brengen
pAfaLO
DE LEIDSE COURANT
BOEIEND
OVERZICHT IN
STEDELIJK
MUSEUM
TE
AMSTERDAM
Dit schrijft Hans L. C. Jaffé in
zijn uitvoerige inleiding tot het
plaatwerk Pablo Picasso" dat
in de reeks „De grote meesters
der schilderkunst" is verschenen
bjj uitgeverij. Contact, Amster
damAntwerpen. Die verwar
ring,Waarover Jaffé spreekt,
kan gemakkelijk opkomen bij
de bezoeker van de grote Picas-
sotentoonstelling, die tot 30 april
in het Stedelijk Museum te Am
sterdam te zien is. Ze is in ze
kere zin kenmerkend voor Pi
casso. de fiere non-conformist,
de Spanjaard, die meer clan een
halve eeuw vooraan stond in het
gelid der Franse kunstenaars,
zonder werkelijk een van hen te
worden. De man vooral, die nooit
in een „hokje" te duwen is om
dat hij nooit consequent verder
zocht te gaan op een weg, die
hij eenmaal insloeg. Zijn „ik zoek
niet, ik vind" kan als motto
dienen voor deze tentoonstelling.
Immers, al laten zijn werken
zich voor een deel in gemakke
lijk af te scheiden periodes in
delen blauwe, roze. kubisti
sche, neo-klassieke enz. Pi
casso zelf schijnt met deze in
deling te spotten door telkens
tussendoor iets geheel anders te
gaan doen. Daardoor komt het
ciat elk dezer werken onmisken
baar een Picasso is, maar dat
men van geen ervan zou durven
zeggen dat het typisch-Picasso
is. Omdat men van vrijwel elk
werk een absolute tegenpool kan
aanwijzen, óók onmiskenbaar-
Picasso, maar dan van een ge
heel andere. Die „kunsthistori
cus uit de verre toekomst" zal
het inderdaad moeilijk krijgen
om aan één artistieke persoon
lijkheid te geloven.
Veel moeilijker dan wjj in ieder
'.rkwaardige leve
picAsSo
„Niemand twijfelt aan Picasso's meesterschap. Maar de
rijkdom, de veelzijdigheid en wisselvalligheid ervan
hebben menig aanbidder van zijn werk in de war
gebracht. Zijn verbazingwekkende virtuositeit en zijn
vermogen elk middel en elke stijl naar zijn hand te
zetten hebben tot deze verwarring bijgedragen. Maar
deze kritiek ontkent dan de innerlijke consequentie van
Picasso's werk, dat zulke tegenpolen kent als de
nauwkeurige, met naturalistische precisie geschilderde
portretten enerzijds en de monsterlijke fantasieën
anderzijds. Soms hoort men zelfs het argument dat een
kunsthistoricus uit de verre toekomst, die zich zonder
enige documentatie tegenover het werk van Picasso
geplaatst zou zien, nooit zou kunnen geloven dat deze
gehele verzameling schilderijen het werk van één enkele
artistieke persoonlijkheid zou zijn".
geval, omdat voor ons de tijd - de
65 jaar waarin dit werk ont
stondnog begrijpbaar is. Pi
casso is steeds in hevige mate
eigentijds geweest, ook als hij
klassieke motieven of motieven
van grote meesters uit de kunst
geschiedenis opvatte. Men kan
dit bezig zijn met eigentijdse
problemen steeds terugvinden,
zoals men ook zijn persoonlijk
leven telkens weer ziet afge
beeld. Als er een andere 'vrouw
in dit leven kwam. en er waren
vele vrouwen, had dat een weer
slag in zijn kunst. Als h\j vader
werd schilderde hij moeder-en-
kind-motieven
Het is
kou
die berooid van de hand in de
tand leefde in een Parijs kunste
naarsmilieu tot de multi-miljo-
nair, bezitter van huizen, kaste
len en een enorme kunstcollectie,
bij wie de grote kunsthandelaars
nederig komen aankloppen om
iets wat dan ook en tegen welke
prijs dan ook, van hem te kun
nen kopen. Frangoisc Cillot. zipi
levensgezellin van 1945 tot 1953
heeft ervan verteld in haar boek
..Leven met Picasso En een
verhaal doet de ronde dat toen
een Amerikaan hem 'n honderd
dollarbiljet aanbood. Picasso er
snel een duif op schetste, het van
zijn naam voorzag en het terug
gaf met een ..nu is het duizend
dollar waard".
Anekdotes, verhalen, ze zijn
honderduit te vinden in de bi
bliotheek vol boeken, die over
Picasso geschreven zijn. Picas
so's levensverhaal is kleurig en
gevarieerd als zijn kunst. Maar
het is hier die kunst die ons
bezighoudt. Mr. F. de Wilde,
directeur van het Stedelijk Mu
seum. kon ervoor kiezen uit de
immense tentoonstelling 300
schilderijen en 350 tekeningen
en gouaches die vorig jaar
in Parijs te zien was. In Parijs
was er bovendien nog een ten
toonstelling van beeldhouw
werken (80 stuks) en een van
grafiek. Niet alles was beschik
baar. Zo wilde het Museum of
Modern Art te New-York „Les
demoiselles d'Avignon". dat
keerpunt in de Europese schil-
PANSFLUIT
derkunst uit 1907, niet óók nog
eens voor Amsterdam afstaan.
Het is met Guernica, dat te fra
giel werd geacht om uit New-
York te reizen, de enige be
treurenswaardige lacune op de
expositie. Maar als geheel lijkt
de beperking een deugd.
Goede indeling
Een vrij algemene klacht van
de Parijse bezoekers immers
stuavn
elkaar HJng. - Mw^flsed „eei
veel aan indrukken op en
daardoor eigenlijk te weinig. De
Amsterdamse catalogus telt
ruim 180 nummers. Nóg een
kolossaal aantal, maar ook door
de zeer goéde lftdeling is deze
tentoonstelling tenminste over
zienbaar. Bovendien zijn er en
kele werken, die In Parijs niet te
zien waren: vrjjwel *alle Picas
so's uit Nederlands bezit en een
interessante inzending uit Praag.
Een eigen gezicht kreeg de ex
positie, doordat de heer De
Wilde bij zijn keuze een per
soonlijke voorkeur liet spreken.
Daardoor kwam de nadruk voor
al te liggen op de kubistische
periode. Een verantwoorde keuze
lijkt ons, omdat juist in deze tijd
Picasso's werk baanbrekend was
voor de moderne kunst.
Dat betekent overigens niet. dat
de „andere Picasso's" verwaar
loosd zijn. Uit de eerste jaren
van deze eeuw zijn er enkele
zeer kenmerkende stukken, on
der meer de „Acrobatcnfamilie"
en de grote „Familie Soler" uit
Luik. die kort na de oorlog al
eens in Den Haag te zien was.
Een markant punt in Picasso's
ontwikkeling is het portret van
Gertrude Stein uit 1906. dat met
zijn sterk plastische kwaliteiten
al wijst naar de kubistische pe
riode. die nu snel zou gaan aan
breken met „Les demoiselles
d'Avignon". Van dit befaamde
werk zijn .twee voorstudies aan
wezig. Picasso's kubistische stjjl
kan men in zijn ontwikkeling
voortreffelijk volgen. We hoe
ven hier, geloven we. niet uit
een te zetten wat het kubisme
wilde bereiken: een totale ver
andering in de beeldende kunst,
waarbij het object en de ruimte
waarin het zich bevindt, gelijke
lijk worden weergegeven, niet
als imitatie van de natuur, maar
als een geestelijke herschepping
die weinig meer van doen had
met daarvoor geldende estheti
sche waardeoordelen
Kubisme
Invloeden waren er natuurlijk
wel. Cézanne bijvoorbeeld en de
door Picasso ontdekte neger-
sculptuur. Maar Picasso en
zijn medestanders van destijds
kwamen stap voor stap tot een
werkelijk geheel nieuwe kunst.
Men kan die stappen in Amster
dam zien. In figuurstukken bij
voorbeeld ziet men een lijn die
loopt via het preludiërende Stein-
portret uio het portret van Clo-
vis Sagot uit 1909 en de Vrouw
in het groen (De Wildes op
merkelijke aankoop voor het Van
Abbemuseum te Eindhoven) uit
hetzelfde jaar, en de befaamde
lerie die hier vertegenwoordigd
is met het portret van Wilhelm
Uhde uit 1910 tot de werken uit
1911/12. Dan is de direct-herken-
bare voorstelling vrijwel verdwe
nen. Het object is geheel geana
lyseerd en de kenmerkende on
derdelen ervan zijn in een andere
opstelling tot compositie ge-
Picasso is niet verder gegaan op
deze weg, die bjj Mondriaan zou
uitlopen tot de uiterste vereen
voudiging van enkele ljjnen en
vlakken. Via collages en als
collage geschilderde werken,
komt hij weer tot herkenbare
voorstellingen. Merkwaardig is
in dit verband een stilleven uit
1919: keurig geschilderd als het
werk van een zondagsschilder.
Maar dan breekt weer een to
taal nieuwe visie zich baan:
grote, kloekgeschilderde figuren,
vrouwen als betonnen beelden,
stevig met beide benen op de
WILHELM UHDE (1810)
DE EERSTE SCHREDEN
grond staande modellen als in
„De Pansfluit" uit 1923. Het
lijkt ongelooflijk na wat pas
ervoor ontstaan was, ongelooflijk
ook ten opzichte van wat vol
gen zou.
Wat volgt: de koele maar soms
ook heel kleurblije stillevens
met muziekinstrumenten, naast
de „monsterschilderljen" die daar
weer geheel van afwjjken. Zijn
vriendschap voor Marle-Thérèse
Walter en Dora Maar Inspireren
l\em tot merkwaardige portret
ten. waar iets' lieflijks doorklinkt
ondanks de soms bruut aandoen
de deformaties. Kinderportretten
worden door hetzelfde geken-
Deforniaties
De deformaties waren overigens
geen schildersgrapje van Picas-
so, waar wel degelijk een pogen
de beweging, aan zijn schilderij
en toe te voegen. Het best kan
men dit vellicht zien aan „De
eerste Schreden" uit 1943. Dit
schilderij geeft geen momentop
name van een moeder en kind.
maar reef mevr een handleiding
iveer. Men ziet hier het hoofd van
de vrouw werkelijk nanr noren
komen. Men ziel het struin pe
tend voortbewegen ran de kin
derbeentjes en het krampachtig
vertrekken van het mondje. Iets
dergelijks is het geval als hij in
1950 Frangoise Gillot en haar
kinderen Claude en Paloma schil
dert. Die schijnbaar onbeholpen
figuren leven in hun bewegingen.
Na de oorlog is Picasso. wat de
schilderkunst betreft, geen nieu
we wegen meer ingeslagen. Hij
was Inmiddels zo beroemd ge
worden. dat hij over nel zoveel
geld kon beschikken, als h\j
maar wilde. Zonder enige nood
zaak. materieel gezien dan. om
verder te werken, is hij steeds
heel hard blijven werken Tel
kens anders zoals het hem in
viel. Kijk naar dat portret van
Jacqueline, zijn tegenwoordige
De catalogus bevat afbeeldingen op klein formaat fan alle
tentoongestelde werken, benevens een aantal on groter formaat,
waarvan sommige in kleuren De prijs ervan uedraagt 7.50
Groepsbezoek tegen aanmerkelijk lagere prijs i- mogelijk
voorafgaande schriftelijke aanmelding bij de directie van 1:
'"HQ* «HM «RMMM 4
l .n redactie \tuij 0.50 op de tyiUrep.iJs yK>rpt gegeven -jpri
hen (Tie normaér gratis toegang' tor her'muséïtn1! nebberrTlls
houders van culturele jeugdpaspoorten en abonnees
Openbaar Kunstbezit.
vrouw, uit 1954. Het Is weer op
gebouwd uil geometrische figu
ren, maar een verdieping lager,
bij de tekeningen en gouaches,
is een getekend portret van haar
uit 1955 en danr staat elk lijn
tje op ztyn academische plaats.
Eenzaamheid
Picasso, die al eerder werkte
naar motieven van oude mees
ters, heeft dal in de laatste Jaren
veel gedaan Het mooiste resul
taat levert waarschijnlijk het
„Portret van een schilder naar
El Greeo" uit 1950 op en onge
meen boeiend ls zijn weergave,
een uit een grote serie, van „De
Hofdames" van Velasques. Pi
casso werkt vandaag de dag nog
met een drift, die bij zijn leef
tijd onbegrijpelijk lijkt. Prof.
Jean Leymaric. zijn vriend en
de inrichter van de Parijse ten
toonstelling, die voor de opening
naar Amsterdam gekomen was
vertelde ons, dat hjj momenteel
bezig is met een serie. „Muske
tiers". die bepaald Hollandse
trekken vertonen. Hij vertelde
ook. dat Picasso weinig deel
meer heeft aan het geestelijke
leven In Frankrijk. „Toen ik
Jong was", zo had Picasso hem
gezegd, „verkeerde ik met schil
ders en met schrijvers en dich
ters die over mij schreven De
tegenwoordige dichters schrijven
over de jonge kunst van van
daag en dal geeft mij wel eens
een gevoel van eenzaamheid"
Dut is ren veelbetekenende uit-
andereu zullen overigens graag
erkennen dal de grote vernleu-
iver buit voorbeeld is. En ondanks
alles wat we in zijn kunst soms
niet kunnen begrijpen, of er zelfs
lelijk in vinden, de grootste per
soonlijkheid in ile beeldende
kunst vun deze eeuw.
Bezoekers van de tentoonstel
ling. die hun indrukken willen
vasthouden, wjjzen wjj nog even
op het boek van HAna Jaffé, dat
wij in de aanhef noemden. Het
is een prachtig plaatwerk in
groot formaat: 18 in kleur en
we hebben in Amsterdam kun
nen constateren, dat die kleuren
de originele dicht nabij komen
en 89 in zwart-wit De auteur
geeft een gedegen inleiding en
bij elk schilderij een analyse,
die een goed inzicht in het werk
geeft.
Vg
„Neem me mee, neem me mee! Ik
ben ook 'n gevangene", roept de hoofd
persoon in dc nieuwste roman van Ni-
gel Dennis uit. terwijl hij dc weg airent
met andere even absurde woorden en
met tranen van pure angst. „Maar het
was een van die lange, buitenlandse we-
ovcr heuvels en dalen en hoe ik ook
hijgend me voortspoedde naar dc top
van de helling, de lange colonne gevan
genen was steeds de volgende top al
af: ik zou hen nooit inhalen, hun unifor
men, eerst zo duidelijk herkenbaar, be
gonnen te verwazen terwijl het licht
van dc avond afnam. Geen van hen
keek, ook geen enkele van hun bewa
kers. hoewel ik hen uitvloekte en
schreeuwde tot mijn longen bijna barst
ten: „Laat me niet achter! Ik hen ren
cartograaf. Ik ben een vijand!" Altijd
maar door tot ik de adem erbij ver
loor. zodat mijn benen niet meer konden
en ik stond te snakken en te snikken in
een duisternis, die me de doodsschrik
De man, die dit allemaal bekent en
op het eerst gehoor te oordelen, naai
waarheid, is de verteller van A House
in Order, de derde roman van Nigel
Dennis. die in deze kleine roman van het
begin tot het einde aan het woord is
Hij laat daarbij ook anderen aan het
woord komen en hij doet dat strikt eer
lijk, meestal zonder direct commen
taar, in vraag en antwoord, als in een
ouderwetse katechismus. Hoewel hij her
haaldelijk davert op zijn grondvesten
staat of ligt te bibberen en te beven is
het een man die .zich rekenschap pleegt
te geven van wat er met hem en de we
reld waarop hij zich bevindt gebeurt.
Hij is misschien de vreemdste soldaat
Orde in het huis
trekken, maar de commandant laat dit
niet op zich zitten. Er wordt zelfs een
voorbereidingsproces gevoerd, waarin de
verteller als hoofdgetuige optreedt.
Nigel Dennis is een satiricus. Hij
heeft onder meer een boek geschreven
de
die
i de
die men in een oorlogsroman kan aan
treffen. Natuurlijk zijn er lafaards in
oorlogsromans ten tonele gevoerd, ze
zijn zelfs hoofdpersoon erin geweest,
maar dan waren ze ook bijzonder ko
mische of zielige lieden net als de sol
daat Sjweik bijvoorbeeld. Al wordt de
verteller door de soldaten, de vijanden
lussen wie hij verzeild raakt, wel ko
misch gevonden, een komische figuur,
op de wijze van Sjweik is hij toch niet.
Erg bang
Htj Is misschien overdreven bang, al
zijn er bepaald wel goede redenen voor
die angst nu en dan. maar hij is geens
zins dom, ook niet domslini, zijn angst
is van een haast metafysische puur
heid. al moet hij overigens van meta
fysiek niet veel hebten.
Hij ontmoet op de weg in de Invallen
de duisternis een vreemde, dus vijan
dige soldaat, wat hem natuurlijk onmid
dellijk nieuwe schrik bezorgt, hoewel
hij erom gevraagd heeft een vreemde
soldaat te ontmoeten. Deze brengt hem
naar het dichtstbijzijnde vluchtelingen
kamp van de vijand, maar omdat het
inmiddels zo donker is geworden vin
den ze het vluchtelingenkamp al op het
nachtslot. Ze kunnen er niet meer In.
De verteller vergaat, zo mogelijk,
nog meer van angst en els de soldaat
hem alleen achterlaat, is hij zo bang,
dat hij zich de eerste tijd nauwelijks
durft bewegen. Hij komt er tenslotte
toch toe naar een broeikas te kruipen,
van de vluchtelingen bevindt zich bij
een landhuis, waar de vijand kwartier
heeft gevonden. Bij het landhuis hoort
die broeikas. De verteller krijgt, wan
neer hij in die broeikas ontdekt wordt,
het bevel die broeikas in orde te ma
ken. Hij doet dit, zoals hij dit gewend
is, zeer secuur en men laat hem daar
om maar aan zijn lot over. Hij krijgt
geregeld eten. Maar meer is er ook niet
bij. Hij maakt, bijna in bevroren toe
stand, er de niet makke winter mee, en
hij blijft zo goed hij kan de planten ver-
ÏU
interesseert hem alleen beroepsmatig,
maar het kweken van planten heeft
Beroering
Ondertussen brengt hij in het vijan
delijke kamp meer beroering dan hij
aanvankelijk beseft. De soldaat, die
hem bij zijn aankomst In de steek liet.
wordt terechtgesteld. De kolonel, die
in het landhuis het bevel voert, pro
beert zijn commandant naar aanleiding
van zijn geval in het belachelijke te
van Gulliver bezorgde, die tot
derboek werden bewerkt, maar die in
de oertekst de felste aanval op mens
en menselijk bestaan bevatten, ooit ge
schreven. Nigel Dennis, die in 1912 werd
geboren, en die nu in Hertfordshire
woont, schreef al korte verhalen voor
The Boy's Own Paper, toen hij veertien
s. op zijn achttiende publiceerde hij
zijn k
•rSte
de
nieuwste roman
van
nigel dennis
reldooriog door een Hillerbom genadig
lijk werden vernietigd. Dennis had toen
al zijn kost proberen te verdienen met
het venten aan de deur, van confectie
en zijden kousen en met schrijven van
kruiswoordenpuzzels voor Tima A Tide
Hij schreef enkele nooit gepubliceerde
romans, toog naar Amerika en werkte
daar voor de film, werd recensent 'bij
de New Republic en kwam later in de
staf van het bekende tijdschrift Time.
In 1949 keerde hij ln Engeland terug en
ln dat zalfde jaar won hij da prlja van
de Anglo-Amerikaanse romanprijsvraag
met zijn roman Boys and Girls Come
Out tot Play. Zijn tweede roman, de sa
tirische roman Cards of Identity van
1955 werd tevens voor het toneel be
werkt. Hij schreef ook. naast vele kri
tieken. twee toneelspelen The Making
of Moo en August for the People
Vernietigers
In A House in Order, dat bij Weiden-
feld and Nicholson te Londen verscheen,
bevestigt hij zijn zeer oorspronkelijk ta
lent. Het wijkt niet alleen van de meeste
oorlogsromans af omdat gr nauwelijks
helden in voorkomen, maar omdat het
zich over helden nogal vrolijk maakt.
Men zou zelfs kunnen stellen, dat de hel
den er als de meest gevaarlijke lieden
worden gezien. Ze zijn goed voor oorlo
gen, die ze dan ook tot nu toe geregeld
welen te ontketenen, maar ze zijn veel
minder goed om een huis in dit ge
val 'n broeikas - op orde te brengen, ze
zijn geen scheppers, maar vernietigers,
van schoonheid, ze zijn geen pro
ducenten. maar in verschrikkelijke zin
alleen consumenten. De verteller van
A House in Order is ln verschillende
opzichten asociaal, hij moet niets heb
ben van veel mensen bijeen en hun ge
vaarlijke gezelligheid, hij houdt het op
zijn eigen, strikt persoonlijke leven
maar hij brengt de broeikas in orde
door zich zoveel mogelijk voor bemoei
allen te behoeden. Men kan het nieuwe
werk van Nigel Dennis lezen als een ka
rakterschcts van een asociale, men kar.
het ook lezen als een satire op de socia
len. wier bemoeienissen ons van de ent-
ramp in de andere brengen, men kan
het ook gewoon lezen als een apart en
boeiend verhaal. Het la In elk geval even
zakelijk als origineel en het is bijzonder
goed geschreven.
JOft
VAN JACQUELINE MET CEVOUWKN IIA.ND