ffl WEDSTRIJD Gezellige winteravonden. Kom daar nu eens om! PRIJZEN VOOR DE JEUGD DINSDAG 21 NOVEMBER 1967 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Cadeautje voor een jarige Nog drie weekjes en hij is jarig. Hoe oud wordt hü eigenlijk? Dat weet waarschijnlijk niemand. Misschien weet Sint- Nicolaas het zelf niet eens precies. Maar dat geeft niet. Laten we het er maar op houden dat de Sint oud is, erg oud. En wat zo fijn van hem is: elk jaar als hij jarig is, brengt hij cadeautjes mee om uit te delen. Eigen lijk is dat precies het om gekeerde van wat wij allémaal doen als we jarig zijn. Als wij jarig zijn, krijgen wij cadeau tjes, en Sinterklaas geeft ze weg. Daarvoor moet je toch wel een fijn mens zijn. Laten we dat maar eens waarderen. Als onze vaders en moe ders jarig worden, gaan we altijd denken wat we hun zullen geven. Laten we dat met Sint-Nicolaas ook zo doen. We geven hem een cadeautje dat we zelf hebben gemaakt. Wij helpen jullie daar bij. Kijk maar eens naar de tekening, die hierbij staat. Nu is het nog een kale boel en niet geschikt als cadeautje. Daar moe ten jullie iets aan doen. Knip de tekening keurig uit. Je mag hem ook op plakken, maar dat hoeft niet. In de tijd dat de lijm moet drogen, zoek je je kleurpotloden op. Eerst even denken welke kleuren je allemaal gaat gebruiken en dan ga je begirmen met je cadeau tje te kleuren. Rustig aan maar, niet te gauw klaar willen zijn. Als alles ge kleurd is, vraag je of je vader of moeder je helpt met het versturen naar Sint-Nicolaas. Je kunt het met de post versturen als volgt: Aan Sint-Nicolaas bij De Leidse Courarë postbus 11, Leiden. Ook mag je het zo bij De Leidse Courant In de bus doen (Papengracht 32. Leiden). Vergeet in geen geval je naam, adres tijd op de tekenln Icef- ïrklaas Sin terklaas niet zijn als hij niet iets terug zou geven. I)e jongens of meisjes die het mooist gewerkt heb ben. krijgen een prijs. Er zijn drie grol klei iullie kleurplaten er dan donderdag mber bij de krant „Mens-erger-je-niet" en „Monopolie" zijn twee spelen die binnenkort waarschijnlijk alleen nog beoefend zullen worden door leden van speciaal daartoe opgerichte verenigingen. Over twee generaties weet niemand meer de klaverjasregels; halmaspelen en sjoelbakken zijn dan alleen nog te bewonderen in een museum van oudheden. Al deze spelen, vroe ger een belangrijk bestanddeel van het winter- avondvermaak, hebben hun plaats moeten inruimen voor de kijkkast, het elektronisch oog, het beeldaquarium, het blauwe venster, kortom voor de t.v. Nu al is in tal van West- europese landen het „lekker-liggen-loeren" de enige bron van winteravondvermaak. Leest u maar wat onze correspondenten in West-Duits- land, Engeland, België en Frankrijk hierover schrijven. De verschijnselen, die zij signaleren, verschillen heus niet zoveel van die in de Lage Landen. „Mens-erger-je-niet" maakt plaats voor „lekker-liggen-loeren' Duitsland De kijkkast, het elektronisch oog, ls het omstreden middelpunt van het Westdultse winteravondvermaak. In steeds meer woningen ln de Bonds republiek staat zelfs meer dan één t.v.- apparaat, zodat de onderschelden gezins leden uiteraard in verschillende ka mers kunnen kijken naar het pro gramma van hun keuze. Dat dit voor de saamhorigheid van het gezin niet zo bevorderlijk is, behoeft geen nader be toog, .hoewel: slaande ruzies om het inschakelen van het eerste, het tweede of het derde net zijn nu óók verleden tijd. Tegen de monopoliepositie van de tv. in de huiselijke kring kan niemand en niets concurreren: de bioscoop niet, het theater niet, het gezelschapsspel niet en de boekhandelaar niet. Waar schijnlijk zelfs de krant niet meer. Het bezoeken van bioscoop of schouw burg is een speciale gebeurtenis ge worden. Het gezelschapsspel blijft be perkt tot het leggen van een kaartje. De muziek beleeft een kleine opleving; tenminste voor zover daarmee plck-up en bandrecorder zijn gemoeid. Het be oefenen van muziek als deel van de gezelligheid in de huiselijke kring is zelfs in West-Duitsland eens het klassieke land van de „Hausmusik" aan het uitsterven. Wat de tv. ook veranderd heeft ls de Duitse drinkgewoonte. Zeker, er zijn nog altijd tal van „Knelpen" en „Kon- ditoreien", maar over het algemeen vindt het drinken van bier en schnaps nu binnen de vier huiselijke muren plaats. Cocktails worden door de fa brikanten kant en klaar geleverd. Zelf mixen komt er niet aan te pas. Bier komt in blikjes, limonade ln kistjes. De bioscopen leven bij de gra tie van de voor-avondvoorstellingen en de matinees. Alleen topfilms willen 's avonds nog wel eens volle zalen trekken, tenminste.als er op de t.v. geen wedstrijd topvoetbal wordt uitgezonden Engeland Voor de grote meerderheid van de Britse bevolking bestaat al jaren geen andere vorm van ontspanning meer dan de t.v. De Brit heeft keuze uit drie zwart-wltprogramma's (vanaf vijf uur 's middags) en binnenkort een vierde programma in kleur. Het zet zich neer in zijn stoel en hoeft niets meer te doen dan warm te lopen voor de avonturen van zijn bekende feuilleton- figuur. En misschien weet hij zich op te werken tot het schrijven van een lo vend of afkeurend briefje aan de t.v.- maatschappij. Of het zenden van een telegram aan de actrice die in een be kend feuilleton door de schrijver ervan een baby kreeg toebedeeld. Meer nog dan het theater, de bioscoop en de radio leert de t.v. het Britse volk te leven in een wereld van fantasie. Daar tussendoor slikt de Engelsman ook wel eens een goed verzorgde documentaire of een uitstekend nieuwsprogramma, maar de belangstelling gaat toch gro tendeels uit naar het amusement. En daarvoor zit men dan in een halve cir kel geschaard voor het beeldaquarium. Alle conversatie - bij het zwijgzame Britse volk toch al zo schaars voorhan den ls doodj* Er komen geen bezoekers; niemand Inviteert meer Iemand op een avondje „buurten". Wie zich bij een ander na acht uur 's avonds nog over de drem pel waagt, wordt met nauw verholen vijandigheid bekeken. Alleen in de kersttijd zijn bezoekers en telefoon tjes nog welkom. Dan wordt er in de huiselijke kring nog wel eens een „party" op touw gezet, met veel sterke drank en veel gezel schapsspelletjes. „Leuk, lui, dot doen we nog eens over". De volgende avond echter zit iedereen weer voor de kijk— Tot het wéér Kerstmis wordt België Het zal nauwelijks verwondering wek ken, dat het antwoord op de vraagt Hoe brengen de Belgen hun winter avonden door, luidt: Met kastje-kijken. Hierbij moet men echter in ogen schouw nemen, dut de indeling van de avond in België heel anders ls dan in Nederland. Het avondeten waar van veel werk gemaakt wordt komt pas om een uur of zeven, acht op tafel. „Tafelen" is een echte cultuur bij on ze zuiderburen. Belgen komen nauwe lijks bïj elkaar op bezoek om een ko0- je koffie te drinken of om te borrelen» wel om samen gezellig te eten. Met dat laat eten is dus al een flink stuk van de avond voorbij. Voor vrijetijdsbesteding ln andere zin blijft dus niet veel tijd over. Maar een blik op het blauwe t.v.-oog gaat dan nog nét. Overigens: het feit dat de Belg meer dan de Nederlander buitenshuis eet (en drinkt) ls ook een belangrijke factor bij het „kapotslaan" van cl»- lange winter avonden. De restaurants en de cafés floreren uitstekend. Uit een onlangs gehouden enquête over vrijetijdsbesteding kwam men onder meer te weten dat voor 3,45 procent van de mannen beeldbuis- loeren de meest ideale vorm van vrijetijdsbesteding ls De dames zijn die mening iets minder toegedaan: 3,16 procent. IF AT zullen onze kinderen over twintig, dertig jaren zeggen als ze herinneringen ophalen aan ge zellige winteravonden uit hun jeugd'' „Nee, de gezelligheid is er niet meer bij", zullen ze zeggen, dat was vroeger nog eens wat anders! Toen hingen en lagen we om de televisie geschaard. Vader met losgeknoopte das, moeder in haar televisiepak. Ze had de koffie pot onder haar bereik Dat waren nog eens tijden! De intocht ran Sinterklaas, het kerstoratorium, de nu we jaarsbeatles, allemaal stom zwart-wit, maar kijken dat we deden!" Misschien zal er nog één zijn die zegt: Wij vierden de feestdagen bij mijn grootouders en daar gebeurde het zoals mijn betovergrootmoeder het al deed IN MIJN JEUGD LOEIDEN DE BOTEN EN FLOTEN DE TREINEN IN MIJN JEUGD HADDEN WE WIM KAN In een huis anno '67 zit je aan tafel om te eten. Anders niet. Maar bij die grootouders gingen we op sinterklaas avond allemaal, jong en oud. om die uitgetrokken tafel zitten Er stonden lekkernijen op die mijn grootmoeder gedeeltelijk bij zeer speciale bakkers kocht en gedeeltelijk zelf maakte: borstplaat en marsepein, pepernoten, dunne, dikke, en gevulde speculaas. In de hoek van de kamer wachtte een enorme wasmand waar alle familie leden hun zonderling gevormde pak ken in, op en omheen legden. Groot moeder opende de avond met haar pronkstuk: een zelf gebakken boter letter S (van Sint) die driekwart me ter in het vierkant mat. Zij reikte grootvader het daarbij behorend ge dicht dat op de familie sloeg. Terwijl hij voorlas, schoof ze hem op zeker ogenblik een pakje toe en fluisterde. „Maak maar open" Hij pakte de met initialen geborduurde zakdoek uit Oma wist dat hij nu aan de passage zou komen waarvan zijn stem zou ha peren en zijn ogen zouden volschieten want „hij was dicht aan het water gebouwd". Wij maakten allen één surprise en geen pakje zonder vers, zochten het in kisten met aardappelschillen, kolen en houtkrullen en de rijmen rijmden Na een kopje thee of koffie begonnen de volwassenen aan de bisschop; klei ne kinderen aan het warme bessensap Grootmoeder week daarmee eigenlijk van het patroon af. In haar jeugd hadden ze op 5 december ook wel warm bier geschonken... maar daar kon je bij onmatig gebruik dronken van worden als een oorlogsschip, en zij hield rekening met de opgroeiende Halverwege het feest gingen de klein tjes naar bed, wetend dat de volgende morgen naast de onvoorstelbare rom mel die niet in één nacht weggewerkt kon worden, een met wit damast ge dekte tafel, door Sinterklaas en Zwar te Plet beladen zou zijn met geschen ken voor hen: een chocolade letter. een marsepeinen varken, een spel Kerstmis vierden wij met een kerst- ontbijt na de nachtmis: warme choco lade en weinachtstolle volgens eigen Aan het diner op eerste kerstdag zat altijd wel een onbekende „oom" of „tante". Iemand die net in een schei ding (m.a.w, schandaal) „lag", of „Iemand" die net „iemand" verloren had. Het lijkt mij dat wij altijd grootmoe ders beroemde runderhaas als piece de résistance hadden maar dat zal wel overdreven pudding kon niet en niet met brood' was ze al in de werd het licht omstuwd door blau' dend op tafel te Later zaten v. Grootvader las he cas voor. Net een echt, dat je keek de kamer waar h< Maar de plum- L'ii „zelfgemaakt Weken tevoren :r geweest met nier- igrediënten, en nu tgedraaid om hem om de kerstboom, evangelie van Lu- gedicht maar zo tiaar het duister in misschien nu alle maal gebeurde. Daarna gaf grootmoe der ieder een klein, maar zeer verfijnd ingepakt, aardigheidje. Wij hadden Sinterklaas gevierd met cadeaux, op Kerstmis was dat niet nodig. Er wer den kerstliederen gezongen bij de pia no, er werden platen op de grammo foon gelegd (Pick-up stond niet in het grootouderlijk woordenboek). Ofschoon oliebollen een nationaal oud- jaarsgerecht zijn, kan ik me geen oudjaar herinneren zonder appelbollen, en worstebroodjes bij de warme punch. Er werd gekaart, ganzebord en lotto gespeeld. Voortdurend werden klok ken en horloges vergeleken. „In mijn jeugd" zei grootmoeder, „loeiden om middern-cht de boten en floten de treinen. Maar nu hebben we het vuur werk "(over 30 jaar zeggen de kinde ren: In mijn jeugd hadden we Wim Kan.Bij de eerste slag van 12 legden wij de armen om eikaars hals, kusten elkaar en dronken een slok champagne. Het manvolk stoof bij de laatste slag al de straat op om met de buurman links en met de buurman rechts en die van tegenover vuurpijlen en gillende keu kenmeiden af te steken. De vrouwen keken door het raam Als ze terug kwamen en de nachtkou mee naar binnen brachten stond de hors d' oeu vre al op tafel, waren de champagne glazen weer gevuld (sommige met spuitwater, anderen misschien met goedkope Vin Mousseux). Wij klonken weer en dronken: op een nieuw jaar vol heil en zegen. Frankrijk België Is een goede uitzondering: cafés en restaurants tieren nog welig. De t.v. beeft er (nog) niet zó'n vaste voet aan de grond. De wijze waarop de Fransman zijn wekelijkse avonden doorbrengt, ver schilt hemelsbreed met de wijze waar op hij de tijd ln het weekeinde doodt. Van maandag- tot vrijdagavond kijkt verreweg het grootste deel van De Gaulles onderdanen naar de tv. of luistert naar de radio. Voor heel veel anders ls er geen tijd; kantoren en fabrieken sluiten tussen vijf en half zeven; de arbeider of kantoorbediend* woont meestal een fors stuk van zijn werk af en komt pas tegen achten thuis. Dan moet er nog worden gege ten (warm), de kinderen moeten naar bed cn dan is het voor de grot* massa tijd om te gaan slapen: mor gen is het weer vroeg dag. In het weekeinde is het anders. De Fransman ls een bricoleur een „doe- het-zelver". Alle kleine huishoudelijk* karweitjes, waarvoor vroeger de tim nierman of loodgieter langs kwam. moet hij nu zelf opknappen. Zelfs de huisvrouw kan niet meer met een de fecte stofzuiger of een kapot strijk ijzer naar de elektricien stappen. Z* wordt gedwongen zelf schroevedraaier en combinatietang ln de huishoudelijke vingers te nemen. De knutselaar van vroeger ls een bijna-vakman geworden. Het „brlcoleren" wordt bevorderd door de Industrie, die met grote doe zelfacties, folders van gereedschappen etc. een aanval op de Frpnse huis vrouw en huisvader heeft ondernomen. Daarbij komt dat door de lage snla- rissen bijvoorbeeld een as. echtpaar wordt gedwongen hun huls zelf ln te richten, zelf de meubelen ln elkaar t* timmeren (of te schroeven). Weekein den en winteravonden zijn in Frank rijk dus gevuld met eon aangename wijze van tijdverdrijf. Bovendien geeft dit zelf-doen de mens meer gevoel van eigenwaarde dan kastje-kijken. Lezen doet de Fransman weinig: alle boekhandelaren kunnen daar klagend over meepraten. En een serieus avond blad als bijvoorbeeld „Le Monde" heeft maar een oplage vnn 400.000. Theaters en bloscópen UJden om ver schillende redenen een kwijnend be staan: de plaatsen zijn te duur, de af standen te groot en de parkeerplaatsen te weinig in aantal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 19