ER ZIJN ALTIJD RADICALEN GEWEEST w AMERIKA TWIJFELT MEER EN MEER AAN JOHNSON Vernieuwing heeft thans meer kans ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1967 Nu in de gelederen van de politiek bedrijvende katholieken een radicale stroming weer zichtbaar gestalte krijgt, kan het wellicht interessant zijn terug te blikken in de historie en aandacht te vragen voor opbruisin gen van radicaliteit, die vroeger bezorgde en be daagde zielen de schrik om het hart deden slaan. In de laatste decennia der vorige eeuw was het dr. Schaepman die exponent was van de progressieve politieke opvattingen onder de katholieken. Weliswaar was hij de grote promotor van de aaneensluiting der katholieken in één politieke partij, maar in zijn „Proeve van een program" uit het jaar 1883 waar schuwde hij reeds tegen een te strakke discipline. Het program moest niet opgaan in een roomse geloofsbelijdenis, zodat het lidmaatschap van de Kerk voldoende zou zijn om tot de partij toe te treden, maar een te grote verbondenheid zou ook verkeerd zijn: „Alsof een katholieke partij inderdaad de eigen aardige begrippen en inzichten van wie dan ook in de ban zou doenalsof men de eigen overtuiging en het eigen geweten zou moeten doen zwijgen, waar zij waarlijki n strijd kwamen met de artikelen van een program. Alsof men een plicht zou moeten ver zaken terwille van een partijverbond." Schaepman als voorrman Nu, Schaepman heeft dan ook in zijn parlementaire werk, dat hij in 1880 als afgevaardigde van Breda begon, niet geaarzeld veel katholieken tegen de haren in te strijken. Maar hij heeft tevens de bewondering en instemming van de radicalen dier dagen geoogst, die hem als hun voorman beschouw- Laten we drie punten noemen, waar hij door een afwijkende stem in be langrijke aangelegenheden zijn repu tatie en zijn orthodoxie bij veel con servatieven verspeelde. Allereerst: hij verklaarde dat het algemeen stem recht met geen enkel katholiek begin sel in strijd was. Dat klonk als een vloek in de oren van hen, die dit vol afschuw afwezen als een vrucht van de Franse revolutie en de verfoeilijke leer van de volkssoevereiniteit. In de tachtiger jaren was dit algemene stem recht echter praktisch niet aan de otde. Wel een verruiming, die bepaal de, dat het zou worden toegekend aan „die mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders die de door de kieswet bepaalde kentekenen van maatschap pelijke welstand bezitten". Hierin za gen de meeste katholieke Kamerleden echter al een stap op de heilloze weg naar het algemeen stemrecht. Vijftien waren ertegen, Schaepman kreeg slechts drie medestanders. Een tweede punt, dat de toorn van veel katholieken op Schaepmans hoofd laadde, was de invoering van de per soonlijke dienstplicht. Men kende toen (en nog lang daarna) het lotingsstelsel, maar wie „ingeloot" was, mocht een ander, die vrijgesteld was voor hem laten dienen. Dit remplacantenstel6el kwam in de praktijk hierop neer, dat de zoons der welgestelden buiten de kazerne bleven, want die welgestelden konden arme drommels overhalen te gen een geldelijke beloning voor hun spruiten de wapenrok aan te trekken. Het „is nu voor ons onbegrijpelijk, dat men er onder de katholieken een groot beginsel van maakte, dat deze toestand gehandhaafd moest blijven. Schaepman was de enige katholieke afgevaardigde die bij de eindstemming de afschaf fing van het plaatsvervangersstelsel steunde. Als derde punt noemen we de invoe ring van de leerplicht, waarbij ook het zwaarste beglnselgeschut in stelling werd gebracht. Dit was een door de Loge en „Het Nut" beraamd plan ter onderdrukking van de katholieken, schreef een der katholieke bladen. Het werd een stemming op het nipper tje: aangenomen met 50 tegen 49 stemmen. Als de afgevaardigde van Amersfoort niet daags tevoren van zijn paard was gevallen en deswege niet in de Kamer kon verschijnen, zou de uitslag 5050 zijn geweest, wat verwerping had betekend. Schaepman en Kolkman wa ren de enige katholieken die voor stem den. Wat de hoofdredacteur van de Limburger Koerier de volgende dag deed schrijven: „Eén man heeft aan honderdduizenden landgenoten het ge vloekte slavenjuk van de leerplicht op de nek getast... dat is dr. Schaepman". Klarenbeekse club Het was een grote meerderheid van de katholieke pers, die zich tegen Schaepman en zijn progressieve geest verwanten keerde. Alleen het in 1883 opgerichte Centrum verdedigde hun inzichten en „de doctor" schreef er zelf ook veel in. Hoofdredacteur in die tijd was dr. Gisbert Brom, een uit het beroemde Brommengeslacht, die later eerste directeur zou worden van het Nederlands historisch instituut in Ro me. Toen' Gisbert Brom in 1899 zijn koperen priesterfeest vierde, kwam een grote vriendenkring bijeen in hotel Klarenbeek aan de Velperweg bij Arn hem. Daar waren onder anderen mr. P -J. M. Aalberse, dr. Ariëns. M. A. P. C. Poelhekke, dr. H. A. Poels, jh'r. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, J. F. Vlekke, mr. A. baron van Wijnbergen. De aanwezigen spraken af, dat ze ge regeld bijeen zouden komen om zich te beraden over de vraagstukken, die midden in de actualiteit stonden. De ze Klarenbeekse club heeft door zijn ideeënvorming zeker bijgedragen tot de verlossing van het katholieke gedach- tenleven uit de benauwenis van ver ouderde opvattingen en een tyranniek .clericalisme". Deze radicalen stonden bloot aan heftige aanvallen van de zo genaamde integralen, die in de Maas bode hun spreekbuis hadden en die kwistig waren met beschuldigingen van ketterij en verraad aan het katho lieke beginsel. De club is bezweken toen er verscherpte regels werden in gevoerd aangaande samenkomsten van priesters en leken gezamenlijk. Ultremclub Radicale hervormingsdrift brak er ook los na de eerste wereldoorlog. De overgrote meerderheid van ons volk wees Troelstra's revolutiebevlieging wel af, maar met vlag en wimpel wer den grote desiderata die al jaren lang tot het program der progressie ven hadden behoord, nu met steun van allen, de liberalen incluis, in wet ten omgezet. Algemeen kiesrecht, vrouwenkiesrecht, achturendag, nie mand verzette er zich meer tegen. In het katholieke kamp ging de geest drift nog verder. Op initiatief van de radicaal par excellence, professor Veraart, besloten de vier grote katho lieke standsorganisaties een r.-k. cen trale raad van bedrijven op te richten als voorbeeld voor een stelsel van publiekrechtelijke organisatie van het gehele bedrijfsleven ln Nederland, in het beroemde paasmanifest van 1919 meende men een onvergankelijk mo nument van solidariteit en maatschap pelijke hervorming te hebben gescha pen. Een jaar later viel geheel de schone opzet reeds uiteen in gekra keel tussen werkgevers en arbeiders, waarbij vooral Kortenhorst en Veraart fel tegenover elkaar kwamen te staan. Hier droeg ook toe bij, dat een econo mische depressie zich aankondigde, waaruit het conservatisme argumenten smeedde voor het afremmen en zelfs gedeeltelijk afbreken van sociale ver worvenheden. Politiek kwam dit tot uiting in een splitsing van de grote katholieke partij, de Nieuwe Katholie ke Partij, waartoe notaris Cranen- burgh uit Haarlem de stoot gaf. Toch zat er een „progressief" element in deze beweging, omdat men het dog ma van de noodzaak der katholieke eenheid op politiek gebied aantastte. De oprichting van de N.K.P. lokte tegenacties uit van een groep katholie ke radicalen onder leiding van baron Wittert van Hoogland en Chr. D. Wes- seling. Samen met een aantal arbei dersleiders stichtten ze de Ultrem club afkorting van ultimum reme- dium die de vooruitstrevende demo cratische elementen wilde doen infil treren in de bestaande organisaties, wat echter al spoedig uitliep op de stichting van een afzonderlijke Katho lieke Volkspartij, die in 1925 mr. Pius Arts uit Tilburg in de Kamer bracht. Als een uiting van zelfstandigheid der katholieke radicalen kan ook gelden, dat in oktober 1923 tien katholieke Ka merleden hun stem uitbrachten tegen publiekrechtelijke organisatie van het gehele bedrijfsleven in Nederland. In een wetsontwerp dat de opbouw en sterkte van de vloot voor Nederlands Indië voor vele jaren zou vastleggen. De regering-Ruys de Beerenbrouck had er haar voortbestaan aan verbon den. Fractieleider Nolens bezwoer de „jongeren" in de fractie, die er niets voor voelden voor zoveel jaren te an ticiperen op de toekomst, toch voor ogen te houden wat de onmiddellijke gevolgen van een verwerping zouden zijn. Het mocht niet baten. Met 50 te- zen 49 stemmen kelderde het voorstel »n onder de 50 waren 10 katholieken, ïamelijk mevr. Bronsveld-Vitringa ?n de heren Bomans, Bulten, Engels, Kuiper, Loerakker, Michielsen, Van Schaik, Suring en Van Rijzewijk. Het is niet voor de eerste maai, dat in katholieke, politieke kringen radicale geluiden opklinken. Als de muren van de Tweede Kamer zouden kunnen spreken, zouden zij nog kunnen verhalen van de grote radicale voorman dr. Bohaepman, die reeds in de vorige eeuw met zijn progressieve politieke opvattingen koude rillingen bezorgde en bedaagde zielen de schrik om het hart deed slaan. roering gewekt door de oprichting van politieke studie- en debatingclubs, die onder de schutse van de aartsengel Michael de radicalen ten strijde rie pen voor de vernieuwing van de gro te politieke partij van binnenuit. Tot de vorming van hun ideeën had eerst het weekblad „De Nieuwe Eeuw" uit Helmond veel bijgedragen en toen dit werd omgevormd tot een orgaan, waarin Nijmeegse professoren veel te zeggen kregen, werd het dagblad „De Morgen" gesticht, dat onder leiding stond van de onvermoeibare Max van Poll met zijn radicale denkbeelden, vooral ontleend aan de zogenaamde Oostenrijkse school. Ook de vechtlus tige Veraart trok mee ten strijde. Met geldinzamelingen, de St.-Michaelspen- ning, werd de beweging gefinancierd. Naast het formuleren van de eis van radicale bestrijding van het kapitalis me, niet alleen in zijn uitwassen maar tot in de wortel, stelde men de coali tie der christelijke partijen haast als een natuurnoodzakelijk gegeven be schouwd in de waagschaal, verlang de men een veel sterker invloed van de partijleden op de samenstelling van de programs en de kandidaten lijsten en verwierp men de simplisti sche stelling „Rooms 'stemmen om dat men rooms is". Ondanks veel conservatief verzet kwam in januari 1925 de democra tische herziening der partij tot stand. Ze nam ook een nieuwe naam aan: R.-k. Staatspartij. De voorbereiding der kandidaatstellingen geschiedde met een veelheid van acties voor be paalde kandidaten. De uitslag der ver kiezingen was bepaald teleurstellend: de katholieken verloren twee zetels, de socialisten wonnen er vier, de vrij zinnig-democraten twee. Ook kwam een „dissidente" katholiek In de Ka mer. En na een kortstondig bestaan van een kablnet-CollJn, afgeknapt door de afstemming van het gezantschap bij het Vatlcaan begon een lange misère met niets dan extra-parlementaire kabi netten, die de positie van het parle ment zeer verzwakten. Een alternatief voor een kabinet van rechtse signatuur bleef geblokkeerd door Nolens' befaamde uitspraak dat een samenwerking met de socialisten slechts „in uiterste noodzaak" kon worden overwogen. Deze verlamming in de juiste werking van het parlemen taire stelsel was koren op de molen van degenen, die met Italië als voor beeld de hele parlementaire democra- tie gingen verfoeien. Ook katholieke jongeren bleven voor deze opvatting niet onberoerd. Zij die zich groepeer den rondom het maandblad „De Ge meenschap" vertoonden veel sympa thie voor wat zich ln de St.-Michaels- beweging baan brak maar pasten toch voor de eer, toen van die zijde er her haaldelijk op werd aangedrongen dat ze zich ook praktisch in het politieke werk zouden storten. Ze hoonden de Staatspartij als „de weduwe van de geestdrift" en verlangden geen com- promisaengeknutael, maar een politiek van „hart en vurigheid". Ven Duin kerken hekelde de stelling dat men het kapitalisme slechts mocht bestrij den als men het eerst precies had om schreven met de opmerking dat man van Slnt-Joria niet mocht verlangen eerst te doctoreren in de zoölogie al vorens hij de draak ging bestrijden. Hij maakte deze opmerking in een voordracht voor Staatspartijkader, toen het in 1930 voor zijn jaarlijkae „politieke retraite" in St.-Louis op de Amersfoortae Berg bijeen was. Ook Gerard Knuvelder aprak daar om nog eens duidelijk te maken dat „de jon geren" niet streefden naar ambten of betrekkingen In de politiek, maar 9lechta widen getuigen dat er een fundamenteel nieuw bestel moest ko men. Toch is er op die bijeenkomst door een aantal jongeren onder lei ding van mr. Andre Peters besloten zich te verenigen ln een verbond van jongeren, een groepering waarvan men later niet veel meer heeft ge hoord. Toen het nazisme opkwam, voltrok zich een schelding der geesten onder de radicale jongere katholieken. Een deel ging zich Interesseren voor „de rechts# revolutie", zoals profes sor Gerretaon die een stelsel van cor poratieve ordening propageerde, waar in voor het rechtstreekse algemene kiesrecht geen plaats meer was. Een ander deel stapte aan achter Ar nold Meijer en zijn zwarte scharen, die echter meer lawaai maakten dan ze betekenden, wat uitkwam toen ze bij de verkiezingen van 1935 amper 8000 stemmen behaalden. Andere ra dicalen zagen echter levensgroot de gevaren oprijzen van het valse Mes sianisme en de bloed-en-bodemver- heerlijklng en allesoverheersend werd voor hen dR gevaar schouder aan schouder met anderen te keren, waar bij ze ook weer oog kregen voor wat er toch aan vrijheid en gerechtigheid in onze onvolmaakte samenleving voorhanden waz. Nederlandse Volksbeweging In de nacht van de nazitljd ging de parlementaire democratie ten onder, doch ondergronds werd er veel ge dacht en gestudeerd over i Nederland, dat de kwalen van ona po litieke stelsel zou uitbannen en door een nieuwe opstelling In de partijvor ming gezonder verhoudingen zou scheppen. Dit kwam na de bevrijding onmiddellijk tot uiting in een Neder landse Volksbeweging, waarin mensen van heel verschillende politieke kom af gezamenlijk hun handtekening ga ven onder andere aan de stelling, dat het politieke partijleven in ona volk zich langs andere scheidslijnen dan vóór 1940 zal moeten bewegen, dat met name de christelijke antithees en de klassenstrijd voor de oplossing der maatschappelijke vraagstukken van heden geen vruchtbare beginselen meer zijn", weshalve een periode van vrije discussie noodzakelijk was, op dat de geestelijke vernieuwing zich ook op politiek gebied zou kunnen openbaren. Een toelichting bij het desbetreffende manifest pleitte voor een zodanige hervorming van het kies stelsel en het partijwezen, dat door een niet te groot aantal politiek# par tijen in de volksvertegenwoordiging vorm zou worden gegeven aan de we zenlijke staatkundige tegenstellingen. Het kiesstelsel zou zodanig moeten worden herzien dat de band tussen de kiezer en de gekozene werd versterkt en een duidelijke weeralag van ver kiezingen in de volksovertuiging ten aanzien van heit regeringsbeleid zou prevaleren boven de mathematische evenredigheid in de vertegenwoordi ging. Men beluistert hier geluiden, die ver wantschap vertonen mei wat we In deze dagen horen en die ook aan de gedachtengang der christelijk-radlcalen niet geheel vreemd zijn. Alls vooruit strevende krachten trachtta men toen maals te vangen onder de noemer van „het personalistisch socialisme". De Nederlandse Volksbeweging wilde ech ter zelf geen politiek# partij vormen, ze wilde slechte wegbereidster zijn. Maar Intussen begonnen zich de oude politieke groeperingen weer te vormen waarbij ook een R.-K. Staatspartij on der leiding van mr. P. J. Wltteman ac te de présence gaf. In zoverre wilde die tegemoet komen aan de bestude ring van gewenste veranderingen, dat een centrum voor staatkundige vor ming werd opgericht, dat ook het par tijwezen in zijn 9tudie zou betrekken. Partij van de Arbeid Dit alles Is tenslotte uitgelopen op de stichting van de Partij van dc Arbeid, waarin ook een aantal vooruitstreven- Je Intellectuelen van katholieke en shrlstelljke huize een plaats sochten en kregen, terwijl een politieke organl salie der katholieken zich constitueer de als Katholieke Volkspartij, die echter HrhUWIImHiM "lel uitsloot en bovendien een balletje opwierp om op een gezamenlijk program met de l'artlj van de Arbeid de komende ver kiezingsstrijd in te gaan. De PvdA voelde daar niet voor. Ze stelde zich veel voor van haar zuig kracht, ook op de katholieke en pro- teitanat-chrlstelijke kiezers. De uit slag werd voor haar een ontgoocheling. Ze bracht het met 28.31 procent der stemmen niet veel verder dan het vooroorlogse peil van de SDAP, terwijl de KVP 30.81 procent der stemmen ln de wacht sleepte. Zo was een verlangen naar radical# partijvernleuwing en politieke verfris sing ook thans weer ln het zond ver lopen. De dromen uit de etudiesfeer van de oorlogsjaren waren stuk gesto ten op de realiteit. Maar de tijd staat niet stil. De geringe politieke vorm- en verbeeldingskracht van de bestaande \js riem ent air-democratische verhoudin gen wekken al meer onbehagen. Een misgewas als de Boerenpartij kreeg ongehoorde electorale kansen. Het se- rieuze D'66 dat eigen ideeën wist te ontwikkelen aloeg zodanig aan, dal menige gevestigde politicus de schrik om het hart sloeg. De noodzaak van de vernieuwing dringt zich met geweld op. Weer heeft zich op het katholieke erf een groep radicalen gevormd, die hier inspirerend en vormgevend wil werken. Een belangrijke factor, die vroeger remmend werkte, Ls zeker weggevallen. Aansporingen van de kan sel om ten koste vim alles de eenheid van de katholieken bij de stembus te bewaren zal men zeker niet meer ho ren. Het secularisatieproces, dat de din gen dezer wereld meer autonoom heeft verklaard, werkt ook bevrijdend ten opzichte van de politieke vormgeving. Wat echter ook de vrijheid om zich bij het politiek bedrijven door christelijks inspiratie te laten leiden niet aan mag Alles bij elkaar geloven we dat d# omstandigheden voor een werkelijk grondige vernieuwing nu gunstiger Ug- gSa dan ln enig tijdperk van het Jong- »te verleden. Ze moge zleh voltrekken In een sfeer van openheid en weder zijds begrip zonder verkettering en miskenning van goede bedoelingen, die In het verleden mnar al te vaak opdoken. 1ASHINGTON Het Amerikaanse persbureau U.P.I. gaf onlangs te kennen, dat Nederlandse regerings functionarissen, de pers en het Nederlandse publiek in het algemeen vriendelijk over de Amerikaanse president denken en hem als een „goed vriend" van Nederland beschouwen. In de V.S. zou men nauwelijks kunnen stellen dat het grote publiek vriendelijk over L.B.J. denkt. Men behoeft hierbij niet alleen af te gaan op de publieke opiniepeilingen, die lager zijn gezonken dan ooit te voren. Er zijn andere tekenen die wijzen op twijfel aan Johnson. Bijvoorbeeld: onlangs vroegen 51 leden van het Amerikaanse Congres (uit zijn eigen de mocratische partij) of Johnson zich bij de presidentsverkiezingen van volgend jaar niet herkiesbaar wilde stellen. Ook de aanvallen in de pers op de president nemen zienderogen Misschien dat de Nederlandse couranten vriendelijke commentaren jegens L. B. J. schrijven; In de V.S. vliegen do stukken eraf. De nestor van de Amerikaanse commentatoren, Waiter Lippmann, die reeds geruime tijd een felle strijd voert tegen Johnson (met wie hij vroeger, voor diens presidentschap, bevriend was noemde de Amerikaanse president in een van z|jn laatste commentaren een „amateur". „Het feit", zo meent Lippmann, „dat de president voortgaat met het Amerikaanse volk wijs te maken, dat hij de oorlog in Vietnam kan blijven voeren en tegelijkertijd voldoende dollars vrij heeft om de sociale problemen van de V.S. zelf aan te pakken, bewijst zijn gebrek aan kennis over oorlog en zijn gebrek aan wijsheid te weten wat met deze oorlog te doen". Lippmann vervolgt: „Zijn bereidheid om te geloven. dat. men in een democratie twee dergelijke problemen met succes zou kunnen bestrijden de oorlog ln Vietnam en het vraagstuk van de grote steden en de negers toont aan, dat hfj in wezen een amateur Is". haren krijgt van de Vietnamese oorlog. Hij zou niets liever willen dan er morgen een einde gemaakt zien. „Johnson", zo meent een politicus inde hoofd stad. ..is de man. die de geschiedenis van ons land in had willen gaan als een tweede Frartklin Delano Roosevelt. Als de grote sociale hervormer. De man, die de ..great society" heeft opgebouwd, met gelijke kansen voor ieder. Johnson zou zijn hele energie en politieke schranderheid willen gebruiken om het negervraagstuk met kracht ter hand te nemen. Johnson, de provinciaal, de Texasaer, heeft een Etangeboren afkeer van vreemden, van buitenlanders, van ontvangsten, waarbij h(J nret Afrikaanse leiders moet spreken en onderhandelen. Kennedy haalde buitenlandse staatshoofden naar Washington, bewoog zich op het internationale vlak met graagte en gemak. Johnson vermijdt deze „poespas". Voor een belangrijk deel wordt Johnsons onvermogen de Vietnamese crisis op te lossen verweten aan diens omgeving. Waar president Kennedy de weliswaar integere, maar zwakke figuur Dean Rusk op Buitenlandse Zaken plaatste, omdat hijzelf zfjn buitenlandse beleid wenste te voeren, diende L. B. J. Juist op deze zwakke figuur terug te vallen, b(J gebrek aan kennis, inzicht en beoordelingsvermogen van internationale vraagstukken. Waar Kennedy in zijn omgeving academici en historici plaatste, zag Johnson de meeste van deze medewerkers al spoedig na de moord van Dallas uit het Witte Huls vertrekken. Minister Robert McNamara, van Defensie, kreeg een overwicht binnen het kabinet, zelfs over minister Rusk. Johnson leunt tegen zijn adviseurs aan. Johnson kwam steeds dieper in het moeras van Vietnam terecht en thans menen ingewijden ln Washington, dat zelfs de ernstige onlusten ln de grote steden deze zomer, voortvloeien uit de ..algehele oorlogsstemmlng waarin Amerika verkeert". De mentaliteit ..get your gun" die het buitenland kent uR de veie cowboyverhalen en films, die de grote trek naar hei Westen steeds maar weer op halen en bezingen, is in de V.S een levende men taliteit. Wapens worden vrfj verhandeld, waarbij men als lichtend voorbeeld aanhaalt, hoe Lee Har vey Oswald, het scherpachuttersgeweer, waarmee hfj president Kennedy son hebben vermoord, per post uit Chicago bestelde en toegezonden kreeg. Enige weken geleden keurden nog slechts 89 HOE LUIDT OORDEEL VAN GESCHIEDENIS? procent van de gevruagden bij een publiek opinieonderzoek In de V.S, het beleid van Johnson als president goed. Zo laag is dit cijfer nog nimmer gedaald. Ook de Amerikaanse pers over de hele linie spreekt steeds krachtiger taal bij haar veroordeling van Johnson als president, terwrfjl de voornaamste van de commentatoren, met enkele opvallende uitzonderingen, als bijvoorbeeld Joseph Alsop, L. B. J. van amateurisme en zrtfc van onbetrouwbaarheid beschuldigen. Het moet voor president Johnson een zorgelijke gedachte zijn hoe de geschieden!» over hem zal gaan oordelen. Vooral waar hy zich zulke levende idealen en hoge doelen had gesteld voor Amerika en de Amerikanen zelf. De oorlog in Vietnam blfjft roet in het eten gooien en 7,ou hem zelfs sfjn politieke hoofd kunnen gaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 13