fttafe N VOOR UDSMIT x^ ft ,lk hoef me niet op te laden, het is er gewoon" Populariteit kan natuurlijk lastig zijn, maar het hoort nou eenmaal bij dit vak. Je zit jaren uit te kij ken naar een rol, waarin je al je ta- I lenten kwijt kunt. Ik ga je echt niet vertellen, dat ik niet in mezelf* ge- loot, dat ik nooit van een rol zoals Tevje gedroomd heb. Nou, mijn zus ier. Natuurlijk voel je verduveld goed dat er wat in je zit, je hebt allang ge merkt, dat je een behoorlijk acteur bent, dat je aardig kunt zingen. Je hebt gewoon een paar dingen in je po ten, waar je als artiest wat mee kunt En dan ineens krijg je een kans. Een geweldige rol, een fijne musical, meer geld dan ik bij het gesubsidieerde theater gewend was, prachtige kritie ken. Die pijn van je populariteit moet je dan maar op de koop toe nemen: het is trouwens niet hinderlijk, het beroert me weinig. Ik ben van nature een man, die zijn emoties oppot, die altijd het zelfde humeur schijnt te heb ben. Dat is natuurlijk niet waar, want onderhuids woekert het wel degelijk door. Ik explodeer alleen niet zo ge makkelijk. Maar als het gebeurt, scheuren de muren. Pure kolder Weet je, wat ook niet waar is? Dat. Tevje mijn leven veranderd heeft. Er is zelfs al beweerd, dat Goudsmit en Tevje identiek zijn. Kolder, pure kol der. Stel je voor. dat een zanger, die de Wintereise van Schubert op zijn re pertoire heeft, werkelijk is. waar hij het over heeft. Dan kan hij gelijk wel op het dak gaan zitten. Tevje is gewoon het produkt van een acteursprestatie; je hebt hem opge bouwd, je hebt hem een ziel gegeven en het is je vak om hem elke avond precies op dezelfde tijd weer tot leven Overdag denk lk ook nooit aan hem, dan is Tevje voor mij een dooie. Stel Je voor, dat ik in mijn stamkroeg pre cies hetzelfde doe als in het theater. Dan ben ik op hetzelfde moment een onuitstaanbare vlegel. In feite kom ik elke avond blanco in deze kleedkamer. Ik ga zitten, drink een colaatje, praat wat met de jon gens en wacht op het begin. Meestal zit ik de laatste minuten achter het decor, maar daar hoef je ook niks ach ter te zoeken. Als ik me na 200 voor stellingen nog moet concentreren, dan ben ik geen lor waard. Ik ga daar alleen zitten, omdat ik effe dat geklets van de anderen kwijt wil zijn. Gewoon een kwestie van relaxen. Op het moment, dat ik voor de eer ste keer naar voren loop, staat Tevje stevig op zijn poten. Ik hoef me niet op te laden. Het is er gewoon. Ik ga met wat ik aan talent heb pas tot op de bodem, als het menens is. Per frac tie van seconden voel ik dan, hoe Tev je reageert op een situatie. Als zijn vrouw komt zeggen, dat hun dochter weg is, dan krijg ik geestelijk een enorme optater Elke avond opnieuw. Ik hoef daar niks voor te doen. ik hoef geen extra-gas te geven. Het treft me als een vuistslag. Pang. Daarna ben ik een beetje leeg. Ik speel niet, dat ik leeg ben: het is nog waar ook: je hoort het aan mijn stem, je ziet het aan mijn gebaren. Precies hetzelfde heb ik in de gesprek ken, die Tevje met zijn Hemelse Heer houdt, dat zijn geen kwezelpraatjes, iemand, die dat denkt, heeft er geen donder van begrepen. Tevje is gewoon een grote vent met een klein hartje en als hij ergens mee in de knoop zit, dan belt hij even met boven. Dat is zijn vertrouwen door dik en dun: Tevje ge looft; ik niet. Ik heb er niet zo'n be hoefte aan; maar ik kan wel aanvoe len, waarom Tevje gelooft. Dat is voor mij zo klaar als een klont. Als hij een godloochenaar was; zou hij voor mij een wereldvreemde figuur zijn. Zijn geloof is gewoon een heilig moeten. Zodra ik in zijn huid kruip, is het voor mij ook de gewoonste zaak van de wereld geworden. Interessante kluif Het grandioze van Anatevka is zijn eenvoud. Je krijgt een simpele alle daagse tekst in je handen, een tekst: die je de kracht geeft om normaal te doen. Voor een acteur is dat een ge droomde kans. Ik heb ook in een sur realistisch stuk als De Kale Zangeres gespeeld, een interessante kluif, maar ,Als ik eenmaal ontplof, dan scheuren de muren" XK XK X}> Producent Paul Kijzer heeft er voor gezorgd, dat Anatevka in de bus kwam, voordat het doek één keer was gehaald in Scheveningen. Elke avond klokke zeven is de bad plaats getuige van de motorische invasie van melkboer Tevje en zijn dorpelingen. nergens had je enige houvast. Ik her inner me, dat ik er een waanzinnige moeite mee gehad heb. Als je voell dat je een figuur niet in je poten heb dan ga je gokken. Het is zoeken een blinddoek voor. Bij Tevje is daar geen sprake van Die staat er gewoon; dat is allemaa vlees en bloed; wat eraan zit. ik he ook weinig problemen gehad met d opbouw van die rol. Alleen in de laai ste drie weken voor de première werd ik opeens nieuwsgierig naar de rolop vatting van Zero Mostel. Ik wilde ge woon weten, hoe hij over Tevje dacht. Weet Je, wat een voordeel is? Dat lk zelf een half-Jood ben en Amsterdam als mijn broekzak ken. Dat laatste is ook belangrijk want ik geloof niet. dat een jood uit de provincie in de huid van Tevje zou kunnen kruipen. Daar mist hij het gevoel voor. In de dia mantslijperij, waar ik werkte, hadden we een portier, Levie. Die kwam uit Friesland. Hij vertelde overal, dat ie kolonel was gewee'st. Kijk, dat zou voor een Amsterdamse jood. onbestaan baar zijn geweest. Misschien had hij chocola in het leger verkocht. Of hooguit eieren. Maar verder was hij toch niet gegaan. Ik ben achteraf wel blij, dat Uc die diamantslijperij ook nog heb gedaan, want je moet het eerst allemaal be leefd hebben, voor dat je er in kunf geloven. Ik herinner me ook die tijd van voor de oorlog. Het opkomend na zidom, de werkloosheid. En Colijn maar roepen, dat het volk rustig kon gaan slapen. Vertel me nou niet. dat het een gezapige tijd was. Ze deden alleen alsof. We toerden met zijn al- Jen fijn belazerd. Uit de luidspreker boven zijn hoofd valt op dat moment een schrille, me talen stem, die geknipt lijkt uit Or- wells" 1984. „Aanvang, dame* en heren, aanvang, aanvang, aanvang. Wilt u zich met spoed naar het toneel bege- Lex Goudsmit staat op, knoopt zijn halsdoek om en sloft de lange witte gang in. In zijn lege kleedkamer blij ven alleen de brieven van bewonde raars achter: en een blauw plak plaatje op de spiegel: bezoek de pira miden in Israël. Na een half uur komt hij ademloos uit de toneelgrot rennen en bestelt hij in de artiestenkantine een koffie met veel melk. Hij zegt blazend: ..Ik heb eigen lijk een hekel aan koffie met veel melk, maar ik heb tussen deze scenes net twee minuten tijd. Als ik hem zwarter drink, verbrand ik mijn bek". Een minuut later slaat hij weer op het toneel: onverwoestbare Tevje. van wie vervanger Fred Wiegman zegt. ,.Het is een zegen dat Goudsmit zo oergezond is. want een ander kan aan die rol toch geen eer behalen. Stel je voor dat Guus Hermus Tevje speelde Met al die rugklachten. Ik moet er niet aan denken". Bij de .foto's: Boven: „Als ik toch eens rijk was". Elke avond barst Lex Goudsmit weer los voor het glansnummer van Anatevka. Er zijn vele versies in omloop, maar die van Goudsmit steekt de oorspronkelijke uitvoe ring van Zero Mostel royaal naar de kroon. Onder: Tweemaal Lex Goudsmit. Een geweldige creatie. „Deze rol", zegt zijn vervanger Fred Wiegman, „is hem op het lijf geschreven. Hij is de enige, die het zo kan. Ik ben ook blij. dat hij zo'n sterk lijf heeft, want ik neem het niet graag van hem over". (Van een onzer verslaggevers) Ook buiten de muren van het Schevenings Circus theater is het Tevje, de godvrezende melkboer uit Anatevka. nauwelijks gegeven om het noodlot van zijn populariteit te ontlopen. In de tram wordt hij door onbekende fans omhelsd, in schemerige tap perijen wordt hij door wildvreemden krachtig op de schouders geslagen. „Wat had je anders ver wacht", zegt hij met fijn gestileerde berusting, „met zo'n kop als de mijne vraag je er immers om. Ik doe ook geen moeite om me te verbergen. Ik draag geen ingewikkelde zonnebrillen, ik plak geen valse snor aan. Die baard, waarmee Tevje 's avonds het toneel opgaat, is mijn bloedeigen baard, dat is haar voor haar de haard van Lex Goudsmit. Dat is geen ijdelheid, maar pure ge makzucht. Ik heb hem laten staan, omdat ik er niks voor voelde om elke avond met zo'n nepgeval aan mijn kin te lopen. Dat is alles. En ga er nou asje blieft niet allerlei vreemde zaken achter zoeken, want dan belazer je jezelf. Als die musical voorbij is, gaat hij er achter elkaar weer af. Ik heb 53 jaar zonder haard geleefd en als het effe kan wil ik er nog een paar jaar bij doe'n. Tenzij Paul Kijzer met een rolletje aan komt dragen, waarvoor een baard gewenst is. Dan prolongeer ik hem wegens enorm succes nog een paar jaar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9