Pony verdringt knol van de paardenmarkt Handelaren varen er wel bij DE OVERHEID MOET DE UITZENDINGEN VAN DE NVSH ONMIDDELLIJK VERBIEDEN „Voor lange haren is nog geen goede hoed uitgevonden'' CV an een onzer verslaggevers) '•-HERTOGENBOSCH In één van de ge brandschilderde ramen van het restaurant bij de Bossche veemarkthallen is een gespierd werk paard uitgebeeld dat krachtig een ploeg door de voren trekt. Dit tafereeltje, dat zich boven de zware koppen van veehandelaren blijft afspelen, lfjkt tegenwoordig eerder een posthume hulde aan het aloude trekpaard dan een beeld van hoe dienstbaar en goed het dier wel is dat In deze omgeving wordt verhandeld. wie zich tussen het uitgelezen i paardenhandelaars begeeft, zal j ken al het tegenwoordig kittig en wol fs; gewriemel van pony's en luxe paar- met heel veel moeite een „knol" kun- ontdekken. Op een markt vorige ld bijvoorbeeld, waar ao'n 450 dieren den aangevoerd, kwamen we niet dan vier werkknollen. die ergens uitgestotenen waren vastgezet aan halster. Ht neemt niet weg dat de zware ket- ien. waaraan de kooplieden hun por- euilles hebben hangen, steeds meer te en krijgen. Voor hen levert de han- meer „goud" dan ooit tevoren. A len kromgewerkt boertje dat achter fL toen nog onvervalste werkpaard over - akkers zo ongeveer de halve wereld t afgedribbeld. schudt zijn grijze d: „De werkpaarden die nu nog len verhandeld, zijn goed voor de >r. Het is allemaal luxe goed wat klok slaat. Ze geven voor een goede py met papieren grif 2500 gulden". hik naar de wind De man heeft gelijk. De paardenhan- tlaar heeft op tijd zijn huik naar de Ind gehangen. De hoogconjunctuur Ref hem zijn oude handel door mecha- De aloude knol heeft plaats moeten maken voor het statussymbool pony. vrijwel geheel uit handen, maar elljk joeg zij er een veel aanlokkelij- object in terug: het statussymbool ïv. Al snel kreeg dat een (nog duur- 1 broertje: het halfslag rijpaard. „De liggen op het ogenblik zo. dat i handelaar een prijs kan berekenen i de gek ervoor wil geven", zegt het irtje dat zich in de tochtige hal in- ddels op een warme gebakken vis pft geworpen De handel is inderdaad ratiever dan hij waarschijnlijk ooit ge- 1 zal zijn. Het boertje heeft gelijk, russen het professioneel handjeklap- id volk is inderdaad een groot aantal te ontwaren dat al dan niet Irgezeld van zonen en-of dochters een ..rijdier' komt kopen. De kinderen en zo mogelijk pa zelf zijn gekleed in het uniform van een jockey om de status toch vooral maai uit te laten komen. De meestal kogelbulkige of juist broodmage re paardenkoopman (een tussenfiguur bestaat kennelijk niet bij hen) ziet ze gaarne. Best bloed „Het beste bloed. baas", roepen zij de aspirant-koper toe. Als deze zijn grootste angst voor de trappelende benen heeft overwonnen en een been van het paard durft op te lichten: „Je hoeft nergens naar te kijken, 't Is allemaal eerste klas. Een monster van een dier'. De koop is snel gesloten De trotse eigenaar heeft de eerste vinnige knauw van zijn nieuwe bezit met een godslastering in ontvangst genomen. Hij krijgt nog een sigaar uit het notitieboekje van de koopman en ver dwijnt vervolgens in de massa. Kenners- kóppen lachen; kennelijk niet geheel op- De handel tussen zwaar Ingepakte kooplieden verloopt wel Iets anders. Een ruin moet voordraven. Een wat al te ge zette handelaar die het beest in toom moet houden, rent vloekend naast het dier als er een stuk uit zün klomp vliegt en het overflverige paard dat hij daar straks nog zo aanprees, niet direct wil stoppen- Als twee innige schoolkameraadjes lo pen .deze volwassen mensen met de ar men om eikaars schouders een eindje op om over de prijs van gedachten te wis selen. Hun fluisterfolklore begeleidt on ophoudelijk hun ketsend handjeklappen Plots maken ze elkaar voor rotte ris uit. wijzen naar het voorhoofd en het ziet er naar uit dat ze elkaar nooit weer zullen aankijken De koper stapt naar zijn com pagnon om overleg te plegen. Na wat ge drentel zoeken beide handelaren elkaar weer doodleuk op. ..Je zal er spijt van hebben als Je het niet doet. Je weet wat ik heb gezegd, ik doe er anderhalf af". Prompt begint het liedje van loven en bieden van voren af aan. Tenslotte vin den wij ze broederlijk verenigd boven een borrel weer terug in het restaurant. De petten nu wat losjes in de nek. „Het is vandaag de dag meer show dan iets anders merkt iemand op. Een be jaarde man met een schipperspetje op schijnt zijn bouvier te hebben meegeno men. De zwarte baal wol aan een touw tje blijkt echter een pony te zijn. Een controleur in de hal zegt laat dunkend: „Dat mag er tegenwoordig ook al in. waar ze lol in hebben?" Hij kan vertellen dat er meer geld wordt om gezet. maar dat er toch veel minder paar den op de markt worden aangevoerd. „Acht jaar terug hadden we hier nog 800 tot 1000 paarden op zo'n dag. Als men naar de naam paardenmarkt kijkt, wordt het wel duidelijk dat deze veel van zijn authencitelt heeft verloren. We missen authenticiteit heeft verloren. We missen -1 ',l i* 4. m 'Hl i tegenwoordig alles luxe wat de klok slaat: pony en halfslag rijpaard zijn In. Ridder van Rappard, die In onze oudejaarsenquête landelijk gezien een eervolle vijfde plaats Innam als populaire figuur, neemt geen blad voor de mond als h(j praat over de N.V.S.H. Zijn mening over mevrouw Zeldenrust - Noordanus, de voorzitster van de N.V.S.H., die er in onze enquête bijzonder slecht afkwam, liegt er niet om. „Een vrouw met verderfelijke opvattingen, gespeend psychologische diepte. Haar goede bedoelingen wil Ik niet in twijfel trekken, maar ze la levensgevaarlijk". MR. L R. J. RIDDER VAN RAPPARD: GORINCHEM De ridder bulderde van het lachen, toen we hem per telefoon vertel den, dat hij door onze Oudejaarsenquête was aangewezen tot één van de meest populaire figu ren van het jaar, Een afspraak was gauw ge maakt* 's Middags om drie uur in het stadhuis van Gorinchem op de Groote Markt. De ka mer van de burgemees ter. Groot, met veel schilderijen. In een hoek een imposant houten bureau. Ervoor: vijf stoelen. Erachter: mr. Louis Rudolph Jules ridder van Rappard, 61 jaar, groot, breed, grijs haar, zwart streepjes pak, gouden horlogeket ting met een klaverblad eraan, een ondanks de hoekige kin toch niet onvriendelijk gezicht. Ridder van Rappard trekt al Jaren met open vizier ten strijde tegen alles wat hij beschouwt als in strijd met het aangeboren menselijk geweten en met de uit de traditie overgeleverde waar den. Hij voert die strijd op vele fronten. In de politiek, als kopman van de rechtse Liberale Staatspartij, die de laatste jaren wat in de ver getelheid is geraakt („bij de verkiezingen zijn wij door een lasterlijke perscampagne op de achtergrond gedron gen"). In de kunst, door als notabele van Gorinchem, in overeenstemming met zijn medebestuursleden van De Doelen, een tentoonstelling van de moderne schilder Wil Perwerda, (..een «aaiddon schilder") te verwijderen. De laatste tijd strijdt de rid der vooral tegen de NVSH en met name tegen me vrouw Zeldenrust-Noorda- nus, de voorzitster. In het t.v.-programma Voor de Vuist Weg van Willem Duys poneerde hij zijn meningen hierover op de van hem be kende wijze: zonder een blad voor de mond en met meer rondborstigheid dan voorzichtigheid. „Duys bel de mij op om te vragen of lk ln zijn programma wou", vertelt de burgemeester. „Ik zei nee. want lk had weinig zin. Mies Bouwman had me al eerder gevraagd, maar die heb ik ook geweigerd. Duys is toen doorgedrongen op mijn spreekuur en toen heb lk ja gezegd". De bur gemeester heeft, zo deelt hij mee. meer dan 800 brieven gekregen na zijn optreden. Verderfelijk Hij wil weten aan wie onze lezers zich het meest ge ërgerd hebben. „Aan me vrouw Zeldenrust". „Dat verwondert me niets", ant woordt h(j onmiddellijk, „een vrouw met verderf<■- felijke opvattingen. ge speend van iedere psycholo gische diepte". „Ze is anders psychologe van haar vak", werpen we op. „Dan is de neergang daar >.ok al volop aan de gang. Het is een vrouw met een nggressieve heerszuch tige aard. wat gelukkig by vrouwen doorgaans niet het geval is. Haar goede be doelingen wil ik niet ln twij fel trekken, maar ze is le vensgevaarlijk". De ridder kan zioh ln z|jn verontwaardiging over de algemene decadentie moei lijk tot één punt beperken. H|j spreekt tegelijk over de NVSH. over Zo Is 't Toe vallig Ook Nog 'ns 'n Keer, over de provo's en over llnksdenkenden. „Ik wil me verzetten tegen de onzin delijkheid", zegt hij. „vooral de esthetische onzindelijk heid en dan zwijg lk over de ethische tegen die sfeer van platitude, het gebrek aan gêne, de zelfbe- vlekkingshysterie. „Zo is het" heeft me verweten dat ik tegen satire ben. Dat ben lk helemaal niet. Ik ben veel Batlrlsoher dan al die lummels bij elkaar. Ik heb me verzet tegen hun sma keloosheid en hun onspor- tlvlteit. En dan zijn ze nog kwaad ook, als 't niet ge pikt wordt. Je kunt tooh ie mand niet voor rotte vis uitmaken voor vier miljoen kflkers, als hij er zelf niet Lijfeigenen Ridder Van Rappard formu leert zijn prachtige, ge spierde zinnen met een ver bijsterend gemak. Soms kijkt hy pratend naar bul- „Ze hébben m|J aangegre pen op mijn titel. Roofrid der ligt natuurlijk voor de hand. Ik zou een verkrach ter van maagden zijn, lk zou thuis horen ln de peri ode van de lijfeigenen. Ah. alsof dat een slechte periode geweest zou zijn, wat lk ten sterkste betwijfel. Ik vind dat het lot van de meeste mensen nu meer op dat van lijfeigenen lijkt dan toen. Ik zou reactionair zijn. Dat ben ik niet. Ik ben 35 jaar burgemeester van Gortn- rlng Intellectueel niveau. Van de overgeleverde wijs heid van alle tijden weet men vrijwel niets af. En op mensen die daar wel lets van afweten zoals lk, die tot een bepaalde erudiete tra ditie behoor, daar kunnen de nieuwlichters alleen maar op schelden. Dat gepraat over gelQke kansen... Hebt u het ooit meegemaakt, dat Iemand gelijk wil worden aan degene die onder hem staat? Het ls het afreage ren van afgunst. Ws hebben al generaties lang gelijk heid. Al ln mijn grootva ders tijd kon een kwieke vent. ole van aanpakken hield, het hoogste berei ken." Het derde punt: „Een ont roerende, maar beangsti gende onrust by ouders, dia zich afvragen wat hun kin deren straks te wachten staat op scholen, waar een klimaat heerst met grote seksuele vrijheden. Onze kinderen komen thuis met de krankzinnigste verhalen, zeggen de ouders. Het on- derwyzend personeel meet zich het recht aan om din gen te ondernemen, die aan de ouders voorbehouden zijn. Mevrouw Zeldenrust heeft het ooit zo gezegd: „De t.v. is ons beste wapen want op die manier berei ken we de gezinnen tegen hun wil ln". Dat ls schaam teloos. levensgevaariyk". Plat We praten, na onze opmer king dat het onderwijzend personeel ln het algemeen toch niet zo wild ls als de ridder denkt (waarop geen chem. Als lk reactionair was, zouden de mensen dat hier niet pikken". Terug naar het t.v.-optre- den: „De mensen", zegt de burgemeester, „hebben erop zitten wachten. In alle brie ven die ik gehad heb ko men drie punten duideiyk Op de eerste plaats nemen ze het de overheid kwalijk, dat ze als individu zo slecht beschermd worden tegen be ledigende en kwetsende uit latingen". „Men kan toch de knop om- draalen als 't niet bevalt?" „De knop omdraaien? Als ik 7.8.per Jaar betaal voor de programma's moet ik dan genoegen nemen met beledigingen? Ik wil hele maal geen gecensureerde t.v., daar ben lk liberaal voor. De primaire verant woordelijkheid berust by de omroepen. Maar de over heid is verplicht om in te grypen als die rotkerels in de openbare etherstraat de regels, die daar gelden, overschryden". Hersenspoeling Het tweede punt uit de brie ven Is, volgens de ridder, dat d<- mensen het beu z|Jn om dageiyks via pers, radio en t.v. geconfronteerd te worden met MB HJfeiyke hersenspoeling. „Dat woord, hersenspoe ling, komt in 1 op de 10 brieven voor. De mensen vertikken het om, met alle zorgen die ze in het leven al hebben, belezen te wor den door een stel pubers, die nog niet droog achter hun oren zijn en die hun ln hun waanwijsheid willen zeggen hoe het ls. Het zijn byzonder weinig erudiete mensen, van byzonder ge- direct antwoord volgt), over de sexe. De ridder begrijpt niet goed waar al die sex- trammelant voor nodig is. Het waren maar kleine be volkingsgroepen, zegt hy, die vroeger onder een ta boe leefden. „De sex was er Immers vóór de zonde. Lees Genesis maar, sex ls geen zonde. Sinds de veertiende eeuw heeft ons geslacht zich over de sex niet de minste zor gen gemaakt. Das gesundo- nes Volksempfinden heeft zich nooit druk gemaakt over sex. Dat puritanisme is van de laatste tijd. Maar seksualiteit ten koste van de ander, dat Is zonde". Moet de voorlichting van de NVSH voor de t.v vei boden worden? „Onmiddeliyk! Dat moet de overheid onmiddel iyk verbieden. Reclame ma ken voor voorbehoedmidde len. akkoord, best. Maar niet verkondigen, dat alles kan en alles mag". Wat vond u van de naakte Phil Bloom in Hoepla? „Laag by de gronds", ant woordt de burgemeester verachtelijk. „Infantiel, bal dadig, geen esprit". „Waar om zijn er dan zoveel men sen zo kwaad geworden als het alleen maar baldadig was?" „Omdat het exhibi tionistisch ls. Het ls een es sentieel onderdeel van onze beschaving, dat Je niet met Je eigen vuiligheid naar bui ten treedt. Dat is gebrek aan zelfrespect. Phil Bloom was niet onzedeiyk, alleen maar plat, esprltloos". Dichtslaan De opvattingen van ridder Van Rappard kunnen on mogelijk volledig In dit In terview worden namen ge vat. Hy ls beiydend lid de Hervormds Kerk en ls, naar zUn eigen zeggen, „nog zo primitief* dat hy er eeu wigheidswaarden op na houdt, die er, zeer beknopt, >p neer komen dat Je niet alleen voor Je zelf leeft, dat je de plicht hebt om een ln geweten geheiligd leven te lelden en dat men eeuwige waarden ln acht dient te nemen, zoals trouw, fatsoen, eer, barmhartigheid, recht vaardigheid en moed. „Er zyn twee dingen", «egt de burgemeester, „die lk voor opstel als lk Iemand beoor deel. En dat zyn: zorgvul digheid van oogmerk en hert vermoeden van achtbaar heid. Als een vent iets on- zedeiyks beoogt, dan moe ten hem de ogen dichtgesla gen worden. En als hy dat op de televisie doet, dan moet de overheid dat doen". Wat vindt u van jongen* met lange harent Hy lacht. „Ze doen mij al tijd denken aan de struik rovers van Ivanhoe. Ik vind 't niet erg hygiënisch en wat moeiiyk als 't regent. Er ls nog geen goede hoed voor ze uitgevonden. Ze missen trouwens ook de zwier om lange haren te dragen, maar lk heb er geen bezwaar te gen. We leven ln een vry land". „Wat lk van ontwikkelings hulp vind? Al dat gepraat... Mensen die er zelf heen gaan. dat vind lk ontwik kelingshulp. En al dat ge jank over Vietnam. Als se by do Vietkong gaan vech ten, dAn zyn het voor my kerels. Nee. wy hebben hier ln ons land nog genoeg te doen voordat we met ont- wlkkellngahulp beginnen. Bn uiteraard ben lk alleen voor bilaterale hulp". Ontstaat dan niet het ge vaar, dat zo'n ontwikke lingsland te veel van ons afhankeiyk wordt? De rid der lacht langdurig over zo veel domheid. „Waarom zou dat niet mogen? Als Iemand hier aan een ander geld leèht, wordt die ander toch ook ln zekere zin af hankelijk. Geld geven vla de Verenigde Naties? Myn heer. natuuriyk niet, wat ls dat voor een gezelschap, de Verenigde Naties. Als Zee land zich morgen afscheidt, kunnen ze ook lid worden. Nee, geld geven om tydeiyke heerser» de kans te geven westerse luxe te kopen.... Er wordt op allerlei gebied zo ontzaglijk gewauweld". Thomassen De burgemeester ls bezig met een nieuwe brochure. (De talrijke brochures die hy reeds In strijdbaarheid vervaardigd heeft, geeft hy mee: „Ik zal u eens met myn schrifturen opdoffen". De 800 mensen die hem ge schreven habben heeft hy er ook enkele toegestuurd). Zijn nieuwe boekje heet: „Seksueel trammelant" en draagt als ondertitel: „Lay out en teach-out over het huidige beleid van de NVSH". Het motto van het ooekje ls: „Le monde d'êros n'a pas commence aujour- d'hul". „We moeten terugvechten", zegt de ridder. „En dat ls aan de gang. Ik krijg vee! uitnodigingen voor spreek beurten ook van jongeren". Het is tyd voor de laatste vraag: Wie ls voor u de man of vrouw van het Jaar? Mr. L. J. R. ridder van Rap pard moet er enige tyd over nadenken. De volgende dag zegt hy: „Mijn collega, bur gemeester Thomassen van Rotterdam, die do moed ge had heeft om, tegen de ln *Un socialistische party overheersende twijfel over het gezag, dn persoonlijke verantwoordelijkheid van dn gezagdrager met te waar deren emotie* ie verdedigen"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9