miauw NEDERLAND KOESTERT KEURKORPS VAN RUIM EEN MILJOEN KATTEN Haagse Tln-Tfn HAGENAARS SCHRIJVEN HUN LIEFDE VOOR POES MET HOOFDLETTERS Tante Marie heeft in één jaar voor 1200 gulden verdokterd De Nederlandse Kattenfokkersvereniging sluit het eerste, bewogen jaar van zUn bestaan vandaag en morgen af met een internationale kattenshow in Amicitia in Den Haag. Voor de tentoonstelling en het concours zijn rond 400 dieren ingeschreven, waarvan bijna een kwart uit het buitenland komt. Grote kanshebber op het felbe geerde predikaat kampioen der kampioenen is Tin-Tin van mevrouw Marie Verhey uit Den Haag. Met haar en haar kat had één onzer verslaggevers een onthullend gesprek. De één miljoen katten die niet waardig zün bevonden voor Amicitia, krijgen genoegdoening In de tweede reportage op deze pagina. DEN HAAG Dit is het verhaal van felis domestica, het ontluis terde en kortgewiekte roofdier, dat eeuwen na het voorbijvaren van de ark van Noach ons vader land nog steeds een geweldige kater bezorgt. De cijfers liegen niet: naast 800.000 honden, 3,5 mil joen postduiven, 4 miljoen runde ren, 4 miljoen paarden, een half miljoen schapen en 43 miljoen stuks pluimvee, houdt Nederland anno 1968 ook nog een keurkorps van 1 miljoen katten op de been. Overmoedige statistici spreken zelfs over een aantal van krap 2 mil joen, maar die schatting is de meeste kenners toch te gortig. De Nederlandse Vereniging tot Bescher ming van Dieren (65.000 toegewijde le den), die qualltat-e qua een wit voetje heeft in het dierenrijk, weigert zelfs om mee te doen aan die miljoenendans: ..Al die schattingen", zégt kattendes- kundige Castelyn, „berusten op een fictie. De katten zijn immers nergens geregistreerd, er wordt geen belasting voor betaald, zoals dat bij honden het geval is. De enige indicatie geeft het aantal inentingen, maar ook dat is geen betrouwbaar cijfer, want het gros van dc katten wordt nooit ingeënt". Dat felis domestica in Nederland een onvoorstelbare populariteit geniet, wordt overigens ook niet door de heer Caste lyn aangevochten. Hij vindt het zelfs een voor de hand liggende zaak: „De kat heeft een heel speciale aard. Hij is veel meer op zichzelf dan een hond. veel minder aanhankelijk ook. Maar juist dat eigenzinnige karakter boeit ongelooflijk. Je weet eigenlijk nooit, wat je aan hein hebt. Het blijft een miniatuurroofdier. dat het liefste zijn eigen boontjes dopt. Ook dat is voor veel mensen een aantrekkelijkheid: met een kat voelen ze zich niet ao gebonden als met een hond. Ze kunnen rustig van huis gaan. als het moet zelfs een paar dagen. De kat redt zich wel in die tijd. Als je een hond hebt. is daar geen sprake van. Die heeft je voortdiuend nodig, die hangt aan je lip en bedelt om liefde". Een tussenvraagje: als hij door om standigheden gedwongen zou worden om een Keus te maken: of zijn 3 hon den de deur uit of zijn twee katten, wat zou hij dan kiezenHij vindt het een vervelende opgaaf, zegt dan: ,Jk geloof toch, dat ik de katten weg zou doen. Misschien met pijn in mijn hart maar mijn honden blijven in elk geval bij me". Zijn grijzende voorzitter professor dr. S. Hofstra deelt zijn flat ook met twee katten, waarvan er één zelf de deur open doet door op de knop te sprin gen. „Katten", zegt hij. „kun je op een bovenhuis beter houden dan een hond. Dat is waarschijnlijk de reden, waarom er in Nederland zo ongelooflijk veel van die dieren zijn. Ik kan me dat goed voorstellen: als je hoe dan ook een dier om je heen wilt. zonder al te veel last van hem te hebben, is een kat ide aal. Katten hebben ook meestal een heel bijzonder Instinct. De mijne weten bijvoorbeeld drommels goed. wanneer we uitgaan. Dan worden ze onrustig. Lang. voordat ik mijn jas aanschiet, hebben ze me al door". Zwerfkat De hEind warme genegenheid van pro fessor Hofstra wordt niet gedeerd door vele gemeentebesturen in Nederland, die onophoudelijk geconfronteerd worden met een volwassen kattenplaag. De oude opdraoht „gaat en vermenigvuldigt u" is bij felis domestica nu eenmual niet aan dovemansoren gezegd en de snel heid, waarmee hij zijn nakomelingen links en rechts in de samenleving neer- poot overtreft de liefde der dierenvrien den vele malen. „Het probleem van de zwerfkat", aldus de heer Castelyn, „is nog lang niet de wereld uit. In vele steden wordt op grote schaal jaoht ge maakt op loslopende katten, maar de resultaten zijn niet bemoedigend. In Venlo en Rotterdam heeft men overal vallen neergezet en de katten, die daar in terecht kwamen werden na drie da gen pijnloos afgemaakt. Onmiddellijk kwamen er protesten van kattenliefheb bers. Logisch, want de harde praktijk en het sentiment van de dierenvriend verdragen elkaar nu eenmaal moeilijk. Toch wijst de Dierenbescherming derge lijke acties niet af. Het is immers een noodzaak: als we de zwerfkat zijn gang laten gaan. worden onze steden over woekerd en krijgt de vogelstand een onherstelbare knauw. Dat ze zo nu en dan een musje verschalken is tot daar aan toe. maar per ongeluk grijpen ze ook een merel. Een kat zoekt instinctief zijn prooi en denkt er niet over na. wel ke vogel zeldzaam is en welke niet". Schrijnend toeval In Den Haag is enkele jaren geleden ook op grote schaal jacht gemaakt op de zwerfkat: de actie begon op Wereld dierendag. een schrijnend toeval, dat de talloze 's-Gravenhaagse dierenvrienden prompt in het verkeerde keelgat schoot. Katten, die hulpeloos klem zaten, wer den 's nachts door anonieme burgers vrijgelaten, de vallen zelf werden in de dichtstbijzijnde gracht gekieperd. Deze spontane tegenaanval verbaasde nie mand. want Den Haag schrijft zijn ge negenheid voor het dier al generaties lang met vlammende hoofdletters. Als enige stad in Nederland beschikt het over een florerend ziekenfonds voor dieren en een miniatuur-ambulance dienst. die met een heus brandcardje en broeder in witte jas uitrukt, als een dier in het verkeer is gekapseisd. Even bulten de gemeentegrens koestert het ook op een stille Wassenaarse akker de grootste dierenbegraafplaats van Ne derland: hier liggen ruim 400 woefjes en poesjes mauw na een welbesteed le ven op de dagelijkse of wekelijkse komst van baasje of vrouwtje te waohten. De meeste nabestaanden hebben tussen de treurende bomen ook nog een pittig steentje bijgedragen tot de oeverloze dierenliefde: de kostbare zerken van manner en natuursteen dragen op schriften in de prijsklas „Wij vergeten je nooit" en „Wat de mens ons niet heeft gegeven, gaf jij kleine lieveling". Kat in nood De kattenliefde van de Hagenaar is verder exclusief uitgekristalliseerd in verschillende verenigingen, die een dag taak hebben aan de verzorging van de poes en het bestrijden van elkaar On betwiste meesteres op dit laatste floret Is mevrouw C. J. Post-Hendriks, die in april 1958 de tobbende snorrebaarden te huilp snelde met haar stichting „Kat in Nood" Zij zette haar huis aan de Van Speykstraat wijd open voor op drift ge raakte katten en had binnen de kort ste keren vijftig exemplaren in haar kamers rondlopen. Aangevuurd door haar grenzeloze dierenliefde gaf ze haar baan als lerares Engels op een mulo er aan en concentreerde ze zich volledig op haai- ideaal: een kattenstad voor de noodlijdende dieren. Na tien jaar onafgebroken zwoegen is mevrouw Post door haar eigen katten verbannen naar het berghok, waar ze tussen de voorraden op een veldbed slaapt. Haar meubilair heeft ze verkocht en de kamers zijn het volledig domein van de kattenschare, die inmiddels is uitgebreid tot honderd stuks. Bezoekers ontvangt ze niet, alleen voor kinderen en een Aerdenhoutse dierenarts gaat haar grimmige voordeur open. Ze leeft van de opbrengst van haar groothandel in dierenbenodigdheden, waarvoor de buurtjeugd als onbezoldigde vertegen woordigers optreedt. Voor de rest laat ze zich onverschrokken verteren door het laaiend vuur van haar dierenliefde. „Ik weet. wat u wilt zeggen", deelt ze IN de woonschuit Chateau Blanc aan de Haagse Lee manskade (de derde vanaf de brug vermeldt het attente visitekaartje) zijn mens en dier gereed voor de internationale kattenslag in de plaatselijke feestzaal Amicitia. De Perzen en angora's zijn gewassen, ontsmet en zorgvuldig gebor steld, de pijlsnelle siamezen en birmezen hebben wederom de verblindende hoogglans, die de Europese concurrentie al jaren doet verbleken. Tin-Tin, drie voudig Kampioen der Kampioe nen en onweerstaanbare prijs breker op alle exposities, heeft zijn lome, crèmekleurige lijf omstandig gedrapeerd op de nieuwe vaatwas machine en staart vanaf die witte troon met superieure minachting naar het gewoel beneden. Van tante Marie mag ie, want straks zet hij immers weer een nieuwe kroon op haar levenswerk. Dan zit hij op zijn fluwelen kussentje sto- stend volmaakt te wezen en dwingt hij de keurmeesters om het mooiste lint rond zijn snorharen te hangen. „Dat beest", zegt tante Marie ver tederd, „geeft toch zulke ontaard mooie nesten. Dat is elke keer weer een merakel. Al zet je er een halve straatkat op, dan geeft hij nog mooi af. Ik zou hem voor geen vijfdui zend gulden kwijt willen". Tijdens de schurende conversatie zijn haar trefzekere handen voortdu rend bezig om de vechtende kluwen in de kamer te ontwarren. Tegen 'n grijze kat, die aanstalten maakt om bij de oliekachcl zijn schuwe broer op te vreten, schreeuwt ze opgewekt: „Hé vuilak, wat doe jij nou weer. D'r uit." Ze pakt het beest bij zijn ruim bemeten nekvel en werpt hem in de slaapkamer. Achter haar rug begint één van de birmezen op dat moment aan de beklimming van haar bezoeker. Met besmuikte blik volgt de man de verrichtingen, die zich via zijn knie en zijn stropdas naar zijn nek verplaatsen. Dan vindt hij het welletjes en schreeuwt: „Haal dat beest van mijn lichaam". Tante Marie haalt de schouders op en bijt hem toe: „Flauwe, kinder achtige vent. Laat hem toch effe stoeien. Birmezen zijn nou eenmaal gek op kerels. Dat weet je toch". De man wist het niet en wil het ook niet weten. Als de birmees met smaak zijn neus wil likken, draait hij zijn hoofd wanhopig naar rechts en roept: „Ga je weg. Weg. Ga d'r af". Tante Marie tilt het dier (600 gulden inkoop) van zijn tors en gooit het in de keuken tussen de bussen Vim. „Zo, ga jij je grote broer nou maar pesten", zegt ze opgewekt. Ze gaat weer zitten, nadat zij eerst vier witte katten van haar stoel heeft geveegd: „Kom aan meisjes, hier zat moeder". In de snikhete kamer kij ken de andere poezen geamuseerd toe. Ze hangen vrijblijvend in de klimpaal en de gordijnen, liggen op het briefpapier van de Nederlandse Katten Fokkers Vereniging en tussen de porseleinen poezen op de schoor steen. Om de paar minuten staat er één op: een blauwe, een crème, een bruine met een witte bef (doorhalen, wat niet verlangd wordt). Dan rekt hij zich uit als een ge- wichtheffer, die zich klaar maakt om de 1000 kilo te drukken. Vervol- PRIJSBREKER OP EUROPESE EXPOSITIES gens dribbelt hij langs de salontafel naar een volgende pleisterplaats. Tan te Marie staart hem na en zegt glim lachend: „Moet je nou kijken. Lekke re drol". Mooi succesje Ze heeft er, buiten de 26 porseleinen exemplaren, momenteel 38, waar van er 17 waardig zijn bevonden voor de tentoonstelling in Den Haag. De linten, die ze daar in de wacht zal slepen, heeft ze zelf gemaakt. „Ik heb me rot gewerkt", zegt ze, „ik heb ook het programma gemaakt. Ei komen vierhonderd katten. Ik vind dat een mooi succesje voor een vereniging, die pas een jaar bestaat". De Nederlandse Katten Fokkers Vereniging, die op 7 april 1967 de ko ninklijke goedkeuring in de wacht sleepte, is de zoete vrucht van de al gemene ontevredenheid onder de kat- tenvrienden. Aanvankelijk dekten ze onder de schutse van de vereniging Felikat, maar aan die broederlijke samenwerking kwam een eind, toen bepaald werd, dat voortaan nog slechts katten van één kleur gekruist mochten worden. Tante Marie en tien tallen andere namen die bevoogding niet. Terwijl ze weer een kat naar de slaapkamer verbant roept ze minach tend: „Ze zouden ons wel eens even zeggen, wat we wel en niet mochten doen. We mochten bijvoorbeeld geen rooie meer op een blauwe zetten. Zijn ze nou helemaal gek. Toevallig bepalen wij dat zelf'. Het overvloedig resultaat van haar dissident streven vult nu haar woon ark tot in de verste uithoeken. Ze zet bruine vaders op crème moeders en koestert korte tijd later de zeldza me schildpad-birmees bij de olie- kachel. „Zo'n schilpad", legt ze stra lend uit, „is het mooiste, wat een fok ker kan hebben. Daar kun je alle kleuren op zetten. Het is altijd goed". Allemaal flauwekul In de welgevulde prijzenkast ont breekt helaas de bokaal, die presi dent De Gaulle elk jaar ter beschik king stelt van de Kampioen der Kam pioenen. In feite is tante Marie met Tin-Tin al drie keer in de prijzen ge vallen, maar de organisatoren van de Parijse kattenshow hebben steeds geweigerd om de beker mee naar Holland te geven. Tante Marie is daar duivels om: „Ze hebben steeds een ander smoesje", roept ze scham per, „dé laatste keer zeiden ze, dat de coupe Parijs niet uit mocht. Alle maal flauwekul. Ze kunnen het ge woon niet verkroppen, dat mijn kat de Kampioen der Kampioenen is. Ze gaven me een waardeloos beker tje mee. Hij is niet eens van zilver. De krenten". Eigen gordijntje Ze heeft wel een schoenendoos vol linten en rosetten. die ze bereidwil lig op de salontafel uitspreidt. Tin- Tin kijkt ernaar met een blik van: „Doe wel en zie niet om". Hij zit al gereed voor de volgende sprong. De zoveelste beker. Een nog dikkere sjerp, die tante Marie steek voor steek geborduurd heeft. Bij de tafel poot staat de koffer met de gordijn tjes en kussentjes. Voor elke kat een eigen gordijntje in zijn favoriete kleur. Al dan niet opgesmukt met een vrolijk kattenkopje of een brede gou den rand. „Moet je je voorstellen, wat ik daar voor werk aan heb", zegt tante Marie, „als mijn man en ik van een tentoonstelling terugkomen, is die hele boel stinkend smerig. Met katten ben je nooit klaar". Vindt ze nog steeds, dat de 38 het offer waard zijn? Ze zou het wel denken. Ze heeft net de rekening gehad van het vlees en de vis. Een postje van 157,68 gul den voor tien dagen. Daar komen dan nog de blikken en de vitamines bij. Dat is bij elkaar ook een hap van een kleine zestig gulden uit het geduldige fokkerslijf. „En dan praat ik nog niet eens over de die renarts", voegt tante Marie er mon ter aan toe, „alleen al vorig jaar heb ik voor zo'n 1200 gulden verdokterd". Een klein deel van die forse uitgaven haalt ze terug via de verkoop van haar fameuze birmezen, die verder nergens in de wereld gefokt worden. Een gaaf exemplaar brengt 250 300 gulden op, een zilver-tabby gaat weg voor 600 gulden. Wat ze daarna nog tekort komt, wordt aangezuiverd uit het salaris van haar man, die als kok in een Haags restaurant werkt Geen vakantie „Je moet een beetje kattengek zijn om het vol te houden", geeft tante Marie toe, „wij kunnen nooit op va kantie gaan, Je staat de hele dag te poetsen en kattenbakken te vullen. De enige uitjes zijn de tentoonstel lingen in Parijs, in Brussel en Lon den. We hebben er een apart busje voor gekocht met een kachel erin. Elke kat heeft zijn eigen hok en als ze over straat moeten, dan gaan ze in een kistje met een plastic dekseL Die hebben we speciaal laten maken. Vijfenzestig gulden. Mag ik u even spreken". Heeft tante Marie geen andere ver langens dan de Kampioen der Kam pioenen aan de borst te drukken? „Ik zou het wel denken", zegt ze, „als we in Parijs zijn en de show is achter de rug, dan parkeren we de bus rustig in een stille straat en dan nemen we er één op het terrasje. We houden al lebei van een slokje en dat laten we ons niet ontnemen. Katten zijn heel mooi, maar je wilt toch ook wat aan je eigen leven hebben. Is het niet, lekkere schat? Ga jij nou maar weer eens een poosje in de keuken". Ze tilt het haakje van de gazen deur en duwt met haar voet een te genstribbelende grijze kater de ka mer uit. Op de vaatwasmachine knapt Tin-Tin een rechtvaardige uil. In afwachting van de volgende lint jesregen. Volmaakt zijn is toch ook niet alles. kattenvoedsel in blik heeft de laatste jaren een ongelooflijke omvang gekre gen en het aantal fabrieken, dat zloh op deze markt geworpen heeft, neemt nog steeds toe Er worden enorme re clamecampagnes tegenaan gegooid en de omzet, stijgt Een logische ontwikke ling. want een blik is handig en werk- besparend. Honderd procent enthousiast zijn we overigens nog niet over deze jongste aanwinst. De kwaliteit, van de verschillende merken schommelt nog al en er zijn blikken, die beslist onder de maat blijven". Kattenmeppers per telefoon mede, „iedereen zegt, dat er voor de mensen ook nog genoeg tc doen valt, maar de kat is een schepsel Gods. Wij hoeven hem niet te vergeten Sprookje in Nederland Ter gelegenheid van het tienjarig be staan van haar „Kat in Nood" heeft ze in een stencil gepleit voor een federa tie van alle dierenverenigingen. Voor uitlopend op het „ja"-woord van de anderen heeft ze voi-volgena de komst aangekondigd van het federatief tijd schrift „Bazuin van Kattenstad". dat in haar toekomstdromen moet uitgroei en tot een dagblad, waarin elk verloren en zoekgeraakt dier zijn plek krijgt. Op 8 april hoopt ze dc eerste guldens te vergaren voor haar kattenstad, die ze nu reeds royaal omschrijft als „een sprookje in Nederland". Het project gaat 6 miljoen kosten, maar alleeii een kniesoor, die daarop let. Naast mevrouw Post zijn er nog andere Hagenaars, die het probleem van de zwerfkat trachten op te los sen door hun hulzen open te zetten. Hun aantal wordt geschat op dertig en gezamenlijk hoeden zij met hart verscheurende zelfverloochening ruim tweeduizend katten. De gelegaliseerde dierenbeschermers hebben zü daarbij niet op hun rusteloze hand „In de meeste gevallen", zegt de heer Caste lyn. ,üijn deze mensen het slachtoffer van hun eigen frustraties. Hun op offering is bewonderenswaardig, maar ze doen er alleen niemand een plezier Trompetstoten De vereniging „Kattenzorg" (1500 le den) deelt deze zienswijze: „Een kal", zegt de penningmeesteresse. mevrouw Van Overbeek-De Meijer. „16 een ras- individualist en Je doet hem dus geen plezier, als Ja hem bij honderd soortge noten stopt Mensen, die bun huizen openstellen voor vijftig of honderd kat ten zijn idealisten, die door hun eigen idealen overmeesterd zijn. Het is ge woon aen tragische zaak". „Katten zorg" is acht Jivar geleden opgericht door een aantal leden van „Kat in Nood", die niet langer de trompetstoten van de oprichtster wensten te autoriseren. Zij maakten van de nood een deugd en koersen nu door minder spectaculaire wateren als voorheen. Uitgangspunt daurbij is het voorkomen van katteleed De vereniging tracht dit doel te berei ken door het laten inslapen van pas ge boren katjes, het castreren van katers het steriliseren van poesen, een voor treffelijk werkende vakantledienst (vo rig jaar werden 500 poezen aan een vakantieadres geholpen i. de registratie van gevonden en verloren katten en liet stencilen van briefjes voor gevon den en verloren katten, voor welke dienst de leden 1 gulden per 100 stuks betalen. Op veertig adressen ln Den Haag en randgemeenten kunnen de le den ook mandjes krijgen voor het ver voer van hun katten. ..Het ls een on doenlijke zaak', zegt mevrouw Van Overbeek. „otn alle katten ln het leven te houden. De praktijk is immers, dat er veel te veel zyn. Wij merken dat. als we een kat ln een goed tehuis wil len plaatsen De animo is gering. Een hond raak Je altijd kwijt, maar een kat schiet maar al te vaak over" Zelf heeft ze zes katten, die in de loop der jaren bij haar zijn binnengewan deld ..Hl"! Zi)ti er eigenli)k te veel", geeft ze toe. „maar de pijn is. dat zo iets ongemerkt gaat. Meer komen er in elk geval niet bij. ofschoon Ik gefasci neerd ben door katten. Het zijn sier lijke, mysterieuze wetens, die je nooit doorgrondt. Van een kat moet je ook nooit liefde verwachten, geen vriend schap zoals van een hond Een hond gaat kapot, als zijn haas hem verwaar loost. een kat gaat rustig door met adem halen". „Kattenzorg" wijst ook op de financiële consequenties van het houden van een kat: „Het is een roofdier, dat vlees en vis moet hebben. Geen biefstuk, ak koord. maar vijftig rent per dag ben Ja toch alleen al kwijt aan vlees. Daar ko men dan nog eens de vitamines, het doktersbezoek en de blikken bij. Het Felis domestica vindt het allemaal best. Hij spint ln zijn mand of zwerft door een achtertuin Achter zich heeft hij een le ger van 1550 dierenartsen, die hem pant seren tegen de gevreesde kattenziekte en de niesziekte. Achter zich weet hij ook drie landelijke kattenfokkersvereniging. Er zijn 70 asiel», waar hij in tijden van opperste nood terecht kan (veel te weinig, geeft de Dierenbescherming zelf toe) en enige honderden dierenpenslons. die zloh tegen een kleine vergoeding (2 tot 3.50 per dag» over hem ontfermen. Een veelvoud van dut bedrag (150-200 guldenkrijgen de opkopers, die hem le gaal of illegaal ln handen krijgen en hem over de grens naar Duitsland smok kelen: daar staat fells domestica dun voor de laatste keuze Ln zijn leven: of de vivisectie of de sohoonheldsmlddelenln- dustrieèn. De kattenmeppers zijn vooral actief ln het noorden en oosten van ons land. de handelaren opereren tn de sche mering van de Randstad. Hoeveel katten het leven loten op de altaren van de beschaving. Is onbekend ..Het enige, wat wij weten", aldus mevrouw Van Overbeek, „ls het feit, dat er ln Groningen en Friesland geen kat meer te koop ls. Iedere dierenliefhebber roept ..schande" als de vivisectie ter sprake komt, maar als de universiteit van Nijmegen een advertentie plaatst. waar- In katten te koop worden gevraagd, komen ze van alle kanten met hun trouwe huisdier aandraven Sorry, feil» domestica We hadden er liever niet over gepraat, maar Je weet nu ten minste waar Je aan toe bent. En een gewaarschuwde kat telt voor twee Is dat misschien de reden, waar om de statistici op die twee mil joen kwamen? LEO THURXNO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9