PRO DE0- PLEID00I VOOR EEN FIJN LAND vakantiegangers met spoed teruggeroepen ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1967 Wittebrugdirecteur J. Reichardt: „Den Haag mikt te veel op het massatoerisme" HET was een goed, ambitieus plan, dat tien Haagse horeca-ex- perts enkels jaren geleden als een koekoeksei in het bedaagde ooievaarsnest deponeerden. Zij waren er van overtuigd, dat een internationaal congrescentrum zonder hotelaccommodatie niet alleen de congresgangers, maar ook de exploitanten slapeloze nachten zou bezorgen en daarom waren ze bereid hun kostbare ervaring, hun tijd en de aanwezige spaarcenten te investeren in een moderne, effi ciënte hoteltoren, die een ereplaats was toebedacht in hef Haagse ver- gaderbabylon. Op papier klopte alles: de tien trok ken een architect aan, die met gro te voortvarendheid zijn fantasieën op papier zette. Elke kamer zou een ei gen bad of douche en een toilet krij gen, de exploitatie was nagenoeg rond. Alleen het risico-dragend kapitaal was in het iOO.OOO inwoners tellende Den Haag met geen mogelijkheid te vin den. De heer J. Reichardt, directeur van hotel Wittebrug en woordvoer der van de Haagse „Top Tien" herin nert zich dde nachtmerrie nog haar scherp t „We hebben bij alle grote jongens lopen leuren, maar zodra er over centen werd gepraat, waren ze Oostindisch doof. Er waren er bij, die zeiden: „Oké, van mij kunnen jullie een paar duizend gulden krij gen". Alsof dat zou helpen om een be drag van miljoenen bij elkaar te krij gen. Dit was een puur Haagse zaak, waar iedereen belang bij heeft, maar de medewerking was vrijwel nihil. Ala meneer Hilton het in zijn kop krijgt, om een hotel in Nederland te houwen, dan liggen we in het atof om aajeblieft al zijn risico's te mogen dragen, maar als een Nederlander iets dergelijke probeert, wordt hij het bos ingestuurd. Bouwes heeft het gepro beerd in Amsterdam. Een geweldig plan. Vergeet het maar. Sterkenburg wilde ook bouwen. Hij kwam niet eens aan bod. Maar wel een tweede Hilton- hotel, omdat Rotterdam het niet kon verkroppen, dat Amsterdam er één had. De aandelen staan op zestig, maar daar heeft Hilton geen centje pijn aan. Dat betalen die goeie Neder landers wel met zijn allen. Als een Nederlander een hotel wil bouwen, mag hij alleen maar rekenen op tegenwerking. Als ik zelf geld had, ■tak ik het ook nooit in horeca- business, want het rendement is niet interessant in vergelijking met het werk, dat je ervoor moet verzetten. In ons eigen hotel zonder valse bescheidenheid toch één van de bes te van het land kost een lunch nog Bteeds negen gulden, een diner twaalf vijftig. In vijf jaar is die prijs geen cent opgetrokken, niet omdat het ons verboden is, maar omdat we niet dur ven. Onze gasten kunnen kiezen uit tenminste drie menu's en voor hun na gerecht mogen ze in de hele kaart grasduinen Migrekening Toch wilden we met zijn tienen dat congreshotel bouwen, omdat we voor meer dan 100 procent overtuigd wa ren van het belang. De KLM was ei genlijk de enige, die voor een rede lijk bedrag wilde deelnemen, de an deren lieten het mooi afweten. Je zou toch mogen veronderstellen, dat een gemeente wel blij zal zijn met zo'n particulier initiatief en bereid is om een handje te helpen. Nou, dat is dan ook een mooie misrekening geweest. Het congresgebouw zelf kostte oor spronkelijk 42 miljoen, maar het liep een weinig uit de hand en uiteindelijk kwam het neer op 69 miljoen. Nou kun je je afvragen: als een gemeente werkelijk een beetje enthousiasme voor onze plannen had getoond, was dat ri sico-dragend kapitaal van drie mil joen dan voor hen zo'n onoverkome lijke hinderpaal geweest? We wilden aanvankelijk ook een hotel twaalf etages met zo'n 900 bedden. ais dat doorging, konden de gas ten vanaf de hoogste etages In de tuin van het Catshuis kijken en het was mogelijk, dat het Catshuis nog eens koninklijk paleis zou worden. Weg 12 Terwijl directeur Reichardt nog druk bezig is om de hartige brok van het gekapseisde Oongreshotel der Haagse „Top Tien" weg te slikken, maakt hij zich alweer op voor zijn pro-deover- deddgiing van de Nederlandse hotelle- rie. Zijn jarenlange omgang met di plomaten, oliesjeiks, gekroonde en on gekroonde hoofden heeft zijn fris-van- de-lever-kijk op de daverende dingen dezer dagen nauwelijks aangevreten: „Iedereen roept om het hardst, dat Ne derland geen goedkoopte-eiland meer is. Akkoord, het is de laatste jaren duurder geworden, maar we zitten nog steeds in de goeie hoek. Als ik in Frankrijk ben, betaal ik 's middags voor een lunch op zijn minst vijftien franc. Je kunt nog zo hard roepen, dat je geen warm eten wilt, maar daar trekken ze zich niks van aan. In Nederland eet je een uit- smijter ham of ros of een ouderwetse Hollandse koffietafel en dan betaal je drie gulden vijftig. Heb je ook nog twee koppen koffie gedronken. Iedereen heeft de mond vol van Span je, maar als je dat land met nuchtere ogen bekijkt, is het er maar verrekte vervelend. De hele dag brandt een kokende zon op je hoofd en als je geen Spaans spreekt, kim je niemand duidelijk maken, wat je wilt. Een Nederlandse hotelier moet het ln zijn hoofd halen om te presteren, wat een doorsnee hotelier ln Spanje doet. Toen lk een tijd geleden ln een Spaar/s hotel kwam. was het eerste, wat lk dacht: „Het zal mij benieuwen hoe lang die lift het nog doet". Na twee dagen konden we mooi naar onze ka- is een fijn land met fijne wegen, een vriendelijke natuur, vriendelijke ste den en dorpen. Als Nederlander vind je het langzamerhand doodgewoon, dat je drie buitenlandse talen spreekt, maar kom daar eens om in Spanje, in Joego-Slavië, in Engeland? Wij doen alles om de buitenlander het ge voel te geven, dat hij welkom is. We spreken hem aan in zijn eigen taal, geven hem eten, dat hij thuis ge wend ls. Je werkt Je rot om bij de tijd te blijven, om de noodzakelijke ver nieuwingen ta kunnen financieren. De Nederlandse hotelier moet het hebben van die paar zomermaanden en hij mag zijn handen dichtknijpen, als hij de overige tijd 50 procent haalt. Met de Haagse „Tbp Tien" hebben we vorig jaar een campagne in het Ruhr- gebicd gevoerd om Duitsers in de win ter naar Schevendngen te krijgen. We hebben duizenden uitgegeven om ze te vertellen, dat de frische Luft in (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG. In deze zich ten einde spoedende zomerse periode is het nodig gebleken dat meer dan duizend vakantiegangers, gezinnen of groepen, die over Europa waren uitgezworven, 0111 een minder prettige reden met spoed naar huis terugkeerden. Meer dan duizend verschillende radio-oproepen zijn gedaan via tal van radiozenders, verspreid over de meest gewilde vakantie landen. Naar schatting hebben 250 opgeroepenen de boodschap zelf gehoord en hebben nog eens 250 anderen de oproep van derden vernomen. De A.N.W.B. in Den Haag. die deze oproepen voor elke willekeurige Neder lander en buitenlander, die daar een dringende reden voor heeft, verzorgt weet, dat slechts vijftig procent van de oproepen succes heeft. Hoewel het succespercentage de laatste jaren nog langzaam gestegen is, meent men dat die fifty-fifty basis toch wel. het maxi mum is wat bereikt kan worden. „Eigenlijk moest driekwart van de op roepen overbodig zijn", meent mej. M. van Lennep, hoofd van de alarm centrale, waarvan da radio-oproep- l)t< alarmcentrale van de ANWB In Den Haag omvat meerdere hulpverlenende diensten. De radio-oproepdienst la er één van. Op een gegeven moment trachtte men van hieruit 52 over Europa uitgewaaierde vakantiegangers tegelijk te bereiken. dienst een onderdeel is. In vele ge vallen is zij het die de hoorn van de haak neemt als het onderhand be roemde nummer 81.43.81 is gedraaid. Dagelijks opnieuw verwondert zij zich erover dat zo weinig mensen zeggen waarheen zij vertrekken, of, als dat vooruit niet te zeggen is, vanaf het vakantieadres even bellen of schrijven. ..Het is heus zo overdreven duur niet als je 's avonds na zeven uur belt". 99 triest „Negenennegentig procent van de ge vallen, waar w* mee te maken krijgen, is triest. Dat komt omdat we pas dan een radio-oproep plaataen als werkelijk het leven van de naaste familie ln hel geding is of als dat familielid reeds is overleden. Buiten die reden doen we het niet, daar hebben we geen gelegen heid voor. Bovendien zoeken we eerst uit of we het adres niet op een andere manier te weten kunnen komen. Wc zien de radio-oproep werkelijk als allerlaatste mogelijkheid". Het komt voor dat hulp wordt gewei gerd, omdat het ziektebeeld zich niet matig genoeg laat aanzien. Hoe bruut dit ook klinkt, dan wordt niet geholpen. Over de toestand van de betrokken patiënt wordt altijd eerst overleg ge pleegd met de behandelende arts. On danks dat, komt bat voor dat mansen Overigens doet de A.N.W.B. soms vreemde ervaringen op. Zo werd een» om een oproep verzocht „omdat moeder op sterven ligt". B(| navraag aan de arts bleek de vrouw ln het geheel niets te mankeren. Verblijft de gezochte vakantieganger naar alle waarschijnlijkheid in Neder land, dan wordt de oproep gedaan via da zenderR Hilversum. Mogelijk roept men dat bericht dan ook om via Radio Luxemburg, waar de A.N.W.B. elke dag twee minuten betaalde zendtijd heeft RADIO-OPROEP ANWB-DEN HAAG ALS ALLERLAATST OPSPORINGSDAAD Is de vakantieganger verder wegge trokken, dan kunnen andere West- europese zenders worden ingeschakeld. ..Maar", zo beklemtoont mej. Van Len nep, „het is telkens een gunst als ze het doen en daarom zijn we ontstellend precies met onze aanvragen". Kenteken Het komt voor dat de betrokken familieleden niet kunnen zeggen welk kenteken de auto heeft, waarmee de gezochte op vakantie is gegaan. Ook dan geen nood. „Vraag het maar aan de zoons van uw buurman", is dan het advies. Soms ook wordt na een oproep de A.N.W.B. gebeld door iemand, die zegt: Zoekt u die en die? Wol, die zit daar en daar. Dit gebeurt bijvoorbeeld met de secretaresse, die beter dan de familie weet waar de directeur met zijn gezin heen is. Het maximum aantal oproepen kreeg de A.N.W.B. te verwerken ln de derde week van juni. Toen werden op een bepaalde dag 52 personen gezocht. Hoewel het bijna altijd een trieste zaak betreft, komt na afloop van een geslaagde opsporing nogal eens een gezellige dankbrief bij de alarmcentrale de bus binnenvallen. „Maar meestal komen ze van mensen, waarvoor Je verhoudingsgewijs weinig behoefde te doen. Als Je Iemand door half Europa achterna hebt gejaagd en Je hebt voor hem geploeterd, dan hoor Je nooit meer Iets". Een jarenlange omgang met diplo maten, oliesjeiks, gekroonde en ongekroonde hoofden heeft de fris van-de-lever-kijk van directeur Reichardt nauwelijks kunnen aan- december nog frischer ls dan ln juli en augustus. Er zijn zeggo en .schrijve acht Duitsers op gekomen. Maar een casino mag er nist komen. Dat is tubo*. Wij zijn het enige land in de EEG, dat geen casino's heeft. Een nobele karaktertrek, die one mil joenen per jaar kost. Ik ben ervan luigd, dat een badplaats als Sche- veningen ook In de winter sou kunnen floreren, als er maar één casino was. Nu gaan ze naar Oostende en Knokke. En wij blijven ziften met de patatzafc- ken en de jongens met de motorhel- Massa-toerisme Ik krijg sterk de Indruk, dat Den Haag de laatste jaren te veel mikt op het massatoerisme en de goede toerist ergens anders laat zwemmen. De kwanUteét moet het gebrek aan kwaliteit vergoeden, de maasa heeft het voor het zeggen. Versta me goed: ik heb niets tegen massatoerisme, maar als daardoor een gerenommeer de badpluats als Schevenlngen zijn aantrekkingskracht voor anderen ver liest, span Je het paard achter je wa gen. De Scheveningse en Haagse ho teliers rijn van deze ontwikkeling de dupe. Ze moeten tnveateren. Natuur lijk van de opbrengst maar van een zak patat kun Je geen badkamer bou- Als hotelier weet ik. dat de Neder landse horeca op zijn tenen staat om DIJ le blijven. De buitenwacht kan mooi roepen om eerf verwarmd zout- waterbad, maar er moet toch eerst wat verdiend worden, voordat Je i*ft so'n project kunt beginnen. Ik neem nu alleen de exploitatie van ons eigen hotel. WoarbiJ men dient te bedenken, dat wij het niet alleen hoeven te hebben van het toerisme. WIJ verionen voor meer dan 12 mil joen per Jaar. Stookkosten per Jaar: zeventig mille, wasserij 70 mille. Vo rig jaar hebben wij voor vier ton ver nieuwd. Daar zaten dan ook de lood zware delftsblauwe asbakken bij, die door onze gnat en als souvenir werden meegenomen. Het ls me nu nog een raadsel, hoe te die dingen het hotel uit hebben gekregen. Voor Rwn goud Het Is 'n gek, moeilijk, fascinerend vak. wat we hebben. Een hotelier is in feite dag en nacht in touw, altijd moet hij klaar staan voor een ander. Als Je door gaat denken, vraag je Je ut, waarom je het allemaal doet. Het antwoord blijf ik schuldig. Ik weet alleen, dat ik die sfeer van het hotel voor geen goud sou willen missen",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 7