„De Ganzepen' CONCURRENTIE BIJ NEW YORKSE MUSEA VOOR MODERNE KUNST DB LEIDSE COURANT ..Ik was In Chartres en daar wees een gids me op een klein buisje Ln de buurt van de kathedraal. Htf vertelde dat daar al elf eeuwen lang dezelfde familie woon de. Ik zal het nooit vergeten". Dit ver telt een ontwikkeld man. een belangrijk toneelregisseur In New York. die het voor beeld gebruikt om uit te leggen, dat Ame rika ver achter staat bij Europa op het gebied van traditie en dus ook cultuur. Het is de oude controverse, het f lom be staande minderwaardigheidscomplex. dat alle Amerikanen die op eultur/el gebied mee willen tellen er bijna toe verplicht tenminste eenmaal ln hun leven de pel grimstocht naar het Mekka van Europa, met zijn historische monumenten en zijn traditie, te ondernemen. Een zaak, die voor een Europeaan ln New York alleen maar verwonderlijk Is. onder andere om dat ln de New Yorkse musea zoveel schat ten uit de Europese kunst te vinden zijn. Beelden in de tuin ..La lavisseuse" van Het verzamelpunt voor klassieke wer ken is natuurlijk het grote Metropoli tan Museum of Art, waar ook wel mo derne werken te vinden zijn. Het is ge vestigd in een groot gebouw dat in Central Park ligt. Alle grote periodes, stromingen of personen uit de ge schiedenis van de kunst zijn er wel op de een of andere manier vertegen woordigd. De collectie is zeer uitge breid, het bezoekersaantal is groot en de toegang is gratis. Vooral de Euro pese kunst is hier ruimschoots te vin den. Dan zijn er drie andere musea, die stuk voor stuk de naam ofwel de pre tentie hebben, dat zij een unieke col lectie moderne kunstwerken bezitten. Twee ervan lijken in een onderlinge concurrentiestrijd gewikkeld: het Mu seum of Modern Art en de Gallery of Modern Art. Het derde, het Guggen- heimmuseum houdt zich daarvan af zijdig, maar het neemt door zijn unie ke architectuur dan toch op een ande re wijze een opvallende positie in. Het Guggenheim Museum Vlakbij het Metropolitanmuseum, is het gebouw van het Guggenheimmu- seum. Daarvan is de architectuur mis schien het meest interessante aspect; in zekere zin heeft men er het gevoel dat de tentoongestelde werken door het gebouw worden overwoekerd. Van bui ten ziet het museum er uit als in een wit beton gevormde kegel, die op zijn punt is gezet, en waarvan het laagste gedeelte in de bodem is verzonken. Een laagbouwgedeelte van één verdie ping hoog verbindt deze ..kegel" weer met een tweede ruimte van het mu seum, die echter niet zo indrukwek kend is als de „kegel". Het interieur van de kegel" is de be langrijkste expositieruimte. Heel on orthodox. Een grote, cirkelvormige lichthal van een verdieping of acht hoog. Met een lift gaan de bezoekers naar het hoogste punt, dan beginnen zij aan de afdaling langs een tegen de wand van de kegel" aangebracht spiraalvormig pad, dat beneden een kleinere diameter heeft dan boven. De schilderijen zijn tegen de buitenwand van dit spiraalpad" aangebracht, aan de binnenzijde is een balustrade, zodat men steeds uitzicht heeft op de unieke structuur van het gebouw. Gerard Knuvelder noemt in zjjn bekende geschiedenis Hieronymus van Alphen de pionier van het modernisme van de Nederlandse letter kunde. HU vertelt ook. dat de schrUver, die zo beroemd werd door Jantje zag eens pruimen hangen en Komelis had een glas gebroken, door zUn Proe ve van Kleine Gedigten voor Kinderen, door H. J. Koenen een kind des Satans werd ge noemd. Koenen deed dat waarschijn lijk omdat Van Alphen als stu dent in Utrecht nogal grote be langstelling voor de Utrechtse vrouwelijke jeugd aan de dag legde. De ziekte van een kennis bracht Van Alphen en zijn vriend Pieter Leonard van de Kasteele echter tot inkeer. Zowel zijn kindergedichten als zijn andere gedichten getuigen van een grote godsdienstig heid. Ze zijn eenvoudig en ge voelig en dat was inderdaad iets moderns in zijn tijd in Nederland. Van Alphen wist dat hij hernieuwde. Hij gaf daar de gronden voor aan in zijn bewerking van Riedels Theorie der Schönen Künste VAN HIERONYMUS VAN ALPHEN und Wissenschafte. een zeer vrije bewerking waarin hij ook eigen gedachten of gedeelde opvattingen van anderen in opnam. Zelfs als men toegeeft dat hij in veel opzichten een kind van zijn tijd was en dat toonde, blijft er nog veel nieuws in zUn werk over. Onder de titel Dc Ganzepen heeft Francine Schregel-On- stein het levensverhaal van onze eerste kinderdichter laten verschijnen bij de Uitgeverij Europese Bibliotheek te Zalt- bommel. Van zijn geboorte in Gouda tot zijn door godsdienstige twijfel gekweld afsterven in Den Haag volgt ze het leven van de dichter, die in Leiden met zoveel succes de meester titel behaalde, die het tot pro cureur-generaal en thesaurier- generaal bracht, die tweemaal trouwde en in zijn weduw naarschap na zijn eerste huwelijk op de eerste plaats voor zijn eigen kinderen zijn befaamde kindergedich ten schreef. Hij was een be minnelijk en zwaarmoedig man. Zijn einde ls bepaald tra gisch. Alleen al om het aan voelen van deze tragiek heeft De Ganzepen waarde, al is de stijl ervan wel erg ouderwet* en al zou men al lezende soms wensen dat Francine Schregel- Onstein dit verhaal niet had geromantiseerd, maar een ge wone biografie had geschreven. Als er nog eens iemand tot het schrijven van zo'n gewone wetenschappelijke biografie zou komen, zou hij veel aan dit eerste pogen van Francine Schregel-Onstein kunnen heb ben De schrijfster heeft im mers goed kennis genomen van materiaal en feiten cn ze heeft, niet zonder succes, zich ingeleefd In daad en gedachte van onze eerste kinderdichter, die ook op ander gebied, gods dienstig en letterkundig, in derdaad een vernieuwer was. Dit uitzonderlijke gebouw is van wij len Frank Lloyd Wright, een van Amerika's belangrijkste en beroemd ste architecten. Dit is het enige ge bouw dat hij voor New York heeft ont worpen, hij moest toen ook nog een gevecht leveren met de autoriteiten om de toestemming voor deze bizarre vorm te verkrijgen. De kritiek die op dit gebouw als mu seum bestaat, is niet geheel onrecht vaardig: het is voor een bezoeker vrij moeilijk zijn belangstelling te richten op de schilderijen, omdat steeds op nieuw zijn blik wordt afgeleid door de optisch vaak veel interessanter ele menten uit de architectuur, die steeds de aandacht vragen. En dat doet de op zich toch heel belangrijke Guggen- heimcollectie geen goed. Om maar wat namen te noemen: er hangen schil derijen van Picasso, Chagall en Miro. Soms loopt men er ongemerkt aan voorbij. Gallery of Modern Art De twee andere musea, die zich op de moderne kunst hebben gespeciali seerd, lijken een onderlinge concur rentiestrijd te voeren. Die is in ieder geval duidelijk en bij voorbaat verlo ren door de Gallery of Modern Art, een museum dat slechts werkt op an ti-gronden. Men is tegen dit en tegen dat. tegen abstracte kunst, tegen schokkende dingen. Er is immers nog genoeg gezonde moderne kunst, zon der al die geestelijke aberraties. Géén nonfiguratieve Picasso, wel de zondagsschilder Dwight Eisenhower, aan wie deze zomer een tentoonstel ling gewijd was. Dat als tegenstelling tot de ongezonde, decadente moderne kunst. De ex-president had de ten toonstelling beter kunnen tegen hou den, want zijn schilderstukjes mis sen de onbevangenheid en fantasie, die sommige zondagsschilders met hetzelfde gebrek aan techniek, soms nog te genieten maakt. De Gallery is gevestigd in een wit marmeren gebouw met krulletjes en zuiltjes aan het Columbus Circle, een drukke verkeersrotonde. In het hart van het plein staat Columbus op een hoge zuil te staren naar dit museum dat de tradities wil vasthouden, ook in de moderne kunst. Dat was immers de grondgedachte van het museum, waarvoor Huntington Hartford de fi nanciën beschikbaar stelde. Dat was een miljonair, die zijn kapitalen bij een had gebracht uit kruidenierswin kels, die hij bezat. Het is niet helemaal eerlijk om volle dig negatief te staan tegenover dit museum en zijn doelstelling. De laat ste maanden hing er immers een prachtige verzameling Russische ico nen, waar «Je collectie ln het Haagse Gemeentemuseum een paar jaar gele den (bij de Russische tentoonstelling* het tegen af moest leggen. Maar in New York zijn de iconen bij lange na niet zo deskundig behandeld en opge hangen. Ze zijn er stoffig en op enke le plaatsen lijken zeer verse bescha digingen te zijn ontstaan.... In dit museum hangen dan nog drie prachtige schilderijen van Salvador Da li, onder andere zijn Columbus ontdekt Amerika." Die zijn niet ab stract, anders hingen ze er niet, inte- gendeel, ze lijken vrij realistisch. Maar er is overduidelijk ironie en sarcasme van Dali ten opzichte van heldenverering, godsdienstwaan en lo ze tradities. Dat is niet mis te ver staan. Het feit dat deze werken in dit museum hangen, doet dan ook veron derstellen, dat men hier de portee ervan niet beprijpt. trekt verwonderlijk veel bezoekers, waarschijnlijk meer dan het Guggenheimmuseum. Een bepaald percentage ervan komt natuurlijk uit sluitend voor het „lachertje", maar de overgrote meerderheid wil echt de traditionele kunst zien. Museum of Modern Art Toch maakt het Museum of Modern Art, de grote concurrent, het de be zoekers niet al te moeilijk. De unieke collectie ervan is prachtig opgehan gen, zeer deskundig verzorgd en in al le rust te bekijken. Alle voorzieningen zijn getroffen om het de bezoekers prettig te maken. Er zijn kunstklassen Marko Fondse ln sijn vertaling v Ljoebimov Povest van Abram Tei verklaart dat het de moeilijkste ling uit het Russisch is die hij ooit maakte en wie zijn vertaling, die on der do titel Ljoebimov bij Van Dltmar te Amsterdam verscheen, las, zal dit onmiddellijk begrijpen. Abram Terts schrijft niet alleen een zeer beeldende, nu en dan beslist poëtische taal, hij laat ook de gewoonste taal en zelfs dia lect daarin meewerken. In Marko Fond- se's vertaling, die niet alleen nauwkeu rig is, maar die ook stilistisch recht «loet aan 't oorspronkelijke, blijkt dat het zelfs vertaald een moeilijk boek is. Fondse heeft ervoor gezorgd dat de taaimoeilijkheid zoveel mogelijk wordt opgevangen, hij heeft zelfs met noten aan het eind van het boek ge tracht ook de moeilijkheden, de ty pisch Russische moeilijkheden van de inhoud, 't door die taal medegedeelde, te verhelderen. Maar zelfs met die no ten zal 't voor de oningewijde moeilijk zijn om alle toespelingen op Russische mensen en Russische toestanden te be grijpen. In Ljoebimov, dat men door Geliefde Stad zou kunnen vertalen, komt men tegen 't einde "n man van de geheime dienst tegen, Vitali Kotsje- tov, die bepaald niet uitmunt door groot vernuft. Als Fondse in zijn voor woord niet mededeelde dat met deze Vitali Kotsjetov, de kampioen van het socialistisch realisme en de hoofdre dacteur van het tijdschrift Oktjabr of Oktober bedoeld wordt, zou de gemid delde lezer buiten Rusland dit niet we ten. Het werk van Abram Terts en Ljoebimov Povest in het bijzonder is. zou men kunnen zeggen een reactie te gen dat socialistisch realisme van schrijvers als de Nobelprijswinnaar Sjolochov. Het vestigen van een particuliere dic tatuur in het kleine provinciestadje Ljoebimov is een fantastisch verzinsel. Het is niet realistisch in de zin van de directe nabootsing van de werke lijkheid. Mensen veranderen er in vo gels en andere dieren, er vliegt zelfs een heksje op een bezemsteel door de lucht, en het gaat er nu en dan nogal miraculeus toe. Als men in de Russi sche traditie naar aanknopingspunten zou willen zoeken zou men bij Gogolj en Majakovski terecht komen. Terts vertoont in zijn werk een gelijke hard heid, grilligheid en verbeeldingsrijk heid en ook hij werkt met het triviale. dat de fantasie van het geheel nog sterker doet uitkomen. Hij is een man die evenals Majakovski bovendien op de hoogte is van de literatuur, niet al leen in de Sovjet-Unie, maar in de he le wereld. Ljoebimov is een satire, zo als zo menig werk van Gogolj. Het is ongetwijfeld een satire op toestanden in het huidige Ruland. In 1966 werd Abram Terts, die met zijn ware naam Andrej Sinjavski heet, tot' zeven jaar veroordeeld onder meer om Ljoebimov Povest. Hij had al eerder de aandacht getrokken door zijn verhalen, waarvan een bundel bij Polak en van Gennep te Amsterdam verscheen en door zijn literaire kritiek in Novyj Mir, Nieuwe Wereld, het nogal omstreden, maar voornaamste literaire maandblad in de Sovjet-Unie. Dat men in Sovjet-Rusland, dat van de literatuur dienst voor de ontwikkeling van staat en volk verwacht, met een werk als Ljoebimov in de maag zit. is niet moeilijk te begrijpen. Opvoe dend in deze beperkte zin is het be paald niet, in de dictatuur van Ljonja Tichomlrov waren aommige aspecten van de Russische dictatuur zeker gehe keld. Abram Terts of Andrej Sinjavski heeft geen vrede met het „goelasjcom- munisme" van Kroetsjev en in het provincialistisch gedoe van Ljonja Ti chomlrov wordt het provincialisme in het huidige Rusland geridiculiseerd. Vredestichter Tichomirov zou men kunnen vertalen door Vredestichter. Hij is een rijwiel hersteller, die, door de bestudering Een gTote mobile voor volwassenen en kinderen, of voor kinderen en hun begeleiders, die dan allebei les krijgen. Er ls een heel indrukwekkende verza meling in dit museum. Picasso's .Guernica" en Monets Waterlelies", een ontroerende reeks van drie wer ken, die als toppunten van de impres sionistische school mogen pelden, rijn er te zien als de grootste stukken. Verder is er veel werk van Cézanne, Van Gogh, Picasso, Matisse, Henri Le Douanier. Klee en alle andere mo derne schilders. Vooral de verzame ling van de impressionisten heeft gro te faam. is gebouwd rond een zonnige binnenplaats, waar bomen, vijvers en banken een aangenaam verblijf mogelijk maken. In die tuin staan vele beeldhouwwerken, van Ro din tot Henri Moore. Gedurende de zo mermaanden dient deze tuin als decor SCHILDERIJEN EN FILMS voor jazzconcerten en andere activi teiten. Eenmaal per week, op donder dag. is het museum daartoe in de avonduren geopend. Vooral de filmafdeling van het Mu seum of Modern Art is het vermelden waard. Dagelijks wordt er tweemaal (op de open avond nog eenmaal ex tra) een filmprogramma getoond in de grote projectiezaal. Vaak is er zeven maal per week een nieuw programma. Er zijn documentaires en speelfilms, korte en lange, oude en nieuwe. Men vertoont bijvoorbeeld een maand lang Zweedse films, en dan passeren de meeste Bergmanfilms de revue. Bin nen één week kan men er bij voorbeeld films van Godard, Demy en Varda zien, tijdens een Franse korte- filmweek. De leiding over deze film- afdeling is in handen van de documen- tarlst Wlllard van Dyke. Zijn assisten te. Adrienne Mancia, is verantwoorde lijk voor de programmering van de museumvoorstellingen. Archief Hef doel van de afdeling is een ar chief te vormen voor films van waar de. zoals wij ln Nederland het Neder- landse Filmmuseum kennen. Omdat er geen overheidssubsidie is. moet men hef hebben van de goedwillend heid en de schenkingen van allerlei particuliere instanties. Dat betekent dat het archief nog steeds onvolledig is, omdat de rechten van bepaalde films gewoon te duur rijn. Deson danks behoort de collectie tot de meest uitpebreide die op dit pebied be staan. Er is één ander filmmuseum, dat meer Amerikaanse films in bezit heeft, en dat is de Clnémathéque Fran- Caise In Parijs onder directie t an de heer Langlois. Men beschouwt hem Ills een gevaarlijke concurrent. Hij heeft immers de allergrootste collec tie ter wereld. Toch ls men er ook wel weer erg trots op, dat de beste kopieën van Pantserschip Potemkln" in New York berusten, waar de Russen ze komen lenen voor hun festivals. In New-York ondervinden Willard van Dyke en Adrienne Mancia de concurrentie van de Gallery, die ook een fllmotheek heeft opgericht. Ze vrezen hem echter niet, omdat ze wel weten dat de ver antwoordelijke mensen daar hun keuze op een heel beperkt terrein maken: de echte Hollywoodfllms. Dus draait men daar de musicalverfilmingen, „An American in Paris", „Singing in the Rain", „Silk Stockings" en „Glgi" om maar wat te niemen en een zeer uit gebreide collectie films vsn Buster Keaton en Harry Langdon. Flaherty-Seminar Zij reizen de wereld rond om festivals te bezoeken, om werk van jonge fil mers te zien. dat zij soms in Amerika binnen kunnen halen, als zij het be langrijk achten, terwijl geen importeur pogingen doet het te krijgen. Ze organiseren dan verder elke zomer het „Flnherty-Seminar", een filmweek genoemd naar Robert Flaherty, de overleden filmer, d'" nog steeds als groot voorbeeld voor documentalisten geldt. Het accent van deze filmweek valt op de documentaire film. Ook Ne derlandse films, die maar met moeite 'n normaal roulement zouden krijgen in de V.S.. zijn daar de afgelopen Ja ren vertoond: „Alleman" van Bert Haanstra en „De Minder Gelukkige Terugkeer van Josef Katüs naar 't land van Rembrandt" van Wim Verstappen. Professoren aan fllmafdeltngen van universiteiten, hun studenten, beroeps- filmers, cameralleden en critici zijn aanwezig en discussiëren over de der tig k veertig films die zij tijdens deze filmweek kunnen zien. Zowel „Alle man" als „Josef Katüs" zijn hier bij zonder gunstig ontvangen en beoor deeld. Door alle activiteiten, vooral dia op filmgebied, is het Museum of Modern Art het meest boeiende van de grote musea in New York Van dag tot dag ls er Iets nieuws te beleven, te horen of te zien. Dagenlang kan men er in onderduiken en er eventueel nog eten ook ln de twee restaurants die ln het gebouw te vinden zijn. De andere mu sea van de stad zijn daarbij vergeleken ln veel mindere mate een avontuur, hoe uitzonderlijk elk ervan op zich ook is. JAN VERSTAPPEN van een hem min of meer occult ln de handen gespeeld boek over Indisch occultisme, zich tot wereldherstelller geroepen acht. HIJ is daardoor in staat de mensen te laten doen en vooral ook te laten geloven wat hij wil. Hij hoeft daarvoor maar op een bepaalde ma nier met zijn wenkbrauwen te fronsen, hij beschikt dus over een sterke hyp notische macht. Als hij op de eerstr mei de secretaris van het stedelijk partijcomité Semjon Grarilovitsj Tisjt- senko afzet, neemt hij zelf het bestuur ln handen van de stad Ljoebimov en nodigt als hij later trouwt alle inwo ners op een grote maaltijd uit. Die in woners kunnen precies zeggen wat ze graag willen hebben, want door de macht van de Vredestichter kan hij Ie dere spijs en drank de smaak geven die gewenst, wordt. Hij wordt in zijn bestuur van Ljoebi mov bijgestaan door de man die het verhaal doet van de omwenteling en zijn gevolgen, de enige iets meer. maar slechts gedeeltelijk ontwikkelde Saveli Koezjmitsj Proferansov. een afstam meling van de legendarische professor uit de tsarentijd Samson Samsonovitsj Proferansov. Savsli Koezjmitsj vermaakt zich uitste kend bij het neerschrijven van de lot gevallen van Ljonja of Leonid Ticho mirov. hij wordt door Fondse uitste kend geschetst als een gnlffelaar en ia weer een typisch provinciale figuur. Wat hij schrijft over de Vredestichter en diens vrouw Serafima Petrovna is soms uitermate platvloers. Hoe fantas tisch die lotgevallen en het leven in de nu „vrije" stad Ljoebimov ook zijn, men wordt er gewaar dat de revolu tie zelfs de revolutie van Tichomirov, de mensen weinig heeft veranderd, ze zijn gebleven die ze waren met hun kleine materiële verlangens, met hun geloof en vooral hun bijgeloof. Russen bleven er Russen. Ljoebimov kan toestanden en personen in de Sovjet-Unie hekelen, het is daar om nog niet gericht tegen Rusland en de Sovjet-Unie als zodanig, het hoeft niet anti-marxistisch te zijn. In de sa tire en in de held van het verhaal Ti chomirov wordt eerder getracht ln een lachspiegel te tonen, dat een nationali sering van de produktlemiddelen alleen de staat niet tot heilstaat kan maken, dat er daarvoor een geestelijke revolu tie nodig is, die nog niet werd be reikt en dat dit geen provinciale aange legenheid is, maar de hele wereld aan gaat. Het Is in elk geval een wonderlijk boek. dat wellicht meer in de traditie van de Russische literatuur past dan sommige scheppingen van het alge meen erkende socialistische realisme.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9