DE DODEN HELPEN
LEVENDEN LEVEN
Hogere omzetbelasting op reeds gebogen schouders
In '70 twee miljoen brommers op de weg
PAAR TIENTJES
DUURDER PER
1 JANUARI
Gebruik in
percentages
Ethische
vragen
rond dood
en leven
DONDERDAG 14 DECEMBER 1967 DE LEIDSE CODRANT PAGINA
(Vaii een onzer verslaggevers)
DEN HAAG De bromfiets is een vrijwel onmis
baar vervoermiddel voor ongeveer 1,75 miljoen Ne
derlanders. Driekwart ervan gebruikt de brommer
om naar werk of school te gaan. Niet minder dan
de helft van hen zou, zonder die bromfiets, moeten
gaan lopen of fietsen, omdat zij geen gebruik kunnen
maken van openbare vervoermiddelen. Deze conclu
sies komen voort uit 'n enquête, die ln opdracht van
de RAI-bromflctsenafdellng is ingesteld bij driedui
zend gezinnen en alleenstaanden.
D« omzetbelasting op brommers zal, zoals bekend,
per 1 januari worden opgetrokken van tien naar
veertien procent. Deze lastenverzwaring zal terecht
komen op de toch al gebogen schouders van toe
komstige kopers. Reacties van leveranciers en van
de zijde van de RAI laten er weinig twijfel aan be
staan, dat de hogere lasten onverkort zullen worden
doorberekend. Dat scheelt de nodige tientjes per
bromfiets.
Het wetsontwerp, dat in deze verhoging voorziet,
heeft het er in de debatten van onze volksvertegen
woordigers niet helemaal zonder kleerscheuren af
gebracht. Niet dat er iets aan het voorstel van mi
nister Witteveen werd veranderd, maar de aange
voerde bezwaren waren legio, óók van regeringspar
tijen. Het zwaarst woog de overweging, dat een be
roep wordt gedaan op de portemonnee van minder-
draagkrachtigen. Een aantal kamerleden had liever
gezien, dat de automobilisten voor de bijeen te bren
gen gelden zouden moeten opdraaien, in de vorm van
en nieuwe verhoging van de benzlneaccijns.
Betoogd werd, dat bromfietsbezit meestal niet duidt
op financiële overvloed en dat het betrokken vervoei*-
middel een bijzonder belangrijke plaats inneemt in
het woon-werkverkeer. Nu is het zelden een onover
komelijk probleem cijfermateriaal op te scharrelen,
waarmee - vrijwel ieder argument kan worden on
derstreept, of, indien gewenst, verworpen. De feiten,
waarmee de RAI onlangs kwam aandragen spreken
evenwel duidelijke taal.
Per huishouding is het gemiddelde aantal bromfiet
sen opgelopen tot 1,3 in 1966. In juni van dat jaar
reden in ons land 1.630.000 brommers rond, een aan
tal dat blijkens de cijfers van de RAI nu gestegen
moet zijn tot meer dan 1,75 miljoen.
Gezien de groeiende vraag rekent men er op, dat
er in 1970 niet minder dan twee miljoen brommen
de fietsen over de tjokvolle wegen tuffen.
Volgens de RAI leert het ingestelde onderzoek, dat
de bromfiets meer ingang heeft gevonden in de la
gere sociale klassen, dan in hogere. De financieel
minderbedeelden zouden gezamenlijk 64 procent van
het totale bromfietsenpark exploiteren. Dertig pro
cent ie in gebruik bij de zgn. middenklasse, terwijl
de „beter-gesitueerden" zes procent voor hun reke
Deze cijferB geven een enigszins scheef beeld, om
dat bulten beschouwing wordt gelaten dat er nu
eenmaal veel meer gezinnen zijn in de lagere inko
mensgroep. Een beter overzicht geeft de volgende
indeling: van de gezinnen van de agrarische be
roepsbevolking beschikt 68 procent over een brom
fiets, bij de handarbeiders is dat percentage 43, bij
de loontrekkende middenstand 29, bij de leidingge
venden en welgesteldèn 28. De minste bromfietsen
treft men aan ln de categorie van de gepensioneer
den: 17.
Het Centraal Bureau voor do Statistiek noemt ook
Volgens een door de RAI-bromfietsenafdeling
gehouden enquête wordt de bromfiets in
percentages als volgt gebruikt:
van huis naar werk 45
tijdens het werk 9
weekeindritjes 38
voor boodschappen 33
voor visites 26
vakantie 18
van huis naar school 10
De ondervraagden mochten meer dan een
antwoord geven.
cijfers, die de positie van de bromfiets dik onder
streept. Het forensenverkeer vindt voor dertien pro
cent per bromfiets plaats, terwijl de bromfiets na
«ie fiets het meest gebruikte vervoermiddel la voor
i-itjes korter dan een half uur.
Een opmerkelijke conclusie is, dat de helft van de
woon-werkbromfietsbezitters (ongeveer zeshonderd
duizend personen) volledig op de brommer zijn man
gewezen omdat ze niet van een openbaar vervoermid
del gebruik kunnen maken. Van de andere zeshon
derdduizend zijn er 30.000 per bromfiets het snelst
van huls naar werk-school. De gemiddelde tijd
winst is twintig minuten, wat natuurlijk zijn weer
slag heeft op de bezettingsgraad in bussen, trams
De opzienbarende harttransplantatie in het Groote Schuurzieken-
huis in Kaapstad heeft aan het licht gebracht, wat de ingewijden
reeds wisten: de bijna onbeperkte mogelijkheden van de heden
daagse chirurgie. In dit geval was de chirurg een geniale
uitvoerder van wat andere specialisten waargenomen en bevonden
hadden. Bij hem komen de bevindingen van de specialisten, die
de zieke mens gebogen staan, samen. Hij voegt er het zijne
aan toe en handelt overeenkomstig de veelal briljante
techniek, die eigen is aan zijn specialiteit. Men zou de medische
wetenschappelijke wereld kunnen zien als eenwereldwijd team
van vorsers, diagnotici en technici, waarin de een niet zonder
de ander kan: in het geval-Kaapstad zou de chirurg machteloas
zijn geweest zonder de immunoloog, de internist en de cardioloog
(om over de anderen maar te zwijgen), maar immunoloog, internist noch cardioloog zouden de
operatie in Kaapstad hebben durven of kunnen uitvoeren. Deze reusachtige samenwerking
heeft ertoe geleid, dat de doden de levenden helpen leven. Immers, de ontoereikende nier van
een levende mens kan omgewisseld worden voor de gezonde nier van een pas overledene; het
zieke hart van een hartpatiënt kan zij het met nog onzeker resultaat weggenomen en
vervangen worden door het onaangetaste hart van iemand die juist is gestorven. Dit opent
zeer grote vergezichten, maar er rijzen tevens vragen, niet alleen van geneeskundige, maar
ook van ethische en juridische aard.
gen in verschillende groepen, juist zo
als er bepaalde bloedgroepen zijn,
waarmee, zoals bekend, terdege reke
ning gehouden moet worden bij bloed
transfusie. Eigenlijk is de bloedtrans
fusie ook een transplantatie.
Zoals bij bloedtransfusie rekening ge
houden moet worden met de verschil
lende bloedgroepen, moet bij trans
plantaties rekening gehouden worden
met de verschillende groepen van wit
te bloedlichaampjes. Er Is een grote
verscheidenheid van groepen, maar 't
komt voor dat er mensen zijn die
over gelijke of nagenoeg gelijke groe
pen beschikken.
Aan het onderzoek naar deze materie
heeft dr. J. J. van Rood, lector in de
immunohaematologle aan de Letdse
universiteit en mede met dr. J. Eer-
nisse werkzaam op de bloedbank van
het academisch ziekenhuis een groot
aandeel gehad. Mede dank zij zijn mi
nutieuze en ingewikkelde onderzoekin
gen, waarbij zelfs computers te pas
kwamen, hebben transplantaties, on
verschillig of het nieren, harten of le
vers zijn, een betere kans van slagen.
AFWEERREACTIE
Het is duidelijk dat het menselijk li
chaam in geval van opneming van
vreemd weefsel minder ln verweer
komt naarmate de groepen wtf/tte bloed
lichaampjes van donor en acceptor
(„nestgeur") meer met elkaar over
eenstemmen. Is het verschil klein dan
zijn ook de afweerreacties klein) is 't
verschil groot dan zijn ook de afweer
reacties groot en wordt 't getransplan
teerde weefsel niet aanvaard. Nu be
staan er middelen om de afweerreac
ties te onderdrukken en men zal deze
middelen, afhankelijk van de hevigheid
van de reactie, altijd moeten gebrui
ken omdat ook altijd afweerreactie,
al Is 't nog zo miniem, optreedt. Maar
men gebruikt liefst zo min mogelijk
van die middelen en zoekt het liever in
da gelijke of ongeveer gelijke groepen.
Want naarmate men de afweerreactie
zwaarder moet onderdrukken wordt
ook het Lichaam gevoeliger voor alle
soorten ifectles. Want bij 'n geheel of
gedeeltelijke afwezigheid van afweer
krijgen allerlei virussen en bacillen om
zo te zeggen de kans van hun leven.
Vandaar de zorgvuldige nabehandeling
van transplantatlepatiënten: in een
volkomen steriele omgeving. In Neder
land beschikt alleen Lelden over een
dergelijke inrichting; een isolatieka
mer, waarin steriele lucht wordt ge
pompt en waar men zich voor het be
treden moet hullen ln geheel steriele
kleding. Elders In ons land, met name
in Groningen en Nijmegen zijn aij In
voorbereiding.
De problematiek van de transplantatie
is nog betrekkelijk nieuw en 'een uitge
breid terrein van onderzoek ligt nog
open. Vele vragen zullen nog beant
woord moeten worden. Belangrijk is
hoe aan donors te komen. Niet te oude,
gezonde mensen, die al bij hun leven
verklaren zich in geval van (onver
hoopt) overlijden ter beschikking to
stellen als donor. Dr. Van Rood denkt
in termen van Europese samenwer
king; transplantatieteams ln verschil*
lende Europese landen waarop men te
rug kan vallen als men donors nodig
heeft van gelijke leukocytengroep
Een idee dat reeds in het beginstadium
enthousiaste reacties in het buitenland
heeft gewekt. Er zullen gelden moeten
komen voor een steeds verder gaand
onderzoek. Nog zijn de mislukkingen
vele en de resultaten schaars. Maar er
zijn vooruitgangen. Er leeft nog ie
mand met «en nier van een nnder
die hij zes Jaar geleden gekregen heeft.
In het St.-Mary Hospital ln Londen is
men er reeds in geslaagd om verwij
derde organen 24 uur lang in goede
staat en geschikt voor transplantatie
te houden. Intussen gaat het onderzoeff
door. Er zullen betere methoden ge
vonden worden. Men zal een beter en
dieper Inzicht in de samenstelling van
de bloedgroepen krijgen. Dat alk-s op
dat da doden da lav enden helpen leven,
Men zou zich kunnen voorstellen dat,
zodra transplantaties van organen ge
meengoed zijn geworden, een levens
gevaarlijk gewonde, die een zieken
huis wordt binnengebracht, de nijpen
de langst bevangt dat zijn behandeling
onwillekeurig beïnvloed wordt door
de omstandigheid dat hij een zeer ge
zonde nier of een gaaf hart bezit en,
Indien overleden, als donor (gever)
zeer geschikt is.
Dr. L. Stubbé, als internist aan de
chirurgische afdeling van het acade
misch ziekenhuis in Leiden verbonden,
beschouwt het als een onwrikbare
voorwaarde, dat het team, dat voor
komende transplantaties uitvoert,
nooit of te nimmer betrokken mag
jdjn bij de behandeling van mogelijke
donors. Een lichaam mag pas vrijge
geven worden aan het transplantatie-
team ais het behandelingsteam de dood
geconstateerd heeft en de juridische
- zijn. Hij is
mening, dat belangrijke
ten aanzien van een pa
tiënt altijd genomen moeten worden
door het team in zijn geheel en nooit
door één man. Iedere patiënt moet
ervan overtuigd blijven, dat er uit al
le macht aan zijn welzijn gewerkt
wordt en dat volledig naar eer en ge
weten over datzelfde welzijn beslist
wordt. De harttransplantatie in Kaap
stad heeft nog een bepaalde ethische
zijde: een dergelijke transplantatie is
eenmalig en dus onherroepelijk. Mis
lukt de ingreep, bijvoorbeeld omdat
het lichaam het vreemde orgaan niet
'aanvaardt, dan overlijdt de patiënt.
Dit maakt de beslissing over het al
dan niet transplanteren van een hart
aanmerkelijk moeilijker dan bij de
transplantatie van een nier. Een nier,
die niet door het lichaam aanvaard
wordt, kan verwijderd worden en de
te overlijden.
Er lopen in Nederland verscheidene
mensen rond, die geen nieren meer
hebben, in afwachting van een ge
schikte donor. Zij moeten wel op ge
zette tijden „doorgespoeld" worden,
dat wil zeggen dat de afvalstoffen, die
normaliter door de nieren gefiltreerd
en uitgescheiden worden, op een ande
re wijze verwijderd moeten worden.
Transplantatie
techniek
opent ruim
vergezicht
Wie mocht menen, dat het plaatsen
van een hart van een 25-jarige vrouw
in het lichaam van een 55-jarige man,
op ethische bezwaren zou kunnen stui
ten, kan gerust zijn. „Vrouwen", zo
verzekerde ons prof. A. G. Brom, hart
chirurg verbonden aan het acade
misch ziekenhuis in Ledden, „zijn lang
niet zo vroegtijdig onderhevig aan ver
kalking van de kransslagaders (die
de hartspier voeden) dan mannen. On
derzoek bij gesneuvelden in Korea
heeft uitgewezen, dat sommige twin
tigjarige jongemannen reeds tekenen
vertoonden van aderverkalking van de
kransslagaders".
Bij de harttransplantatie ln Kaapstad
heeft men rekening gehouden met het
feit, dat het hart. dat tamelijk auto
noom kan werken, mede in zijn ritme
geregeld wordt door de hersenstam.
Bij grotere lichamelijke Inspanning
geeft de hersenstam prikkels door
naar het hart, zodat dit zich aanpast
aan de gewijzigde omstandigheden,
i.e. de grotere inspanning. Het ritme
zal dus opgevoerd worden. Dit is niet
het geval bij diegenen, wier hartslag
geregeld wordt door een instrumentje,
dat zij in hun zak meedragen en ook
niet indien bij een harttransplantatie
de verbinding hersenstam-hart verbro
ken wordt. In Kaapstad heeft men dit
tussen beide? Er- zijn legio gevallen
bekend van mensen, die naar klassie
ke maatstaven „dood" waren, maar
bij wie het stilstaand hart met heden
daagse hulpmiddelen weer op gang
kon worden gebracht (de pauze tussen
dit ,,dood" gaan en het weer op gang
brengén van de circulatie mag nooit
te lang duren anders treden onherstel
bare hersenbeschadigingen op). Zo
kan ook iemand overleden worden ge
acht, ook al doen hart en longen, dank
zij de tegenwoordige technische hulp
middelen, normaal hun werk. Dit kan
het geval zijn bij dusdanige zware
hersenletsels, dat een elektro-encefa-
logram (e.e.g), waarmee men her-
senimpulsen kan registreren, geen en
kele uitelag meer geeft.
Het is ln principe mogelijk om hart
en longen van een onthoofde mens nog
dagenlang te laten doorwerken. Zo ie
mand is geestelijk (neurologisch)
dood, maar fysiologisch niet.
Over de gehele ethische en juridische
problematiek van de transplantatie
heeft prof. dr. M. Vink, hoogleraar in
de chirurgie te Leiden, in het Neder
lands Tijdschrift voor Geneeskunde
(no. 28, 5-6-67) een artikel geschreven.
Ook hij stelt daarin zeer nadrukkelijk
de scheiding tussen 't behandelend en
WAT IS DOOD?
Een bijzonder moeilijk vraagstuk in
het licht van de transplantaties is dat
van leven en dood. Waar ligt de grens
transplantatieteam als strikte voor
waarde. Hij geeft voorts een aantal
richtlijnen in geval van een levende do
nor (bijv. iemand die bij leven en
welzijn een van zijn beide nieren af
staat) en van een overdeden donor. In
het eerste geval moet de vrijwilligheid
onaantastbaar vaststaan; hij de do
nor moet op de hoogte zijn van de
normale risico's van de ingreep. Dat
alles moet schriftelijk vastgelegd wor
den en de medische-soclale belangen
van de levende donor moeten gewaar
borgd zijn. In geval van een overleden
staven, maar ook aan het aanwezig
zijn van een vlak (dus zonder uitslag)
elektro-cardiogram (waarmee de hart
slag geregistreerd wordt) en een vlak
elektro-encef aiogram.
De kwestie leven of dood is bij trans
plantaties van vitale organen een even
moeilijke als belangrijke zaak. Zoals
men hart en longen van een onthoofde
mens met technische hulpmiddelen in
werking kan houden (dit houdt in dat
men neurologisch dood is maar fysiolo
gisch nog lefft), zo kan men ook hart
siologische en neurologische dood, om
dat zich ln dat stadium onherstelbare
veranderingen in de cellen voordoen.
NESTGEUR
Een van de grootste moeilijkheden bij
transplantaties is, dat het lichaam ie
der binnengedrongen vreemd voorwerp
afwijst, of het nu een cel, een virus,
aangevallen en zo mogelijk verdelgd
Deze „afweerreactie" zal heviger zijn,
naarmate het verschil in „nestgeur"
groter is.
Bijzonder actief in het aanvallen en
vernietigen van vreemde indringers in
het lichaam, zijn de leukocyten, ofwel
witte bloedlichaampjes, die de antistof
fen verwekken, waarmee de „indrin
ger" te ldjf wordt gegaan. Deze witte
bloedlichaampjes zijn onder te bren-
De handen van de chirurg voeren
uit wat anderen, zoals internist en
cardioloog, vastgesteld en aangewezen
hebben, dank zij de schitterende
techniek, eigen aan zijn specialiteit.
donor moet het wegnemen van enig
orgaan voor transplantatie tevoren
schriftelijk vastgelegd zijn, na verkre
gen toestemming, hetzij bij wilsbe
schikking hetzij van de naaste fami
lieleden (zoals in Kaapstad het geval
is geweest).
Prof. Vink meent, dat voor het consta
teren van de dood men zich niet alleen
moet houden aan de klassieke maai
en longen van een mens, wiens herse
nen door een ongeluk of anderzins to
taal vernield zij. in leven houden. De
ze mens verschilt ln niets van de ont
hoofde; zijn hart en longen leven hun
eigen autonoom leven. Het brein dat
hem tot mens maakte Is definitief uit
geschakeld.
Dit is waarschijnlijk de procedure die
in Kaapstad is gevolgd: men heeft het
nog levende hart van een neurologische
dode genomen en dat overgebracht in
iemand, die, nadat zijn eigen hart,
deels verwijderd was, ondanks dat ge
mis met een hartlongmachine normaal
kan leven. Bij niertransplantaties is
dat anders. Dit orgaan kan verwijderd
worden binnen een kwartier na de fy-
splinter Is. Men zou het menselijk li
chaam met enige fantasie kunnen ver
gelijken met een opgewekt zoemend
bijenvolk of een levendig mierennest.
Een bij, die per ongeluk een vreemde
korf binnenvliegt of een mier die bij
vergissing een vreemd nest binnenwan
delt, wordt onherroepelijk verdelgd om
dat een andere nestgeur wordt waar
genomen. Men zou zich kunnen voor
stellen dat een bij van een ander volk
maar met bijna dezelfde nestgeur op
'n veel zwakker verweer stuit dan wel
ongemoeid wordt gelaten dan een bij
met een duidelijk andere nestgeur. Zo
is het met het menselijk lichaam onge
veer ook zo. Alles wat niet de „nest
geur van 't eigen lichaam heeft, wordt