Voor 1968 wordt slechts lichte^ daling werkloosheid verwacht [-RIJKSUITGAVEN STIJGEN TOT _RUIM 23 MILJARD GULDEN- Kleine verbetering economische toestand in het verschiet Nederlandse economie in cijfers Strijd tegen longkanker Zo komt het geld binnen... h ...en zo geeft de staat het uit tl DINSDAG 19 SEPTEMBER 1967 PAGINA 9| OE INKOMSTEN FN UITGAVEN VAN DE STAAT (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het Centraal Planbureau verwacht In zijn economische verkenning voor 1968 een lichte verbetering in de economische toe stand. De werkloosheid zal ongeveer op hetzelfde peil als van dit jaar blijven. Een langzame daling van de werkloosheid in de loop van volgend jaar ligt in het verschiet. Het begin van het economische herstel laat zich nu al voelen. Dit gaat gepaard met een verbetering van de betalingsbalans, die echter onder meer door de crisis in het Midden-Oosten langzamer verloopt dan aanvankelijk werd verwacht. De vertraging in de economische groei is midden 1966 begonnen, onder druk van de monetaire spanningen, lagere winstmarges en een afzwakking in de buitenlandse vraag. Tegelijkertijd deden zich in ver scheidene bedrijfstakken aanpassingsmoeilijkheden voor en trad in de bouwnijverheid een snel stijgende werkloosheid op. Duidelijker dan voorheen lieten zich dit jaar structurele onevenwichtigheden in de Nederlandse economie zien. De lichte teruggang in de economi sche activiteit kan spoedig voorbij zijn. Enig herstel van de produktie wordt nu al verwacht. Zeer belangrijk is ook dat met name de econo mische teruggang in West-Duitsland zijn dieptepunt schijnt te heb ben bereikt. Weliswaar wordt geen stijging van de bedrijfsinvesterin gen verwacht, maar de verlaging van de directe belastingen, de ge richte programma's van openbare werken en de voorraadvorming bieden volgens het Centraal Planbureau nieuwe impulsen voor eco nomische activiteit. 8 men zou éke Neder- li bnder biiro J850 I gulden kunnengeven fpera -^9 Sat1 hetduur><iW380t! I eeuwen eereri" joni dagen zfiv mênsopaaSecal i 7gddënw |23rrüijanigraan- I korrels wt 2^200 ki O investeringen d (volume) mi InvoerprtJsplJl Concurrerend ui tv oer- prijspeil Loonsom per werknemer. Inclusief sociale lasten (exclusief woningen) Groei in goederenultvoer Groei In goederenlnvoer Prijspeil goederenultvoer Arbeldsproduktlvltelt ln bedrijven (Inclusief zelf standigen) Saldo lopende rekening van de betalingsbalans imld. $d.) Waarvan goederenbalans (mld. gld.) Werkloosheid (1000 pers.) Netto overheidsuitgaven STIJGING VAN UITGAVEN OVERHEID Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. De uitgaven van rijk, provincies, gemeenten en andere publiek rechtelijke instanties, vertonen in abso lute zin een voortdurende stjging. In relatieve zin, dat wil zeggen in verhou ding tot de hoogte van het nationale In komen, zjn die uitgaven de laatste jaren tameljk constant. AI in 1955 was dat percentage 30.1; na een sterke daling in 1958 tot 27,9 procent liep het weer op tot 80.3 procent over vorig jaar. De rijksuitgaven vertonen sinds 1945 een constante relatieve daling. Het zijn de andere overheidslichamen, die de verhoging teweegbrengen. De ver houding tussen overheidsuitgaven en na tionaal inkomen in een aantal jaren zag er als volgt uit: In percen- Natlonaal Overheids- tagevan inkomen uitgaven het n.i. 1938 1949 1955 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 5400 15320 27530 38820 41080 43970 47920 56700 28,9 10720 12084 12793 14010 16723 18626 20767 Onder deze omstandigheden openen zich gunstiger perspectieven voor de ontwikkeling van de produktie en komt aan de sterke toeneming van de werk loosheid zeer waarschijnlijk een einde. Dit laatste mede als gevolg van een kleine groei van het aanbod van werk nemers. De eerste tekenen van een ken tering op de arbeidsmarkt openbaarden zich al in het midden van dit jaar. Geen crisis Van een algemene conjuncturele te- rugggang was dit jaar geen sprake, aldus het Centraal Planbureau. Weliswaar was er vertraging in de economische groei en ontspanning op de arbeidsmarkt, maar de particuliere consumptie bleef stijgen en de investeringen in de woningen en be drijfsgebouwen konden door de gunstiger produktie in de bouw zelfs sterk wor den vergroot. De export ondervond wel de invloed van de verminderde buiten landse vraag, maar verliep naar verhou ding toch niet ongunstig. Wordt 1967 als geheel vergeleken met 1966, dan wordt een stijging van de ex port met 6 percent waarschijnlijk ge acht. Dit cijfer staat in gunstiger ver houding tot de vergroting van de wereldhandel, die slechts 3 percent bedraagt. Het is ook hoger dan de toe neming van de invoer (3 percent). Het resultaat hiervan is een verbetering van de betalingsbalans, het financiële over zicht van de in- en uitvoer. Bedroeg het tekort op de betalingsbalans voor 1966 nog 640 miljoen, dit jaar is een over schot van 100 miljoen niet uitgesloten. Het jaargemiddelde van de werkloosheid wordt voor '67 gesteld op ongeveer 90.000 man. Lonen? Wat betreft de loonontwikkeling in '68 gaat het Centraal Planbureau in zijn prognoses uit van de hypothese dat de loonsverhogingen de produktiviteitsgroei niet zullen overschrijden. Zou dit het geval zijn, dan kan de stijging vai loonsom, inclusief sociale lasten worden gesteld op 5 percent. Dat betekent loonstijging in de arbeidscontracten van 3 percent. Geraamd wordt een toeneming van de produktie in bedrijven met 4 percent. De industriële produktie wordt voor '68 5.5 percent hoger geraamd dan in '67. Zowel voor de uitbreiding van de par- bioullere consumptie als voor de stijging van de consumptieprijzen wordt 3 per cent gesteld. De stijging van het con sumptieprijspeil wordt mede beïnvloed door maatregelen die dit jaar al zijn genomen (huurverhoging en stijging om zetbelasting). Een krachtige hernieuwde uitbreiding van investeringen in bedrijven blijft uit, wat voor de werkgelegenheid op lange termijn geen gunstig teken is. De uit voer zal zich vermoedelijk dank zij de verbetering van de buitenlandse conjunc tuur gunstig ontwikkelen en met 7.5 percent stijgen. De vergroting van de invoer is op 4.5 percent gesteld. Hoewel het woningbouwprogramma weer uitgaat van het in aanbouw nemen van 125.000 woningen, zullen de inves teringen in woningen wat achterblijven bij '67 met zijn bijzonder gunstige pro duktie in de woningbouw. Uitgegaan wordt van een overschot op de lopende rekening van de betalings balans van 800 miljoen. Zou het Suez- kanaal tot het eind van volgend jaar dicht blijven dan moet dit overschot 300 miljoen lager worden gesteld. Het Centraal Planbureau wijst in zijn prognoses op de onzekerheden die hier aan zijn verbonden, die onzekerheden betreffen bijvoorbeeld de economische ontwikkeling in het buitenland en de stijging van de lonen. In de verkennin gen zijn daarom enkele varianten opge nomen. In die varianten wordt geschetst wat de gevolgen zijn als bijvoorbeeld de uitvoer met 2 percent meer toeneemt, of als de lonen meer stijgen dan de arbeidsproduktiviteit, of als 200 mil joen meer wordt geïnvesteerd De werkgelegenheid wordt groter als er meer wordt geïnvesteerd of de uit voer toeneemt. Twee percent meer uitvoer betekent meer werkgelegenheid voor 6000 man. Zou de loonsom met 7 en niet met 5 percent toenemen, dan vermindert de werkgelegeheid voor 1500 man. Zou van de grotere loonsom van 5 percent een deel van 2 percent niet in de consumptie komen, maar worden ge spaard, dan komt er minder werk voor 3500 man. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Om een verdere stijging van de sterfte door longkanker tegen te gaan acht de regering het nodig dat het onderzoek en de voorlichting inzake het verband tussen longkanker en roken wer den geïntensiveerd. Nationale schuld steeg met 2 miljard Terugslag conjunctuur drukt belastingontvangst (Van parlementaire redactie) DEN HAAG. Ondanks de bezuini gingen die het kabinet-De Jong op tal van gebieden aangebracht heeft, ook ondanks de lastenverzwaring voor de bevolking, is het tekort op de rijks- begroting-1968 toch nog 2,777 miljard gulden. De uitgaven zijn namelijk op 23,137 miljard gulden geraamd, de ont vangsten op 20,36 miljard gulden. Dit is vooral le wijten, aldus minister Witte- veen van Financiën in zün toelichting op de rijksbegroting, aan de terugslag in de conjunctuur, waardoor ongeveer 750 miljoen gulden minder aan belastingen ontvangen wordt. Bovendien is er een structureel tekort van 300 miljoen gulden bij het gemeentefonds, dat in vier jaar tijd uit de begrotingsruimte gedekt wordt. Gezien deze twee posten blijft de begroting volgens de minister prak tisch binnen de toegestane ruimte, zeker door de overheidsbezuinigingen en door enige belastingverhogingen (zie voor pagina). Het kabinet wil het tekort van onge veer 750 miljoen gulden in de belasting ontvangst financieren met kortlopende leningen, wanneer dit tenminste conjunc tureel gewenst is en geen spanningen op de kapitaalmarkt veroorzaakt. Het kabinet moet, aldus de minister van Financiën, wel alles op alles zetten om het begrotingstekort binnen de perken te houden. Conjunctureel is een tekort van 2,7 miljard gulden thans ge zien de betere economische vooruitzich ten, aanvaardbaar. Structureel ecv *.er dit te groot zijn. Daarom moet de regering aan het thans te volgen be grotingsbeleid strikt vasthouden. Doet zij dit en verandert de conjunctuur weer ten gunste, dan loopt het begrotings tekort terug met zeker 750 miljoen gul den. Met het afboeken van het structu reel tekort van het gemeentefonds be tekent dit, dat Nederland in de toekomst k8n rekenen op een begrotingstekort ,5 tot 1,75 miljard gulden. „Dit kan, wanneer aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, tot een structureel even wichtige situatie oj de kapitaalmarkt leiden", aldus prof Witteveen. Een tekort van 1,5 tot 1,75 miljard gulden als con stante waarde acht hij alleszins aan vaardbaar. Wel is volgens hem noodzakelijk be paalde uitgaven, die gericht zijn op con juncturele gebeurtenissen, in te bouwen in de normale uitgaven op basis van een normaal aan te merken werkloosheids peil. De belangrijkste posten slaan op de aanvullende sociale arbeidsvoorzienin gen, de wet werkloosheidsvoorziening en de aanvullende werken. Blijft de werk loosheid beneden dit peil, dan kunnen de posten gereserveerd worden voor slechtere tijden. Op deze wijze blijft volgens de minister van Financiën de begroting in de toekomst zo evenwichtig mogelijk. Wil echter dit beleid, gericht op meer evenwicht tussen uitgaven en ontvang sten, tot zijn recht komen, dan moeten ook de particuliere besparingen vooruit gaan. Wanneer deze onvoldoende blijven, dan is de mogelijkheid volgens professor Witteveen niet uitgesloten, dat het beleid zich ook in de toekomst moet blijven richten op een verdere vermindering van het begrotingstekort. Noodzakelijke plan nen komen daardoor dan opnieuw in gevaar. Los van de conjuncturele tekorten van 750 miljoen gulden en de 300 miljoen van het gemeentefonds bedraagt de uit gavenstijging van volgend jaar ongeveer 1250 miljoen gulden, een toeneming van zes procent. De regering wil ook in 1969 niet verder komen dan een stijging van zes procent. Na 1969 moet het kabinet streven naar een stijging die de groei van het nationaal inkomen dicht nadert. Ruimte moet dus gevonden worden voor de stijging van de rijksuitgaven, maar ook voor de verruiming van het gemeen telijk belastinggebied en voor de sane ring van het gemeentefonds. Dit kan mede bereikt worden door de definitieve verhogingen van de benzine-acdjna en de verhoging met 20 opcenten van de omzetbelasting op genotmiddelen en de bromfietsen. Deze ontvangsten werken dan ook door naar volgende begrotings jaren. Dit geldt ook voor de posten, die niet meer als buitengewone lasten af trekbaar zijn. Intussen is voor de dekking van de tekorten in 1967 en 1968 nog een beroep op de kapitaalmarkt nodig. Het beeld van de rijksfinanciën blijft echter voor een belangrijk deel afhan kelijk van de economische ontwikkeling. Minister Witteveen verwacht, dat deze gunstiger zal zijn dan dit jaar, dat de betalingsbalans daardoor verbeterd wordt en dat de werkloosheid langzaam zal De minister voelt niets voor een be strijding van de 'deels structurele werk loosheid door middel van een globale financiële politiek, die op expansie ge richt is. Op langere termijn zou daar- DEVERWUHTW6 VOOR 1958 Economische vooruitzichten gunstiger parlementaire redactie) DEN HAAG De nationale schuld Is met 2063 miljoen gulden gestegen ten opzichte van SO juni 1966. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de vergroting van de binnenlandse schuld met 1883 miljoen gulden. De buitenland se schuld is, met een bedrag van 845 miljoen gulden, geljjkgebleven. Vorig jaar was de styging van de staatsschuld 2054 miljoen gulden. In aanmerking genomen, dat de vor deringen op korte termijn en de liquide middelen met 57 miljoen gulden tot 625 miljoen zijn gedaald, resteert er per sal do een rationale schuld van 24.642 mil joen gulden, tegen 22.522 op 30 juni vorig jaar. Voor rente en kosten op de nationale schuld denkt de regering volgend jaar 1805 miljoen nodig te hebben. De totale rente-uitgaven zullen hierdoor met 144 miljoen gulden zijn gestegen, als gevolg van twee omstandigheden. Ten eerste is de rente op de gevestig de schuld hoger geworden door het af sluiten van leningen na de indiening van de vorige begroting. Voorts zal er, naar raming, voor gemiddeld 5700 miljoen gulden aan schatkistpapier uitstaan, tegenover 4750 miljoen in het lopende jaar, terwijl de rente waarschijnlijk 5 procent (v.j. 4%) zal zijn. Het aflossingsbedrag op de binnen landse schuld stijgt, als gevolg van fluc tuerende aflossingspercentages, tot 563 miljoen gulden. Aflossing op buitenland se schulden zal ook het komende Jaar niet plaatsvinden, omdat 111 principe op 1968 drukkende termflnen reeds zijn be taald. door volgens hem de werkgelegenheid geschaad worden. Zolang nog geen alge mene recessie ontstaat uit de huidige ..conjunctuurverflauwing" mag, meent hij, de globale financiële politiek niet verder gaan dan opheffing van de be perkingen uit de voorafgaande hausse periode. Vandaar ook de financiering van bepaalde tekorten met monetaire middelen, voorzover financiering op de kapitaalmarkt niet zonder spanningen mogelijk is. Daarnaast moeten wel ge richte maatregelen genomen worden ter bestrijding van de werkloosheid, die regionaal en bedrijfstaksgewijze op treedt. Minister Witteveen wil het tekort in 1968 van ruim 2.7 miljard gulden als volgt dekken: „Op de voorinschrijfreke- ning zal ongeveer 1400 miljoen gulden aan reserveringen beschikbaar komen, waarmee meer dan de helft van de thans geschatte dekkingsbehoefte kan worden gedekt. Wat de dekking van de reste rende 1.3 miljard gulden betreft moet er van worden uitgegaan dat een bedra van 750 miljoen gulden van het kas tekort aan conjuncturele omstandig heden kan worden toegeschreven. Indien dit bedrag vlottend zou worden gefinan cierd, dan zou op de open kapitaalmarkt een beroep moeten worden gedaan van 500 tot 800 miljoen gulden, hetgeen glo baal zou overeenstemmen met hét be drag dat voor aflossing op staatsschuld is uitgetrokken. Netto zouden dan geen middelen aan de kapitaalmarkt worden onttrokken. Deze financiering van het begrotingstekort hangt nauw samen met de thans voor 1968 voorziene conjunc ture^ ontwikkeling. Het ls dan duidelijk dat een snelle opleving van de activiteit het nodig kan maken de monetaire financiering door de overheid binnen engere grenzen te houden", aldus de minister van Financiën. f 3 g I I e f1 E S I 1. kost prijsverhogende belastingen: a. invoerrechten 840 850 890 b. omzetbelasting 3.675 3.900 4.575 c. benzineaccijns 930 1.075 1.050 d. olieaccijns 290 275 290 e. tabaksaccijns 890 850 900 f. alcoholaccijns 290 300 325 g. bieraccijns 110 110 110 h. wijnaccijns 35 34 36 L suikeraccijns 105 100 105 j. rechten van zegel 85 90 95 k. rechten van registratie 240 220 230 1. motorrijtuigenbelasting 1. exclusief opcenten 325 320 335 2. opcenten t.b.v. rijkswegenfonds 98 185 210 m. grondbelasting (rijksopcenten) 47 47 49 totaal 1 7.960 8.356 9.200 2. belasting op inkomen, winst en vermogen: a. inkomstenbelasting 3.700 3.725 3.825 b. loonbelasting 4.300 4.375 4.475 c. dividendbelasting 370 350 375 d. kansspelbelasting 4 4 4 e. vennootschapsbelasting 2.500 2.125 2.325 f. commissarissenbelasting 30 32 34 g. vermogensbelasting 230 200 210 h. successierechten 210 220 230 totaal 2 11.344 11.031 11.478 totaal 1 en 2 19.304 19.387 20.678 overheveling belastingen: aandeel van het gemeentefonds 2.550 2.550 2.719 aandeel van het provinciefonds 156 156 167 aandeel van het rijkswegenfonds 98 185 210 2.804 2.891 3.096 ten bate van de rijksbegroting 16.500 16.496 17.582 verlaging aandeel percentage gemeente fonds met 1,86, Lvjn. verschuiving van uitgaven van de gemeenten naar het rijk als gevolg ran het ln werking treden van nieuwe sociale voorzieningen 183 verhoging anndeelpercentage gemeente fonds met 1,46, strekkende tot opheffing van het tekort van het fonds aandeel van het rijk ln de voor 1967 resp. 1968 voorgenomen belasting- wijzigingen +138 voor de dekking van 1967 werd boven dien in aanmerking genomen een bedrag van 300 miljoen wegens eerdere correc tie van tot een te laag bedrag opge legde voorlopige aanslagen in de In komstenbelasting, aandeel van het rijk -f-257 GEWONE DIENST opbrengst heffing van huurders van woningwetwoningen winsten en baten van bedrijven rente luister- en kijkgelden en ontvangsten uit radio- en televisiereclame ontvangsten van de dienst der do meinen overige ontvangsten totaal gewone dienst 18.306 17.698 19.573 BUITENGEWONE DIENST ontvangen aflossingen en bi) het beiegdc gelden overige ontvangsten rijk 185 185 482 163 564 223 totaal buitengewone dienst 670 645 787 totaal gehele dienst 18.976 18.343 20.360 ÉL j i algemeen bestuur militaire uitgaven buitenlands? betrekkingen Suriname en Ned. Antillen justitie en politie (Inclusief verdediging) verkeer en waterstaat handel en nijverheid landbouw en visserij onderwijs en wetenschappen ëultnur en recreatie sociale voorzieningen volksgezondheid volkshuisvesting huursubsidies leningen woningwetbouw overige uitgaven volkshulsvi oorlogsschade nationale schold (aflossingen i derd met afschrijvingen) afschrijvingen totaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9