„GEEN CENT BEDROG, IK STOOK NOOTJES TWEE" Maatschappelijk werk richt zich niet alleen tot sociaal zwakkeren DE LETOSB COURANT Vuurspuwer Westenberg „Met een beetje handigheid lijk je net een vlammenwerper" Ingeklemd tussen de steile wand en de grauwe rups spuwen de vazallen van Jozef Koenraad Westenberg hun vuur. Helgele vlammen van drie, vier meter hangen aan hun gebarsten lippen als banieren in een stijve bries. Twee, drie seconden waaien gril lige schaduwen langs de houten fagade, dan schiet de gloed weer in hun gelooide kelen en kringelt alleen nog wat rook rondom de mondhoeken. Jozef Koenraad zelf eet niet mee. Goed, als het moet, als één van de losse spuwers zijn kermisspul in de steek laat, giet hij de gezuiverde petro leum ook in zijn keelgat. Dat is geen probleem. Lucifertje erbij en spugen maar. „Prachtig mooi", zegt hij dromerig, „als je er een beetje handigheid ln hebt, lyk je net eèn vlammenwerper. Dan kun je het ge meentehuis in brand steken. Ik word er alleen zo schor van". Hij staat op de smalle parade vóór zijn tent en staart naar de honderden hoof den; vanaf zijn plaats lijkt het net een plein, dat slordig is geplaveid met klin kers. „Dames en heren, zojuist heeft u een klein staaltje kunnen zien van de kundigheden van onze artiesten. Zij gaan nu naar binnen om reden dat de voor stelling zodra een aanvang neemt. Nog eenmaal vertoont miss Ida zich aan knapperig stokbrood grijpt. het publiek. Zij kan alleen haar hand laten zien om reden dat zij uit Zuid- Afrika komt en van nature schuw is. U zult merken, dat wij met haar Maleis spreken. Nu zult u zeggen: „In Zuid- Afrika wordt toch geen Maleis gespro ken?" Zeer juist, maar wjj gebruiken deze taal ook alleen om reden dat er velen m Nederland zijn, die het Maleis machtig zijn. En de directie vond deze taal het meest geschikt om reden dat velen nu kunnen verstaan, wat op het toneel gezegd wordt". Wildeman [hij schenkt de menigte een stralende I veldheersblik. De direotie, waar hij zo even over sprak, wordt uitsluitend ge vormd door hemzelf. Hij heeft de Afri kaanse show zes jaar geleden overge nomen van zijn vader, die nu zelf aan de overkant met een hoeplaspel zijn leeftocht bij elkaar schreeuwt. „Het is een traditie", legt hij uit, „onze familie tig jaar. Grootvader is er in feite mee begonnen. Toen heette het nog de Wil deman. Hij liet wat kannibalen uit het oerwoud komen en goot ze vol met petroleum. Hij stond er mee op mark ten, want kermissen zoals nu kenden ze nog niet. Het moet een geweldige tijd geweest zijn. Er werd gereisd in een ouwe beugelwagen en als ze gingen eten schoven ze twee sinaasappelkisten aan elkaar. Ik geloof, dat er op een gegeven moment vier families van die tent moesten leven. Dertien, veertien man, maar dat kon allemaal. De vetkringen stonden niet op hun buik, maar lol hadden ze wel. Vader vertelt het nog wel eens. Onderweg stopten ze en dan gingen ze met zijn allen vissen. Dat kon in die tijd, omdat de kermis geen keiharde bissenis was. Mijn opa sloeg drie palen in de grond en deed er een dekzeil overheen. Dat zijn tent. Pacht werd er niet betaald en als je 's avonds parade maakte, hoefde hij niet bang te zijn voor de televisie. Nou sta je in Zutphen en hoef je niet eens open te doen, als Feijenoord tegen Real Madrid speelt. Volle liefde Ik heb eerst een goktent gehad. D'r zijn goktenten, die twaalf-, dertien duizend gulden aan pacht moeten op brengen. Een gouden handel is het, maar ik ging er 's avonds bij voorbaat al met zó'n baard heen. Ik wil een hoop spektakel, ik houd van het ouderwetse kykweric. Als ik 's avonds in volle glo rie voor mijn tent sta en ik zie al die gezichten, dan mag het voor mij veertig jaar duren. Ik laat het publiek wat zien. D'r is er niet één, die zijn gulden betaalt zonder te weten, wat er binnen gaat gebeuren. Ik vertel geen leugens, ik heb een reputatie op te houden. Als ik zeg, dat miss Ida een gloeiende staaf ijzer van één meter lengte en vier duim breed met blote handen zal ombuigen, dan gebeurt het ook. Kom je daarna naar bulten en vertel je me, dat er niks aan was dan denk ik alleen: „Dat moet jij weten, maar ik heb je alles Die vrouw doet de onmogelijkste din gen. Soms denk ik wei eens: „Ik zou 'r uit elkaar willen halen om te zien, hoe het er van binnen uitziet. Ze legt een stuk gloeiend yzer op haar tong, ze danst op een staaf, die een kwartier ln het vuur heeft gelegen. En dat zes, zeven keer op een avond. Het enige, wat je ziet zijn een paar barstjes in d'r voetzolen. En soms een paar brand- strepen. Natuurlijk, als ik wil, dan kan ik in elke voorstelling tien, twaalf mensen onderuit laten gaan. Het is een klein kunstje om voor een vlees- lucht te zorgen. Zo'n negerin merkt er niet eens wat van, want ze doet alles ln trance. Geen cent bedrog Als ik voor studenten optreed, word ik meestal gejend. Die mensen hebben gestudeerd en denken, dat het allemaal nep is. wat er in mijn tent gebeurt. Dan loof ik honderd gulden uit aan ieder, die de gloeiende staaf een minuut kan vasthouden. Dat l*an 'h rustig doen om reden dat niemand het vol houdt. Ik stook met nootjes twee. dat kan iedereen controleren. Er zit geen cent bedrog by. Als ik zomers die pot achter de tent neerzet en vuur maak, vragen ze wel eens: „Waar is dat nou voort", want ze kunnen zich niet voorstellendot ik het koud heb. Dan zeg ik: „Dat is om paling te roken". Je moet in dit vak nou eenmaal altijd je woordje klaar hebben, je moet de mensen kunnen boeien. Ik sta tussen dertig, veertig andere attracties in en kom daar maar eens bovenuit. Als ik 's nachts in mijn bed lig, slaat de muziek nog door mijn kop. Dat huilt aan één stuk Flauwekul Als je op de kermis geboren bent, zo als ik, weet je niet beter. Ik stond als jongen van vijftien, zestien jaar al bij vader in de sporttent. Judo, boksen, karate. Ik was Jopie van der Berg. de gevreesde worstelaar. Ik had zes, ze ven lessen gehad. Ik heb er nog lasl van. Pijn in mijn hoofd, moe in mijn benen. Ik ben bij veertig doktoren ge weest cm reden dat ik niy niet goed voelde. Ik had een klap op mijn ge zicht gehad en later zeiden ze in het academisch ziekenhuis in Groningen, dat het schot in mijn neus gebroken Als miss Diana het been heft voor haar pittige walsje op het kokendhete ijzer, kan de aandachtige toeschouwer vaststellen, dat de huidskleur van de wonderdamc ter hoogte van de dij van gitzwart plotseling overgaat ln sneeuwwit. „Geen bedrog", herhaalt Westenberg met klem. Het zal dus wel weer een typisch Zuidafrikaans randgeval zijn. brandende fakkel verdwijnt moeiteloos ln het keelgat: de r miss Diana. Eet ■nsMüt. Zo'n sporttent is wel voor tachtig pro cent flauwekul. We stonden op het Vreeburg ln Utrecht met Johnson, die het vrije Amerikaanse worstelen voor zijn rekening nam. Daarbij mag je niet aan de haren van je tegenstander trek ken, maar Johnson deed het toch. Zo genaamd dan. Hjj aaide de ander eerst over r.jjn kop en begon dan opeens te rukken. Als je niet beter wist. zou Je zweren, dat hy het met wortel en al d'r Moet je op zo'n moment het publiek horen. „Vuilak", „hufter". Hij krijgt van alles naar zijn hoofd geslingerd. Ik heb het meegemaakt dat een vrouw met haar paraplu op hem in begon te beuken. Dat ds geweldig. Een sporttent doet het altijd en ik geef graag 6000 gulden, als ik volgend jaar niet de catch-as catch-can op de Haagse ker mis mag staan. Om reden dal elke mens van sensatie houdt. Op een avond zie ik Anton Geeaink de tent binnenkomen. Je kent hem. Al ga je er met een bulldozer tegenaan, dan krijg je hem nog niet omver. Een ver schrikkelijk mens. Johnson komt in de ring en begint met het gewone werk. Klapple hier klappie daar. Gelijk be gint Geesmk hem te treiteren. Zo van: ,,Je moet niet aaien, maar slaan". John son draait zich op een gegeven mo ment oir. en schreeuwt: „Kom eens in de ring als je durft". Na afloop zeg ik: „Weet je wie dat was, Johnson? Dat was de wereldkampioen judo". Hij liep gelijk de tent uit en ik heb hem de hele avond niet meer gezien. Ik sta in IJmuiden met mijn Afrikaanse show en ik wil net pa rude T, vijf knullen makem Komen er spuwen. Goed, ze doen het voor de gein, maar ik kan het net niet hebben, dat iemand bij mijn tent staat te spuwen. Om reden dat liet mijn brood is. Ik heb zc gezegd, dat liet gevaar voor olievergiftiging niet denkbeeldig ■was, want ik heb zelf ook gespuivd en ik weet, dat het geen lollig smaakje is. Zelf spuwen Als je zo'n tent als de mijne hebt, moet je alles kunnen. Je werkt met soute neurs, met Inbrekers en uitbrekers en het is een tref. Vaak heb je een goed stel, maar dJr zitten ook etterbuilen tussen, die het bloed onder je nagels wegpesten. Dan zeg ik: „Donder maar op" en ga ik zelf spuwen. Ik heb waarschijnlijk een beter leven dan Bernhard en Juliaantje. Morgen ochtend stap ik om vier uur in mijn wagen en ga Ik naar Zeeland. Vissen. Ik ben gek op vissen. Ik hoor de vo gels fiuiten. ik snuif de luoht op. Boterhammetje, een flesje bier. Dan ben ik die hele zenuwenker- mis vergeten "i STAATSSECRETARIS VAN DE POEL: (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. „Het maatschappelijk werk maakt een groeiproces door. Als Ja in een niemandsland begint, kun ja alles aanpakken. Naarmate je ver der gaat, komt er een tijd dat je orde moet gaan scheppen. In die faze ver keren we thans. We bekijken hoe we vereenvoudiging en doelmatigheid in de subsIdieregeUngen kunnen aan brengen. hoe we kunnen komen tot een zo goed mogelijke organisatie van de sociale dienstverlening. Tot hoe ver moeten we gaan niet subsidiëren? Zijn er andere mogelijkheden voor financiering bijvoorbeeld fondswer ving? De vraag is trouwens: moet je alle diensten wel gratis aanbieden?" Aan het woord is mr. H. J. van de Poel. staatssecretaris van Cultuur. Recreatie en Maatschappelijk Werk. Plaats van het gesprek: zijn hooggele gen werkkamer ln liet nieuwe minis teriegebouw ln Rijswijk. Met de over plaatsing van het ministerie naar Rijs wijk mocht dan niet de Randstad wor den ontlast in ieder geval wel het overvolle Haagse regeringscentrum. Staatssecretaris Van de Poel houdt zich onder meer bezig met de maat schappelijke voorzieningen, de open luchtrecreatie en de natuur- en land schapsbescherming. Hij heeft een lang durige bestuurservaring ln het maat schappelijk werk. En als hoofddirec teur van het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds een van de grootste be- leggei-s van ons land stond doelma tig beheer van grote bedragen ln zijn hoekje geschreven. Behalve met het beleid op het terrein van de maatschappelijke dienstverle ning. de bejaardenzorg, sociale revali datie en het gezinswerk. de vrije tijds besteding en de natuur- en land schapsbescherming een aardige hut spot zo bij elkaar zal hij zich op het departement ln het bijzonder met de stroomlijning van de subsidieverle ning. met een perfectionering van de organisatorische aanpak bezighouden. Dit tweede deel van zijn taak ..prikt ais een breinaald door het hele depar tement heen", zoals hij het zelf uit drukt. ..Ik ben gelukkig met mijn taken hier. de grenzen van dit departement liggen ruim. dat maakt 't zo boelend". Voor iedereen Mr. Van de Poel kan een grapje over het vage en soms mysterieuze vakjar gon v:m ..maatschappelijk werk" waar de mens altijd centraal wordt ge steld wel hebben, al zal hij er wel tegen waken zelf in het onduidelijke jargon te vervallen. Hij ziet een duide lijke groei ln het maatschappelijk werk. Vroeger werkte het meer op deelterreinen van dc samenleving, pak te het bepaalde deeltaken aan, nu gaat hot. meer het hele gebied van het men selijk samenleven bestrijken. De staatssecretaris wil beslist af van het Idee. als zou maatschappelijk werk al- Ipen maar voor sociale sloebers of financieel zwakkeren zijn. Het Is Iets noodzakelijks dat Iedereen op een ge geven moment nodig kan hebben. Geld is een groot probleem bij de uit voering van het maatschappelijk werk. Maar. zegt de staatssecretaris, de vraag Is: wat heeft men er voor over? Van groot belang Is dat het besef voor de noodzaak van het werk groeit. Als men overtuigd is van de noodzaak. lossen de financiële problemen zich wel op. Hoe de ontwikkeling ln do nabije toe komst zal zijn. vindt mr. Van de Poel heel moeilijk te overzien. ..Het is net als In de mist. Je kunt maar een klein stukje vooruit kijken. Maar met alle voorzichtigheid heb ik een zeker opti misme over de verdere ontwikkeling Door dc automatisering komen in de toekomst steeds meer arbeidskrachten vrij voor de dienstverlenende sector Het maatschappelijk werk als sociale dienstverlening zal daar een deel van opvangen". „De algemene bijstandswet heeft in het begin tot klachten aanleiding gegeven over dc sterk verschillende interpreta ties in dc verschillende gemeenten Van Mr. H. J. van de Poel (KVP) is 52 Jaar. Hij la geboren tn Middelburg. Na zijn middel bare opleiding in Den Haag was hy van 1934 tot 1955 in dienat van de gemeente Den Haag. o.a. by de gemeentelijke arbeidsbeurs en als hoofd van de afdeling sociale zaken van de gemeentesecretarie. In 1947 deed hy het doctoraal examen rechten aan de katholieke uni versiteit in Nymegen. De heer Van de Poel werd tn 1955 secretaris, later lid van de Pensioenraad, tevens secre taris en plv. lid van do Bui tengewone Pensioenraad. Per 1 januari 1965 werd hij be noemd tot hoofddirecteur van het Algemeen Burgeriyk Pen sioenfonds, tevens voorzitter van de Buitengewone Pen sioenraad. Hy vervulde verscheidene be stuursfuncties op het terrein van het maatschappelijk werk en de volksgezondheid, o.a. was hij voorzitter van de Sociale Raad Den Haag, bestuurslid van het Interparochieel Chari tatief Centrum en het lande- lijk Sociaal-Charitatief Oen- In 1963 werd mr. Van de Poel voorzitter van dc werkgroep plaatseiyk maatschappelijk contact, die de minister van Maatsehappeiyk Werk advlea uitbracht over de opzet van een subsidieregeling voor en de opzet van maatschappelijks contactorganen. Staatssecretaris mr. H. J. r. d. Poel maatschappelijk werk kost geld maar is broodnodig meet af aan 1* ervan uitgegaan, dat de uitvoering van deze wet bij de ge meenten thuishoort, omdat de bij standsverlening afgestemd moet zijn op individuele gevallen. De vraag moet steeds zijn: wie heeft die bystand no dig? Dat kan in Den Haag met worden bekeken. Daarom zou lk niet weten hoe men de bijstandswet centralistisch zou kunnen uitvoeren. Van mi) moet men niet verwachten dat lk dc uitvoe ring aan de gemeenten zou willen ont futselen". -De non»an.vqor jU Ah Weering wonkm nader bekeken. Besprekingen zyn gaande. In die nonnen kunnen wel verbeteringen worden aangebracht. Uit een oogpunt van rechtsgeiykheld acht Sociale dienstverlening zal in betekenis toenemen mr. Van de Poel verschillende inter pretaties niet gelukkig. „Normen zijn abstracte gevallen, zc ont-slaan de sociale diensten niet om rekening te houden met de omstandigheden ln een bepaald geval. De wet ls net een vang net. dat. alle vissen kan opvangen. Maar de sociale dienst moet leder visje van geval tot geval bekijken". Er wordt naar gestreefd om het lndl - viduele by de uitvoering nog meer tot zyn recht te laten komen. Voorts zal de beroepsprocedure worden versneld In die beroepsprocedure zal Iemand steun van een deskundige bijvoor beeld van een vakbond of van een Instelling voor maatschappelijk werk kunnen inroepen. Staatssecretaris Van de Poel vindt dat sociale raadslieden, zoal* die o m. In Den Haag werken, heel nuttig werk doen. /.Ij zijn sociale wegwijzers In de maatsehap|ielUke doolhol. /I) doen veel meer dan m:iat«4'hap|x-ltjk werk Het Is de persoonlijke mening van de heer Van de I'oel dat de sociale raadslie den niet moeten ressorteren onder de gemeentelijke sociale diensten, maar een geheel zelfstandige plaats moeten hebben. Vrijetijdsbesteding Een ander onderwerp de vrijetijds besteding. Dat wordt een steeds be langr ijker zaak. zegt mr Van de Poel Wc zijn niet khuir met alleen maar voorzieningen uan te brengen Op het terrein van de openlucht recreatie wordt al Jang een actief be leid gevoerd Belangrijke projecten -- onder andere Midden-Delfland wor den ln de nabije toekomst uitgevoerd. „We weten weinig over dc recreatie behoeften Studie, nuur de toekom stige behoeften zijn nodig. Het is ech ter heel moeilijk lung vooruit te zien Een commissie zal een diepgaand onderzoek Instellen naar de toekom stige behoeften op het terrein van de vrijetijdsbesteding Juist dc behoeften ln en rondom de grote steden moeten worden bekeken Ik heb de Indruk dat een veelheid van voorzieningen ..voor elck wat wils" nodig is. Het ls duidelijk dut de kosten enorm hoog sUn Het gunt om een belang rijke zaak. maar we moeten nu een maal de plannen tegen elkaar af wegen Ook al willen we met het rode potlood geen posten wegschrappen, het blauwe potlood om er posten bij te plaateen, ls er niet In de verbetering van de Infrastructuur staat de open luchtreereatle in leder geval hoog ge noteerd," aldus de staatssecretaris

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 11