r\V
RACEWAGEN" VERDWEEN VAN FRANSE VOETBALVELDEN
Als je talent zo maar hebt gekregen,
moet je daar iets tegenover stellen
SATERDAG JUNI 1961
Daar drinkt ze haar glas thee.
Ze knippen maa
-u„
Voor mijn happiness.
Dacht je dat wij geen zenuwen hadden.
Dat begrijp ik niet.
tegenover stellen.
Raymond Kopazewski
nu al een legende
(Van ome sportredactie)
DEN HAAG. De overbekende
„wilgen" hebben er weer een paar.
voetbalschoenen bij. maat 39. Het
schoeisel past precies om de
voeten van Raymond Kopa, de
briljante individualist, de vir
tuoze aanvalsleider, de soepele
atleet, die lauweren oogstte bij
de ongekroonde koning van het
voetbalveld: Real Madrid. Hij
vierde triomfen met het eens zo
machtige Stade de Reims en ijlde
met het Franse nationale team
hoger en hoger in de nevels van
de roem. Ettelijke malen klonk
het gescandeerd: „Kopa. Kopa.
Kopa...". de naam die de „bur
gerlijke stand op de tribunes"
aan zijn held had gegeven.
Het leven van Raymond Kopa is een
boeiende roman, die men in één ruk
uitleest. Kopa was het prototype van
een goed voetballer: kunstenaar en za
kenman tegelijk. Al zijn acties waren
gericht op rendement: de welgesneden
pass, de uitgebalanceerde positie, het
treffende schot. Een solist, die tem-
poverhogend op zijn tegenstander af
ging. een klein drukje op de rem gaf
en dan als een bliksemflits langs hem
heen schoot. Een racewagen, ongrijp-
Frankrijk anm
der legenden i
kend. Er is niets meer over van dat
kleine ventje.
diepe mijnschacht in
i de kost te komen. Hij
lijkt nog minder op het schooljongens-
type dat hij vroeger was. Hij is een
atleet met soepele spieren, een sterke
trap. een stralende conditie. De legen
darische voetballer bewoont 'n luxueu
ze villa, geniet het uitzicht op een ei
gen vliegveld. Raymond Kopa is mil
jonair én moeilijk.
Pauvre Raymond
Men schreef december 1962. De sport
wereld, verbaasd over zijn falen in
enige belangrijke wedstrijden, hoorde
op één van de schaars belegde pers
conferenties van de ziekte in zijn ge
zin. Zijn driejarig zoontje leed aa»
een slepende kwaal en zou nooit meer
genezen. Raymond Kopa vertelde: ,.lk
wilde Reims de Europa Cup bezor
gen. Ik wist dat de club op mij reken
de. Maar ik kon mijn zoon niet verge
ten, mijn gezin niet, ik was kapot van
de zenuwen". Hij bedankte voor de
interland tegen de Westduitsers, maar
wilde het wel tegen de Hongaren pro
beren. Hij klampte zich vast aan het
voetbal. Hij moest zijn leed ergens
opbergen, voor anderhalf uur verge
ten. Hij faalde, zoals elke tovenaar
kan falen.
„Pauvre Raymond, pauvre Raymond"
zeiden de Fransen „het is met je ge
daan". Maar had Raymond Kopa niet
veel misère verstouwd? Had hij in
vroeger jaren niet de hand opgehou-
ii-« vwr eea korst brooi?
In de eerste ronde van de Europa Cup
straalde plotseling weer zijn talent als
een ster in de vriesnacht. Twee doel
punten maakte hij tegen Oostenrijk,
glanzende parels, door een „meester
hand" gezet, in de serie van vijf. Zou
hij Reims toch naar de Europa Cup
voeren? „Vreemd genoeg konden die
doelpunten en het warme applaus me
weinig schelen. Ik reed regelrecht
naar huis. net zoals ik na de wed
strijd tegen Hongarije had gedaan. Ik
kwam terug bij datzelfde sombere en
verdrietige gezin. Ik kan mijn spel
alleen nog maar als plicht beschou
wen. Het spijt me".
Het speet alle Fransen.
En' toch: voetballen was zijn harts
tocht. In Noeux les Mines, zijn geboor
teplaats, trainde da kWne Raymond
elke dag verbeten. Ze kenden hem in
zijn club, ze hadden al op hem gelet.
Als pupil speelde hij bij de aspiranten,
als aspirant was hij rijp voor de ju
nioren. Het bestuur van Noeux les
Mines geeft iedereen kansen. Het liet
de scouts van de altijd begerige prof
clubs vriendelijk toe. als zij om „die
kleine jongen" kwamen. Camille Cot
ton. trainer van Angers, meldde zich
het eerst en kocht de kwieke Raymond
bij vader Kopazewski weg: 100.000
franc. 1000 gulden. Kopa paste zich
zo snel aan in Angers, dat hij weldra
prof werd: 210 gulden per maand. Aan
de horizon schemerde het licht van de
weelde. Het verleden viel weg, als een
nacht in de dag. Terwijl het publiek
van Angers al: „Kopa, Kopa, Kopa"
scandeerde, werd Albert Batteux, di
recteur sportif van Reirrls, door het
spel van de eenentwintigjarige Ray
mond Kopa bekoord. In 1956 mocht de
jonge prof examen afleggen tegen
Real Madrid Weg Raymond, naar de
koninklijke uit Madrid.
Heimwee
Kopa. omringd door sterren als Alfre
do di Stefano, Ferenc Puskas. Santa-
maria. Del Sol. Gento. Maar Kopa,
en speciaal zijn vrouw Christiana,
konden Frankrijk niet vergeten. Het
Spaanse leven was zo anders dan in
de rest van Europa. Ze hadden heim
wee. Ondanks alle luxe. ondanks de
miljoenen peseta's, waren Raymond
Kopa en zijn vrouw niet gelukkig.
Vier Europa Cupfinales heeft Kopa
gemaakt. De eerste op 13 juni 1956 met
Reims tegen Real Madrid. Op 30 mei
1957 mei Real Madrid tegen hel Ita
liaanse Fiorentina. Voor de derde keer
op 28 mei 1958. weer met Real Madrid
tegen FC Milaan en op 3 juni 1959 te
gen Reims, met sterren als Fontaine.
Jonquet (de latere trainer van Reims).
Piantonie en Vincent. Kopa gleed
langs tacklende verdedigers, bouwde
op het middenveld, verrichtte knech-
tenwerk en scoorde. Raymond Kopa.
1.67. een lichtgewicht. En toch een
Houd mwd
Raymond Kopa keerde terug in het
nest, vanwaaruit hij naar Real was
gevlogen: rijk, gelukkig en nog altijd
de vriendelijke, bescheiden jongeman.
Toen trof hem het ongeluk. De zon
daalde, onvermijdelijk. Het daglicht
week. Raymond Kopa verloor zijn
driejarig zoontje. Zijn fans schreven:
Houd moed Raymond, houd moed.
Dat heeft hij gedaan, tot het moment
waarop hij vrijwillig voorgoed van de
Franse velden verdween; een week
(Van onze sportredactie)
DEN HAAG. „Dit is mijn
huis", zegt ze. Het is een klein
maar genoeglijk optrekje op de
tennisbanen van Leimonias op
Klein-Zwitserland. Daar drinkt
zij haar glas thee, daar puft ze
uit op het terrasje en daar wacht
ze, elke dag weer, op haar tegen
standsters en op de jongens en
meisjes die zij helpt een hogere
trede op de tennisladder te berei
ken. Madzy Rollin Couquerque,
getooid met de lauweren van
veertig Nederlandse tennistitels»
tien internationale Nederlandse
kampioenschappen, twaalfmaal
Wimbledon, zesendertig hockey-
interlands. Een unieke figuur in
het vaderlandse sportleven, die
zowel in tennis als in hockey uit
blonk en in beide sporten de top
bereikte. Ze had talent, een on
misbare gave. Maar zij deed er
ook iets voor.
Ze kan terugzien op een (sport)leven
dat voor de buitenstaander uit louter
hoogtepunten heeft bestaan. Haar re-
cordlijst zou de jaloezie kunnen opwek
ken. Maar titels en successen hebben
haar nooit het hoofd op hol gebracht.
Ze heeft indertijd zelfs een boekje moe
ten kopen om erin te schrijven met
welke partner ze ergens een beker
moest verdedigen. Als de uitnodiging
tot haar werd gericht: „Je komt toch
zeker je titel in het damesdubbel of het
gemengd dubbel verdedigen", wist ze
zich op geen stukken na te herinneren
met wie ze die titel of die beker had
gewonnen. Dat lijkt in tegenstelling
met haar stiptheid maar het is te ver
klaren uit hetgeen zij van huisuit heeft
meegekregen: „Denk eraan dat het
Madzy Rollin Couquerque Is er een. die
zelfs op het hoogtepunt van haar car
rière nooit vooraan op een foto heeft
gestaan. Dat lag niet in haar aard. Zij
speelde, tennis of hockey, en als een
partij of wedstrijd was afgelopen,
stond er een streep onder, definitief.
„Ik heb enige ouders gehad. Mijn moe
der is vroeg gestorven. Mijn vader
kwam uit een kunstzinnig milieu. Hij
had voor sport geen begrip. Als ik
thuis kwam. zei hij: heb je het leuk ge
had? Hij zou nooit vragen: heb je ge
wonnen? Hij was lector in het mili
tair strafrecht in Amsterdam, histori
cus en onder andere bestuurslid van
het Nuts Ziekenfonds. Van hem heb ik
mijn stiptheid. Toen ik secretaresse
was van de dameshockeybond wilde ik,
vóór ik naar kantoor ging, eerst al
tijd de post doornemen. Het gevolg was
dat ik nooit meer dan vijf uur sliep
want 's avonds was er ook altijd het
nodige te doen. Ik heb mijn leven al
tijd ingedeeld en nu weet ik dat cr
niets rustiger is dan te leven op een
Traktatie
Ook dat lijkt weer een tegenstrijdig
heid als ze verklaart: „Ik ben impulsief,
ik kan ineens uitvaren. Maar dat zal
wel in mijn Franse inslag zitten".
Maar ze vaart niet uit zonder reden.
Ze heeft in haar lange sportleven,
overal ter wereld, zulk een kijk op de
zaken gekregen, dat ze recht van spre
ken heeft. En ze spreekt dan ook, zon
der stemverheffing maar niettemin
„Vroeger was sport een liefhebberij, nu
is het in vele gevallen een job. Ik weet
wel dat het „onderwerp" anders is ge
worden maar ze voelen de sport nu
niet meer als een traktatie. Ze vinden
alles heel normaal. Reizen, vergoedin
gen, ze accepteren alles zoals iemand
met een baan, waaraan veel reizen
zijn verbonden, dat doet. Ik begrijp
niet waarom tegenwoordig alle bonden
maar staan te knippen tegen hun dis
cipelen. Ze mogen toch ook wel eens
zeggen: jullie krjjgen zo veel en daar
mag je toch wel eens wat tegenover
stellen. Ik heb tegen de heer Van Kaï
nebeek eens gezegd: „Als jullie die
jongens en meisjes die naar de Olym
pische Spelen gaan nu zelf eens vijfhon
derd of zevenhonderdvijftig gulden lu-
ten betalen. Dat is voor zo iets natuur
lijk een flutbijdrage maar ze zouden
ervoor moeten sparen. Ze zouden zelf
uuk eens wat doen. Ze zeggen alleen
altijd: de bond doet niets. Er wordt
MADZY
ROLLIN
COUQUERQUE:
UNICUM
IN
NEDERLANDSE
SPORTWERELD
nooit eens dankbaarheid getoond. Wat
ze hebben aan talent hebben ze zo maar
meegekregen, als een gave Gods. Mag
je dan nog klagen Nee, dan mogen
ze alleen wat van je vergen. Ze mogen
vergen dat je ook eens iets terug doel.
Maar nee hoor, ze vinden alles van
zelfsprekend. Ze zijn toch de beste?
En wat zegt dat. Hoeveel zijn er niet.
die dank zij hun sport overal zijn ge
weest. voor niets? Ze krijgen nog geld
toe want er wordt op alle tennistoer
nooien onder de tafel betaald".
Madzy Kollin Couquerque. erelid van
de Kon. Ned. Ilockeybond en Kon.
Ned. Lawntennlsbond waarover *e
zelf niet rept In de tijd dat *ij als
arhterspeelster een steunpilaar was
voor HOC en het Nederland* elfUl
Eigen rekening
Dat wordt niet gezegd uit rancune,
omdat zc vroeger zelf alles moest be
talen. Dat was toentertijd ook ge
woon. Het was al iets zeer bijzonders,
dat er een tijd kwam dat een daggeld
van twee gulden en vijftig cent werd
gegeven. Maar het was doodgewoon,
dat Madzy Rollin Couquerque en alk
andere deelnemers <-n deelneemsters
aan het toernooi In Wimbledon van de
normaal dat de tournee van het da
meshockeyteam naar Australië voer
eigen rekening was. Madzy Rollin Cou
querque ging er een jaar tevoren voor
naar Brisbane om er te gaan werken
en zodoende de reis terug te verdie
nen. Dat is ullemaal verleden lijd.
Ze bijt jjich er ook aan vast. Daar
voor leeft ze voldoende In de tegen
woordige sporttijd. Zij is geen type,
dat zweert bij de goede, oude lijd en
het nieuwe niet ziel of wil zien. Maai
zij houdt wel vust aan bepaalde waar
den, san normen die ten onrechte zijn
vervaagd. Puur amatrice als zij was
en is, van nutur? de sportiviteit als
een hoog goed beschouwend, kan zij
het gedrag op de sportvelden tegen
woordig niet meer volgen.
Gebrek
„Wat soms op de voetbalvelden ge
beurt, is afschuwelijk. Ik denk wel
eens, ik geloof dat Law Adam en Ge-
jus van der Meulen de laatste heren
op voetbalschoenen zijn geweest. Neem
nou eens wat ze tegenwoordig alle
maal op de baan doen. Ze smijten hun
racket weg. ze gedragen zich gewoon
niet. Dat ergert me. dat gebrek aan
Innerlijke beschaving, noem het voor
mijn part standing.
Ze worden er niet eens voor gestraft.
WIJ piekerden er vroeger niet over ons
la aai»dtagaa t* wij haddeo nat r»
n hockeyen in de vetera nencompeti tie.
goed zenuwen, hoor. Ik speelde elke
partij in mijn bed. En Kea Bouman
was helemaal op van de zenuwen. BU
haar thuis werd elke party nagespeeld
Dat is mij bespaard gebleven. Toen lk
al jaren en jaren speelde, zeiden
vrienden van mijn vader op „De Wit
te" eens: heb jij je dochter nog nooit
zien spelen? Hij meende dat het toen
wel tijd werd en kwam naar de natio
nale kampioenschappen op de METS.
Weet je wat hij zei? „O, die ballen
moeten dus over het net". Hij vond
sport eigenlijk maar Iets belachelijks.
Maar hij was toch wel zo verstandig
me voor te houden dat het allemaal
maar om een balletje draaide. En daar
ben lk hem nog dankbaar voor".
Twee sporten
Madzy Rollin Couquerque is niet
Iemand die naoat de sport is gaan staan.
Zij is al vijftig jaar lid van de tennis
club Leimonias, zij was op dc
laatste jaren na een trouw lid van
de hockeyclub HOC, nu HCG. Zij dien
de elf jaar de Nederlandse Dames
Hockey Bond als secretaresse. Zij
speelt nog hotkey in de veteranencom-
pctitle en tennist elke dag, van april
tot september. Nóg twee sporten.
„Mijn "lichaam heeft behoefte aan
sport. Ik doe het voor mijn eigen hap
piness en het is dus helemaal geen
verdienste. In de winter loop ik rond
jes en doe ik gymnastiek. Dat doe ik
louter voor mezelf. Ook het spelen
met beloftevolle jongeren. Ik wil me
nergens opdringen, ze weten het tegen
woordig toch allemaal beter. Maar
toen bij Leimonias werd gepropageerd
iemand te „adopteren", vond ik dat
leuk. Dat geeft me vreugde en ik doe
hel voor mezelf. Maar ik kan niet be
grijpen dat zo veel sportlieden zo( een
zijdig zijn Waarom geen rustpe'riode
door een andere sport? Ik kan er niet
bij, dat iemand week in week uit ge
boeid kan blijven door dezelfde sport.
Ik vind dat je na bijvoorbeeld een
tennlsseizoen weer volop fit bent om
aan hockey te beginnen. Dan heb Je
Talenten
Ik vind het kijken niuir tennis ook niet
meer boeiend Het peil aan de top I*
niet boelend meer Na de tijd van Ro-
sewnll en Hond is hel sterk gedaald.
Neem l.aver, toen die naar de profs
overging, llij kon op geèn stukken na
mee. En hi) was toch bepaald ccn
zeer goede tennisser. In ons land Is
het peil ook niet zo hoog lk ken maar
twee talenten: Tom Okker en Trudy
Groenman. Talenten, dus mensen die
het aanvoelen, die inzicht hebben. Dat
kun je niet leren. Dal heb je of Je
hebt het niet. Techniek kun je ontwik
kelen, bijschaven, talent niet. Dat Is.
ik zeg het nogmauls, hoewel ik niet
christelijk bon. ccn gave God». En
omdat je dnt zo maar hebt gekregen,
mag je er best Iets tegenover stellen
n niet alles als vanzelfsprekend aan
vaarden. En daaraan ontbreekt het
maar al tevaak, helaas. Ik vond het
ergerlijk toen spelers voor goed geld
naar het internationaal kampioenschap
in Hilversum kwamen en dan dc clown
gingen uithangen. Ze maakten er een
aardigheidje van en het publiek lachte
er ook nog om. Dat hoort niet. Laten
z« dan maar naar Boltini gaan