MYSTIC EYES WILLEN ZO SNEL MOGELIJK BEROEPS WORDEN Chantays voorzien Sassenheim van bollenbeat 6e krententuin CORRESPONDENTIE DE TIJD De Drie op vakantie (3) door Neef Ton ZATERDAG 21 OKTOBER 19) De belde beatgroepen, die wij deze week voor het voetlicht brengen hebben een betrekkelijk nog jonge carrière achter de rug. Dat impliceert echter niet dat de leden van deze groepen nog weinig ervaring hebben opgedaan. Zowel de bezetting van de „Chantays", Sassenheimse jongens die wij bezochten in een klein gebouwtje naast de „Uiver", als de Leidse „Mystic Eyes" worden gevormd door jongelui, die reeds eerder deel hebben uitgemaakt van bandjes, die door moeilijkheden slechts een kort leven beschoren waren en snel - ter ziele gingen. De oorzaken daarvan zijn meestal onderlinge verschillen, of gebrek aan studietijd, waardoor verder samenwerken onmogelijk wordt. Voor beide beatgroepen gaat het In deze nieuwe samenstellingen bepaald crescendo, al is de weg naar de top nog bijzonder lang. Om tot deze top door te dringen willen de jongens graag al hun vrije tijd opofferen, en wanneer men zo te werk gaat dan kan, mits ook het talent aanwezig is, succes gewoon niet uitblijven. Sassenheim neemt dankzij de Chan tays een vooraanstaande plaats in op het gebied van beatmuzlek ln de Bollen streek. Sinds Januari van dit Jaar bren gen Ruud v. d. Putten, Frans v. d. Wiel. Frans v. d. Kraan, Henny v. Steln en Huub van Zoen hun muziek ten gehore. Dat wil niet zeggen dat het vanaf deze datum met de rust in het vredige bollen- dorp gedaan is. Dankzij de welwillende medewerking van de eigenaar van de „Uiver" hebben de Jongens een klein ge- bouwtje toegewezen gekregen waarin zij dan naar hartelust kunnen oefenen en geen angst behoeven te hebben voor burengerucht. Hoewel de omvang van dit verblijf veel weg heeft van een „bal lenhok" zijn de Sassenheimers er dik te vreden mee. Een vloerkleed, enkele stoe len, alsmede een door de Jaren enigszins versleten zitbank, en natuurlijk hun in strumentarium, dat inmiddels een waar de vertegenwoordigt van rond de 16.000,-, hebben ze hun kleine behui zing gezellig ingericht. Manager J. Hoo- gervorst, die pas enkele weken bij de groep is, zegt dat er een goede vriend schapsband bestaat tussen de Jongens. Daaraan twijfelen we allerminst, gezien het feit dat zy ln zulk een korte tijd zo'n groot bedrag op tafel hebben gebracht, al vragen wij ons wel af hoe het moge lijk Is dat zij bij een optreden in Voor hout hun basgitarist konden vergeten. Evenals de Mystic Eyes zoeken de Chantays het voornamelijk op de blues- loer en hun voorkeur gaat dan uit nuar de groep „Them". Eigen nummers, die gecomponeerd worden door een vrien dinnetje van Ruud v. d. Putten, brengen de BollenstTekers weinig en aan een plaatopname wordt dan ook nog niet se rieus gedacht. Daarvoor wachten ze liever eerst een beatconcours af, dat op 5 november In Hlllegom wordt gehou den. PHRJP3 XPY 855OM {STEREO) N.V. PHONOGRAM ADVERTENTIE De uit zes leden bestaande beatgroep „Mystic Eyes" Is door manager Aad van der Kaay gevormd na het plaatsen van een advertentie. Daarop reageerden Cock v. d. Plas, Mike van Amsterdam, Brian Loos, Georgie de Reus, Pete Hoo- geveen en Tony Burghouwt, die graag bereid waren 3 k 4 avonden per week naar de Ververstraat te komen om daar in een gehuurd zaaltje te oefenen. Er groeide een grote vriendschap en zelfs een ernstig ongeluk dat hen in mei over kwam toen zy na een optreden in Voor hout op de Abspoelweg onder Oegstgeest werden aangereden, kon daar weinig verandering in brengen. In Bodegraven sleepten zy op een beatmarathon de tweede prys weg en ook op andere ta lentenjachten vielen zy in de prijzen. Aad van der Kaay begon in zyn groep te geloven en heeft thans het vaste voornemen om er een full-time-Job van te maken. „Het zal een gok worden, dat weten we, maar we zyn niet bang voor een avontuurtje en als het over enkele jaren gebeurd zal zyn dan kunnen we toch zo weer aan een baantje komen". Om dit ideaal zo spoedig mogeiyk te verwezeniyken probeert Aad zo veel mo gelijk contacten te leggen voor zyn Jon gens, die minstens zo enthousiast zyn als hun manager en evenmin iets van nadelen willen horen. Hoewel „Mystic Eyes" eigen r speelt, bestaan er geen vaste titels. Het veelzydlge repertoire dat de Jongens brengen, wordt aangevuld met nummers van Them, de Animals en John Mayall, terwyi ook Cuby Blizzards een voor name plaats Innemen. Het geheel wordt gebracht ln kleding, die goed aange past Is aan deze hippe tyd: kanten over hemden, kettingen, ringen en veel bloe metjes. Op 6 november a.s. kunt u ze In deze creatie zien en horen in het „Prog- glehuis" te Voorhout, waar o.a. ook Bou- dewyn de Groot zal optreden. Beste kinderen! Jullie hebben het goed gezien, het nieuwe vervolgverhaal is van neef Ton. 't Belooft spannend te worden, sla maar geen enkel ge deelte over. Oom Toon gaat het wat rustiger aan doen, zodat tante Jo met neef Ton het samen doen, maar oom Toon zal Jullie verhaaltjes met veel belangstelling biyven lezen. Hans Kallenberg vertelt: Drie oktober Ik stond vroeg op want er was wat op het vyf Meiplein te doen. Maar wat Ik ging kyken en daar zag ik een clown op een wagen staan. Hy deed leuke dingen zeg! Ik ging naar huis en vertelde alles wat ik gezien had. We gingen vroeg naar de kermis. Wat was het daar leuk. Ik heb in een heel eng ding gezeten, het was een Btoel waar drie personen ln konden. Er was een dak boven met gaatjes er in. We gingen hoog, heel hooj* en toen schuin omlaag. Het was net of we over de kop sloegen. Toen ik er uit kwam, was ik duizelig. We gingen maar gauw oliebollen eten, dat was lekker! Ik mocht ook een balspelletje doen en daar won ik een pakje kaarten mee. Heel achteraan op het veld stond „De wilde muis". We gingen er in, maar het was weer heel eng, alsmaar boch ten door. Myn vader en ik zagen spier wit. Voor we de kermis afgingen, mocht ik wat kiezen. Ik nam een blokfluit, 's Was wel duur: een gulden. We liepen nu verder naar oma en opa om de op tocht te zien. We moesten nog een half uur wachten en in die tijd probeerde ik de blokfluit. Ja hoor! Soms ging het een beetje, 's Avonds voor ik naar bed ging kon ik al spelen: „Vader Jacob, slaapt gij nog?" en een heel klein beetje „Stille nacht, heilige nacht". Het was een fijne dag geweest. Steef Grootes. Fyn dat je het gewon nen boek zo mooi vindt en leuk dat je nu ook een verhaaltje ingestuurd hebt. De kleine broekeman Broekeman is een klein jongetje. Eens liep hy op straat een eindje te wandelen. Hij had wat snoepjes mee genomen voor onderweg. Nu moeten jullie weten, dat hij altyd ongeluk heeft, als hij iets goeds wil doen. Zo kwam hij dan bij een boerderij, hy wilde de boer helpen, maar het liep helemaal verkeerd af. Moet je horen! De boer vond het goed en zei: „Ga de trap maar halen, dan zet je die te gen de boom en dan pluk Je de mooi ste appels er maar uit. Maar je moet geen groene nemen. Weet Je waarom? Die zyn nog niet ryp. Dus je neemt alleen de rode en de gele. Als je dat klaar hebt, mag je er een eentje voor je zelf uitzoeken". Dat laatste deed onze broekeman wat graag en pakte gelijk de trap. Maar wat jammer, de trap was te klein. De boer lachte en zei: „Je moet de grote trap nemen, die staat in de hoek daar". Tjoep! daar was hy al in de hoek. Na een half uurtje was hy klaar. Margriet Bavelaar 3 oktober Wat is het toch een drukte in alle huizen. Weet je ook waarom? Omdat het 3 oktober is. De mensen zijn nu druk bezig, de kinderen aan te kle den, hun jassen en wanten aan te doen en nog meer van die klusjes en als dat allemaal gebeurd is, dan gaan ze naar de optocht en de ker mis. O, wat was 't leuk op de kermis. We zijn er lang gebleven en hebben in die tijd heel wat gedaan. We zijn in de rups geweest en hebben twee maal touwtje getrokken. Ook zijn we in de botsauto's geweest, en in het spookhuis. We hebben ook bal len gegooid en overal gekeken. Toen we thuis waren ging mijn vader met de jongens naar het wielrijden kij ken en toen zijn moeder en ik naar de tentjes gaan kijken. Ik kreeg daar een parapluutje vol snoepjes en een suikerspin. Wat smaakte die lekker. Al gauw was de tijd om en moesten we naar huis. We gingen maar met de bus, anders stond mijn vader voor de deur te wachten. Thuis ging ik voor het raam staan kijken of ze kwamen. Eindelijk waren ze er en gingen we oliebollen eten. Dat was heerlijk! TANTE JO De boei' zei: „Pak er ïrtaar twee, dan heb je er eentje voor onderweg". Maar ons jochie pakte er wel zeven. De boer zag het en riep: „Ga je weg!" En gelijk pakte hij een oude bezem steel. De boer brulde: „Maak dat Je weg komt". Broekeman liep zo hard hy kon. Daar was hy al by het hekje „zoef!" vlug langs de boerderij. Gelukkig, de boer was weg. „Ik heb in elk geval genoeg appels", dacht hy. Eventjes ging hy op het gr els zitten en at een boterham, want de boerin had hem ook een pakje boter hammen gegeven. Toen nEim hy nog een appel en een snoepje toe. Daarna liep hij weer verder. Onderweg kwam hy langs een bergje, daar ging hy bovenop zitten en at alle restjes op. Hy kwam nu lEings tante Marie, daar zou hij even naar toe gaan. „Ring! Ring!" drukte hij op de bel. Tante Ma rie deed open en Broekemein liep naar binnen. Tante schonk een kopje thee in. „Doe zelf maar wat suiker in Je kop je", zei tante. Broekeman wist niet dat er zout ln het potje zat en nam wel vyf scheppen „suiker". Bah! Wat smaakte de thee vies. Tan te proefde er ook van. „Gooi alles maar vlug weg en neem nooit meer zoveel suiker". Wat had tante die snoeper beetge nomen. Verdrietig liep het ventje naar <«**>- Heb je er wel eens over nagedacht hoe jouw dag precies is ingedeeld? Op een bepaalde tijd ga je naar school, de pauzes zijn altyd op dezelfde tyd en een bepaalde tijd weer uit en precies zo duren even lang en de school gaat op gaat al het andere. Tyd, wat is dat eigeniyk? De tyd is zo oud als het heelal, welks begin zo lang geleden is, dat we niet kunnen zeggen hoeveel miljoenen of miljarden jaren. Maar op het idee, om de tyd in minuten, uren, dagen, weken, maanden en jaren in te delen, is men nog niet zo heel erg lang geleden gekomen, dat wil zeggen een paar eeuwen geleden. Voor onze voorvaderen in de praehistorie had men als tijd alleen de duur tussen twee maaltyden. Later ondekten de mensen dat de zon Iedere dag een boog aan de hemel beschreef. Ook stelde men vast dat de maEin ln bepeialde perioden op verschillende manieren scheen le kwartier, halve maan, volle maan, enz.) en zo ontstond een soort kalender met dagen en maanden. Dan veranderde de natuur, de planten gingen dood, de bladeren aan de bomen werden geel, het werd kouder en dan weer warmer, de planten groeiden weer, enz., en zo vond de mens het jELar. Toen werd de zonneklok uitgevonden en nu kon men de hele dag (als de zon scheen) de hele uren tellen. In Leiden heeft men nog zo'n zonne klok aan de toren van de universiteit. Later ontstonden eerst het uurglas en de uur kaars. Pas na de uitvinding van de slinger en van het tandrad kon men tydmeters construeren (maken) die wat nauwkeuriger waren. Nu is het niet zo moeiiyk meer om een klok te maken, die per dag niet meer dan één duizendste seconde achter loopt. De tyd wELarin wij leven vraagt dan ook zo'n nauwkeurigheid, wy kunnen niet meer leven zonder tydmeter, zelfs al verwensen wy soms de wekker, als die 's morgens vroeg begint te rinkelen. Met een klap deed hij het logboek dicht, borg het weg en ging weer naar boven om Paul wat gezelschap te houden. Heel in de verte konden ze de Belgische kust zien. Het was een mooi gezicht. De eerste dag ver liep zonder moeilijkheden en om half zeven liepen ze de haven van Duinkerken binnen, want 's nachts doorvaren met zo'n bootje was on mogelijk. Snel .aten de jongens nog wat. En toen gingen ze het plaatsje in om wat boodschappen te doen en een kaartje naar huis te sturen. En om half tien lagen ze alle drie onder de wol en droomden, over wat ze de eerste dag hadden beleefd. Karei was de volgende ochtend al heel vroeg wakker. Hij had goed ge slapen en was dus niet meer moe van de belevenissen van de vorige dag. Het was nog donker en omdat de anderen nog sliepen, ging hij op zijn kousevoeten doodstil naar hoven, het dek op. Hij wilde namelijk twee dingen zien: de lichten van de vuur torens en de zonsopgang. En inder daad zag Karei, toen hij op het dek kwam verschillende lichten van vuur torens, ook kon hij de lichten van de vuurtoren in Dover ontdekken. Dit vond hij erg leuk, want nu had hij als eerste iets van Engeland ge zien. Ze zouden in de loop van de dag als ze verder gingen Engeland wel van nog dichterbij kunnen zien, maar hij had als enige de vuurtoren gezien. Van de zonsopgang, die hij had willen zien kwam niet veel te recht, want het was tamelijk bewolkt. Toch vermaakte Karei zich wel aan dek; in de haven was het een bedrij vigheid van jawelste; kleine bootjes voeren af en aan, de visserscheepjes gingen naar zee en men was ook al bezig een kustvaarder te laden. Het was natuurlijk niet zo druk als in Rotterdam, daarvoor is dat dan ook de grootste haven van de wereld, maar toch vond Karei dat dit leuker was. al die piepkleine roei- en motor bootjes met hier en daar een wat groter schip ertussen. Om half acht was hij eindelijk uitgekeken en ging, omdat hij het koud gekregen had, maar weer naar binnen, de kajuit in. Jean-Luc was inmiddels ook al wakker geworden, maar de luiwam mes vond zijn bed zo lekker warm. dat hij er nog maar wat in bleef liggen en voorlopig niet van plan was er uit te komen. Paul sliep nog. Opeens kreeg Karei een ontzettende zin, om een glas water over zijn hoofd leeg te gooien, maar hij deed het toch maar niet, daar kreeg je tenslotte alleen maar ruzie van. Ja, daar liep hij nou, zo 's morgens \-roeg met z'n ziel onder zijn arm. Hij wist echt niet wat hij moest gaan doen en hij had ook geen zin om weer naar bed te gaan. Maar opeens kreeg hij een goed idee, hij kon het ontbijt wel eens gaan klaar maken. En zo stond om acht uur het ontbijt op tafel. Ze aten al helemaal op zijn Frans; stokbrood, café „Au Lait" (dat is koffie met een heleboel gewone melk erin) en jam. Nu vond Karei, dat de twee anderen ook maar eens uit hun bed moesten komen. Ze wil den tenslotte om 9 uur wegvaren, want anders zouden ze nooit op tijd kunnen aankomen. Gelukkig stonden Jean-Luc en Paul dan ook snel op en na zich gewassen te hebben, zaten ze om kwart over acht met z'n drieën aan tafel. Paul zat een beetje te foeteren op die Fransen: „wie eet er nu op zo'n rare manier," zei hij. „Wie sopt er nu zijn brood in zijn koffie en waarom eten ze geen boter op hun brood?" Hij vond het dus helemaal niet zo'n succes om op z'n Frans te eten, maar Jean-Luc had van tevoren gezegd, dat ze als ze in een bepaald land waren op de ma nier van dat land zouden leven, dus ook eten. Om negen uur waren ze klaar met de afwas en alles was gereed voor het vertrek. Nee, ze waren eigenlijk helemaal nog niet klaar om weg te gaan. De havenmeester moest nog liggeld betaald krijgen en er moest nog water en benzine getankt wor den. Dat waren ze in de haast om weg te komen helemaal vergeten en op het laatste moment ontdekte Karei, dat ze dat vergeten waren. Ze gingen vlug met zijn drieën naar het kantoor van de havenmeester om te betalen en-toen weer terug naar de boot, om dan toch eindelijk weg te kunnen varen. Maar dat hadden ze wel gewild, toen Jean-Luc en Karei weer bij de boot aankwamen was Paul opeens verdwenen. Geluk kig bleek het niets ernstigs te zijn, want na vijf minuten was hij er al weer, hij had nog even snel een paar pakjes sigaretten gekocht. Maar nu was het dan toch werkelijk zo ver en na getankt te hebben, zaten ze zo weer in volle zee. De drukte waar ze nu in terecht kwamen was nog niets vergeleken met dat wat ze by Rotterdam hadden meegemaakt Zo veel grote oceaanstomers hadden ze nog nooit by elkaar gezien. Maar gelukkig was dit alleen maar in het Nauw van Calais. Nou ja, gelukkig, wel dat de drukte alleen maar in het Nauw van Calais zo groot was, maar toch was het jammer dat ze zo weinig van het schitterende uitzicht konden genieten. De witte rotsen van Zuid-Engeland en het strand en het haventje van Calais waren zo goed te zien. Toen de drukte echter min der werd, zagen ze alleen nog maar de kust van Frankrijk, wat nu geen mooi strand meer was, maar hoge grijsbruine rotsen waren geworden. Tegen een uur of elf gingen Karei en Paul samen de aardappels schil len en tegen 12 uur was de tafel gedekt en konden ze gaan eten. Ge lukkig smaakte het best, zelfs de bief stuk was niet aangebrand, zoals de vorige dag. Na het eten moest er natuurlijk afgewassen worden, al hadden ze daar niet veel zin in, maar omdat ze niets beter te doen hadden, deden ze het toch maar. Na de afwas gingen ze het dek op en bleven daar maar een beetje zitten luieren. Het was prachtig weer. Opeens ontdekte Karei land aan de horizon, het was Normandië. En dat betekende, dat ze er al bijna waren. Inderdaad, even over vyven kwamen ze aan in Le Havre, waar ze zouden overnachten. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 10