treinen,
bussen
en taxi's
verschieten van kleur
EEN HUISDIER
DEN HAAGUTRECHT De kersverse decreten der
Franse modekoningen komen voor een belangrijk deel van
de Nederlandse vervoerders te laat. Feraud kan vanaf zijn
fluwelen rotsje nog zo hard roepen, dat de wereld zich in
zwart-wit pied-de-poule moet storten, Balmain mag dan ex
cathedra voorschrijven om alles blauw blauw te laten: de ver
voerders lachen er alleen om, want zij hebben al gekozen.
Voor geel. De Nederlandse reiziger zal zich in de komende
maanden moeten voorbereiden op een invasie van gele trei
nen, gele bussen en gele taxi's. Daar helpt geen moedertje
lief aan.
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1868
De Nederlandse Spoorwegen (nahij
gend van een verlies van 100 miljoen)
heeft de omzwaai van vertrouwd va
derlands groen naar hip kanariegeel
gemaakt aan de hand van 't Haagse
ontwerpersbureau Tel Design, dat
reeds in 1966 opdracht kreeg de make
up van zijn semi-staatscllënt ingrij
pend te wijzigen. De stations, die on-
voorouders met groot gevoel voor
smakeloosheid uit de drassige grond
trokken, lieten ze voorlopig onge
moeid, maar het vertrouwde groen op
de treinen moest er gelijk aan geloven.
„Aanvankelijk", aldus de heer Meins-
zan de Persdienst van de Spoor
wegen, „heeft een groot aantal kleu-
i meegespeeld, maar de meeste vie
len vroeg of laat door de zeef. Oranje
geel hielden het uiteindelijk het
langst vol. Oranje had in het begin
een flinke aanhang, omdat men
Seloofde in de waarde van die kleur.
Dat het achteraf toch geel is gewor-
ta, verbaast me niet, want de men-
lea, die in ons bedrijf het gevaarlijkste
Rïïrk doen, dragen al jaren gele ves
ten. Eén van onze ploegbazen is er
ifiaertijd mee begonnen na een dode
lijk ongeluk in de buurt van Rotter
dam. Hij pootte gelijk zijn vrouw ach
ter de naaimachine en liet een helgeel
vest maken. Dat deed ie beslist niet,
omdat ie zo nodig modern moest zijn,
maar uit veiligheidsoverwegingen.
Voor hem was het allang een uitge
maakte zaak, dat geel hem de grootste
kans gaf om opgemerkt te worden".
Tel Design is ook nog tot andere
conclusies gekomen. Na een screen
test van geel bleek, dat deze kleur
teer opvallend is, daarnaast dynamiek
en kracht symboliseert. Stuk voor stuk
dus eigenschappen, die een noodlijdend
spoorwegbedrijf best kan gebruiken.
Het aggressieve karakter van de kleur
geel is al sinds mensenheugenis de
vatte uitmonstering wan de haat) werd
in een later stadium nog wat afgezwakt
met een zweem oranje, die van het
geheel een langgerekte boterbloem
maakte.
Molensteen
De scepticus maakt hierbij wellicht de
kanttekening, dat een bedrijf met een
molensteen van 100 miljoen gulden om
de nek, wel wat anders te doen heeft
dan met de verfdoos te spelen, maar
daar vergist hij zich toch in. De prak
tijk heeft namelijk uitgewezen, dat
juist bij het openbaar vervoer de pre
sentatie, de stijl en de kleur van het
materiaal doorslaggevende factoren
kunnen zijn om de kas te spekken.
Een frappant voorbeeld daarvan levert
de Ameriaanse luchtvaartmaatschap
pij Braniff International, die in 1965 het
lang niet misselijke verlies van 70 mil
joen dollar leed. Na deze aderlating
nam de zieltogende directie de ont
werpster Mary Wells in de arm, die
zonder blikken of blozen adviseerde
alle vliegtuigen, bussen en verder rol
lend materiaal van Braniff in roman
tische pasteltinten te schilderen tenein
de van het vliegen één dolle boel te
maken. Twaalf maanden later zat de
zelfde maatschappij alweer boven de
rode streep en maakte een bescheiden
Catacombe
De publicist Hans Ferree, provocateur
om den goed belegde brode is onlangs
in zijn „prikkels voor die lauwe lam
melingen in de politiek", fiks van leer
getrokken tegen het verlies van de
Spoorwegen: „Dat betekent", schrijft
hij, „dat wij per gezin ongeveer 25
piek in 1967 aan de Spoorwegen heb
ben moeten betalen zonder daar zelfs
een perronkaartje voor terug te ont
vangen. Dat is natuurlijk een verdomd
vervelende zaak en het wordt tijd dat
wij de Spoorwegen gezond maken. Het
probleem is, dat steeds meer mensen
een hekel krijgen aan de trein, maar
die hekel neem je niet weg do< de na
delen van de auto op te sommen. Dat
is negatief, lui en oncreatief. Waarom
hebben de mensen immers een hekel
aan de trein? Omdat de trein en alles
wat ermee te maken heeft de somber
heid van een catacombe uitstraalt. De
stations zijn somber, de wachtkamers
zijn somber, de treinen zijn somber.
De spoorwegen vertegenwoordigen nog
steeds de beklemmende grauwheid
van de industriële revolutie van de vo
rige eeuw. Daarom appelleren ze niet
meer aan een publiek, dat opgroeit in
het marketingtijdperk, waarin elke
onderneming om het hardst zijn best
doet om de consument te gerieven
door hem te verleiden. Als de NS ooit
klanten willen winnen, die uit eigen
vrije wil de trein zullen nemen en niet,
omdat de verstikking van het wegver
keer hen ertoe dwingt, dan zullen zij
een opgewekte sfeer moeten creëren.
Dit is echter iets, dat niet tot de fos
siele geesten van de machthebbers in
het treinwezen schijnt door te dringen.
Zij hebben nog altijd de mentaliteit
van ondernemers uit het produktie-
tijdperk, die tegen hun klanten zeiden:
„Vandaag heben wij gort, dus Jullie
eten gort en daarmee basta".
Ferree somt ook enige opwekkende
mogelijkheden op om de NS uit het
slop te halen: „Waarom geen vrolijke
boerenbontgordijntjes in de trein,
waarom geen dartele stewardessen in
plaats van de brave, doch weinig op
beurende conducteurs? Waarom geen
klein, leuk spoorwegdagblad in plaats
.van dat stomvervelende maandblad
Tussen de Rails? Waarom geen amu
sement in de trein? Continue pro-
GEEL GEEFT
OPENBAAR VERVOER
AANSLUITING
BIJ HIPPE WERELD
gramma's van alle grammofoonpla
ten, die onze kleinkunstenaars hebben
gemaakt. U moet eens kijken, wat er
gebeurt met een groep beklemmend
zwijgende eenzelvige mensen als je
een one-man-show van Hermans of
Sonneveld draait. Blijdschap barst
open in de harten van al die mensen,
die eerst bijna vijandig tegenover el
kaar zaten".
Muisgrijze lijf
Zover als Hans Ferree zijn de wel
doorvoede kopstukkken van Tel Design
niet gegaan, maar zij hebben wel in
samenwerking met de commissie huis
stijl van de NS (wat dat ook moge
zijn) het voorzichtige mes in het muis
grijze lijf van de Spoorwegen gezet.
De eerste acht gele treinen trekken
hun voren reeds door de lage landen
en deze hippe voorhoede zal gestadig
gevolgd worden door andere uit hun
krachten gegroeide kanaries. Bij. de
NS schat men, dat de gedaanteveran
dering binnen acht jaar voltooid zal
zijn. Dan zal de hele treinvloot van
elektrische en dieselpersonenwagens
(in totaal tegen de 900 stuks) een gele
uitmonstering hebben.
Opmerking van Tel Design: „Wij heb
ben die kleur ook gekozen, omdat het
verfrissend werkt in onze over het al
gemeen sombere stationsgebouwen.
Daarnaast was er een zuiver techni
sche kwestie: de verf, die op de trei
nen wordt aangebracht, moet tenmin
ste acht jaar mee gaan zonder te ver
kleuren. Proeven hebben aangetoond,
dat geel zich bijzonder goed houdt".
Flauwekul
Wat Tel Design A raison van een vor
stelijk honorarium uit de beschikbare
geesten wrong, had de Haagse taxi-
ondernemer J. P. M. Kohier overigens
al maanden eerder in zijn dooie eentje
uitgevonden. Met smaak herinnert hij
zich allereerst, dat hij in 1958 de eer
ste was, die daklampen met de aan
duiding „TAXI" op zijn wagens mon
teerde. „En wat riepen de collega's?",
zegt hij met overwinningslach. „de
collega's vonden het allemaal flauwe
kul. Verspilde moeite. Weggegooid
geld. Nu is het 1968, tien jaar latei
en toevallig is diezelfde daklamp op
eens verplicht gesteld.
In augustus ben ik begonnen met de
gele taxi's. Uitgerekend in Den Haag.
Ik weet, wat u op de lippen brandt. U
wilt zeggen, dat een stad als Den Haag
de taxi beschouwt als een statussym
bool, dat de Hagenaars de indruk wil
len wekken, dat ze in hun eigen wa
gen rondtoeren. Mag ik u wat zeggen
meneer: al die fabeltjes over kale
kak zijn verzonnen door het bedrijfs
leven. Daar klopt in de praktijk niks
van. Natuurlijk zijn er in een stad
met 600.000 inwoners altijd een paar
gekken, die een lila taxi bestellen, om
dat ze in een paarse jurk naar de
schouwburg moeten, maar dat zijn uit
zonderingen. Vandaag hadden we nog
een vrouw, die één van onze gele
taxi's weigerde. Ze keek de chauffeur
aan en zei: „Uw wagen is geel, uw
das is rood. Neen, ik wacht toch lie
ver op een andere wagen". Nou, dat
mag ze dan van ons.
Ik ben op dat geel gekomen, omdat
het een lekkere opvallende kleur is.
De mensen zien zo'n wagen al in de
verte aankomen en daar gaat het in
ons bedrijf om. Wij moeten het name
lijk hebben van de mensen, die onze
taxi's op straat aanhouden. In dat ge
val hebben wij de minste lege kilo
meters en kunnen ws economisch wer
ken. Mensen, die bellen of naar een
standplaats lopen, zetten een heel ap
paraat in werking en dat kost geld.
Bij die centrale zit een eersteklas-
kracht, de aan- en afrij kilometers zijn
puur weggegooid geld en daar worden
beide partijen niet wijzer van.
Kijk naar Amerika, naar Brussel. Al
lemaal gele taxi's. Allemaal uitge
kookte jongens, die hun klanten vin
den, waar je ze moet zoeken: op
straat. Onze mooie zwarte taxi's zijn
al voorbij, voordat iemand er erg in
heeft
Voor gek
De pest is nou, dat het taxibedrijf ho
peloos achterloopt. We hebben alleen
in Den Haag al zo'n 125 ondernemers,
van wie er 90 eigen rijders zijn. Dat
zijn mensen met één taxi, waar ze zelf
op zitten met een bijrijder. Zo'n man
sjouwt zich een ongeluk en wil zater
dags en zondags met moe en de kinde
ren een eindje gaan rijden. En dat
kan niet in een gele taxi. Daar zit het
hele probleem. Privé zitten ze voor
gek in zo'n gele wagen.
Voor mij hadden die drie taxi's ook
pimpelpaars mogen zijn, als er maar
mee verdiend wordt. In het hele taxi
bedrijf hangt de zwarte vlag, er is mo
menteel niks te doen, de meeste on
dernemers zijn op sterven na dood.
Dat is de harde waarheid. De omzet
ten lopen terug, de kosten stijgen. In
1964 werden er in iedere dienst nog 17
ritten gereden, dat is inmiddels gezakt
tot 14'/«. We hebben met cijfers aange
toond. dat we zestig cent per rit
meer moesten hebben, maar de ge
meente gaf ons dertig.
Die gele taxi's werken prima. Ik heb
nou een overzicht van zes maanden en
daaruit blijkt, dat ze meer in bedrijf
zijn geweest dan de wagens met een
andere kleur. Daarom ga ik rustig
verder met schilderen: ik wacht al
leen op een aanrijdinkje, een blikscha
de, want dat overspuiten kost ook han
denvol geld. Maar geel worden ze;
dat staat als een paal boven water".
Inmiddels hebben, de taxiondernemers
een rapport samengesteld, dat volgen
de week aan de gemeenteraad zal
worden aangeboden. Daarin wordt on
der meer gepleit voor taxi's op de zo
genaamde vrije banen. Over geel
wordt met geen woord gerept.
Wat de andere steden betreft: Amster
dam heeft het oranje dak voor taxi's
inmiddels verplicht gesteld („Een lap
middel", volgens Köhler, maar ik
kan er in komen. Ze willen de onder
nemers niet nog meer op kosten ja
gen"). Utrecht en Rotterdam hebben
enkele geel-zuwrte taxi's in hun stads
beeld. Köhler: ..Over tien jaar weten
we niet beter. Dan zijn alle taxi's geel.
Die kleur heeft zoveel voordelen, dat
je er gewoon niet langs kunt".
De drie grote Nederlandse streekver
voerders (NZHVM, WSM en Citosa,
met een gezamenlijk wagenpark van
390 bussen) willen er niet eens langs
en hebben inmiddels eensgezind beslo
ten om tot geel te verkleuren. Een
woordvoerder van deze samenwerken
de maatschappijen zegt ook waarom:
„Wij zochten een kleur-, die niet be
smettelijk is, goed houdbaar en zeer
duidelijk in het oog springend. Wij
hebben geëxperimenteerd met geel.
rood en blauw, en geel bleef uiteinde
lijk over. Onze bussen zijn nu mis
schien een beetje provocerend, maar
ze vallen wel op. Dat kan geen mens
tegenspreken. Ook over de veiligheids
aspecten zijn wij dubbel en dwars te
vreden. Onze bussen opereren voorna
melijk in de provincie, vaak op smal
le, onoverzichtelijke wegen en daar
kan een opvallende kleur op je bus
nooit kwaad".
Bordeauxrood
Bij de HTM is enkele jaren geleden de
beslissing al gevallen. Ook daar was
een college van doorknede experts
maanden in de weer en na ampel be
raad kwam de bordeauxrode kleur uit
de bus. Niet alleen voor de Haagse on
derneming. maar ook voor de openba
re vervoersbedrijven in Amsterdam,
Rotterdam en Utrecht, die hun bus-
senbezit hebben gestandaardiseerd en
gecoördineerd. „Geel" geeft een
woordvoerder gril toe, „is brutalise-
render dan de kleur, die wij hebben
gekozen. Toen wij vier, vijf jaar gele
den voor de beslissing stonden, dacht
niemand aan geel. De HTM had trou
wens slechte ervaringen gehad met
gele bussen, maar ik geef toe, dat het
een andere kleur geel was. Daarnaast
blijft het een vraag, hoever je als
openbaar vervoersbedrijf kunt gaan
met provoceren".
„Dus geen gele bussen bij de HTM'."'
„De eerste tien Jaar zeker niet", 1» het
antwoord. ..de kosten van 't overspui
ten zouden bij lange na niet opwegen
tegen de mogelijke voordelen".
Waarvan gaarne acte.
LEO THURINO
WAAR JE GEEN OMKIJKEN NAAR HEBT!
VENLO Bent u dol op beesten, maar ziet u het onderhoud als
een onoverkomelijk bezwaar, dan kan de firma Jac. Bouten uit
Venlo uitkomst bieden. Daar kun je voor pakweg een paar duizend
gulden een compleet dierenpark bestellen, bijzonder geschikt om
een woning „aan te kleden". Die beesten vragen niet om eten. Je
hebt er zelfs geen omkijken naar. De beesten, die de 45-jarige Jac.
Bouten verhandelt, zijn namelijk opgezet. In zijn zoölogisch atelier
bevindt zich Nederlands grootste verzameling opgezette dieren.
Alles bij elkaar zo'n zeshonderd stuks. De grotere exemplaren zijn
zorgvuldig opgeslagen in kisten en kratten. Er zijn beestjes bij als
muizen, fretten, krabben, wezels, papegaaien, egels (lopend en op
gerold), honden, katten en vossen, maar ook beesten als koeien, ezels,
beren, giraffen, olifanten, leeuwen, tijgers, poema's, ooievaars,
kraanvogels, apen, pauwen, geiten, varkens, panters, schapen en
pony's.
Jac. Bouten
heeft
het opzetten
in de toppen
van
zijn vingers...
Volgens de prijslijst kan men
bv. een Nienwzeelandse pa
pegaal krijgen voor 17.50.
Voor een olifant moet men
500 gulden neertellen. Hebt
u speciale wensen, dan kan
de heer Bouten daaraan vol
doen. De Venlose prepara
teur staat voor niets.
Zeemeermin
Wil men per se een pratend
paardehoofd, of een kroko
dil. die zwembewegingen kan
maken, of een zeemeermin,
dan levert hij het Zo'n zee
meermin bv. is van kunst
stof. Dat moet er natuurlijk
wel bij worden vermeld,
want de heer Bouten heeft
geen tUd om tevergeefs alle
zeeën ter wereld af te zoe
ken naar een echte meer
min. Met behulp van aller
lei technische snufjes weet
het bedrijf meestal ook de
klanten met buitensporige
wensen tevreden to stellen.
De verkoop is bij de firma
Bouten echter niet so be
langrijk als de verhuur.
Het ls het enige Nederland
se bedrijf, dat opgezette bees
ten verhuurt aan belang
stellenden in binnen- en
buitenland. Enkele prijzen:
Een krab kunt u twee weken
lang voor 5 gulden in huls
hebben (ongefrankeerd. maar
wel verzekerd). Een zittende
haas (leuk om bij een feest
dis op tafel te zetten) kost
een tientje. Voor een liggen
de kat (misschien een goed
middel om de muizen te ver
jagen) betaalt u ƒ7.50. Voor
35 zijn drinkende apen aan
een bar te krijgen. Een
meerkat als koorddanser
ko6t slechts 17,50. Een koe
(zwart- of bruinbont) is iets
duurder, namelijk 225. Een
«taande leeuw ko6t 200 gul
den. een liggende leeuwin 50
gulden minder, etc.
NTS goede klant
Wie heeft er zoal belangstel
ling voor opgezette beesten?
Jao Bouten: „Wij leveren
o.a. dieren voor exposities,
ook aan winkelbedrijven, om
de etalage aantrekkelijk te
maken. De NTS en de Ne
derlandse toneelgezelschap-
zetten met dode vogel#, die
ze ergens hebben gevonden.
Daar moet je wel mee op
passen. Al# het. beschermde
vogels zijn. dan 1# vergun
ning van de politie nodig om
se to vervoeren en te pra-
Het (ministerieel erkende)
préparateursbedrtj f werd in
1917 opgericht door Jos Bou
ten. de vader van Jac. In de
loop van de jaren heeft het
bedrijf een zeer goede repu
tatie gekregen.
Jac Bouten: .Je moet het
in Je vingen hebben. Je
kunt het niet leren, al# je
er geen aanleg voor hebt. Ik
heb twee aoons in de zaak.
Leon (19) en Jan (16). Al#
je Leon bezig ziet, dan zeg
je meteen: die heeft 't. Jan
een vak apart Dat doen we
niet zelf. We krijgen ze ut#
Thdringen in Oo«t-Duits
land. Daar zit het enige be
drijf ter wereld, dat behoor
lijke ogen kan maken. We
kopen ze met duizenden te
gelijk en verkopen de ogen
ook door. Vanwege het IJze
ren gordijn la de levertijd
wel een# een probleem. De
beesten, die wij prepareren
gaan minsten# 100 jaar me*,
tenminste al# men er geen
gekke dingen mee uithaalt
Ik ben enorm kritisch. Ik
ben niet tevreden voordat de
beesten na de preparatie mr
precies so ultelen al# lk me
had voorgesteld.
De heb heel wat vreemd# be
stellingen gehad. Voor een
kinderboerderij in het Gel
derse Epe maakte ik een
olifant met lichtende ogen
en een leeuw, die „goede
dag. tot ziens en welkom-
kan zeggen, Het spreekappa-
raatje zit ergens ln het lijf
verborgen. Dezelfde kinder
boerderij heeft on# nu op
dracht gegeven voor een zee
roeter lange krokodil, die zijn
bek kan openen en zwem- en
staartbewegingen kan maken.
Het wordt een krokodil van
plastic, maar niet van een
echte te onderschelden. Aan
een bar ln Vlersen hebben
we een sprekende paardekop
geleverd.
Kali met twee koppen
Aan een kermisexploitant
heb ik een goede klant ge
had Voor zijn attractie
bestelde hij een zeemeermin.
Ik kon hem alleen een
Een stomme papegaai voor f 17,50
Of iielit u toch liever een zeemeermin?
pen huren regelmatig bees
ten bij ons. We verkopen
verder over de gehele we
reld. b.v. aan musea, univer
siteiten en collega-prepra-
teursbedrljven ln het buiten
land Er zijn tegenwoordig
veel mensen, die klein wild
huren voor de kersttafel.
Anderen willen graag Jacht
trofeeën hebben om aan de
muur te hangen. Leeuwen,
beren en herten zijn wel het
meest populair. Het groot
ste beest, wat we hebben
opgezet, is niet een olifant
maar een lama. Die was be
stemd voor een tapijtenzaak
in Heerlen".
Waar betrekt het bedrijf de
dode dieren? Jac Bouten:
„Nou als er bv. in een die
rentuin een beest doodgaat,
dan gaat ie in de diepvries
•n kopen wij hem. We heb
ben pas een 4 meter hoge
giraf bij BIljdorp besteld.
Ria Kuiken
We kopen van Boltlni de
beer. die destijds Ria Kuiken
heeft aangevallen. Het beest
ls kortgeleden gestorven. Ze
komen hier ook vaak aan-
is beter in het timmeren. Dat
ls ook belangrijk ln ons be
drijf".
Kenners slaan de vakbe
kwaamheid van Jac Bouten
hoog aan Hoofden van uni
versitaire dierenlaboratoria
doen soms personeel bij Jac
Bouten ln de leer. Zijn
handtekening onder een ge
tuigschrift betekent, dat je
overal terecht kunt. Het
door hem gebruikte prepara-
tleprocédè is een geheim, dat
hij niet prijs geeft. Grotere
beesten worden gevuld met
plastic. Er wordt eerst een
kleimodel gemaakt van het
vereiste formaat. Vervol
gens komen de mallen aan
de beurt, waarin de vloei
bare plastic wordt gegoten.
Het plastic wordt tenslotte
netjes omsloten met de huid
Ogen doorverkopen
Joc Bouten: „De ogen zijn
heel belangrijk. Je kunt geen
tijgerogen ln een apekop
stoppen, of uileogen ln de
kop van een eend. De' ogen
moeten tot ln de kleinste
details natuurgetrouw zijn-
Het maken van kunstogen ls
plastic exemplaar leveren.
Ik maakte voor die man ook
een kalf met zes poten en
een kalf met twee koppen.
Die extra poten en tweede
kop zetten we er zelf aan.
Als de exploitant op de
Venlose kermis was, adver
teerde hij: „Er is in Arcen
een kalf met 6 poten gebo
ren. Het dier is ln onze
tent op de kermi# te
bezichtigen". „In de kermis
tent stond dan de door mij
vervaardigde „speling van
de natuur" te pronken".
Tegenwoordig handelen we
veel in dierenhuiden. Vooral
koeiehuiden zijn de laatste
tijd erg in trek. De mensen
leggen ze als vloerkleed in
hun huiskamer.
De laatste Jaren legt het
Venlose bedrijf zich meer en
meer toe op de export In
verband met het in- en uit
voerverbod van de door de
wet beschermde dieren heeft
men een dependance ge
vestigd in het Duitse plaatsje
Rheuet, ongeveer 30 km
over de grens. Jac# 35-jarige
broer Jo zit sinds kort in de
zaak en begint een soort
gelijk bedrijf ln het Spaanse
Valencia. De firma gaat zich
voorts met recreatie bezig
houden. De komende zomer
opent men een „zoölogicum"
met allerhande opgezette
dieren in Valkenburg.