volgens hem maar al te vaak «en uiting van het ontbreken van goede wil. En voorzover het dat niet is. moet men aan domheid gaan denken. Ongenadig rekent hy af met de laatste vertegenwoor digers van de alfacultuur. „Onze schrijvers", zegt hij, „hebben niets meer te zeggen. Ze zetten stukjes in het Hollands Maandblad en ze verschynen in Dubbele Reuzenpockets, waarvan de letters steeds groter en de bladzijden steeds witter worden. Die worden besproken in de N.R.C. en staan in de boekenkast van mensen, die wintersporten en in de Bijenkorf kopen. Ze schrijven niet over iets. Ze schrijven goed. Ze zijn in. Laten wy niet meer over hen spreken". En onze staatslieden „Na de troonrede roepen zy driemaal hoera. Zij klagen niet meer aan. Ze laten de godsdienst, de goede zeden, de koning en de mhchtigen van de aarde voor wat zy zijn. Het zyn goede ambtenaren. Nog maar weinigen interesseren zich voor hen". En over ons „De journalisten onthullen niet meer. zy Interviewen Rudi Carrell en Anneke Grönloh. Daar vragen hun lezers om. Of ze beseffen hun verantwoordeiykheid. Daar vraagt hun carrière om. Enkelen dopen hun pen ln vitriool. Die zijn van rechts. De linksen denken gematigd en genuanceerd. Hun gemiddeld I.Q. is lager dan dat van de onderwyzers". En over de progressieven j „Om hen is het stil geworden. Sommigen van hen spreken over medemenseiykheid, weer anderen over integratie en volwassen seksualiteit. Ze doen geen vlieg kwaad. Ze zijn een beetje halfzacht geworden. Laten wy medeiyden met ze hebben Rietdijk vergeeft liet de middelmatigen niet, dat middelmatig zijn. Hij houdt van mensen, beweert hij. die het voor liefde, gevoeligheid, serieusheid en intelli gentie niét met een schamel zesje moeten doen. Wat de anderen betreft, zegt hij Nietzsche na: „Hen hale de duivel en de statistiek!" Rietdyk vraagt geen bijval. Waarom zou hy ook" Computers immers vragen ook geen applaus! De wereld van de toekomst (en de toekomst ls al be gonnen) zal een wereld zijn van mensen, die geen haat en verachting meer kennen. Een wereld van super- individuen, die niet meer naar de wintersport gaan, niet ln een grootwarenhuis hoeven te kopen en wier intelligentie ver boven die van onderwyzers verheven is. Een goede wereld dus. Of raakt de computer nu toch defect? We dachten even, dat we iets gemeen hoorden knarsen. Dr. C. W. Rietdijk: Een filosofie voor •l cybernetisch-biotechnische t(jdperk Van Gorcum en Comp. N.V., Assen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 12