Gedachtetjes van een niksend gelaarsd katje krententuin öe VOOR HANDIGE BREISTERS EERSTE CONTRACT PERFECTIONERING .V ■V -V Een jaap in de 5e met PIET HEIN ZATERDAG 1 APRIL 1M7 Four Tops staan niet langer meer in de schaduw „Standing in the shadows of love" en „Since you've heen gone", „Reach out I'll he there" en „Until you love someone„It's the same old song" en „Ba by I need your loving", „If I had a hammer" en The girl from Ipanema". Nou ja, het zijn nog maar een paar titels van de Four Tops-LP „Live", die des tijds de Amerik. maat schappij - met - de - eigen - sound Motownuit De troit op de markt bracht. Typisch Amerikaans, die carrière, die The Four Tops in enkele jaren tijds opbouwden. Levi Stubbs jr, Renaldo Ben son, Lawrence Payton en Abdul Fakir vonden zo'n zeven jaar geleden, toen ze hun middelbare schooldiploma op zak hadden, dat ze maar moesten doorgaan in de muziek. Brui loften en partijen, schoolfuifjes, och hoe gaat dat, wanneer je onderaan de ladder staat? Totdat ze eens deelnemen aan een talentenjacht en ze hun eerste contract kregen aan geboden Platenmaatschappij Motown bood hen dat was in '64 een platencontract aan. Resultaat: „Baby l need your loving" werd een bestseller. „I can't help myself" werd een jaar later uitgeroepen tot de best verkochte singel. Ondertussen werkten de jongens, die alleszins hun naam eer aandeden, ook aan perfectionering van hun act op de Bühne. En toen was hun bedje gespreid: optreden in Amerika's luxueuze uitgaanscentra, toernees met Billy Eckstine, frequente tele visie-uitzendingen. Was het wonder, dat de rhythm and blues-fans in ons land hen met open armen zij het nog niet letterlijk ontvingen ■v Hebben jullie dat ook wel eens, dat gekke gevoel als de zon schijnt en Je hebt een vrije dag? Lekker banjeren door de stad en nu en dan eens neervallen op een bankje in het park. Af en toe wil ik me zo vrij als een vogeltje voelen, en dan doe ik ook de hele dag gegarandeerd niks. Dat niksen bestaat dan door gaans uit lang uitslapen, uit gebreid ontbijten en langzaam, heel langzaam beginnen te le ven. In zo'n zweeftoestand kun Je inwendig plezier hebben om die anderen, die wel werken. Op kantoor zullen ze nu wel aan de eerste koffie toe zijn. Ik benijd ze er niks om, al heb ik zelf nog niets gedronken. Kom, ik moest maar eens wat leuks aantrekken vandaag. Dan de stad in. Winkelen. Luisteren naar de nieuwste pop-songs in de platenbar. Op onderzoek uit naar wat ori gineels in dat boetiekje waar ze zo'n gekke kleren verko pen. En dan. eigenlijk was ik van plan vandaag maar te niksen, maar daar komt niks van, dat zie ik nu wel. Dan naar de film. zo'n realistische, zo noemen ze dat. Tja, die film mensen hebben het tenslotte ook niet gemakkelijk, steeds weer nieuwe termen uit te vin den om het publiek aan te trekken. Maar de film. waar ik naar toe ga, is écht goed. Daar ken je me toch goed ge noeg voor dacht ik zo. En van avond. dat vertel ik Je lie ver niet. Maar ik kan je wel vertellen, dat het iets met een hippe tent te maken heeft. Waar, moet maar in het duis ter verborgen blijven, 't Is ar trouwens toch al zo donker in dat zaaltje. En de Jongens die er komen, hou er over op. Enfin, we zullen het wel mer ken. Voorlopig blijf ik nog lek ker in het zonnetje zitten op m'n bank. Tot dan. V.V.V.\\SV.V.V.vwnv«NV.^V.\\\\ niet eens gezien, dat ik mijn schoen tje verloren had. Gelukkig hebben we het weer teruggevonden. Op mijn zesde verjaardag was ik vroeg wakker. Ik liep naar mijn moeders kamfr. Ze was nog maar net wakker. Toen kreeg ik een fijne verrassing, een grote autoped. Dat was heel leuk. Ik kreeg hem van allemaal, ze hadden er allemaal aan betaald. Op de kleuterschool zat ik bij juf frouw v. d. Fluit. In de eerste klas zat ik bij juffrouw Van Velzen. In die klas deed ik mijn Eerste H. Com munie, mijn peettante en peetoom kwamen op bezoek. Ik kreeg toen een mes, vork en lepel van het merk Gero. Nu zit ik in de derde klas bij juffrouw De Leeuw. Ik zi nu ook op muziekles bij meneer Decker en ik krijg blokfluitles van een juffrouw. Karin Blekkingh: ONZE POES Wij hebben een klein cypers kater tje. Toen we hem op de Jan van Gooyenkade hadden gehaald was Poekie nog pas 7 weken. Ik moest hem in een mandje vast houden, anders liep hij weg. Toen we thuis kwamen, was hij erg bang, maar toen hij ongeveer een weekje bij ons was, was hij wel aan ons gewend. Mijn moeder had hem geleerd om te komen, als ze met zijn bakje eten rammelde en ik had hem geleerd, dat hij ons een heel eind naar school bracht. Ik mag hem ook wel eens zijn eten geven. Hij kreeg eerst kat- tebrood en dat vond hij lekker, maar toen hij wat anders geproefd had, vond hij dat weer lekkerder en lustte hij het andere niet meer. Als ik op de grond een boek aan het lezen ben gaat hij er bovenop zitten, zodat ik niets kan lezen. Als ik naar bed ga, mag Poekie altijd op m'n deken slapen. Wanneer mijn moeder in de leunstoel gaat zitten, zit hij al te wachten, wanneer ze er af gaat, want dan kan hij er in liggen. We houden allemaal veel van onze Poekie. Wim Niesthoven: VAN ALLES WAT Mijn oma woont in Beverwijk, dat is een heel eind hier vandaan. Je moet dan door de Velsertunnel. De omstreken van Beverwijk zijn erg mooi. Mijn andere oma woont in Middelburg, dan moet je ook door een tunnel, de Maastunnel, die is heel lang. Voorop staan grote torens, met veel gaten er in. Op de markt in Middelburg staat een kerk met een hoge toren, de Lange Jan, waar in een prachtig klokkenspel ieder uur speelt. De man, die het klokkenspel in de toren bespeelt, de beiaardier, heet Joop Niesthoven. Toch is hei geen familie van ons Ik ben ook naar mijn nichtje Etna geweest, die pas getrouwd is. Haar man heet Jan, Toen ik er was. had hij pas een nieuwe auto gekocht, een Mercedes. Dat is een hele grote auto met grote banken met een leu ning. Ik ben gisteren naar de stad geweest; daar kreeg ik een zak lek kere patat en een croquet. Lekker was dat. Ik heb ook al gezwommen, onder water met een duikbril op. Ook ben ik van de veerplank ge sprongen, van de hoga en de lage Die hoge was wel een beetje eng. Mijn vader is een beetje bang, want ik spetter hem wel eens nat en dan begin ik te lachen. Myn moeder zwemt ook een baantje en dan ik haar achterna. Volgende week oplossing van het raadsel en weer nieuwe raadsels. Dag Idnders, groetjes van TANTE JO en OOM TOON. .Martien Aniba, Leiden; HET IS WINTER Jan, Piet en Kees gaan fijn spelen, het heeft flink gevroren. Jan gaat al zijn schaatsen halen. „Kom Piet, haal ook je schaatsen, dan gaan we rijden". Ze gaan nu alle drie schaatsen. Maar wat gebeurt daar? Verschrik kelijk. Kees rijdt in een wak. „Kom Jan," zegt Piet, „we halen Kees er uit". Maar dat is een zwaar werkje. Gelukkig komt Kees z'n moeder er aan. Ze ziet wat er ge beurd is en met de jongens samen, haalt ze Kees er uit. Kees is ijskoud en kletsnat. Moeder stopt hem in bed, maar Kees werd heel ziek. Hij moest nog naar het ziekenhuis ook. Gelukkig is hij na een paar weken weer helemaal beter. Thuis is het groot feest. Na een paar dagen mag Kees weer buiten en als het weer gaat sneeuwen, doet hij weer mee met sneeuwballengooien. i met de letters op hun hoofden DE MELKWEG Jullie hebben hier allemaal wel eens van gehoord en dan zullen Jullie ook wel weten, dat Je hem niet op aarde moet zoeken maar aan de sterrenhemel. Het is de witte (melkachtige) baan aan de hemel, waarvan alleen de naam en de lichte kleur aan melk doet denken. Een weg is het ook al niet, want heel die grote witach tige vlek is niets anders dan een enorm grote verzameling van sterren. Vroeger wist men dat niet, hoewel er toen ook heel knappe sterrenkundigen waren, vooral onder de Arabieren. Maar onze tegenwoordige sterke kij kers hebben ons onthuld, dat de melkweg bestaat uit milli- oenen losse sterren, die veel en veel verder van ons afstaan, dan de sterren, die wfl met het blote oog kunnen zien. Door de enorme afstand van ons lijken ze zo dicht bij elkaar te staan, dat ze van ons af te zien aan de hemel een ontzaglijke melkachtige band Je ziet ook hier en daar aan de sterrenhemel kleinere witachtige vlekken, die nevels worden ge noemd. Sommige van deze op damp lijkende „wolkjes" bestaan echter ook uit een opeenhoping van sterren, maar die door de verre afstand niet meer als zo danig te herkennen ztyn. Maar sommige van die lichte „wolkjes" zijn echte nevels. werkt worden in bouwland. de tweede maal de brood- Morgen moeten jullie schaal vulde. „Ja, dat komt van de bui tenlucht. Jullie moeten lek ker gezond hier vandaan gaan", vond oom. Na het avondeten gingen ze - de zitkamer, waar een heerlfjk haardvuur brand- buiten gaan zien, dat boven makerij de ingang, dus by de poort, Dat was een gedenksteen ingemetseld hier is de foto is, met de datum en de moeder naam. Die steen is al zó de prinsessen Beatrix oud, zeker uit 1430, dat de Irene staat afgebeeld. Dat rige leenheren in oorlog mochten zien. Zo'n leenheer was een mach- grote eer. En tig man, die zijn grondge- de bied steeds trachtte te ver- André met groten, vandaar dat ze voortdurend met de nabu- letters onduidelijk gewor- vonden de jongens toch den zijn. In de laatste we- wel prachtig, de en wMr ookTwê^ïê re""7">L.'"rf Bedeelte „Gaat u nu de kaas van de boerderij door V-2 verwoest, en dat deel je nieuwsgierig, zaal jS verneuwd geworden, ook ..Nee, jongens, het dak. In de vijftiende eeuw h een „honderdman", dat een edelman of leenman, die brieken maken baas is over honderd goede kaas". ,,'t Lijkt hier wel riep Plet. „Nee, seum", zei Hein, die al eens in Delft in een museum ge weest was en nu hier de tinnen borden en kannen, de antieke klok en grote leenmannen, dit huis laten ken?" vroeg Piet een beet- maken boekvee c kasten zag staan. Toch wa- bouwen, op I de Jongens nog te Jong kelder om al het waardevolle van te begrijpen. Ze vroe gen daarom al gauw „Toe. oom, u zou de ge schiedenis van dit huis ver tellen' rots. In de e nog de rots- de trap naar de rotsen uitge- „Kom, we gaan verder". Dan moesten leenmannen op ten strijde. In zo'n oorlog waren de be woners van de hoeve of burcht, zoals vrouw, kinde bedienden, in gevaar. konden vluchten, hier op de Ver- nelsberg gangen onder de Geul door, die in de Belgi- i André. „By deze hoeve sche Ardehnen uitkwamen. wanden omlaag it houwen. „Mag ik even iets kelder vertellen?" tante Joke, die met gemakkeiyk huis- te foto in haar hand," al grond w t z'n warme pan- klaar zat om verder te gaan. op verbouwden an en in z'n leun- „In die kelder maakten de hielden. Toen ik nog 'n kleine jon gen was, heeft m'n vader woonden op de verschillende gangen met i hun leenheer: ze cement dicht laten gooien, klein huisje, In die gangen lagen ook de zelf gebouwd hadden, cellen van de gevangenis, omheen een stukje om oproerige leenmannen te hun groente straffen. Die cellen waren en wat vee in de rotsen uitgehouwen, zoals ik al zei: alles stoel gezeten begon, of lie- Ixierinnen van de Vernels- De meeste tyd moesten de is dichtgemetseld gezegd, wilde hij be- berg de Limburgse kaas i ginnen, toen tante Joke r de koffie aankwam. ..Eerst m'n koffie en dan de kaas van deze hoeve zó beroemd, dat mochten leveren i goed ook. We gebruiken de de leenheer werken. Dat kelders alleen nog vensmiddelen voor haar eigen Se*'"- Willen fulhe voor kleine broer of sua erg leuk haasje breien, waar zr mg plezier van hebbent En ze zullen je er adnkbaar voor zijn. dat als verjaarsgeschenk van grotelre) zus krijgen. Het haasje wordt gebreid van een grauw t:grijs) restant (restje) Uriedradige wol op naalden no. i oren, ogen en snuit maak je van vilt en 'I - halsdoekje van rode wol. Kop, lijf en benen breit men aan één stuk. Boven aan de kop begint men. Dat wordt glad gebreid n.l. afunsselend een naald rechts (glad) en één naald links. Sla SS steken aan en brei 50 naalden. Neem een reserve breinaald, die 16 steken overneemt. Brei dan voor 't ene been H naalden op deze 16 steken en hecht af. Brei dan 11, naalden mei 16 steken, die r<in de SS nog over eijn voor 't andere been en hecht weer af. Het haasje wordt midden op de rug aanet n genauid. Naai eerst de beide loodrechte tijden overhands ra» 'f opgezette t begin Ipunt tot aan de plaats waar de benen beginnen aan elkaar. Haal dan een draad door alle steken tmaten) ran de opzetzijde. knoop de einden en trek hem stevig aan. zodat de zijden bij elkaar komen. Maak nu een tweede knoop en stop de enden op de linkerzijde. Trek hm een tweede draad door alle steken der He naald ra» 't beginpunt af geteld. Rol dan een bol watten m vul de hazenkop daarmee. Trek dan de draad aan en knoop hem, eodat de hals ontstaat. Vul nu ook 't lijl van de haas met watten. Naai de zijden der benen steeds twee aan twee aaneen, vul de benen en trek de steken onderaan bijeen, net zoals jullie boven aan de kop gedaan hebt. Voor elk voor been zet je 16 steken op en brei dan 16 naalden en sluit af. Naai de rechtopstaande sijden aaneen, rimpel de opzetzijden en vul weer met watten. Boven aan de schouders naai je de einden der voorbenen direct aan t lijf vast, dus nu zonder te rimpelen (te kroetelen). Voor ogen neem je twee blauwe rondjes van vilt, voor snuit sen klein rood hartje. Je lijmt ze vast of naait ze eraan, leder oor maak je uit twee viltetrookjes. Een grijs lapje knip je vervolgens naar de zwarte hjn van fig. b en een rose naar de stippellijn. Naai se aaneen en lijm de oren aan. Leg nu nog 5 of 6 rode woldraden van ongeveer 90 cm. lang naaet elkaar, leg een knoop in de einden en je hebt al een ge schikt halsdoekje. Lizzy Pauls. Fijn dat het boek naar je zin is. Je houdt zeker veel van lezen. Je versjes krijgen vandaag een plaatsje en het verhaal komt een volgende keer aan de beurt. STOUTE JONGETJES Twee jongens uit de kleuterklas Deden iets, wat niet zo prettig was. Ze knipten met 'n grote schaar Hard lachend, bij elkaar De haartjes van 't hoofdje af. Ze lachten hard, maar ik stond paf. De jongens waren o zo kaal Zo kaal, zo kaalals een garnaal! ZO'N LEKKERBEK! Een paling zei eens tegen mij: „Ik heb zo'n zin in rijstebrij. Het liefst met krentjes en rozijnen Liever niet die erge kleine. En veel suiker moet er op zijn. Want dat vind ik o zo fijn. En als jij er ook bij bent. Mag jij van mij een hele krent". Ik zei: „Ik dank je erg, maar (Misschien vind je het wel raar). Ik heb jou liever dan de krent Dit is bedoeld als compliment. Als ik jou heb. zo dik en rond. (Je weegt misschien nog wel 3 pond) Bak ik je bruin, thuis in de pan Ik doe er ook een smaakje an. Misschien wel zout of nootmuskaat. Of boter, en als dat niet gaat. Doe ik er peperkorrels bij. En eet jou op met rijstebrij. Met krenten en rozijnen. En vooral niet van die kleine. Ook gooi ik er veel suiker op Misschien wel met een grote kop Ik geloof dat ik nu maar zwijg. Omdat ik er toch nog trek in krijg". Wim van Niest. Ik heb je verhaaltje over „Pietje Paling" een paar maal overgelezen, maar ik begrijp er niet veel van. Doe er nog eens je best op Wim of stuur nog eens iets anders. Perry Bosman: EEN FIJNE WINTERDAG Het was winter en het had flink gesneeuwd. Toen Loesje en Piet die morgen wakker werden, liep Piet raam. „O. Loesje kom eens kyken!" riep hij. „Hoe hard het ge sneeuwd heeft. Kom vlug, we gaan er een fijne dag van maken. We gaan ons vlug aankleden en gauw eten". Toen ze klaar waren met eten gin gen ze naar buiten. Loesje ging eerst haar vriendinnetje halen om te vra gen of ze mee ging sleën. Nou, dat wou ze wel. Ze gingen naar een hoge heuvel en sleepten samen de slee naar boven. Toen gingen ze er op zitten en lieten zich naar beneden glijden. Dat ging fijn! Na een poosje gesleed te hebben, kregen ze zin om te gaan glijden. Ze gingen een fijne gladde glijbaan maken en maar glij den jongens! Het was etenstijd en ze gingen naar huis, maar na het eten gingen ze schaatsen. Piet nam een oude stoel mee, want hij kon nog niet goed schaatsen, maar Loesje en haar vrien dinnetje schaatsten samen heel goed Na een hele tijd kregen ze zin om een sneeuwpop te maken. Het werd een leuke pop. Ze gingen hem met sneeuwballen bekogelen en toen lag de sneeuwman gauw in elkaar. Ze gingen die avond doodmoe naar bed. Anton Blokhuizen: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren op 21 april 1958 en ik woog 8 pond. Op mijn verde verr jaardag was ik heel blij met een driewielertje. Op een dag was mijn tante op bezoek, ik was op straat met mijn driewielertje. Ik ging door de Druivenstreat naar huis en had

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 12