pet huis DEVER te Lisse i en zijn bewoners in de loop der tijden Geschiedenis eeuwen van ruim zeven opgetekend Eerste Dever werd reeds genoemd in 1221 BEZITTING IS ALTIJD VERERFD DE LEIDSE COURANT gINDS ENKELE TIENTALLEN JAREN dringt hoe langer hoe meer het besef door, dat de Vaderlandse Geschiedenis niet alleen werd ge maakt en gedreven door de min of meer roem ruchte middeleeuwse hertogelijke en grafelijke dynastieën die de toenmalige Lage landen be heersten, maar dat ook de historie op veel kleiner vlak, dat van ridderhuizen, vlecken en dorpen van'belang is voor de groei en de latere uitbouw van wat wij heden ten dage „ons land" gelieven te noemen. Niet alleen belangrijk is deze kleine historie, maar dikwijls, zelfs over wegend veel interessanter, doordat nu nog door de belangstellende plaatsgenoot verschillende nog aanwezige raakpunten met de vroegere en vroeg ste geschiedenis aanwijsbaar zijn. Niet alleen de verschillende oudheidkundige ver- enigingen en genootschappen in de grotere steden houden zich met de plaatselijke historie bezig, thans is er welhaast geen dorp of kleine stad, die zich de weelde van een geschreven historie ontzegd ziet. In onze omgeving kennen wij uitgaven over Hillegom, Noordwijk, en andere plaatsen, dikwijls annex aan de kerkgeschiedenis, zoals uitgaven bij kerkelijke eeuwfeesten of anderszins te Sassenheim, Lisse en Voorhout bewijzen. Sinds kort is de (nog) steeds groeiende collectie van plaatselijke geschiedenissen uitgebreid met een zeer gedegen en daarbij boeiende uitgave met betrekking tot het oude slot Dever te Lisse, de op- en neergang van dit kasteel en van de geslachten, die het in de loop der eeuwen hebben bezeten en bewoond. Het wapen van Dever: de halve die ook het huidige gemeente- ii van Lisse siert. ÊINDS JAAR EN DAG staat even buiten de kom van Lisse op de weg naar Sassenheim de sterk verweerde ruïne „Dever", laatste over blijfsel van een der zeer weinige z.g. rondburchten, die ons land (nog) tent. Het is niet veel zaaks meer, zoals die ruwe baksteenklomp daar in do bollenvelden staat en thans eigendom is van de gemeente Lisse. De heer A. M. Hulkenberg, leraar aan de Rijks-Middelbare Tuinbouwschool te Lisse, werd echter zo gegrepen door en gelijktijdig „bezeten" van dat schijnbaar waardeloze overblijfsel uit de middeleeuwen, dat hij aan het zoeken en speuren is gegaan om zoveel mogelijk van de geschiedenis te achterhalen. Vele archieven werden door hem nagepluisd, onder meer het Leids Stedelijke Archief, het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, archieven in België en elders en ontdekte tevens tot zijn niet geringe vreugde het nog steeds bestaande archief van de laatste „heren van Dever", het reeds sedert enkele eeuwen in Duitsland wonende geslacht der baronnen Heereman van Zuydtwyck. Het resultaat van dit naarstige speuren is het boek „Het Huis Dever te Lisse", fraai uitgegeven bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel. de loop der tijden Dever in bezit ge- ad, doch altyd ging het goed door verer die families over. Dat heeft tot ge- olg gehad dat de geschiedenis van het rid- ergoed door de achtereenvolgende eige- zich niet beperkt tot Lisse. maar Ikwijla nauw verweven is met de historie andere plaatsen en kastelen, vooral in inland, maar ook in het Westland, de 'echtstreek, het Sticht en het Gelderse. Namen als d'Ever worden gevolgd door an Haeften, Matenesse, van Schagen (een Het Huls Dever omstreeks 1845. Te kening van 1'. J. LutgerB. Het gebouw rechts is de Middeleeuwse woontoren, die nu nog als ruine bestaat. bastaardtak van het Beierse Huis en daar om ook genoemd van Beyeren van Scha gen), de Wael van Vronesteijn, van Scher- penseel en als laatste door Heereman van Dever en Zuydtwyck, welk geslacht het in bezit heeft gehad tot 1945 toen het wegens z.g. vijandelijk vermogen door de Nederland se staat werd geconfisceerd en later voor de symbolische som van één gulden werd over gedragen aan de huidige bezitster, de ge meente Lisse. HET STAMGESLACHT De eerste maal dat het geslacht d'Ever in de historie verschijnt is in het Jaar 1221, toen graaf Willem I na zijn huwelijk met Maria van Brabant door zijn schoonvader De bovenzaal of kapel in 1848. Naar een schilderij van G. Leembruggen Jz. In het Stedelijk museum de Lakenhal te Lelden. beleend werd met goederen in Tholen. Ondsr de in het latjjn gestelde leenbrief genoemde getuigen komt tussen andere oude Holland se namen als Teylingen, Egmond, Noord- wijk, Oegstgeest en Raaphorst óók voor die van Conradus Aper alias Coenraad Ever. Aper ls het latijn voor Everzwijn. Of deze Ever reeds in het huidige Lisse heeft ge woond is niet zeker, doch zeer wel mogelijk. Door vondsten is aangetoond dat de plaats reeds in de periode van de z.g. Vlaardinger cultuur werd bewoond en sindsdien altijd is gebleven omdat ook vondsten zijn gedaan uit de Bataafse en de Karolingische tijd en uit de twaalfde eeuw In 1269 komt opnieuw de naam d'Ever ln schriftstukken voor als Ysbrandus gezegd Ever door Simon van Teylingen beleend wordt met een „cope" dat ig een stuk land ter ontginning langs de Gouwe bij Bos koop. Van die tijd af verschijnt de naam Ever regelmatig, hoewel het niet zeker is dat de vele welgeboren Evers, die woon den in het Hollandse polderland, verwant zijn aan het Lissese geslacht. Wel heeft dit geslacht aanwijsbare bezit tingen in de lage polderlanden en op de geestgronden gehad zoals tienden bij Aar- landerveen en verder bij Hillegom, Heiloo en Llmmen, die door het geslacht Heemstede waren aangebracht door huwelijk. Voorts goederen leenmannen van de abt van Eg- mond. In de eerste helft van de veertiende eeuw treffen we Gerrit de Eever aan als houtvester van Holland. Met Reinier Dever, die in het begin van de 15e eeuw stierf, komt een einde aan het Lissese geslacht. Het op volgende ls het geslacht Van Haeften, te be ginnen met Gijsbert, wiens moeder een doch ter was van Reinier Dever. In 1418 werd Gijsbert van Haeten als erfgenaam van zijn grootvader beleend met de goederen te dingen. Van Haeften werd in 1507 opgevolgd door Matenesse, die een burcht bezat in het huidige Schiedam. De eerste Matenesse als casteleyn van Dever was Jan. die gehuwd was met Maria van Assendelft. De laatste, diens kleinzoon, eveneens Jan geheten, stierf in 1624, vier jaren later gevolgd door de laatste telg van het geslacht, Maria van Matenesse. weduwe Van Schagen, die de Devergoederen naliet aan haar zoon Johan, met wie een bastaardgeslacht van het Bei erse huis, dat zich later naar goederen bij het Noordhollancfse Schagen, naar die plaats ging noemen, in de Déverhistorie verschijnt. Reeds in 1639 ging de laatste Van Schagen, tevens heer van Dever, de laatste die astam- de van het gelijknamige geslacht, hemelen en werd opgevolgd door zijn pleegdochter, Isabella van Camons. STICHTSE ADEE op het slot Loenersloot en door zijn moeder vermaagschapt met het geslacht van Amstel van Mynden tot Loenersloot. Bracht Iaa- belle de Deverbezlttlngen ten huwelijk, de bruidegom huls en ridderhofstad Vronesteyn bQ Jutphaas met bijbehorende landerijen en „leenroerig aan het Sticht". In 1674 stierf Usabelle en in Lisse werd ze opgevolgd door haar zoon Willem. Het geslacht stierf ln 1710 uit met Jonker Adriaen, dia, tot execur teur van zijn testament had benoemd Fre- derik Jacob Heereman, heer van Zuydwyck. De nieuwe heer van Dever werd Erasmus van Scherpenseel van Rumpt. Deze stierf in 1716 doch enkele jaren tevoren was Dever over gegaan aan zijn zuster Elisabeth van Schor- penseel, die getrouwd was met Frederik Heereman van Zuydwyck, die reeds in het be zit was van de heerlijkheid 't Geyn en de ridderhofstad Oudegeljn bij Jutphaas en van de heerlijkheid Hngesteljn bij Vlanen. Hy stamde uit een Amsterdams patricisch ge slacht, dat echter eerst in 1648 werd geadeld. Met Frederik kwam nu ook Dever ln het ge- VIJANDELIJK VERMOGEN reman van Zuydwyck zullen we niet ln den brede oprakelen. We komen daar wel licht later nog op terug. Nu volstaan we met te memoreren, dat Dever tot 1946 eigendom bleef van de ln de 18e eeuw via Utrecht en Roermond naar Munster ln Duitsland uitge weken eigenaren, die hier in Holland als leden van een katholiek geslacht op allerlei wijzen werden tegengewerkt, zodat dat ln die dagen zo dikwyis gebeurde. Dever kwam ln verval, zódanig dat er van de ridderiyke behuizing langzamerhand niet veel meer overbleef. Wét bleef was de huidige ruïne, waaraan de tand des tyds nog steeds met graagte knaagt. In 1946 werden de schamele resten als „vy- andeiyk vermogen" overgenomen door de Staat der Nederlanden en die verkocht ze weer aan de gemeente Lisse voor de sym bolische som Van één gulden. RESTAURATIEPLANNEN De woontoren In de huidige toe- nen zullen kunnen worden gerealiseerd Is niet t$ zeggen. Aan de voorzitter van de stichting en de schryver van „Het Huls Dever te Liase", de heer A. M. Hulkenberg, zal het zeker niet liggen. Wpr. „Het Huis Dover te Lisse" door A. M. Hulkenberg. Uitgave Europese Bibliotheek, Zaltbommel. MCMLXVI. (Geb. 37,50). ^oals we reeds enkele malen eerder hebben vermeld in de kolommen van ons blad is er een stichting „Vrienden van Dever" op gericht, die pogingen in het werk stelt om het nog bestaande bouwwerk te restaure ren en al of niet uitgebreid te doen bestemmen voor een doel ten dienste van de gemeenschap. Restauratieplannen zijn rced« opgemaakt door de bekende restaurateur van oude bouwwerken P. v. d. Sterre te Lei derdorp. Wanneer en ln hoeverre deze plan- I*. J. van der Sterre maakte de plan nen voor de restauratie. Doorsnede en liiiitenaanzlcht van de toekomst? OPVOLGENDE GESLACHTEN 1 slachter ln het korte bestek van dit ar tikel in den brede te gaan behandelen. We volstaan dus met enkele summiere aandul- Bn rgergesltieli ten Misschien niet zo belangryk, maar voor de geschiedenis van de streek ln het algemeen, zyn de vele oude na men van nu nog levende burgerge- slachten, die op een of andere wyzo met de geschiedenis van Dever te doen hebben gehad. Alles by elkaar Is dat een respectabele lijst, waarvan wy er een aantal by elkaar hebben gezameld. Vele van hun nakomelingen zyn uit gezwermd, vooral van de boerenge slachten die dikwyis de wyk hebben genomen naar andere Btrqken, toen du bollenstreek ook letteriyk bollenstreek werd, hoewel vele leden de streek ook nog wel trouw zyn gebleven. We denken daarby b.v. aan de na men Berkhout, Van der Fits, van Haas ter, Heemskerk, Hoogeveen, Longe- veld(t). Van Steyn, Van Velsen (van) Alkemade, (van) Arxhoeck, (van) As sendelft, Beelen, Dulneveld, Duyndam, van Graven, 's Gravenmade (8chra- ma), Ho(o)gendoorn, van der Laan, Leembruggen, Meskers, van Parys, Raaphorst. Rulgrok en Rulgrok v. d. Werve, van Ruiten, van der Zaal, Zandvliet, van Schagen. van der Zon, van Toll, Verdegaal, Vreeburg, Was senaar, Westgeest, Weyers, enz. enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 13