SMET
OP
DE GLANS
VAN
DIAMANT
DE OUDE MAN EN HET KIND'
ZATERDAG 6 MEI 1967
Pepe met z(jn joodse onderduiker.
Parijs
loopt
storm
op
n
(Van onze Par\jse
correspondent)
PARIJS. De film „Le
vieil homme et l'enfant"
(De oude man en het
kind) van Claude Berri,
die er zijn eigen jeugd
in heeft laten zien, is op
het ogenblik één van de
grote successen in de
Franse hoofdstad. Met
de film heeft hij de
waanzin van de rasse-
haat willenaantonen.
Daar is hij, althans ten
dele, in geslaagd. Joodse
ouders in darijs, zelf in
gevaar onder de Duitse
bezetting en maar
schalk Pétain, moeten
him zoontje van 10 jaar
kwijt. Een juffrouw uit
Grenoble komt hem op
halen om hem onder te
laten duiken bij een
oude man en vrouw
op een boerderij, waar
nooit een Duitse soldaat
komt?
Wat de oude man niet weet
is. dat het een Joods kind is.
Voor zijn vertrek naar het
onderduikadres hebben zijn
ouders hem een nieuwe
naam en ook het Onze Vader
Ingeprent, want de pleeg
oudere zijn katholiek. Hij
weet het gebed aardig vlot op
te zeggen. Hoe het afscheid
op het Parijse station is. kan
men zich voorstellen. Zullen
de vader en moeder hun
kind ooit terugzien?
De jongen, die in Parfls nog
maar weinig weet van anti
semitisme, wordt er zich bij
zijn pleegouders geleidelijk
bewust van, dat er onder de
Duitse bezetting een hemels
breed versohil bestaat tussen
Joden en ndet-Joden. Als hij
ln de tobbe moet. weigert hij
In het bijzijn van Meme zijn
hemd uit te trekken. Hij is
Immers besneden. Hoe hij
dat maandenlang weet vol
te houden is een raadsel,
maar in de filmwereld moet
xijn hond, die aan tafel
men niet op iedere slak zout
leggen. Pepe. de oude man
Michel Simon, voor deze
rol geknipt is een notoire
jodenhater. Ais de pastoor
tijdens een preek in de kerk
zegt, dat Jezus Christus uit
joodse oudere is geboren,
mokt hij daar zo over, dat
hij bij deze pastoor nooit
meer een voet in de kerk
wil zetten. Een pastoor moet
met zijn handen van de poli
tiek afblijven. En wil h(j dat
niet, dan moet h(j (maar zijn
soutane uittrekken en naar
het front gaan.
Telkens vraagt de jongen:
..Pepe. vertel nog eens wat
over de joden". Daar heeft
Pepe geen speelman voor
nodig. Joden hebben neuzen
zo krom als een vishaak,
flaporen, platvoeten en op
sabbat werken ze niet.
„Maar de maandag daarop
weriren zij zoveel te hai-der,
om ons geld af te persen,
vat je wel?" „Maar Pepe".
zegt de jongen. „j(j hebt ook
van die rare. scheve oren en
ook jouw neus ^.aat niet
helemaal recht in het gelid".
Ongemotiveerde
rassehaat
onderwerp van filmbiografie
Verschrikt grijpt Pepe naar
de spiegel. Daar zal de goeie
God hem voor bewaren. Hij.
rasechte ariër, hij zou lijken
De oorlog is voorbij, de be
vrijding is er. Eindelijk
voor de joden is het ergste
leed geleden. De jongen kan
naar huis terugkeren. Grie
nend, in de regen kijken
Pepe en Meme de autobus
na. In al die maanden heb
ben zij zich aan hun onder
duiker gehecht als aan een
eigen kind. Dat is het slot
van de film. De mensen, die
de bioscoopzaal uitgaan, heb
ben een fijne middag gehad
en zeggen tegen elkaar, dat
in de grond van de zaak die
Pepe toch maar een beste
vent is, een echte goeierd.
Want zo stelt de film het ons
voor. Iedereen aan tafel mag
konijnen etenh|j, Pepe,
niet, want daar zijn konijnen
veel te lieve beesten voor.
Pepe heeft ook nog een
hond. die aan tafel meeëet
en met een lepel van een
bord wordt gevoerd. Als die
hond dood gaat. weet Pepe
zich geen raad van ver
driet. Dikke tranen biggelen
over zijn en Memos wangen
als zij op het hondegraf
staan. Nee. nee. Pepe zal
geen vlieg kwaad doen,
maar wel joden. Frankrijk
voor de Fransenen Leon
Blum, de leider van hei
volksfront, naar de hel.. In
z(jn tijd werd diezelfde Blum
„le plus fin esprit du paluis
Bourbon" genoemd, maar ook
al zou dat met kokkerds van
letters voor Pepes gezicht
hebben gestaan, hij zou het
niet hebben geloofd. Als de
Duitse radiozenders in zijn
kamer hun jodenhaat uit
bazuinen. gaat Pepe er ge
makkelijk bij zitten. H(j kan
er wel pap van eten onder
wijl poetst Meme nog eens
extra de foto van de maar
schalk op.
Voor ons zou de maker van
de film pas midden in de
roos hebben geschoten, als
hij ons de werkelijke ufloop
van het verhaal had laten
zien. Want vroeg of laat
moet Pepe aan de weet zijn
gekomen, wat h(J ln huis
heeft gehad. Maar op het
witte doek hebben wij helaas
niet de weg naar Damasrus
gezien, waar eens een Saultis
Paulus werd
By Meme ln de tobboi de Joodoe jongen weigert *tjn hemd uit te trekken.
Toeristen klagen over Amsterdam
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM Een Amerikaanse toerist, aan
de leiband van de actieve Amsterdamse VVV bij
een diamantslijperij gebracht, raakt helemaal
onder de bekoring van het geglinster om hem
heen en laat zich overhalen tot het kopen van
een steen. Dat kan. Speciale showrooms, glad-
getongde verkopers en aanlokkelijke prijzen zijn
tot zijn dienst. Na lang wikken maakt hij zijn
keus en telt twaalfhonderd gulden neer. In ruil
daarvoor heeft hij een waardevol, waardevast
juweel. Waardevol In het onderhavige geval
zocht de toerist bevestiging van het geluk, de
bezitter te zijn van een kostbaar kleinood. Hij
stapte daartoe binnen bij een juwelier en liet de
steen taxeren. Hooguit driehonderd gulden, zei
de juwelier geringschattend. De toerist in alle
staten ging naar de politie en de politie ging
naar de diamantslijperij. „Vergissen is menselijk",
glimlachte de directeur en betaalde de twaalf
honderd gulden terug.
Vraag: hoeveel van dergelijke „ver
gissingen" worden begaan en worden
pas opgemerkt als de toerist in zijn
verre vaderland is teruggekeerd of
worden helemaal niet opgemerkt? Nie
mand in Amsterdam wil daarop een
rondborstig antwoord geven. Het dia
mantbedrijf (een van de hechte pij
lers onder 's hoofdstads internationale
faam) is in handen van een clan. die
even gesloten is als de vindplaats van
een ander juweel: de oester. Wel zegt
K. Lewis (directeur van Amstone-Le-
wis. met 50 miljoen omzet per jaar en
115 werknemers een van* Amsterdams
grootste diamantairs) voorzichtig: „Er
wordt geknoeid. Ik wil niet zeggen, dat
het altijd met opzet is er kan soms
onkunde in het spel zijn maar mij
Zijn verschillende gevallen bekend
van toeristen, die zijn afgezet'
Voor de oorlog wws de toeristische-.bf-
langstelling voöfde Amsterdamse dia
mant vrijwel nihil. Alleen de bekende
Asscher deed iets op dit terrein. Tien
jaar geleden veranderde dat. De Hol
land Promotors ontdekten, dat je de
buitenlander behalve met Delfts
blauw, Edammer kaas en Schiedam-
se jenever ook met de schittering van
diamant over onze grenzen kan lokken
en prompt kreeg de toeristenbusiness
er een facet bij. Behalve de vijf grote
industriële bedrijven kent Amsterdam
thans zes a zeven kleinere diamant
firma's, die het uitsluitend van het
vreemdelingenverkeer moeten hebben.
Ze werken zelfs met runners op Schip
hol, daarmee het edele diamantvak een
aspect gevend, dat tot dusver was
voorbehouden aan de hotellerie van de
meer dubieuze soort.
Het is in deze hoek, dat de glans van
de Amsterdamse diamant door beden
kelijke transacties wordt aangevreten.
Niet op grote schaal misschien,
..Maar", zegt de heer Lewis. ..één te
leurgestelde toerist kan de industrie al
onnoemelijk veel schade berokkenen.
hoe
gaat. Als je honderd
schapen hebt en er zit er één zwarte
tussen, zijn de anderen niet meer wit,
maar grijs. Laat er van de duizend
verkopen eens vijf niet in orde zijn.
Die vijf krijgen meer publiciteit dan
alle 995 goede bij elkaar. Het zou zo
moeten zijn. dat er geen mens uit Am
sterdam vertrekt, die niet tevreden
Is".
Dat zijn woorden. Wat de daden be
treft: de heer Lewis heeft in zijn met
veel marmer aangeklede hoofdkantoor
aan de Amsterdamse Wibautstraat een
showroom ingericht, waar de toerist
de meest moderne optische appara
tuur ter beschikking heeft, die bij het
beoordelen van een diamant dienstig
kan zijn. Daar kan de aspirantkopc
met eigen ogen en vijftig maal ver
groot zien, welke waar hij
geld krijgt. Heeft hij zijn keus gedaan,
dan krijgt hij niet alleen de steen
mee, maar ook een certificaat van
echtheid. De normen daarvoor zijn we
tenschappelijk uitgedokterd en voldoen
aan de hoogste eisen van commerciële
ethiek De lieer Lewis loopt daar
mee vooruit op de poging van de VVV,
om dc Amsterdamse diamanthandel
over te halen tot een gezamenlijk bona
fide certificaat een zaak, die om on
doorgrondelijke redenen slepend blijft.
Hij zegt: „Als wij het goed doen, moe
ten de anderen wel mee. Het ls voor
/ui\crhcici bepalen lie waarde
i diamant. En de grootte
de hele toeristenindustrie belangrijk"
Hij schaamt zich er niet voor, dat
zijn initiatief uit allesbehalve filantro
pische overwegingen geboren is.
op dat gebied. Ze doi
WIJ hebben nu i
..Mijn produktie wordt voor 95
■ent geëxporteerd. Momenteel ber
>ezig in Duitsland vla warenhuizei
moet *o blijven. Ik kan met de hand
op mijn hart verzekeren, dat de roem
van Amsterdam als diamantcentrum
nog steeds gefundeerd is. Daarom
tueel geknoei..."
De heer Lewis verheelt niet. dat het
voor de leek een lastige zaak is, een
diamant op zijn Juiste waarde te
schatten. „Dc groothandelsprijs gaat
van 200 gulden tot 900 gulden per ka
raat (is 205,1 mg.). De grote marge zit
hem uitsluitend in de kwaliteit en die
hangt weer af van drie dingen: de
kleur, de siljpaard en de zuiverheid.
Alieen op het gebied van de kleur al
kennen we minstens tien variaties
dc gele stenen zijn het goedkoopst en
de kleurloze het duurst. Voeg daarbij
vier vijf categorieën, wat de siljp
aard betreft, en tien h vijftien graden
van zuiverheid en u begrijpt, hoe
moeilijk het is de prijs van een steen
te bepalen".
Deskundige voorlichting, gebaseerd op
onkreukbaarheid, zou het antwoord
hebben moeten zijn, maar het blijkt
niet altijd te kunnen. De heer Lewis:
,,0 ja, er zijn klachten gekomen".
Vandaar nu zijn showroom, waar de
koper de beste apparatuur vindt om
zélf op zijn gemnk de kleur, de slijp-
nard en de zuiverheid te kunnen be
studeren van de steen, die zijn interes
se heeft opgewekt.
Het is de enige manier om het
predikaat „made in Amsterdam"
de waarde van een garantie
bewijs te laten behouden.
Do boer K. Lewis bezig n
t het -locpen" van do diam.cn 1