PARTIZANEN DER GEHEIME DIPLOMATIE ZATERDAG 14 OKTOBER 19«T LEUZE VAN RODE KRUIS: .ALS HET MAAR HELPT..." verslaggevers) GENèVE Egypte kent officieel geen staat, die Israël heet, en dus geen officiële Israëlische krijgsgevangenen. Het handjevol joden, dat tijdens het onfortuinlijke avontuur van de zes daagse oorlog in Nassers handen viel, werd be schouwd als rechteloze bandieten een gevaar voor de natie. Toch is hun niet (een executie methode waarin de Arabieren sterk zijn) zonder aanziens des persoons of vorm van proces de keel afgesneden, maar verkeren zij in goede ge zondheid. In Noord-Vietnam hetzelfde beeld. Daar wordt de deelneming van Ame rika aan de oorlog beschouwd als een onwettige Inmenging in binnenlandse zaken en gelden de piloten, die worden neergehaald als misdadige moordenaars. Toch leven zij nog zij het onder on prettige omstandigheden in plaats van voor het vuurpeleton gebracht te zijn. In beide gevallen mag men van een wonder spreken, gezien de harts tochten, die de conflicten in het Mid den-Oosten en Vietnam veroorzaakt hebben en blijven beheersen. Hoe is dit wonder gewrocht? Het ant woord vindt men in een sanatorium achtig, wit gepleisterd bouwwerk in een riante buitenwijk van Genève. Het is de hoofdzetel van het Internationale Comité van het Rode Kruis, afgekort beter iets hebben dan niets. Je leert een boel in ons werk. Je leert, dat wij westerlingen veel te ongeduldig zijn.'' „Er is kritiek geweest op uw handel wijze in de zesdaagse oorlog in het Midden-Oosten Borsinger (haastig; met veel overtui ging): „Ja. ja. Dat is zo. We zün ervan be schuldigd te vroeg te hard van stapel te zfjn gegaan. De kwestie ligt als volgt. In mei vonden we de situatie ernstig genoeg om al was er dan nog geen schot gelost vijf van onze jonge men sen op vakantie te sturen naar Cairo, Damascus. Tel Aviv, Beiroet en Am man. Ze hadden de opdracht, daar dis creet contact op te nemen met de plaatselijke organisaties van het Rode Een Rode-Kruishulp brengt een gewonde over een provisorisch herstelde brug over de Jordaan. Beeld van de meest recente Rode-Kruisinspanning tijdens de oorlog in het Midden-Oosten. I.C.R.C. Meestal denkt men bij het horen van deze naam aan dekens voor Skolpje, bloedplasma voor de Slnqï en eten voor India. Met name de viering van het eeuwfeest van ons nationale Bode Kruis dit jaa* lt£de het accent op deze vitale vormen van charitas, Er Is echter, achter de schermen, Veel meer. Uitspraak van M. Borsinger, alge meen secretaris van de I.C.R.C. te Genève: „Wij zijn de partizanen van de geheime diplomatie." Geen standpunt Hij is een man met de spreektrant van een acteur (veel gebaren; berekende mimiek) en de formuleringskracht van een strafpleiter. Hij zegt: „Neem Noord-Vietnam. Men verwijt ons, dat wij daar nog niet op bezoek zijn ge weest bij de krijgsgevangenen, terwijl bijvoorbeeld de Amerikaanse quakers zich wel die moeite hebben getroost. Ik antwoord dan: de quakers hebben tegenover de oorlog in Vietnam een be paald standpunt ingenomen; vanuit dat standpunt bekeken is hun bezoek juist. Het is echter niet ónze taak om stand punten in te nemen. Daar sluit je maar deuren mee en wij willen juist deuren openhouden. Wij zijn altijd aan het confereren om deuren open te houden op die manier eventueel binnen te komen." .Geldt dat, ondanks de kritiek, toch ook Vietnam?" Borsinger (een beetje onwillig, zoals mag verwachten van Iemand die zijn werk op het terrein van de geheime diplomatie weet te liggen); „Ja. Dat geldt voor Vietnam ook. Wij zijn niet persoonlijk aanwezig ln Noord-Vietnam wij kunnen niet persoonlijk contro leren, of ten aanzien van de krijgs gevangenen gehandeld wordt krachtens de Conventie van Genève en wij weten, ze het slecht hebben, maar ze léven en dat is te danken aan ons. Buiten Vietnam staan wij in contact met de autoriteiten ln het noorden en dat is voor marxistische boeddhisten want dat zijn ze toch heel zeld zaam. Ze antwoorden op onze bood schappen binnen vier wekendat staat ginds ongeveer gelijk met per kerende post. Onze 6logan is: je kunt Kruis en de regeringen via diploma tieke weg te laten weten, dat ze er waren- We dachten: met de moderne methode van oorlogvoering kunnen we niet wachten tot het conflict is uitge broken. want dan is het te laat. Dan zijn bijvoorbeeld aUe vliegvelden weg gebombardeerd, zodat we het strijdtoneel niet eens kunnen bereiken. Men kan natuurlijk zeggen: U hebt niet diplomatiek gehandeld, want u bent op de gebeurtenissen vooruitgelopen. Dan antwoord ik: zeker, maar we wéren er tenminste toen de oorlog op 5 juni uit brak en binnen achtenveertig uur had den we een DC-7 gecharterd. Nikosia air bruggehoofd gekozen, nog eens twaalf gedelegeerden aan de fronten gebracht en tien ton aan plasma, geneesmidde len en geconcentreerd voedsel naar de kritieke plaatsen getransporteerd. Ik ver zeker u: de Israëlische krijgsgevangenen zouden niet meer in leven zijn, als wij niet bijtijds aanwezig waren geweest om erop toe te zien, dat de Derde Con ventie van Genève, die de status der krijgsgevangenen regelt, werd nageleefd in de geest van de ratificerende naties." „Wat hebt u sindsdien gedaan?" „We hebben er nu vijfendertig gedele geerden werken op verschillende pun ten om de bescherming van de burger bevolking te garanderen. We hanteren daarbij de Vierde Conventie van Genève. Terzijde: had die Vierde Con ventie ln 1939 bestaan, dan hadden we tijdens de tweede wereldoorlog hetzelfde kunnen* doen en onzegbaar veel leed kunnen voorkomen. Het was onze schuld niet, dat hij niet bestond. Wij werkten al sinds 1921 aan een internationale overeenkomst die de burgerbevolking in vijandige of bezette gebieden tegen de gevolgen van oorlogen zx>u beschermen, maar de Internationale Rode Kruis Conferentie van 1936 aanvaardde ons ontwerp niet en daama was het te laat. Pas in 1949. toen de gruwelen van de concentratiekampen in hun volle om vang bekend waren geworden, kwam de Vierde Conventie erdoor. Hi-J ls ge ratificeerd door 119 naties en werkt nu op volde kracht. Dank zij deze conven tie kon de repatriëring van Jordaanse burgers naar het door Israël bezette ge bied geregeld worden Dank zij deze conventie is briefwisseling mogelijk tus sen familieleden in de bezette en on bezette gebieden ons hoofdkwartier ln Genève heeft sinds de zesdaagse oor log de verzending van meer dan twee honderdduizend brieven verzorgd en kan er geld worden overgemaakt Als gelijken Ergens in dit interview laat Borsinger zich de volgende zinsnede ontvallen: „We hebben de brutaliteit om met rege ringen als gelijken om te gaan. al heb ben we in feite alleen maar in Zwitser land Juridisch bestaansrecht." Dit vraagt om een nadere uitleg. Dat de Rode-Kruisorganisaties, zoals wij die in Nederland kennen en die over de hele wereld 130 miljoen leden tellen, ont sproten zijn aan de bewogenheid van de Geneefse bankier Henri Dunant is bekend. Hij raakte in 1859 tijdens een reis door Italië bij toeval verzeild in Solferlno. waar Oostenrijkers. Fransen en Italianen tienduizenden gewonden op het slagveld hadden achtergelaten en trok zich hun lot aan. Het werd een sneeuwbal van charitas, waarover hier verder niets gezegd hoeft te worden. Het Internationale Comité van het Rode Kruis echter is een ander verhaal. Het bestuur bestaat uit vijfentwintig Zwit serse staatsburgers. Andere nationali teiten worden niet toegelaten. Dit kleine lichaam nu wil niet alleen de funda mentele principes van het internatio nale Rode Kruis bevoogden en de na leving van de vier conventies van Geneve controlerea maar bovendien meewerken aan de verbetering van de Internationale humanitaire wetgeving. Met welk recht? Waarom juist Zwitser land? Borsinger duikt ter explicatie in de geschiedenis. Hij zegt: ..Het I.C.R.C. bestaat niet uitsluitend uit Zwitserse burgers omdat wij vinden, dat wij beter zijn dan de rest van de mens heid. maar omdat de laatste eeuw ge bleken is, hoe nuttig en nodig een neu trale, objectieve Instantie kan zijn. Nu is het toevallig zo. dat wij drie eeuwen ervaring hebben met neutraliteit, omdat de grote mogendheden, die het Verdrag van Utrecht sloten, het verstandig von den elkaar de grote Europese doorgan gen ln noord-zuid- en oost-westrich- tlng te garanderen. Het Verdrag van Wenen uit 1815 bekrachtigde de neutra- "IlteftkgeHafcfite van Zwitserland. Dunk zij deze gang van zaken hebben wij meer ervaring opgedaan met politieke neutra liteit dan bijvoorbeeld een land als Zwe den- Wij rekenen het daarom tot onze historische plicht, om andere landen te helpen, die het slachtoffer zijn gewor den van de internationale politiek". „Hoe doet u dat?" „Men zou kunnen stellet* dat het niet onze taak is de Internationale krijgs wetten te regelen slechts het lijdon van de oorlog te verzachten. Toch zijn we ermee bezig. De Haagse Conventie, die de oorlogsvoering te land en ter zee regelt, is sinds 1907 niet vernieuwd De hele luchtoorlog komt dus in de krijgs wetten nog niet voor. Wij zoeken nu naar middelen om de bevolking te be schermen tegen ongelimiteerde aan vallen op bewoonde gebieden uit de lucht en met destructieve wapenen. We wil len een achterstand van zestig Jaar weg werken. Burgeroorlogen Voorts werken we aan het ontwerp voor een Vijfde Conventie van Genève Die zal zich bezighouden met dc regeling van conflicten, die geen Internationaal karakter hebben. We vinden zo'n con ventie nodig, omdat bijvoorbeeld d e jure Vietnam een burgeroorlog ls. I>e bestaande conventies zijn uit menselijk oogpunt bezien onvoldoende, want het ligt in de lijn denk aan Afrika, aan Zuld-Ameriku dat burgeroorlogen ln de toekomst In aantal zullen toenemen. Ook bij dergelijke interne conflicten moet het Rode Kruis zijn beschermen de. helpende, lenigende werk kunnen doen zonder welke partij dan ook te hoeven kiezen Maar het wordt een las tige zaak. die Vijfde Conventie.... Als li ziet. dat het tot 1949 heeft ge duurd, 28 jaar alles bij elkaar, voordat we de Vierde Conventie erdoor kregen En dat kwam nog alleen maar, omdat 1949. met juist de nachtmerrie van de tweede wereldoorlog achter de rug, een Dit artikel geeft antwoord op de vraag, waarom het Rode Kruis nog niet in Noord-Vietnam is en te vroeg in het Midden-Oosten was. Waarom er in Jemen krijgsgevangenen zijn in plaats van Lijken en waarom het kleine Zwitserland meent de grote mogendheden de menselijke wet te kunnen voorschrijven. Het roept ook vragen op. Waarom komen in de internationale krijgswetten de luchtoorlog en de ongelimiteerde aanval vanuit de lucht met destructieve wapens op burgers niet voor? Waarom is er geen internationaal geregelde hulpverlening bij burgeroorlogen? Dank zij het feit, dat het Internationale Comité van het Rode Kruis in Genève gaat overhellen tot de gedachte, dat het zegel van stilzwijgen zoal niet verbroken dan toch Iets losser gehanteerd moet worden, was onze speciale verslaggever ln staat, het bijgaand artikel te schrijven. relatief hoopvol moment was Dat geldt voor dit ogenblik zeker niet. Gezien de stemming ln de Verenigde Naties een goed beeld van de wereldsituatie ls dit niet het geschikte klimaat om met een Vijfde Conventie te komen. Als we te hard tegen de schenen schoppen, wordt ons huidige werk misschien on mogelijk gemaakt. En da» is op zich al belangrijk genoeg. Neem Jemen. Vroeger sneed men daar de overwonnen tegen stander meteen de keel af. Momenteel zijn er springlevende krijgsgevangenen. Nogmaals: iets is beter dan niets". Als het maar helpt Een uiterst flexibele organisatie het I.C.R.C. in Genève, dat onder meer ook de opsporing van vermiste militairen en burgers tot taak rekent en daartoe een archief van 23 miljoen kaarten heeft opgezet, waar 240 mensen dagelijks bezig zijn met de duizenden aanvrugen van wanhopige gezinnen. Een goed voor beeld Is het Jaar 1956 De staf werd teruggebracht tot 125 omdat het con flict ln Korea ten einde was. Drie weken later kwam midden ln de nacht een noodkreet uit Hongarije, waar de beken de bloedige opstand was uitgebroken en een paar dagen later volgde de even be kende, even bloedige Suezcrlsls. Onmid dellijk had het IC.R.C. weer 700 man op de been- Algemeen secretaris Borsingen „We moeten enorm kunnen improvise ren. We weten nooit, wuar het volgends conflict zal uitbreken." HU praat over oorlogen met een berus- tiiiK. alsof het over een elcktrtcitelts- storlng gaat. Het is onvermijdelijk, maar overkoombaar. Deze houding wordt ver klaarbaar, als men weet, dut z|)n men sen de afgelopen twee jaar 175 maal moesten uitrukken naar brandhaarden op het wereldtoneel. HU rekent erop en buigt zich ernaar Maar to flezlbel als de orgunisaUe It, zo onbuigzaam Is de geest die haar voortdrijft. Begrippen al» nationaliteit, ras. klasse, religie en poli tiek bestaan voor haar niet. Het enige, wat telt. Is zonder discriminatie de IU- dende mens de hand te bieden, waar dan ook. Als partizaan In de geheime diplomatie desnoods. Als het maar helpt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9