u
co
uit
„De Leidse
Bibliotheek'
Zeventig jaar Vreemdelingenverkeer in Katwijk
Bijzondere tentoonstelling in de Lakenhal
IN 1889 GAF GEMEENTE
50, SUBSIDIE
PAGINA 5
DC LEIDSE COURANT
ZATERDAG 3 JUNI 18«7
DE KOSTBAARHEDEN, die de Leid*®
Universiteitsbibliotheek tot haar bezit mag
rekenen, zijn normaliter slechts toegankelijk
voor de "gespecialiseerde bezoeker", dat wil
zeggen de man van de wetenschap of de student.
Thans is echter in De Lakenhal te Leiden een
betrekkelijk kleine, doch unieke selectie uit dat
bezit bijeengebracht, waardoor een ieder deze
kan bewonderen. De tentoonstelling bestaat uit
een selectie van de verzameling westerse
handschriften uit de jaren 800 tot 1500,
incunabelen, boekbanden, kaarten en gedrukte
botanische en anatomische werken uit de 17e tot
de 19e eeuw, geïllustreerd en dikwijls met de
hand ingekleurd.
Het totale bezit van de Leidse
universiteitsbibliotheek wordt geschat op
anderhalf miljoen banden, pl.m. veertigduizend
kaarten en atlassen, rond elfduizend oosterse
handschriften en plus minus zevenduizend uit
het westen. De keuze, die tot en met 25 juni in
De Lakenhal is te zien, is een "wetenschappelijke
keuze voor een ruimer publiek, waarbij
estetische opzet niet het voornaamste doel was".
Voor de keuze van de verschillende rubrieken
zijn verantwoordelijk drs. E. Braches (gedrukte
werken en boekbanden), ir. A. van Lutsenburg
Maas (cartografie en topografie),
drs. P. F. J. Obbema (westerse handschriften) en
dr. R. Roolvink (oosterse handschriften).
Het geschreven boek
"teerst vanaf de t(jd van Karei de
AL Grote Is het mogelijk het
geestelijk element van die tijd uit de
boeken zelf te leren kennen. Niet
alleen wordt vanaf die tijd de
litteraire erfenis van Rome in het
noorden teruggevonden, maar
vooral is eerst dan de culturele groei
op het continent waarneembaar."
(Obbema).
In de volgende eeuwen zijn
bisschopssteden en kloosters de
behoeders van de cultuur. "Eerst in de
dertiende eeuw is het beeld veranderd.
Het geestelijk leven wordt bepaald
door de universiteiten, met Parijs
als middelpunt. De Versiering van de
handschriften is gebonden aan aard
en inhoud van het boek. De rijkste
verluchting wordt gevonden in de
liturgische werken, later ook in de
gebedenboeken, waarvan enkele
unieke exemplaren op de
tentoonsteling aanwezig zijn: een
evangelarium uit de tweede helft der
negende eeuw, afkomstig uit
Noord-Frankrijk, het psalterium
van Lodewijk de Heilige, koning van
Frankrijk, Engels werk van circa
1200 en het getijdenboek van Zaers.
uit de noordelijke Nederlanden
Een afbeelding van de
bibliotheek uit ongeveer 1610,
fragment van een ets van
J. Wonder).
(wellicht Utrecht) van circa 1440.
Voorts de z.g. Theodorici dei
Borgognoni, een Italiaans
chirurgisch handboek uit de
dertiende eeuw, alsmede een
beschrijving van de Griekse eilanden,
verlucht met kaarten, eveneens
Italiaans, uit de 15e eeuw.
De boekverluchting nam een grote
vlucht toen in de veertiende eeuw
de bibliofielie in de kringen van de
adel algemeen werd. Hieraan danken
we onder meer de Mirir Historial
van Vincent de Beauvais (Parijs plm.
1340), een Duitse z.g. Artthurroman
uit 1372 en een 15e-eeuws kroniek,
in Vlaanderen gemaakt voor
Engelbert van Nassau of zijn neef
Hendrik.
Gebedenboek
spaarzaam aanwezig
Omdat de Leidse collectie het
resultaat is van de speurzin van
geleerden als Vossius, Scaliger,
Lipsius eh anderen, zijn de
handschriften verzameld om hun
inhoud en ouderdom, niet om de
plaats van vervaardiging. Daarom
zijn er handschriften uit geheel
Europa samengebracht, waarbij
echter Noord-Frankrijk het best is
vertegenwoordigd.
Deze gerichtheid van de
oorspronkelijke verzamelaars houdt
ook in, dat het liturgische- en het
gebedenboe slechts spaarzaam zijn
vertegenwoordigd. Die er zijn
behoren voor het merendeel tot de
verzameling van de maatschappij
voor Nederlandse Letterkunde, die in
de universiteitbibliotheek is
ondergebracht. De drie
handschriften, die op de tentoonstelling 1
aanwezig zijn waaronder het reeds
genoemde psalterium van de H.
Lodewijkzijn echter van
uitzonderlijke kwaliteit.
Hoe is dit boek in Leiden
terechtgekomen Het is een
geschenk van de Leidenaar
J. v. d. Bergh (1741), die het
(waarschijnlijk) als oorlogsbuit
uit een der z.g. barrièresteden
Gezien de er In opgenomen
kalender en heiligen moet het
boek oorspronkelijk uit Engeland
stammen. Mogelijk is het boek
geschonken aan de vader van
Lodewijk de Heilige, toen hij de
Engelse baronnen tegen Jan
Zonder Land te hulp kwam. Er
staat een aantekening in
bijgeschreven waaruit blijkt, dat
het boek door de H. Lodewijk in
zijn Jeugd ls gebruikt.
Aanwezig is verder "Der Natueren
Bloeme" van Jacob van Maerlant in
een Utrechts handschrift uit het
midden van de veertiende eeuw,
blijkens de wapens onder een
daarin opgenomen miniatuur van
St. Christoffel in het bezit geweest
De Katwijkse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer
bestaat 21 juni a.s. 70 jaar. Dat wil niet zeggen, dat er
voor ie tijd geen vreemdelingen kwamen om te ge
nieten van zee, strand en duinen. Integendeel, ook voor
die tijd was Katwijk een geliefd oord voor de naar
rust zoekende stadsmens. Het waren echter in de laatste
25 jaar van de vorige eeuw hoofdzakelijk gasten, die
de beschikking hadden over een welgevulde porte
monnee. Er waren toen ook al hotels. Deftige zelfs.
In de jaren na de eerste wereldoorlog kwam daarin
verandering. In de jaren dertig begon de vissersplaats
de naam te krijgen van familiebadplaats. Het veroverde
zelfs een goede naam. De gasten gaven er het praedicaat
"gezellig" aan. In de hotels en pensions kon men ge
nieten van de luxe. Daartoe was echter niet iedereen
in staat. Op initiatief van het V.V.V.-bestuur gingen
talrijke inwoners over tot het verhuren van een gedeelte
van hun huis. Dat sloeg in! Maar ook daarin kwam
weer verandering. In de afgelopen twintig jaar na
de herbouw van de door de bezetter totaal verwoeste
Boulevard kwam langzamerhand het verhuren van
kamers met ontbijt in het middelpunt van de belang
stelling te staan. Vooral bij de buitenlanders sloeg dat in!
Maar overschot
moest worden
terugbetaald
ongekende bloei
Sinds in 1956 het VVV-
bestuur het besluit nam
een directeur te benoemen
en daar de heer Chr. Ver-
plancke voor uitkoos is het
VW-wezen in Katwijk tot
ongekende bloei gekomen.
Het is een industrie ge
worden, die naast de vis
serij gelukkig nog
steeds de hoofdbron van
bestaan een van de be
langrijkste bronnen van in
komsten is. Wanneer we
aan de hand van de gege
vens van de laatste jaren
een berekening gaan ma
ken, komen we tijdens 't
zomerseizoen zeker tot 'n
bedrag van f 17 miljoen,
dat de gasten in Katwijk
„laten".
Nog voordat de „Veree-
niging tot Bevordering van
het Vreemdelingenverkeer
te Katwijk" op 12 juni
1897 werd opgericht op
initiatief van de heren H.
J H. Modderman (de eer
ste voorzitter), H. J.Smits,
A. v. Leeuwen. S. Gong-
rijp. R. Ouwehand en J.
W. Kobus (de eerste secre
taris), waren er reeds dui
zenden gasten in de bad
plaats geweest. Zij betrok
ken de hotels, pensions en
andere huizen aan de Bou
levard en genoten vaak
wekenlang van de strand-
geneugten.
Bomschuiten
Een bijzondere attractie
vormden in die tijd de
bomschuiten, die na een
vaak langdurige visreis op
de Noordzee de strandreep
als thuishaven hadden.
Daar werd ook de vis ver
kocht en daar kon men
getuige zjjn van de ont
moeting van de vrouwen
en kinderen met de vis
sers, die lange tijd op zee
hadden gezworven, zonder
dat er enig communicatie
middel was. Die bomschui
ten en die begroetingen
hebben vele schildert ge
ïnspireerd. Schilders van
de Haagse School, maar
ook buitenlanders. Enkele
namen: Max Hecker, Jan
Toorop, Feudel, Willy Slui
ters, Strengelin, Blommers,
Jan H. B. Koekkoek. De
keren, dat Katwijk onder
werp van hun studie en
werkdrift was zijn niet te
tellen.
Buitenlanders
Onder de badgasten in
de eerste tijd van het be
staan van de VW waren,
zo blijkt uit de vergeelde
notulen, zeer veel buiten
landers: Duitsers, Belgen,
Fransen en zelfs Engelsen.
Velen van hen keerden
ieder jaar terug, zoals dat
gedurende al die zeventig
jaar van het bestaan van
de VW het geval is ge
weest.
Daartoe hebben de man
nen van het eerste uur in
niet geringe mate bijge
dragen. Tijdens een be
stuursvergadering in 1905
zagen zij reeds in, dat er
propaganda moest worden
gemaakt. Niet alleen in 't
binnenland, maar ook bui
ten onze landsgrenzen.
Dat hadden zij reeds eer
der gedaan, want in het
archief bevindt zich pro
pagandamateriaal uit 1888
toen de VW nog niet be
stond en een in het begin
van deze eeuw uitgegeven
folder in maar liefst vier
talen. Er werd een „An-
nonceerfonds" in het leven
geroepen, waaruit de ad
vertenties in binnen- en
buitenlandse dagbladen en
tijdschriften werden gefi
nancierd. Dit leverde, zo
bleek later, zeker resulta
ten op ten aanzien van 't
aantrekken van gasten tij
dens het zomerseizoen.
Subsidie
Dat in die beginjaren 't
gemeentebestuur van Kat
wijk zich ook niet onbe
tuigd liet voor het werk
van deze jonge vereniging
in het belang van de ge
meente verricht blijkt wel
uit het feit, dat in 1889 'n
subsidie van f50.- werd
De ontwikkeling
van het
vreemdelinge
verkeer
in Katwijk
laat zich goed
demonstreren
met de volgende
cijfers.
Het gemeentelijke
subsidie bedroeg
in 1889 f 50,—
per jaar, maar
als er geld
overbleef moest
dat geheel of
gedeeltelijk
worden
terugbetaald!
Veertig jaar later
was het subsidie
opgelopen tot
f 135,bij een
budget van
f 3000,—.
Maar na de oorlog
werd het wel
anders: 1956
budget f 31.000,
subsidie
f 9.000.—
tien jaar later,
dus in 1966:
budget
f 260.000
met een
gemeentelijke
subsidie van rond
20 mille.
verleend. Een gering be
drag in vergelijking met
de bedragen, die de ge
meente direct en indirect
thans voor het vreemde
lingenverkeer uitgeeft!
Maar het getuigde van in
zicht.
varen. Vaak moest het stor
men trotseren,maar het
scheepje was hecht en be
dwong het geweld van de
zee. Van een boomschuit
werd het een stoomlogger,
van een stoomlogger een
motorisch aangedreven
6chip. Er kwamen treilers
en nu, na 70 jaar, is het
een hektreiler geworden
om in visserstermen te
spreken en dit machtige
schip vaart 'n vaste koers.
Steeds verder en verder
van het beginpunt.
Toen kwam de periode
dat Katwijk de faam kreeg
als familiebadplaats.
Dat begon in de twintiger
jaren. De bevolking ging
gedeelten van huizen ver
huren en er waren fami
lies, die elk jaar weer te
rugkeerden op hetzelfde
Evenementen
Dat er in die tijd ook iets
moest worden gedaan voor
de gasten werd het be
stuur spoedig duidelijk.
Maar wat Omdat er zo
veel kinderen onder de
badgasten waren werd be
sloten tot het organiseren
van strandfeesten, die be
stonden uit allerlei spelen
en het bouwen van forten
en het leggen van zandflgu-
ren. Een bezigheid die in
sloeg. Bovendien waren er
prijsjes te winnen. Een
paar cijfers uit die "goede
oude tijd". Voor ongeveer
100,kon men reeds
voor de duur van zes we
ken een gedeelte van een
woning huren. Dat was dan
wel niet aan de Boulevard,
maar toch niet ver daar
vandaan. Er ontstond een
hechte band tussen de Kat
wijkera en de zomergasten.
Een band. die ook na het
badseizoen bestendigd bleef
Br waren in die tijd ook
meer hotels, dan thans het
geval ia. In een "gida voor
het badseizoen 1888" trof
fen we de volgende namen
aam Het Groote Badhotel.
Badhotel "De Zwaan", ho
tel-pension "Van Tellin
gen"» hotel "Zeerust" en
Miniatuur uit het psalterium
van Lodewijk de Heilige, in
het bezit van de Leidse
universiteitsbibliotheek en op
de tentoonstelling in de
Lakenhal te zien.
van leden van het geslacht
Ysselstein. Waarom het beeld van
de legendarische heilige in dit
handschrift werd opgenomen is niet
duidelijk.
Boekbanden en
bijzondere uitgaven
Met betrekking tot de
tentoongestelde boekbanden en
bijzondere uitgaven willen we wijzen
op enkele speciale nummers. Zo is er
een band, afkomstig uit de bibliotheek
van kardinaal Granvelle uit de
verzameling van Scaliger: een
astronomisch werk van de beroemde
Deense sterrenkundige Tycho Brahe.
met een persoonlijke opdracht aan
Scaliger; een band met het merk
van de beroemde Antwerpse drukker
Christoffel PlanttJnMedea.
Treurspel van J. Six. (een tweede
druk uit 1679 met titelgravure van
Rembrandt) en andere zeldzame
stukken.
Kaarten en atlassen
De kernen van het bezit aan oude
kaarten en atlassen van de Leidse
bibliotheek bestaan hoofdzakelijk
uit de in 1689 verworven collectie uit
/ie nalatenschap van Vossius; de
verzameling van meer dan 300
originele getekende zes-kaarten uit
het begin van de 18e eeuw. alsmede
een zeer omvangrijke collectie
kaarten en atlassen uit het legaat
Bovel Nyenhuis (1872).
In de collecties bevinden zich
fragmenten van de oudst bekende
kaart Van Nederland (circa 1524) en
van een wereldkaart uit 1525; het
journaal van Willem Bontekoe: de
beroemde kaart van het
Hoogheemraadschap van Rijnland
uit 1615 door Flori Balthasars en
Balthasar Florisz van Berckenrode
en het kaartboek van het
Hoogheemraadschap van Rijnland,
een copie uit 1635 door v. Berckenrode
van het door hem en z(jn vader
gemaakte oorspronkelijke kaartboek.
Aanwezig is ook het "derde deel van
't Licht der Zee-vaart" van
Willem Jansz Bleau (1621).
Zeer opvallend in een z.g. "prospect
van Conntantinopol", In sepia
getekend door Melehlor Loriehs
in 1559. Het geheel bestaat uit 21
bladen, doch oorspronkelijk
bestond het hele geval uit een of
twee rollen. Door bemiddeling van
Janus Douza zijn deze rollen naar
Lelden gekomen en oorspronkelijk
opgehangen langs de wanden van
de toenmalige bibliotheek,
zoals op oude prenten daarvan
nog is te zien. Later werden ze
overgebracht naar het stadhuis
van Lelden en bleven daar twee
eeuwen lang verborgen. Toen ze
weer werden "herontdekt", bleken
enkele delen beschadigd door
muizenvraat en onder Invloed
van vocht. Men heeft, de rol of de
rollen toen ln de thans bestaande
delen verknipt en deze fragmenten
op karton geplakt.
Het geïllustreerde
wetenschapp. boek
worden getoond, waaronder twee
botanische werken van Carolus
Clusius, waarvan een voorzien van
aantekeningen van Clusius zelf.
Voorts een anatomisch werk van
Andreas Vasalius uit 1543 en nog
een aantal andere. Behalve de (voor
die t(jdwetenschappelijke waarde,
ontlenen de tentoongestelde werken
hun waarde ook aan een soms grote
artisticiteit, waarmee ze zijn
vervaardigd, Men zie b.v. een blad
met voorbeelden van schelpen, een
ander blad met bloemen of van vogels,
oorspronkelijk in kleuren gedrukt,
doch met de penseel opgewerkt.
Oosterse
handschriften
De uitgebreide verzameling
Oosterse handschriften werd in het
begin van de 17e eeuw klein begonnen
met stukken, die afkomstig waren
van de Leidse hoogleraren Scaliger
en Golius. De collectie dankt haar
internationale bekendheid vooral
aan de belangrijke verzameling
Arabische. Hebreeuwse. Perzische
en Turkse manuscripten, in de tweede
helft van de 17e eeuw vermaakt aan
de universiteit door Levlnus Warner,
die in Leiden oosterse letteren had
gestudeerd en tijdens een 20-jarig
verblijf ln het midden-oosten de
handschriften had gekocht. Later
kwamen er, zowel door aankoop als
door schenking, vele handschriften
b(J uit vele delen van de Indische
archipel.
Op de tentoonstelling zijn een 20-tal
nummers te zien: fragmenten van de
koran (onder meer afkomstig uit de
bibliotheek van sultan Saladin, die
Jeruzalem weer op de kruisvaarders
heroverdeevangeliën ln het
Hebreeuws. Syrisch, Aethiopisch
en het Armeens; oud-Javaans op
koper, bandschriften op palmblad,
op boombast en op bamboelatten.
De pronkstukken uit de collectie
oosterse handschriften zijn het
z.g. "Grote charter van Lelden"
(een oorkonde op 21 koperen
platen, waarvan 16 In het tam 11
en 5 in het sanskriet (eind 10e
begin lie eeuw) en het "kleine
Leidse charter", een oorkonde
op koper uit ongeveer de 11e tot
de 12e eeuw.
De tentoonstelling is geopend
tijdens de gewone uren van
openstelling van het museum,
dagelijks van 10 tot 5 uur. echter
zondags van 1 tot 5 uur. Ze duurt
tot en met 25 juni.
ï&ieinischer Hof "Hotel De
Rhin. De prijzen in deze
Hotels waren per pension,
van 2,50 tot 5,pet-
maanden van het seizoen
en naar het aantal perso
nen uit één gezin. Kinde
ren en dienstboden half
geld", zo lezen we.
Het verhuren nam steeds
groter vormen aan. Dat
duurde tot in de tweede
wereldoorlog toen de bezet
ter het toenmalige centrum
met de grond gelijk maak
te. Van de panden langs
de Boulevard bleven alleen
de Oude Kerk (gedeelte
lijk) en hotel "Christina"
gespaard.
Herstel
Na de tweede wereldoor
log werd door de gemeente
met spoed begonnen met
het herstel van het centrum
aan de zeekant. De bunkers
langs de boulevard werden
gedeeltelijk geruimd en
daarna bedekt met zand.
De resten van de afbraak
werden verwijderd en er
werd een plan ontworpen,
dat niet de hotels, maar
huizen, waarin men gele
genheid kreeg kamers te
verhuren, centraal stelde.
Er werd hard gewerkt en
het resultaat was, dat er
een jaar of vijf na de be
zetting weer volop ver
huurd kop worden. Tussen
die huizen door verschenen
enige hotels, die over ge
brek aan belangstelling niet
hadden te klagen. De ver
huur kwam weer op gang.
Uit alle delen van het land
en uit het buitenland kwam
men weer naar dat ver
trouwde Katwijk, dat welis
waar een belangrijke ge
daantewisseling had onder
gaan. maar dat zich toch
weer de faam als familie-
badplaats wist te verove
ren. Er was werk aan de
winkel. Zeker voor de VW,
die al het mogelijke deed
om de badplaats weer de
naam te bezorgen. Dat luk
te.
Directeur
Het werk nam zo toe. dat
het bestuur een directeur
wist aan te trekken, die de
leiding kreeg over een toen
nog klein kantoor aan de
Boulevard en die van 1956
af zijn schouders onder het
werk zette. Daarbij stond
de vraag centraal hoe men
het de gasten aantrekke
lijk kon maken om hun va
kantie ln Katwijk door te
brengen. De heer Chr. Ver-
plancke is daar met zijn me
dewerksters en met de steun
van het bestuur volledig in
geslaagd. Talrijke evene
menten werden er georga
niseerd. Het In binnen- en
buitenland bekende bloe
mencorso "flora's kleuren
pracht aan Zee", de tap
toe-parade met deelneming
van vele bekende korpsen,
zotfis de wereldkamploen-
nen "Kunst en genoegen"
en de "Trommelaere van
Roosendaele", de lampion
optochten en de wekelijkse
avond. Voorts werd door de
VW medewerking verleend
aan talrijke culturele eve
nementen, zoals de concer
ten in de Nieuwe Kerk en
de laatste Jaren ook in de
Trlomphatorkerk (zang en
orgel), die vele honderden
bezoekers trokken. Als het
badseizoen ten einde was
ging de heer Verplancke zo
tegen het eind van het Jaar
naar het buitenland. Het
Bestuur had reeds lang ge
zien, dat men relaties moest
kweken.
VERWACHTINGEN
Wat zijn de verwachtin
gen? Het kan weer 'n goed
seizoen worden al zal men
er op moeten rekenen, dat
de economische terug
gang ln vele landen ook
door zal werken op liet be
zoek van de gasten. Neder
land Is niet meer het goed-
koopte-eiland van weleer.
Er z(jn andere gebieden aan
de kusten, Spanje, Italië,
Portugal, etc.. die thans
ook een gooi doen naar de
gunst van de vakantlege-
nleters. Het Is daar niet
duur en door middel van
liet vervoer per charter
vliegtuig kan nwn veertien
dagen de zon opzoeken voor
niet al te veel geld, zeker is
men dan niet duurder uit
dan wanneer men ln eigen
land de vakantin door
brengt. En dat wordt nog
erger als straks vliegtuigen
met een accommodatie voor
zo'n 500 passagiers In de
„vaart" worden gebracht.
l)an zit men ln enkele uren
duizenden kilometers van
huls en kan men genieten
aan stranden, die wel over
vol zUn> maar waar de
weersomstandigheden alt(jd
goed en de prijzen ln ver
houding laag zijn.
Katwijk en geheel 1 Ne
derlandse toerisme moeten
aan deze concurrentie het
hoofd weten to bieden. Ons
land heeft een naam gehad
van „vakantieland bfl uit
stek". Waar heeft men een
zo geschakeerde kuststrook
met breed strand en duinen
en hoe mooi zijn onze bos-
seD. Helaas wordt de trek
minder en minder. De toe
ristische betalingsbalans
vertoont zorgelijke plekken
en tegenover de ontvang
sten staan, wat het gehele
land betreft, veel grotere
uitgaven, door een veel in
tensievere propaganda, die
enorme bedragen vergt. Wil
men de markt behouden,
dan zal alles op alles gezet
moeten worden om door ac
commodatie, service en aan
trekkelijke prijzen 'n vin
ger ln de toeristische „pap"
te houden.
WAT 18 NODIG?
Ook Katwijk staat voor
grote problemen. Door de
enorme groei van de ge
meente z«n er veel meer
huizen gekomen, waarvan
de eigenaars een graantje
willen meepikken van de
toeristische markt. Er moe
ten dus meer gasten wor
den aangetrokken om al
deze panden te bezetten.
Voorts is het noodzakelijk,
dat Katwijk aantrekkelijker
gemaakt wordt. Spoedige
realisering van het badcen-
trum - de plannen zijn
reeds lang klaar, maar het
wachten Is nu weer op een
rapport van het ETI is
gebiedende els. Daar komt
ook nog bij, dat er attrac
ties moeten komen. Vooral
de buitenlandse toeristen
vragen er naar. De verhuur
ders van kamers zullen alle
moeten besteden aan
itlng van hun hul
zen door de kamera te voor
zien van koud en warm
stromend water en van vol
doende bad- of douche
gelegenheden. Kortom de
grootst mogelijke aandacht
moet worden geschonken
aan de Inrichting van de
woningen, die gedeeltelijk
voor verhuur bestemd zijn.
Wanneer dat het geval ls
behoeft Katwijk, waarvan
het VVV-beetuur de meest
aangename betrekkingen
onderhoudt met tientallen
reisbureaus in het buiten
land en met bevriende
WVa (zoals Arnhem), de
toekomst niet zorgelijk ln
te zien en zal het zijn naam
die nu al zeventig Jaar lang
met ere wordt gedragen, als
gezellige familiebad plaats
behouden.
>rg moet
5 lnrlchtl