W JJ Bram Charité: Ar sh JU F? IP J jp' H Et EEN RECORD HEEFT HIJ NOG... VANZELF GA JE BUITEN BOORD HANGEN.. ZATERDAG 29 APRIL 19«T „ALS IK TRAINER VAN DE NATIONALE PLOEG WORD, MOET IK VOLMACHTEN HEBBEN" „Zijn techniek is nog niet hélemaal in orde", zegt Bram Charité van Piet van der Kruk, op de foto te midden van een aantal kampioenen en ex-titelhouders: Van links naar rechts: Van Dorp, v.d. Toorn, Urgert. r. d. Kruk, Veraar en Nolten. (Van onze sportredactie) DEN HAAG Piet van der Kruk staarde in volle concentratie naar het dof glanzende metaal. De lange Delftenaar zuchtte diep. zqn geweldige borstkas zette zich uit als een ballon. Gedachteloos doopte hU zön handen in het magnesiumpoedersloot de ogen en deed twee stappen in de richting van het plankier, waar 165 kilogram uitdagend lag te wachten, om even later in de lucht te worden getild. Het lichaam van gewichtheffer/kogelstoter Van der Kruk schokte heel even, maar toen kwam het getrainde bovenlijf In beweging om het gevecht met de halter te gaah leveren. Het levenloze stuk yzer won, want toen het ln de stevige knuisten van de Simsonatleet in de richting van het plafond werd gestoten, leek de wereld rondom Van der Kruk Ineen te storten. De spierbundels verslapten, de voeten, die tot dan toe een stevig houvast hadden gevonden op het plankier, leken onder de druk van zijn eigen lichaam en het gewicht te bezwijken en glipten weg. Honderdvrjfenzestig kilo gleed uit zijn handen en kwam met een doffe dreun op het hout terecht. Piet van der Kruk was de deceptie snel te boven. Gehuld in een vaal trainingspak legde hfl uit wat er was gebeurd tijdens de Nederlandse kampioenschappen gewichtheffen, enige weken geleden. Tussen al die mensen, die zich rondom hem verzameld hadden, stond een kleine, ietwat gezette man, die met een grimas op het vrolijke gezicht alle drukte met het air van een routinier gadesloeg. Dat was Bram Cha rité, nog steeds Nederlands recordhouder van de drie olym pische oefeningen: stoten, drukken en trekken, met een totaal van 425 kilogram. Was de poging van Van der Kruk geslaagd, dan zou hij het record van „good old" Bram hebben overgenomen, maar de sterke atleet faalde en Bram Charité bleef in het bezit van het re- „Ja, Van der Kruk is inderdaad een sterke kerel, maar zijn techniek is nog niet helemaal in orde" zegt Bram Charité in zijn riante wo ning in de Schalk Burgerstraat in Den Haag. De levenswijze van de veertiger (25 augustus 1917) is wel wat veranderd sinds hij het café bedrijf heeft verlaten. „Ik was geen goede kastelein" vertelt hij, diep weggezakt in een kleurrijke fauteuil. „Er moest geld bij en dat kan uiteraard niet. Op een avond was het verlies weer groter dan de winst en toen stond mijn besluit vast: lk stopte ermee. Hoe ik aan mijn tegenwoordige beroep gekomen ben, weet ik nu nog niet, het was zomaar even een ingeving." Hfl lacht even, geen bulderende lach die je van een man van zijn lichaamsomvang zou verwachten, maar een bedeesd, fijn lachje. De artikelen van zijn beroep zwerven door de woonkamer en produceren een orgie van lawaai. Een Siamese kat spint op een speciaal voor hem ontworpen stoeltje. Zes hondjes dar- Piet van der Kruk jaagt op meer dan 425 kilo telen speels door de kamer. Een groene papegaai produceert onver staanbare klanken en de vogels in de winkel zingen en sjirpen alsof het hartje zomer is. Bram Charité handelt in al die dieren. Het is zijn beroep maar bovenal zijn liefhebberij. Voor de ex-gewlchtheffer bestaan er nog weinig verbintenissen met het roemrijke verleden. De prijzen, die hij bij elkaar heeft getild, zijn bijna alle verdwenen. Ze staan niet in een prljzenkast, maar z(jn door heel Nederland verspreid. „De lorrenman heeft een aantal 'meegenomen en af en toe heb lk er een paar beschikbaar gesteld voor wedstrijden. Het vuur gaat eruit. Niet dat ik mijn carrière had willen missen, voor geen miljoen. Het wordt echter eens tijd dat je „stop" zegt Ik weet het, dat is verduveld moeilijk maar toch soms noodzakelijk. Veronderstel dat je aan de absolute top staat, dan moet je daar ook blijven als je door wilt gaan.. De mensen blijven van je verwachten dat je goede prestaties leverL. da's logisch, maar soms kan je aan die verwachtingen niet meer vol doen, zowel fysiek als psychisch. Toch proberen ze dan door te gaan. Dat is fout. Ik geloof dat ik er op het juiste moment mee ge stopt ben. Bovendien werd ik geplaagd door blessures die mijn af scheid van de actieve krachtsport hebben bespoedigd. Was ik door gegaan, dan zou dat mijn ondergang hebben betekend. Ik heb een tennisarm, hoewel ik van mijn leven nog geen racket heb aangeraakt" en hij steekt een korte, gespierde arm naar voren. Prompt daarop komt ook een van zijn benen naar boven en hij wijst veelbetekenend naar zijn knie: „Een voetbalknietje". Hij haalt zijn schouders op alsof hty er niets van begrijpt. „Als ik nu ergens kom, kijken de mensen me na en voel je ze zeg gen dat is Bram Charité, die beroemde gewichtheffer. Op zo'n mo ment komt je mannelijke trots naar boven; da's toch leuk" Was ik doorgegaan met gewichtheffen, dan zou ik ongetwijfeld op het over bekende „dode punt" gekomen zijn. Dan kijken de mensen je ook wel na, maar dat gaat dan in de trant van: Hé, die kerel ken ik ergens van. Dat is niet leuk voor iemand die altijd in het middelpunt van de belangstelling heeft gestaan. Ze zijn je dan plotseling ver geten, want in hun ogen heb je gefaald en een topsporter mag niet Hoe Bram Charité ertoe gekomen te om in de Itandel in dieren te gaan, weet hij nu nog niet. Wel weet hij. dat het gewichtheffen hem nog steeds niet loslaat. falen. Zo is het ook met Piet van der Kruk. Hij is jong en heeft nog 'een heel mensenleven voor zich. Dat moet hij benutten. Toen Plet er niet ln slaagde die 165 kilogram te stoten, stelde hij de mensen teleur. Ze verwachten iets van je, maar ze vergeten vaak dat zo'n moment een „hel op aarde" is voor een gewichtheffer. Praatgrage Bram Charité komt op gang. HU praat met vuur over zijn geliefde sport. Piet stond voor dat stuk ijzer. HU trachtte zich te concentreren, maar dat lukte niet. Een gewichtheffer moet zijn eigen were'd hebbei»- op zo'n «moment. Er mag niemand zijn die hem aan- wijzigingen geeft, zoals Wj Piet het geval was. „Arie van der Toorn, de Nederlands kampioen halfzwaargewlcht, praatte tegen hem als een vader en zijn verzorger moedigde hem ook flink aan. Dat is fout, dat is volkomen fout. Het gewicht komt heus wel omhoog zonder de overigens goedbedoelde aanmoedigingen van een verzorger of collega. Als een gewichtheffer die woorden echt nodig heeft, kan hU er beter mee ophouden. BU mU was het zo, dat ik in concentratie raakte als ik voor het gewicht stond, maar dan moest ook niemand iets tegen me zeggen. Ik werd pas wakker als het gewicht boven was. Daar zit je kracht, in je concentratie. Mis je die, dan komt ook het gewicht niet naar boven". Bram Charité is op het puntje van zUn stoel beland. Naarmate hij in de richting van het eind van zUn stoel is geschuifeld, is het vuur ln zijn gesprek nog meer aangewakkerd. „Er klopt iets niet ln de hui dige organisatie van de gewichthefsport. Dat is jammer, want Ne derland heeft een aantal gewiohtheffers met talent. Maar ze worden volkomen verkeerd aangepakt. Om een voorbeeld te geven. Er wor den kampioenschappen gehouden. Goed, als gewichtheffer wil je daar graag aan meedoen. Dat was tenminste in mijn tUd zo, maar nu. De voorzitter van de club komt dan met een lUstje. Doe JU mee? Ja. da's best zegt de man dan en de voorzitter sehrUft hem op zijn lijstje: halfzwaargcwichtklasse. Dan gaat hU naar de volgende. En jy. lijkt het je wat? Het lijkt hem inderdaad wat. maar hij heeft in geen weken getraind, waardoor tie mogelijkheid bestaat, dat hU het gewicht niet verder Jtnjgt dan de borst Goed. hU dus niet op het lijstje". „Ik wil hier mee niet zeggen dat het bU alle verenigingen zo gaat. Integendeel, er zUn heus wel verenigingen die goed geleld worden, maar daar komt dan ook wat uit. Ik weet precies hoe een club ln handen genomen moet worden. Die ervaring heb lk opgedaan toen lk zelf een club. „Robot", had. Onlangs hebben ze me weer benaderd om trainer te worden van de nationale ploeg. Daar moet ik over nadenken, want ik wil niet dezelfde kant uit als in 1957 toen ik ook toegezegd had het nationale team onder mUn hoede te nemen. Binnen de kortst mogelijke tUd lag lk er weer uit. Als het er opaan komt. kan lk een moellUke jongen zUn en dat hebben ze ondervonden. Als ik nu trainer word, moet ik zekere volmachten hebben, anders hoeft het voor mU niet. Bovendien ben lk nog door een aantal vereni gingen gepolst die mU als trainer willen hebben. Ik heb ze gezegd dat Ik er wel wat voor voel maar dan moest ik wel enig© bedenktijd hebben. Als Je trainer wordt brengt dat consequenties voor je me© en die moet ik eerst onder ogen zien. Neem bijvoorbeeld de finan ciën. Ik wil best trainer worden maar voor niets gaat de zon op. Vreemd eigenlijk dat die sport je n1?t meer loslaat. Je kunt proberen het te vergeten, maar het komt toch weer terug in je gedachten. Dat doet me aan vroeger denken. M(jn vader had een paar gewich ten voor me gekocht waarmee ik aan het oefenen ging. Bij mtjn eerste poging het gewicht boven het hoofd te brengen, kreeg ik het ding niet verder dan mUn middel. Het la toen voor een tUdje naar de zolder gegaan, maar het liet me niet meer los en na een paar weken was ik weer druk aan het oefenen". Wel kok De deur van de kamer gaat open en het lawaai uit de winkel golft naar binnen, met de zoon van Bram Charité. Kleine Bram streelt de hond. zegt de pupeguni gedag en wendt ziel) daarna tot zijn va der die hU met een vriendelUk knikje begroet. HIJ wil geen gewicht heffer worden wel kok. Maar hU is trots op zijn vader. Even trots als Jules Perel, de overleden voorzitter van de KNKB, was toen Bram Charité naast superatleten als Davis en Schemansky in 1948 tUdens de Olympische Spelen van Londen op het ereschavot stond. UTRECHT „Ite fok door". Korte c lingen van iedere z ilschool 1 pstag Ieder jaar komen er in ons land dui zenden watersportliefhebbers bij die zich eerst hebben lopen t«- vergapen aan de mooie en dure bootjes op de HISWA. Wie daar is geweest, liet hij niet oog en hand strelend gaan langs de vloeiende lijnen van een rank Jachtje? Velen hebben onlangs meege leefd met een dappere Engelsman die het waagde om alleen in een zeiljacht de beruchtste windhoek uller oceanen Kaap Hoorn te ronden. Gemiddelde hoogte van de golven drie meter. BIJ de oude zeilvaarders was het de roer ganger verboden om achterom te kij ken omdat er soms watermuren van ntig ertje eis. i alle cht. schip Inliepen. De watersportgebieden in het Utrechtse landschap zijn wat rustiger en watersportenthousiaslen kunnen daar best leren zeilen. De mening heerst nog steeds dat dc zeilsport alleen is weggelegd voor een selecte groep jongelui die zelf over een (dure) zeilboot beschikken of die van familie of vriendje één mogen gebrui ken. „Watertandend" staan ze langs de kant als een scheepje schuin over het water scheert en rakelings een boei weet te ronden. Natuurlijk weten zij wel van het bestaan van zeilscholen maar vaak hebben ze daar het geld niet voor of moeten ze nog met het ge zin mee op vakantie. V? In Utrecht bestaat echter een zeilver eniging die aan jongelui van zeventien tot rond twintig jaar. voor een belache lijk lage prijs, zeillessen in de weeken den geeft. De club heet „Overstag" en hij beschikt over eigen boten die buiten het vakantieseizoen op de Vinkeveense plassen dobberen. Ervaren zeilers geven daar onderricht hoe men met een zeilboot moet om gaan en brengen en passant de sportie ve behulpzame ..kameraadschap' bij die het leven op het water kenmerkt. (Iedere (snel)weggebruil de sfeer van water en bemanning heeft opgesi zijn prohlcmen in t p« wolken en wijdte. Het wind het grootzeil buitenlucht, sportiviteit. I. iKcltap, ngerlg Als niet-zeiler zijn we eens meegevaren om te ervaren hoe dat nu allemaal gaat op zo'n boot. Achteraf is de enige spijt die we daarvan hebben het feit dat we de leeftijd van 20 jaar reeds te ver zijn gepasseerd om ons nog te kunnen laten inschrijven. De zeilen werden gehesen en weldra voeren we met ruime wind het haven tje uit. Hoe belangrijk de richting van de wind voor een zeiler is beseft men pas, als men zich realiseert dat de boot met de wind schuin vóór zijn hoogste vaart loopt. Dit nautische wonder is eigenlijk het ideaal waarnaar je als fietser altijd hebt verlangd. De zestlenkwadraats-toerboot voerde een lap zeil die torenhoog bovpn de man in de kuip onder de wolken zwab berde. „Als dat maar goed gaat", denk je bij jezelf. Maar het gaat goed en het blijft goed gaan. AI gauw mag de leer ling de fokkeschoot vasthouden en het touw op commando laten vieren of aanhalen, totdat hij aanvoelt hoe het moet. Het touw schiet tijdens het wen den dan wel eens uit de onwennige vin gers omdat de kracht van de wind wordt onderschat, maar dat went snel. Vanzelf ga je ver buiten boord hangen als de boot wat helt, zoals je het erva ren zeilers wel eens hebt zien doen. Het buiswater spettert rond de oren, maar dan heeft men de „vuur"-doop gehad en meent men Neptunus al bij zijn baard te kunnen grijpen. Spelen derwijs leert men verschil tussen grij pen en overstag gaan De fijne tac- tiekjes die de instructeur in zijn zeil- abracadabra probeert uit te leggen worden al half begrepen voordat men beseft, dat water enorm hongerig maakt. Wanneer dan het grote moment aan breek dat het roer in de ene en de grootschoot in de andere hand vastge houden mag worden, dan waant men zich de meester die de boot zegt te gaan waar men heen wil. Thuis geko men worden de moegebogen rugspieren gestrekt en meent men nog de deining van de boot te voelen voordat Orpheus de wacht van Neptunus overneemt. Manfred Schnelldorfer - met geigerteller - op zoek naar kunstrijtalenten MUNCIIEN De Münchense student Manfred Schnelldorfer hij wil architect worden is dooi de „Deutsche Eislauf Union" benoemd tot trainer van de Westduitse schoonrijders en -rijdsters op de schaats. Deze sportieve functie is speciaal georeerd met het oog op de Olympische Winterspelen die in 1972 in Sapporo in Japan zullen worden gehouden Het contract dat Manfred Schnelldorfer die in 1964 in Innsbruck Olympisch en in Dortmund wereldkampioen werd heeft ondertekend, heeft voorlopig een duur van iwee Jaar. Het luat zich echter aan zien dat de Westduitse achoonrUdera en -rijdsters voor de Olympische Spelen van 1968 m Grenoble niet meer van Schnelldorfer» adviezen kunnen profiteren. „Daarvoor Is het al te laat", zegt 8chnelldorfer. In zo'n korte tijd ziet hij weinig kans nog een paar talenten aan de !Js)oppervlakte te toveren. Behalve onder de paren heeft de Bonds- publiek op het ogenblik geen veelbelovende kunatrijders -rUdstei geei Ichnelldorfei of In Manfred Schnelldorfer lna het behalen van de Olympische en de wereldtitel korte tijd professional geweest, maar in middels tot de amateur-status teruggekeerd. Hij heeft een grammofoonplaat gemaakt welke sport-,.ster" doet dat niet ln West-Dultsland? en speelde in een film. Het was aanvankelijk de bedoeling dat Schnelldorfer zijn studie zou voortzetten, maar hij schynt nu gezwicht te zijn voor dc omstandigheid dat hij waarschUnlijk sneller geld kan ver dienen als trainer. De nieuwe Duitse trainer zal het zeker niet gemakkclUk krijgen om zelfs nog voor 1972 voldoende mannelijke en vrouwelijke kunstschaatsers op het Ijs te brengen, die Duits land een of twee van zUn welhaast traditionele plaatsen vooraan op de wereldranglijst zouden kunnen bezorgen Schnelldorfer zegt ln die verband, dat het eerste wat hij nodig zal hebben om zijn baan als trainer te kunnen ver vullen een geigerteller zal zUn. waarmee hij op zoek kan gaan naar talenten Schnelldorfer hoopt met de diverse andere trainera te kun nen aamenwerken. In eerste instantie zullen zUn voornaam ste taken eruit bestaan goede contacten te leggen, kandi daten voor de „bonds"-tralning uit te zoeken en de training te coördineren. Duarvoor zal Schnelldorfer van de D.E.U. de nodig»- financiële middelen krijgen. ..Zonder geld Is ln de schaatssport niets te bereiken", aldus Schnelldorfer. Wie het In dc kiinstljasport tot Iets heeft gebracht, h.id geld achter zich. hetzU een r(jke pa hetxU een vereniging". Onder Schnelldorfer moet dat anders worden: wie talent heeft, zal door de D.E.U. worden ondersteund en onder leiding \an Schnelldorfer trainen Hopelijk kan Schnelldorfer ook arme talenten helpen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 13