GIJSBERT VAN HALL DE LAATSTE DER REGENTEN I WOENSDAG 10 MEI 1967 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 AMSTERDAM Onwaardig politieoptreden tegen demonstrerende studenten bij het ^tio- naal Monument op de Dam aan de spits een hoofdinspecteur, die briest: „Al heb ik geen poot om op te staan, ik ram ze d'r vanaf". Burgemeester Gijs van Hall zegt een onderzoek toe. Als enkele maanden later twee journalisten informeren naar het resultaat, mogen ze op het stadhuis komen. „De betrokken hoofdinspecteur is berispt", zegt de burgemeester, „maar dat mag niet in de krant. Het zou maar onrust zaaien in het kor*ps en daar kopen we met het heersende personeelsgebrek niets voor." De journalisten wijzen Van Hall op de levensnood zaak van een vrije berichtgeving voor het goed functioneren van de democratie. „Als de pers namens het volk de gedragingen van de over heid niet meer kan controleren en bekritiseren", betogen zij, „is de eerste voorwaarde geschapen voor een dictatuur. Alle dictators in de ge schiedenis zijn begonnen met de persvrijheid te beknotten." De burgemeester haalt de schouders op. „Ach, krantenzegt hij. „Ze schrijven maar wat. Ik heb van mijn vader de wijsheid meegekregen, nooit te geloven, wat er in de krant staat." Nu is het dan zover. De kranten heb ben het ontslag van Gijs van Hall twee jaar voor zijn pensionering; een afgang, die in Nederland zijn weerga niet itent gemeld en of hij wil of niet: de burgemeester zal het moeten geloven. Vanwaar, uit zijn bont ge schakeerde carrière, juist dit ene inci dent aan het begin van een artikel, dat zi*o val wil trachten te analyseren? Omdat ons inziens zijn houding in deze futiele kwestie kenschetsend is voor alle factoren, die tot zijn ontslag heb ben geleid. Van Hall was als bestuur der in sommige opzichten briljant, maar als burgervader van een ge meenschap, dte hH zelf als „lastig" kenmerkte in een tijd bovendien, die lastig is voor regenten van de oude stempel moest hij wel misluk ken. Hij miste de juiste mentaliteit. Journalisten vond hij bemoeials en ge- Y.S. bezorgd over lot van krijgsgevangenen in Nrd.-Vietnam WASHINGTON (Reuter) De V.S. hebben via het internationale comité van het Rode Kruis in Genève een pro test ingezonden aan Noord-Vletnam waarin dat land ervan wordt beschul digd de geneefse conventie Inzake krijgsgevangenen geschonden te heb ben. Zaterdag heeft een aantal krijgsge vangen Amerikaanse piloten door de straten van Hanoi moeten lopen om la ter op een persconferentie ..tentoonge- Een woordvoerder van het Ameri kaanse ministerie van Buitenlandse Za ken heeft gezegd dat de VS zich vooral bezorgd maken om het incident „in verband met aanwijzingen, dat een of meer piloten waren gewond". Pauselijke gift „Eten voor India' NEW-DELHI (KNP) Paus Paulus heeft wederom 50.000 gulden gegeven voor de hongerbestrijding in de staat Bihar. Een half jaar geleden schonk de Paus eenzelfde bedrag. Dit was toen voor de voorzitter Narain van het re geringscomité voor hulpverlening van de staat Bihar aanleiding om het ge baar van de Paus te stellen tegenover de nalatigheid van de Hindoe-organisa ties, die nauwelijks op de oproep tot hulpverlening reageerden. Minister-president Sinha van Bihar heeft verklaard, dat alleen zijn staat al minstens 375.000.000 gulden nodig heeft, plus 400.000 ton voeddingsmiddelen per maand, wil de hongersnood enigermate gelenigd worden. WASHINGTON (AP) liet Walter- Rced legerhospitaal heeft bekend ge maakt dat oud-president Dwight D. Ei senhower goed vooruit gaat. maar nog in bed moet blijven. Eisenhower, die in het weekeinde werd opgenomen voor een maagdarmaandoe ning, krijgt nog steeds injecties. Slechts zijn naaste familie mag hem bezoeken, kiers, meenteraadsleden -betweters. Langha- rigen noemde hij in het openbaar schorriemorrie en toen er tijdens een raadsvergadering eens een interruptie van de publieke tribune kwam, riep hij: ,,Hou je bek". Hij stond, ondanks zijn veel geadverteerde lidmaatschap van de PvdA, niet tussen het volk, maar erboven heel ver. Geheime te lefoonnummers en een onverbiddelijk secretariaat vrijwaarden hem voor ieder ongewenst contact. Bij festivitei ten van de burgerij liet hij zich verte genwoordigen door een wethouder hij gaf slechts acte de présence. als er bedrijven geopend moesten worden of vorstelijke bezoekers begroet. Iedere vrije minuut bracht hij buiten Amster dam door in zijn drijvende bunga low op de Westeinder. Dat was natuur lijk allemaal zijn goed recht en onder andere omstandigheden had hij er zijn pensioen wel mee gehaald, maar het toeval heeft nu eenmaal gewild, dat er onlusten zouden komen en toen die er waren, bleek hoe ver Gijs van Hall van zijn gemeenteraad, van de kran ten, van zijn burgerij, van zijn stad was afgegroeid. Dat en niets 3nders is de oorzaak van zijn smadelijke val. De gemeenteraadsleden van Amster dam, of die het geweest zijn, klagen of kloegen bijna unaniem: ..Van Hall had voor ons dezelfde minachting, die een fabrieksdirecteur heeft voor zijn aan deelhouders". Deze mening is minder door rancune gekruid, dan men ge neigd is te denken. Vast staat name lijk. dat Van Hall zich inderdaad al- lereerst en bijna uitsluitend de leider van een groot bedrijf voelde. Enkele citaten uit zijn mond: „Amsterdam is een van de grootste bedrijven in Ne derland. Dertigduizend ambtenaren houden dit uiterst gevarieerde en moei lijke bedrijf op gang". En „Amster dam ls 'n bedrijf, drie keer zo groot als de Hoogovens". Of: „Waar 't 't bes te uitkomt, gebruk Ik wel eens dezelfde methode Het Van He-utz-monument, waar de Pnr van een neef van de burgemeester, Frita, In de oorlog Is gefusilleerd. liep hij neusophalend heen. Hij heeft in dit milieu vol waardevaste kolonia- vergeten, dat Amsterdam behalve grootste industriële centrum en onze vroeger in het zakenleven, belangrijkste handelsstad ook onze cul- is een groot bedrijf. Soms turele kern ls een roerige, borrelen de smeltkroes van Ideeën en explosie ve inspiratie. Als er een gaaf, afge rond produkt uitkwam, wilde hij dut nog wel aanvaarden, maar de kwalijke dampen, de kokende onrust, waarmee dit soort maatschappelijke en artistie ke scheppingsprocessen gepaard gaan, waren zijn aristocratisch geschoolde zintuigen te veel. Iets over de voorgeschiedenis van hel geslactit Van Hall. Het gaat terug tot »rdnn relaties spreekt en dun moet je snel handelen" En ook: „Kijk eens, ik zit als commissaris in een scheepswerf, in oen touwfabrlek, ln een fabriek van snijmachines en weegapparaten. Het zou toch wel gek zijn, als de proble men bij de gemeentebedrijven niet enigszins vergelijkbaar zouden zijn met die, welke ik dèèr heb ontmoet. Ik hoop van waarde te kunnen zijn, Ie klanken en werd erdoor geassimi leerd. Toen hij in 1957 geroepen werd tot het ambt van Amsterdams eerste burger had hij de volgende illustratie ve staat van dienst. Hij was directeur van Labouchère en Co., een oud ver- trouwenshuls van grote familiekapita len. Ook bekleedde hij directeurschap pen bij de geldhuizen Amsterdams Trustees Kantoor N.V. en de Neder landse Trust Maatschappij N.V., die aan handel in aandelen deden. Daar naast was hij president-commissaris van de North-West and Pacific Hypo theek Bank, van Berkei's Patent Fa brieken, van Wilton Fyenoord, van Du Croo en Brauns en van de Verenigde Touwfabrieken. Voeg daarbij een voor de familie traditiegetrouw lidmaat schap van de Eerste Kamer en ere- functies als president-curator van de Amsterdamse Universiteit en voorzit ter van de bloedtransfusiedienst van het Roode Kruis en het maatschappe lijk portret van de 52-jarige bankier, die burgemeester d'Ailly in 1957 moest opvolgen, is wel compleet. Eén aan vullende toets misschien. Hij huwde in 1925 met mejuffrouw E. Nijhoff. telg zus van de actrice Loudi Nljhof, stu dente in de geschiedenis, radiospreek- ster, literair critica voor de NRC en verdienstelijk grafologe, die in haar boekje „Tien Politici" de handschrif ten heeft geanalyseerd van onder meer Thorbecke. Groen van Prinsterer en koning Willem I. Deze laatste kwali teit heeft bij het burgemeesterschap van haar man wel eens een rol ge speeld. Nog onlangs bijvoorbeeld,-toen de Amerikaanse tv-regisseur André Carbe in conflict kwam met mr. Van Hall over het filmen van provo's. Car be schreef een razende brief aan de burgemeester en de burgemeester („Ik was werkelijk heel nijdig") wilde een razende brief terugschrijven. Zijn vrouw keek echter over zijn schouder mee, zag de handtekening van de re gisseur en zei: „Die man moet bij het schrijven heel opgewonden zijn ge weest". Het resultaat was, dat mr. Van Hall zijn brief verscheurde en Carne uitnodigde voor een gesprek, waarna alle moeilijkheden verdwenen. Men vruagt zich, dit wetend, wél even af, hoe de carrière* van. Amsterdams gevallen burger zou zijn verlopen, als zijn echtgenote de handschriften had geanalyseerd van Roel van Duyn en hoofdcommissaris Van der Molen, om slechts enkele personen te noemen, die in het drama van de moderne Gijsbert een rol hebben gespeeld Wat de menselijke kant van het por tret betreft, kan men zijn conservatief gesneden, meestal grijze pakken noe men, zijn node onderdrukte neiging om ingezonden stukken te schrijven, zijn haperende, relativerende spreek trant en zijn individueel gevoel voor humor, dat zelden op anderen over- vonkt. Men kan zijn opvliegendheid noemen, die des te meer schokt, om dat hij meestal een vrij ongeïnteres seerde indruk maakt. Het leverde hem eens, in de Eerste Kamer, de volgende berisping op: „Zijn uitlating was slecht gesteld. Een drager van zoveel gezag moet meer prudent zijn. Weinig passend. Met schelden uit de verte worden geen problemen opgelost. De burgemeester van Amsterdam is be slist te ver gegaan. Wij zouden graag zien, dat gezagdragers iets minder azijn gebruiken". De bezettingsperiode laat dan wél de gunstige, glanzende keerzijde van deze Aredaille zien. Van Hall. meestal zeer zwijgzaam over die periode, heeft eens in een interview verteld: „Mijn broer werd gefusilleerd. Vijf andere familie leden werden gefusilleerd. Weer andere familieleden kwamen in het concentra tiekamp. Ja. we hebben veel narigheid gehad". De broer in kwestie was Wal raven van Hall. die de ziel is geweest van 't Nationaal Steunfonds, waardoor het verzet mogelijk werd gemaakt. Het verhaal gaat verder: „Mijn broer heeft het werk opgezet. Ikzelf bep er de hele oorlog mee bezig geweest. Het begon met mensen van de februaristaking. Voor hen heeft zich vooral ook mijn neef Frits verdienstelijk gemaakt de communistische beeldhouwer en schepper van 't van Heutszmonument, dat de provo's nu op willen blazen. Hij is gefusilleerd. Maar goed; het werk groeide duizelingwekkend. De onder gedoken krijgsgevangenen kwumen er bij, de mensen, die weigerden, in Duits land te gaan werken, de gijzelaars, de joden, de illegale kranten en organi saties... Op het eind van de oorlog keerden we 12 miljoen per jaar uit," Hoe hij aan dut geld kwam? Van Hall antwoordt met de volgende anekdote: „ln de laatste periode moest er zoveel geld zijn, dat alleen radicale maatre gelen konden helpen. Toen dacht Ik aan mijn verblijf in Amerika van 1928 tot 1931 en aan het optreden in die tijd van de beroemde oplichter Ivan Kreuger, Nederlandse Bank, zonder dat de NSB- directie er iets van merkte. Ik denk nog wel eens: Ik ben eigenlijk de groot ste fraudeur van alle tijden geweest, want Ivan Kreuger bracht het maar liljoen; Ik tot 53 miljoen!" IJ-t die vijk i 03-jarige mr. Gijs- de oorlogspariode Me eigenschap telde i ging, de Bijlmer- la mte veroveren, de LEIDER VERGISTE ZICH IN ZIJN .BEDRIJF" d«- Zweedse luciferkoning en financier. Die had. herinnerde ik me, schatkist- promessen vervalst. Dat was het! Dat moesten wij ook doen. Ik herinner me nog een fietstocht tegen een zuidwes ter een wagen met groene kool, waarin 't plan met mr. Trip, de oud-president van de Nederlandse Bank. ging be spreken. Het laatste deel hing ik ach ter een wegen met groene kool. waarin zich ook Grüne Polizei bleek te bevin den. Dat was mijn geluk, want zo slip te ik door drie afzettingen. Het plan slaagde. De nodige contanten, die over al elders geblokkeerd waren, stroom den regelrecht uit de kluizen van de iel erdoor te drukken, de Neder landse Bank een grondruil af te dwin gen teneinde uitbreidingsmogelijkheid te krijgen voor de universiteit, Mobil Oil de IJ-mond te doen kiezen in plaats van Antwerpen of Hamburg en zo kun 't lijstje naar believen met indruk wekkende voorbeelden worden uitge breid. Mr Van Hall wist echter óók van geen wijken, toen er bij de hoofdste delijke burgerij be/wmen blek" n te leven tegen de voltrekking van het hu welijk tussen prinses Beatrix en prins Claus in Amsterdam. En dat was het begin van zijn ondergang, want op die 10e maart van 't vorige jaar vonden straat- en intellectueel provotartaat elkaar sindsdien was er nooit meer rust in Amsterdam. De burgemeester zag de gebeurtenissen, die hebben ge culmineerd In het oproer van 14 Juni en het recente optreden van de marine op t Centraal Station, met wereldvreem de ogen aan Noch begreep hij, wat er zich iedere zaterdagavond bij het Lie verdje afspeelde of wat die lastige Vletnambetogers nu eigenlijk hoopten ie bereiken. Het lag allemaal buiten de nuchtere, zakelijke sfeer, vanwaar- uit hij meende, „zijn bedrijf" te moe ten leiden. Ernstiger: hij hoorde niet de kritiek in de gemeenteraad, hij las niet de eensluidende hoofdartikelen in de krnnten, hij was doof voor goedge meende wenken uit het berftuur van zijn eigen partij. Het NIET WII.LEN wijken was voor hem 'n levenshouding iet als een superdirec 'n soort adviseur in algemene dienst". ,j zich is de visie van Amsterdam als een enorm bedrijf met honderden miljoenen aan investeringen na tuurlijk niel ongezond en Gijs van Hall heeft, er consequent aan vast houdend, veel kunnen bereiken. De Bijli de IJ-tunnel, de uitbouw van de i "ersiteit, de vestiging van Mobil Oil andere vitale havenbedrijven zijn grote winstpunten ge< stuur. Een burgemeester schiet echter te kort, wanneer hij de Bijlmermeer als filiaal ziet, de (J-tunnel als een transportband, Mobil Oil als rrarktver- groting en de universiteit als een chi que repisentatieruimte. Wie deze fout begaat, zal in burgers gauw werkne mers gaan zien, ln de gemeenteraad een soort ondernemingsraad en in de kranten een personeelsorgaan. En zo is het toevallig niet zeker niet in Neerlands meest vrije, meest bruisen de, meest eigengereide stad: Amster dam. Van Hall kende de mentaliteit van zijn havenbaronnen op zijn duim pje, maar die van Jan Wolkers was hem vreemd. Hij spéélde Vinkenoog •echtsgeleerden, ft plechtige e staatsdienaren en opgeleverd, exentriekelingen en losbollen. Grootvader van de geval len burgemeester was Maurits Corne lls van Hall. Hij had 'n inkomen van 90 iiOO gld. per jaar, aldus een nazaat, die de geschiedenis van 't geslacht in 19C1 te boek heeft gesteld. Daarvan moest hij ongeveer 5000 gulden per zijn be- jaar aan belasting betalen. Het leven in het huis aan de Herengracht en de twee buitenplaatsen kostte misschien 30.000 of 35.000 gulden, zodat er d«n een halve ton overbleef om te beleg gen In nieuwe ondernemingen. Hel was een gouden tijd' voor de beleggers het was ook een tijd. waarin de gul den nog goud was. De vader van Gijs mr. dr. Adriaan Florls van Hall, moi-i dan ook na de erfenis een pulssant rijk man zijn geweest. Hij was onder meer president-commissaris van de cultuur maatschappij De Vorstenlanden, com missaris van de Amsterdamse Thee Cultuur Mij., van de Nederlandse Indi sche Cultuur Mij. en van de Thee Cul tuur Mij. Panghetan. Zoon Gijsbert, die In 1904 geboren werd, groeide op i Mulisch Hei nl in luidruchtig .ijken" vnn Hier past nan, die tot tijd, Vnn Hall worden gejulc slechts deernis mei een een ambt geroepen wei waarin zijn ongelwljfeld grote gaven niet meer voldoende waren, en die zich, tegen de stroom in, tot het uiterste bleef geven Overgangsfiguren op de drempel tussen twee tijden zijn nooit lachwekkend; in hun val zit integen deel een stuk grote persoonlijke tra giek, want hun integriteit, hun IJver, hun goede bedoelingen ataan buiten kijf, welke fouten ook werden gemaakt, /.o dit ooit gold, dan Is het hier. bij mr Gijsbert van Hall, oud-burgemeester van Amsterdam en de laatste der re- Op de laatste nieuwjaarsreceptie Van Hall kwam h(J oog In oog te staan met provo Bernard do Vries

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 7