miauw
NEDERLAND KOESTERT KEURKORPS
VAN RUIM EEN MILJOEN KATTEN
Haagse Tln-Tfn
HAGENAARS
SCHRIJVEN
HUN LIEFDE
VOOR POES
MET
HOOFDLETTERS
Tante Marie
heeft
in één jaar
voor
1200 gulden
verdokterd
De Nederlandse Kattenfokkersvereniging sluit het eerste, bewogen
jaar van zUn bestaan vandaag en morgen af met een internationale
kattenshow in Amicitia in Den Haag. Voor de tentoonstelling en
het concours zijn rond 400 dieren ingeschreven, waarvan bijna een
kwart uit het buitenland komt. Grote kanshebber op het felbe
geerde predikaat kampioen der kampioenen is Tin-Tin van
mevrouw Marie Verhey uit Den Haag. Met haar en haar kat had
één onzer verslaggevers een onthullend gesprek. De één miljoen
katten die niet waardig zün bevonden voor Amicitia, krijgen
genoegdoening In de tweede reportage op deze pagina.
DEN HAAG Dit is het verhaal
van felis domestica, het ontluis
terde en kortgewiekte roofdier,
dat eeuwen na het voorbijvaren
van de ark van Noach ons vader
land nog steeds een geweldige
kater bezorgt. De cijfers liegen
niet: naast 800.000 honden, 3,5 mil
joen postduiven, 4 miljoen runde
ren, 4 miljoen paarden, een half
miljoen schapen en 43 miljoen
stuks pluimvee, houdt Nederland
anno 1968 ook nog een keurkorps
van 1 miljoen katten op de been.
Overmoedige statistici spreken zelfs
over een aantal van krap 2 mil
joen, maar die schatting is de
meeste kenners toch te gortig.
De Nederlandse Vereniging tot Bescher
ming van Dieren (65.000 toegewijde le
den), die qualltat-e qua een wit voetje
heeft in het dierenrijk, weigert zelfs om
mee te doen aan die miljoenendans:
..Al die schattingen", zégt kattendes-
kundige Castelyn, „berusten op een
fictie. De katten zijn immers nergens
geregistreerd, er wordt geen belasting
voor betaald, zoals dat bij honden het
geval is. De enige indicatie geeft het
aantal inentingen, maar ook dat is
geen betrouwbaar cijfer, want het gros
van dc katten wordt nooit ingeënt".
Dat felis domestica in Nederland een
onvoorstelbare populariteit geniet, wordt
overigens ook niet door de heer Caste
lyn aangevochten. Hij vindt het zelfs
een voor de hand liggende zaak: „De
kat heeft een heel speciale aard. Hij is
veel meer op zichzelf dan een hond.
veel minder aanhankelijk ook. Maar
juist dat eigenzinnige karakter boeit
ongelooflijk. Je weet eigenlijk nooit,
wat je aan hein hebt. Het blijft een
miniatuurroofdier. dat het liefste zijn
eigen boontjes dopt. Ook dat is voor
veel mensen een aantrekkelijkheid: met
een kat voelen ze zich niet ao gebonden
als met een hond. Ze kunnen rustig
van huis gaan. als het moet zelfs een
paar dagen. De kat redt zich wel in die
tijd. Als je een hond hebt. is daar geen
sprake van. Die heeft je voortdiuend
nodig, die hangt aan je lip en bedelt
om liefde".
Een tussenvraagje: als hij door om
standigheden gedwongen zou worden
om een Keus te maken: of zijn 3 hon
den de deur uit of zijn twee katten,
wat zou hij dan kiezenHij vindt het
een vervelende opgaaf, zegt dan: ,Jk
geloof toch, dat ik de katten weg zou
doen. Misschien met pijn in mijn hart
maar mijn honden blijven in elk geval
bij me".
Zijn grijzende voorzitter professor dr.
S. Hofstra deelt zijn flat ook met twee
katten, waarvan er één zelf de deur
open doet door op de knop te sprin
gen. „Katten", zegt hij. „kun je op een
bovenhuis beter houden dan een hond.
Dat is waarschijnlijk de reden, waarom
er in Nederland zo ongelooflijk veel van
die dieren zijn. Ik kan me dat goed
voorstellen: als je hoe dan ook een
dier om je heen wilt. zonder al te veel
last van hem te hebben, is een kat ide
aal. Katten hebben ook meestal een
heel bijzonder Instinct. De mijne weten
bijvoorbeeld drommels goed. wanneer
we uitgaan. Dan worden ze onrustig.
Lang. voordat ik mijn jas aanschiet,
hebben ze me al door".
Zwerfkat
De hEind warme genegenheid van pro
fessor Hofstra wordt niet gedeerd door
vele gemeentebesturen in Nederland, die
onophoudelijk geconfronteerd worden
met een volwassen kattenplaag. De oude
opdraoht „gaat en vermenigvuldigt u"
is bij felis domestica nu eenmual niet
aan dovemansoren gezegd en de snel
heid, waarmee hij zijn nakomelingen
links en rechts in de samenleving neer-
poot overtreft de liefde der dierenvrien
den vele malen. „Het probleem van de
zwerfkat", aldus de heer Castelyn, „is
nog lang niet de wereld uit. In vele
steden wordt op grote schaal jaoht ge
maakt op loslopende katten, maar de
resultaten zijn niet bemoedigend. In
Venlo en Rotterdam heeft men overal
vallen neergezet en de katten, die daar
in terecht kwamen werden na drie da
gen pijnloos afgemaakt. Onmiddellijk
kwamen er protesten van kattenliefheb
bers. Logisch, want de harde praktijk
en het sentiment van de dierenvriend
verdragen elkaar nu eenmaal moeilijk.
Toch wijst de Dierenbescherming derge
lijke acties niet af. Het is immers een
noodzaak: als we de zwerfkat zijn gang
laten gaan. worden onze steden over
woekerd en krijgt de vogelstand een
onherstelbare knauw. Dat ze zo nu en
dan een musje verschalken is tot daar
aan toe. maar per ongeluk grijpen ze
ook een merel. Een kat zoekt instinctief
zijn prooi en denkt er niet over na. wel
ke vogel zeldzaam is en welke niet".
Schrijnend toeval
In Den Haag is enkele jaren geleden
ook op grote schaal jacht gemaakt op
de zwerfkat: de actie begon op Wereld
dierendag. een schrijnend toeval, dat de
talloze 's-Gravenhaagse dierenvrienden
prompt in het verkeerde keelgat schoot.
Katten, die hulpeloos klem zaten, wer
den 's nachts door anonieme burgers
vrijgelaten, de vallen zelf werden in de
dichtstbijzijnde gracht gekieperd. Deze
spontane tegenaanval verbaasde nie
mand. want Den Haag schrijft zijn ge
negenheid voor het dier al generaties
lang met vlammende hoofdletters. Als
enige stad in Nederland beschikt het
over een florerend ziekenfonds voor
dieren en een miniatuur-ambulance
dienst. die met een heus brandcardje en
broeder in witte jas uitrukt, als een
dier in het verkeer is gekapseisd. Even
bulten de gemeentegrens koestert het
ook op een stille Wassenaarse akker de
grootste dierenbegraafplaats van Ne
derland: hier liggen ruim 400 woefjes
en poesjes mauw na een welbesteed le
ven op de dagelijkse of wekelijkse komst
van baasje of vrouwtje te waohten. De
meeste nabestaanden hebben tussen de
treurende bomen ook nog een pittig
steentje bijgedragen tot de oeverloze
dierenliefde: de kostbare zerken van
manner en natuursteen dragen op
schriften in de prijsklas „Wij vergeten
je nooit" en „Wat de mens ons niet
heeft gegeven, gaf jij kleine lieveling".
Kat in nood
De kattenliefde van de Hagenaar is
verder exclusief uitgekristalliseerd in
verschillende verenigingen, die een dag
taak hebben aan de verzorging van de
poes en het bestrijden van elkaar On
betwiste meesteres op dit laatste floret
Is mevrouw C. J. Post-Hendriks, die in
april 1958 de tobbende snorrebaarden te
huilp snelde met haar stichting „Kat in
Nood" Zij zette haar huis aan de Van
Speykstraat wijd open voor op drift ge
raakte katten en had binnen de kort
ste keren vijftig exemplaren in haar
kamers rondlopen. Aangevuurd door
haar grenzeloze dierenliefde gaf ze haar
baan als lerares Engels op een mulo er
aan en concentreerde ze zich volledig
op haai- ideaal: een kattenstad voor de
noodlijdende dieren.
Na tien jaar onafgebroken zwoegen is
mevrouw Post door haar eigen katten
verbannen naar het berghok, waar ze
tussen de voorraden op een veldbed
slaapt. Haar meubilair heeft ze verkocht
en de kamers zijn het volledig domein
van de kattenschare, die inmiddels is
uitgebreid tot honderd stuks. Bezoekers
ontvangt ze niet, alleen voor kinderen
en een Aerdenhoutse dierenarts gaat
haar grimmige voordeur open. Ze leeft
van de opbrengst van haar groothandel
in dierenbenodigdheden, waarvoor de
buurtjeugd als onbezoldigde vertegen
woordigers optreedt. Voor de rest laat
ze zich onverschrokken verteren door
het laaiend vuur van haar dierenliefde.
„Ik weet. wat u wilt zeggen", deelt ze
IN de woonschuit Chateau
Blanc aan de Haagse Lee
manskade (de derde vanaf
de brug vermeldt het attente
visitekaartje) zijn mens en dier
gereed voor de internationale
kattenslag in de plaatselijke
feestzaal Amicitia. De Perzen
en angora's zijn gewassen,
ontsmet en zorgvuldig gebor
steld, de pijlsnelle siamezen en
birmezen hebben wederom de
verblindende hoogglans, die de
Europese concurrentie al jaren
doet verbleken. Tin-Tin, drie
voudig Kampioen der Kampioe
nen en onweerstaanbare prijs
breker op alle exposities, heeft
zijn lome, crèmekleurige lijf
omstandig gedrapeerd op de
nieuwe vaatwas machine en
staart vanaf die witte troon
met superieure minachting naar
het gewoel beneden.
Van tante Marie mag ie, want straks
zet hij immers weer een nieuwe
kroon op haar levenswerk. Dan zit
hij op zijn fluwelen kussentje sto-
stend volmaakt te wezen en dwingt
hij de keurmeesters om het mooiste
lint rond zijn snorharen te hangen.
„Dat beest", zegt tante Marie ver
tederd, „geeft toch zulke ontaard
mooie nesten. Dat is elke keer weer
een merakel. Al zet je er een halve
straatkat op, dan geeft hij nog mooi
af. Ik zou hem voor geen vijfdui
zend gulden kwijt willen".
Tijdens de schurende conversatie
zijn haar trefzekere handen voortdu
rend bezig om de vechtende kluwen
in de kamer te ontwarren. Tegen 'n
grijze kat, die aanstalten maakt om
bij de oliekachcl zijn schuwe broer
op te vreten, schreeuwt ze opgewekt:
„Hé vuilak, wat doe jij nou weer.
D'r uit." Ze pakt het beest bij zijn
ruim bemeten nekvel en werpt hem
in de slaapkamer. Achter haar rug
begint één van de birmezen op dat
moment aan de beklimming van
haar bezoeker. Met besmuikte blik
volgt de man de verrichtingen, die
zich via zijn knie en zijn stropdas
naar zijn nek verplaatsen. Dan vindt
hij het welletjes en schreeuwt: „Haal
dat beest van mijn lichaam".
Tante Marie haalt de schouders op
en bijt hem toe: „Flauwe, kinder
achtige vent. Laat hem toch effe
stoeien. Birmezen zijn nou eenmaal
gek op kerels. Dat weet je toch".
De man wist het niet en wil het ook
niet weten. Als de birmees met
smaak zijn neus wil likken, draait
hij zijn hoofd wanhopig naar rechts
en roept: „Ga je weg. Weg. Ga d'r
af".
Tante Marie tilt het dier (600 gulden
inkoop) van zijn tors en gooit het in
de keuken tussen de bussen Vim.
„Zo, ga jij je grote broer nou maar
pesten", zegt ze opgewekt.
Ze gaat weer zitten, nadat zij eerst
vier witte katten van haar stoel heeft
geveegd: „Kom aan meisjes, hier zat
moeder". In de snikhete kamer kij
ken de andere poezen geamuseerd
toe. Ze hangen vrijblijvend in de
klimpaal en de gordijnen, liggen op
het briefpapier van de Nederlandse
Katten Fokkers Vereniging en tussen
de porseleinen poezen op de schoor
steen. Om de paar minuten staat
er één op: een blauwe, een crème,
een bruine met een witte bef
(doorhalen, wat niet verlangd wordt).
Dan rekt hij zich uit als een ge-
wichtheffer, die zich klaar maakt
om de 1000 kilo te drukken. Vervol-
PRIJSBREKER OP EUROPESE EXPOSITIES
gens dribbelt hij langs de salontafel
naar een volgende pleisterplaats. Tan
te Marie staart hem na en zegt glim
lachend: „Moet je nou kijken. Lekke
re drol".
Mooi succesje
Ze heeft er, buiten de 26 porseleinen
exemplaren, momenteel 38, waar
van er 17 waardig zijn bevonden voor
de tentoonstelling in Den Haag. De
linten, die ze daar in de wacht zal
slepen, heeft ze zelf gemaakt. „Ik
heb me rot gewerkt", zegt ze, „ik
heb ook het programma gemaakt. Ei
komen vierhonderd katten. Ik vind
dat een mooi succesje voor een
vereniging, die pas een jaar bestaat".
De Nederlandse Katten Fokkers
Vereniging, die op 7 april 1967 de ko
ninklijke goedkeuring in de wacht
sleepte, is de zoete vrucht van de al
gemene ontevredenheid onder de kat-
tenvrienden. Aanvankelijk dekten ze
onder de schutse van de vereniging
Felikat, maar aan die broederlijke
samenwerking kwam een eind, toen
bepaald werd, dat voortaan nog
slechts katten van één kleur gekruist
mochten worden. Tante Marie en tien
tallen andere namen die bevoogding
niet. Terwijl ze weer een kat naar de
slaapkamer verbant roept ze minach
tend: „Ze zouden ons wel eens even
zeggen, wat we wel en niet mochten
doen. We mochten bijvoorbeeld geen
rooie meer op een blauwe zetten.
Zijn ze nou helemaal gek. Toevallig
bepalen wij dat zelf'.
Het overvloedig resultaat van haar
dissident streven vult nu haar woon
ark tot in de verste uithoeken. Ze
zet bruine vaders op crème moeders
en koestert korte tijd later de zeldza
me schildpad-birmees bij de olie-
kachel. „Zo'n schilpad", legt ze stra
lend uit, „is het mooiste, wat een fok
ker kan hebben. Daar kun je alle
kleuren op zetten. Het is altijd goed".
Allemaal flauwekul
In de welgevulde prijzenkast ont
breekt helaas de bokaal, die presi
dent De Gaulle elk jaar ter beschik
king stelt van de Kampioen der Kam
pioenen. In feite is tante Marie met
Tin-Tin al drie keer in de prijzen ge
vallen, maar de organisatoren van
de Parijse kattenshow hebben steeds
geweigerd om de beker mee naar
Holland te geven. Tante Marie is
daar duivels om: „Ze hebben steeds
een ander smoesje", roept ze scham
per, „dé laatste keer zeiden ze, dat
de coupe Parijs niet uit mocht. Alle
maal flauwekul. Ze kunnen het ge
woon niet verkroppen, dat mijn kat
de Kampioen der Kampioenen is.
Ze gaven me een waardeloos beker
tje mee. Hij is niet eens van zilver.
De krenten".
Eigen gordijntje
Ze heeft wel een schoenendoos vol
linten en rosetten. die ze bereidwil
lig op de salontafel uitspreidt. Tin-
Tin kijkt ernaar met een blik van:
„Doe wel en zie niet om". Hij zit al
gereed voor de volgende sprong. De
zoveelste beker. Een nog dikkere
sjerp, die tante Marie steek voor
steek geborduurd heeft. Bij de tafel
poot staat de koffer met de gordijn
tjes en kussentjes. Voor elke kat een
eigen gordijntje in zijn favoriete
kleur. Al dan niet opgesmukt met een
vrolijk kattenkopje of een brede gou
den rand. „Moet je je voorstellen, wat
ik daar voor werk aan heb", zegt
tante Marie, „als mijn man en ik van
een tentoonstelling terugkomen, is
die hele boel stinkend smerig. Met
katten ben je nooit klaar". Vindt ze
nog steeds, dat de 38 het offer waard
zijn? Ze zou het wel denken. Ze heeft
net de rekening gehad van het vlees
en de vis. Een postje van 157,68 gul
den voor tien dagen. Daar komen dan
nog de blikken en de vitamines bij.
Dat is bij elkaar ook een hap
van een kleine zestig gulden uit
het geduldige fokkerslijf. „En dan
praat ik nog niet eens over de die
renarts", voegt tante Marie er mon
ter aan toe, „alleen al vorig jaar heb
ik voor zo'n 1200 gulden verdokterd".
Een klein deel van die forse uitgaven
haalt ze terug via de verkoop van
haar fameuze birmezen, die verder
nergens in de wereld gefokt worden.
Een gaaf exemplaar brengt 250 300
gulden op, een zilver-tabby gaat weg
voor 600 gulden. Wat ze daarna nog
tekort komt, wordt aangezuiverd uit
het salaris van haar man, die als kok
in een Haags restaurant werkt
Geen vakantie
„Je moet een beetje kattengek zijn
om het vol te houden", geeft tante
Marie toe, „wij kunnen nooit op va
kantie gaan, Je staat de hele dag te
poetsen en kattenbakken te vullen.
De enige uitjes zijn de tentoonstel
lingen in Parijs, in Brussel en Lon
den. We hebben er een apart busje
voor gekocht met een kachel erin.
Elke kat heeft zijn eigen hok en als
ze over straat moeten, dan gaan ze
in een kistje met een plastic dekseL
Die hebben we speciaal laten maken.
Vijfenzestig gulden. Mag ik u even
spreken".
Heeft tante Marie geen andere ver
langens dan de Kampioen der Kam
pioenen aan de borst te drukken? „Ik
zou het wel denken", zegt ze, „als we
in Parijs zijn en de show is achter de
rug, dan parkeren we de bus rustig
in een stille straat en dan nemen we
er één op het terrasje. We houden al
lebei van een slokje en dat laten
we ons niet ontnemen. Katten zijn
heel mooi, maar je wilt toch ook wat
aan je eigen leven hebben. Is het
niet, lekkere schat? Ga jij nou maar
weer eens een poosje in de keuken".
Ze tilt het haakje van de gazen
deur en duwt met haar voet een te
genstribbelende grijze kater de ka
mer uit. Op de vaatwasmachine
knapt Tin-Tin een rechtvaardige uil.
In afwachting van de volgende lint
jesregen.
Volmaakt zijn is toch ook niet
alles.
kattenvoedsel in blik heeft de laatste
jaren een ongelooflijke omvang gekre
gen en het aantal fabrieken, dat zloh
op deze markt geworpen heeft, neemt
nog steeds toe Er worden enorme re
clamecampagnes tegenaan gegooid en
de omzet, stijgt Een logische ontwikke
ling. want een blik is handig en werk-
besparend. Honderd procent enthousiast
zijn we overigens nog niet over deze
jongste aanwinst. De kwaliteit, van de
verschillende merken schommelt nog al
en er zijn blikken, die beslist onder de
maat blijven".
Kattenmeppers
per telefoon mede, „iedereen zegt, dat
er voor de mensen ook nog genoeg tc
doen valt, maar de kat is een schepsel
Gods. Wij hoeven hem niet te vergeten
Sprookje in Nederland
Ter gelegenheid van het tienjarig be
staan van haar „Kat in Nood" heeft ze
in een stencil gepleit voor een federa
tie van alle dierenverenigingen. Voor
uitlopend op het „ja"-woord van de
anderen heeft ze voi-volgena de komst
aangekondigd van het federatief tijd
schrift „Bazuin van Kattenstad". dat
in haar toekomstdromen moet uitgroei
en tot een dagblad, waarin elk verloren
en zoekgeraakt dier zijn plek krijgt. Op
8 april hoopt ze dc eerste guldens te
vergaren voor haar kattenstad, die ze
nu reeds royaal omschrijft als „een
sprookje in Nederland". Het project gaat
6 miljoen kosten, maar alleeii een
kniesoor, die daarop let.
Naast mevrouw Post zijn er nog
andere Hagenaars, die het probleem
van de zwerfkat trachten op te los
sen door hun hulzen open te zetten.
Hun aantal wordt geschat op dertig
en gezamenlijk hoeden zij met hart
verscheurende zelfverloochening ruim
tweeduizend katten. De gelegaliseerde
dierenbeschermers hebben zü daarbij
niet op hun rusteloze hand „In de
meeste gevallen", zegt de heer Caste
lyn. ,üijn deze mensen het slachtoffer
van hun eigen frustraties. Hun op
offering is bewonderenswaardig, maar
ze doen er alleen niemand een plezier
Trompetstoten
De vereniging „Kattenzorg" (1500 le
den) deelt deze zienswijze: „Een kal",
zegt de penningmeesteresse. mevrouw
Van Overbeek-De Meijer. „16 een ras-
individualist en Je doet hem dus geen
plezier, als Ja hem bij honderd soortge
noten stopt Mensen, die bun huizen
openstellen voor vijftig of honderd kat
ten zijn idealisten, die door hun eigen
idealen overmeesterd zijn. Het is ge
woon aen tragische zaak". „Katten
zorg" is acht Jivar geleden opgericht door
een aantal leden van „Kat in Nood",
die niet langer de trompetstoten van
de oprichtster wensten te autoriseren.
Zij maakten van de nood een deugd en
koersen nu door minder spectaculaire
wateren als voorheen. Uitgangspunt
daurbij is het voorkomen van katteleed
De vereniging tracht dit doel te berei
ken door het laten inslapen van pas ge
boren katjes, het castreren van katers
het steriliseren van poesen, een voor
treffelijk werkende vakantledienst (vo
rig jaar werden 500 poezen aan een
vakantieadres geholpen i. de registratie
van gevonden en verloren katten en
liet stencilen van briefjes voor gevon
den en verloren katten, voor welke
dienst de leden 1 gulden per 100 stuks
betalen. Op veertig adressen ln Den
Haag en randgemeenten kunnen de le
den ook mandjes krijgen voor het ver
voer van hun katten. ..Het ls een on
doenlijke zaak', zegt mevrouw Van
Overbeek. „otn alle katten ln het leven
te houden. De praktijk is immers, dat
er veel te veel zyn. Wij merken dat.
als we een kat ln een goed tehuis wil
len plaatsen De animo is gering. Een
hond raak Je altijd kwijt, maar een
kat schiet maar al te vaak over"
Zelf heeft ze zes katten, die in de loop
der jaren bij haar zijn binnengewan
deld ..Hl"! Zi)ti er eigenli)k te veel",
geeft ze toe. „maar de pijn is. dat zo
iets ongemerkt gaat. Meer komen er in
elk geval niet bij. ofschoon Ik gefasci
neerd ben door katten. Het zijn sier
lijke, mysterieuze wetens, die je nooit
doorgrondt. Van een kat moet je ook
nooit liefde verwachten, geen vriend
schap zoals van een hond Een hond
gaat kapot, als zijn haas hem verwaar
loost. een kat gaat rustig door met
adem halen".
„Kattenzorg" wijst ook op de financiële
consequenties van het houden van een
kat: „Het is een roofdier, dat vlees en
vis moet hebben. Geen biefstuk, ak
koord. maar vijftig rent per dag ben Ja
toch alleen al kwijt aan vlees. Daar ko
men dan nog eens de vitamines, het
doktersbezoek en de blikken bij. Het
Felis domestica vindt het allemaal best.
Hij spint ln zijn mand of zwerft door een
achtertuin Achter zich heeft hij een le
ger van 1550 dierenartsen, die hem pant
seren tegen de gevreesde kattenziekte en
de niesziekte. Achter zich weet hij ook
drie landelijke kattenfokkersvereniging.
Er zijn 70 asiel», waar hij in tijden
van opperste nood terecht kan (veel te
weinig, geeft de Dierenbescherming zelf
toe) en enige honderden dierenpenslons.
die zloh tegen een kleine vergoeding (2
tot 3.50 per dag» over hem ontfermen.
Een veelvoud van dut bedrag (150-200
guldenkrijgen de opkopers, die hem le
gaal of illegaal ln handen krijgen en
hem over de grens naar Duitsland smok
kelen: daar staat fells domestica dun
voor de laatste keuze Ln zijn leven: of de
vivisectie of de sohoonheldsmlddelenln-
dustrieèn. De kattenmeppers zijn vooral
actief ln het noorden en oosten van ons
land. de handelaren opereren tn de sche
mering van de Randstad.
Hoeveel katten het leven loten op de
altaren van de beschaving. Is onbekend
..Het enige, wat wij weten", aldus
mevrouw Van Overbeek, „ls het feit, dat
er ln Groningen en Friesland geen kat
meer te koop ls. Iedere dierenliefhebber
roept ..schande" als de vivisectie ter
sprake komt, maar als de universiteit van
Nijmegen een advertentie plaatst. waar-
In katten te koop worden gevraagd,
komen ze van alle kanten met hun
trouwe huisdier aandraven Sorry, feil»
domestica We hadden er liever niet
over gepraat, maar Je weet nu ten
minste waar Je aan toe bent. En een
gewaarschuwde kat telt voor twee
Is dat misschien de reden, waar
om de statistici op die twee mil
joen kwamen?
LEO THURXNO